Verzoek Hijink (SP) om minister te verzoeken stuk Hertogh en Buurman aan de Kamer te doen toekomen
Brief van lid/fractie/commissie
Zaak 2020Z07570, gestart op 2020-04-28
Betrokkenen
- Indiener: Tweede Kamerlid H.P.M. Hijink
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Documenten
- 2020-04-29: Verzoek om het stuk van de heer Hertogh en mevrouw Buurman aan de Kamer te doen toekomen (Brief commissie aan bewindspersoon)
- 2020-04-28: Verzoek Hijink (SP) om minister te verzoeken stuk Hertogh en Buurman aan de Kamer te doen toekomen (Brief lid / fractie)
Agendapunten
- 2020-04-29 12:00: Verzoek Hijink (SP) om minister te verzoeken stuk Hertogh en Buurman aan de Kamer te doen toekomen (E-mailprocedure). 2020A01843
Besluiten
- 2020-04-29 12:00 ⇒ Op de onderstaande e-mailprocedure is als volgt gereageerd:•De volgende fracties steunen het voorstel van het lid Hijink (SP): PVV, GroenLinks, PvdA, PvdD, 50PLUS en SGP;•Het lid Bergkamp (D66) heeft aangegeven dat de minister mogelijk niet aan het verzoek kan voldoen omdat het OMT een eigenstandige positie heeft, maar dat er wel steun is om bij de minister na te gaan of er een mogelijkheid is om aan de gevraagde informatie te komen. Hierbij hebben de volgende fracties zich aangesloten: VVD, CDA en ChristenUnie. •De heer Hijink (SP) heeft vervolgens aangegeven dat hij de minister zou willen verzoeken het stuk openbaar met de Kamer te delen met inachtneming van de positie van het OMT en dat een eventueel beletsel daarbij door de minister kan worden aangegeven. Omdat er een nuanceverschil zit in de formuleringen van de heer Hijink en mevrouw Bergkamp heb ik met hen overlegd om te komen tot een duidelijke uitkomst van deze e-mailprocedure. Beiden kunnen instemmen met de volgende uitkomst: De minister van VWS zal worden verzocht om na te gaan of het mogelijk is de inhoud van het genoemde stuk van de heer Hertogh en mevrouw Buurman met de Kamer te delen, waarbij de Kamer zich rekenschap geeft van de eigenstandige positie en de noodzaak tot vertrouwelijke beraadslaging van het OMT. De minister wordt verzocht de Kamer hierover uiterlijk donderdag 7 mei schriftelijk te informeren. (Besluit)