Voorstel om een reactie op het NOS-artikel "Knallende ruzie in kabinet om mestplan, BBB-minister door eigen partij onder druk gezet"
Brief van lid/fractie/commissie
Zaak 2025Z21903, gestart op 2025-12-12
Betrokkenen
- Indiener: Tweede Kamerlid I. Kostic
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
Documenten
- 2025-12-12: Voorstel om een reactie op het NOS-artikel "Knallende ruzie in kabinet om mestplan, BBB-minister door eigen partij onder druk gezet" (Brief lid / fractie)
- 2025-12-12: Verzoek om een reactie op het NOS-artikel āKnallende ruzie in kabinet om mestplan, BBB-minister door eigen partij onder druk gezetā (Brief commissie aan bewindspersoon)
Extra documenten volgens zoekmachine
- 2025-12-15: Reactie op verzoek commissie over een NOS-artikel van 11 december 2025 inzake het 8e actieprogramma Nitraatrichtlijn (Brief regering)
- 2025-12-12: Besluitenlijst e-mailprocedure commissie LVVN d.d. 12 december 2025 (Besluitenlijst procedurevergadering)
Agendapunten
- 2025-12-12 15:00: Voorstel van het lid Kostic (PvdD) om een reactie op het NOS-artikel "Knallende ruzie in kabinet om mestplan, BBB-minister door eigen partij onder druk gezet" (E-mailprocedure). 2025A08105
Besluiten
- 2025-12-12 15:00 ā Het voorstel is aangenomen* Dit betekent dat de minister-president, de minister van LVVN, de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de staatssecretaris van IenW zal worden verzocht uiterlijk maandag 15 december 2025 een Kamerbrief te sturen met daarin een reactie op het NOS-artikel āKnallende ruzie in kabinet om mestplan, BBB-minister door eigen partij onder druk gezetā. Tevens worden zij verzocht in de Kamerbrief in te gaan op de kabinetsplannen die op tafel liggen omtrent het mogelijk inperken van bufferstroken en het uitbreiden van mestuitrijmogelijkheden, het draagvlak binnen het kabinet voor deze plannen en de verhouding tot de Nitraatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Daarnaast worden zij verzocht integaan op het scenario dat het 8e Actie Programma (AP) (waarvan de Kamer een concept heeft ontvangen 14 juli jongstleden (Kamerstuk 33037, nr. 607)) niet zou worden vastgesteld voor de gewenste ingangsdatum van 1 januari 2026, wat dat betekent voor de agrariĆ«rs die zo snel mogelijk, gelet op het nieuwe zaai- en pootseizoen, duidelijkheid moeten hebben over de stikstofgebruiksnormen, de aanwijzing van de actualisatie van de aandachtsgebieden en de breedte van de te hanteren bufferstroken, en wat er door het kabinet kan worden gedaan om zolang het 8e AP niet is vastgesteld, toch zoveel mogelijk helderheid en zekerheid te geven. Ook zullen zij worden verzocht om de ambtelijke adviezen die hierover zijn opgesteld en de in het artikel genoemde brief van de landsadvocaat en de Europese Commissie met de Kamer te delen. (Besluit)