Onze afluisterwet is eigenlijk een privacywet

Iets eerdere versie van het stuk in de Volkskrant, deel van een serie van vier columns:

Ze zeiden het echt. De geheime diensten AIVD en MIVD krijgen binnenkort een nieuwe wet waarmee ze makkelijker en vaker kunnen afluisteren en hacken. Vorige week legden ze het voorstel uit in de Eerste Kamer, en claimden daar dat hun nieuwe wet eigenlijk een privacywet is (!).

Nou wist ik al dat het niet best gesteld was met ons besef van privacy, maar dit is toch wel heel Orwelliaans. Oorlog is vrede, onwetendheid is kracht, afgeluisterd worden is privacy?

De tekenen waren er overigens al wel naar. Volgens deze nieuwe wet, eerder besproken in de Volkskrant, mogen onze diensten iedere internet- en telefoonkabel een heel jaar ‘verkennen’ door al het verkeer af te luisteren en op te slaan op harde schijven, en indien nodig te delen met het buitenland. Maar, zo vertelde demissionair minister de Jonge ons keer op keer: dit is alleen verkennen en serieus geen afluisteren. Al noemt de wet het wel zo, en staan je (telefoon)gesprekken daar wel op disk en worden ze bestudeerd.

In 2017 leidde de wet op de geheime diensten nog tot enorme maatschappelijke #ophef en een referendum, waarin de nieuwe wet werd afgewezen. Daarop volgden enige aanpassingen en wat meer toezicht. Nu koud 6 jaar later wordt het de diensten weer veel gemakkelijker gemaakt om grootschalig af te luisteren, Nederlanders te hacken of tappen, of met kunstmatige intelligentie (zoals ChatGPT) hele kabels door te akkeren op zoek naar rare dingen.

Waar is de ophef? Vrijwel de hele Tweede Kamer ging juichend akkoord met de nieuwe wet, en nam zelfs per ongeluk nog een amendement aan dat duidelijk maakt dat echt iedere kabel getapt moet kunnen worden.

Ik heb wel een theorie. Eerder schreef ik in deze krant dat we na de Tweede Wereldoorlog een automatische afkeer hadden van privacyschendingen. Het was iedereen erg duidelijk waar die toe konden leiden. Maar deze herinnering is inmiddels diep weggezakt.

Ondertussen krijgen we allemaal gratis online diensten die we betalen door ons overal digitaal en analoog te laten volgen. Je hoeft alleen maar op ‘accepteren’ te klikken. En het punt is nu, dat betalen gaat met een oneindige hoeveelheid privacymuntjes. Je privacy gaat namelijk nooit op, je kan altijd je gegevens nog meer weggeven. Het lijkt niets te kosten zo.

Het klinkt heel problematisch, maar bijna niemand ondervindt nu tastbare nadelen van de handel in onze gegevens. Inderdaad zijn er nu grote databases die de meest intieme details van ons weten (zoals bij wie je allemaal slaapt), maar daar lijk je nooit last van te hebben. Privacy is daarmee zoiets als klimaat of pensioen - vast heel belangrijk, maar in het dagelijks leven makkelijk te negeren. Komt wel goed.

Toch denk ik dat we op termijn hier concreet meer van gaan merken. We maken ons terecht weleens zorgen over hoe een overheid in de toekomst databases in zou kunnen zetten ter repressie. Donald Trump heeft al aangekondigd wraak te nemen op mensen die tegen hem waren, bijvoorbeeld, en ik zou dan niet graag in bestanden staan als linkse activist. En met de verkiezingsuitslag in Nederland kan je je hier ook zorgen gaan maken, terloops.

Recent steunde ons kabinet vol enthousiasme een EU voorstel om al onze telefoons verplicht te voorzien van een scanner. Deze zou iedere verdachte kinderfoto of raar gesprek automatisch direct melden bij de Europol en je lokale politiebureau. Het Europees parlement stak hier een stokje voor, maar het einde van dit soort plannen is nog lang niet in zicht.

Overheden en bedrijfsleven bouwen zo, met onze toestemming, een steeds grotere berg data over ons op. Je reed om 23.34 uur te hard en was daarna ook in de buurt van een vechtpartij. De volgende dag werd je behandeld voor een gebroken tand. Bij Europol ligt een melding over een raar WhatsApp-gesprek, hier staat dat je 1275 euro hebt overgemaakt aan een veroordeelde oplichter, wat was dat?

Het is vast allemaal uit te leggen, maar het wordt zo langzamerhand wel een dagtaak. Je hebt misschien niets te verbergen, maar wel steeds meer uit te leggen. En op een dag lukt het niet meer en worden onschuldige mensen slachtoffer.

Ik vrees dat dit pas beter wordt als politici beseffen dat wij (en zij ook) persoonlijk bedolven kunnen worden onder de databerg die over ons wordt opgebouwd.

Ik hoop dat dit moment snel komt, en de situatie weer zo normaliseert dat niemand het meer in z’n hoofd haalt afluisterplannen te presenteren als “in de kern een privacywet”.