Preview document (🔗 origineel)

---

De heer L. Hartveld  DOCPROPERTY  iStraat  \* MERGEFORMAT     
DOCPROPERTY  iNr  \* MERGEFORMAT      DOCPROPERTY  iToev  \* MERGEFORMAT
  

  DOCPROPERTY  iPostcode  \* MERGEFORMAT    FNV Vakcentrale

Postbus 8456

1005 AL AMSTERDAM  DOCPROPERTY  iPlaats  \* MERGEFORMAT   

  DOCPROPERTY  iKixCode  \* MERGEFORMAT   



Postbus 90801

2509 LV Den Haag

Anna van Hannoverstraat 4

Telefoon (070) 333 44 44

Fax (070) 333 40 33

www.szw.nl





  DOCPROPERTY  kCP  \* MERGEFORMAT  Contactpersoon 	  DOCPROPERTY  iCP 
\* MERGEFORMAT  dr. E. Putman 

  DOCPROPERTY  kDoorkies  \* MERGEFORMAT  Doorkiesnummer 	  DOCPROPERTY 
iDoorkies  \* MERGEFORMAT  (070) 333 62 17 

  DOCPROPERTY  kFaxM  \* MERGEFORMAT  Faxnummer 	  DOCPROPERTY  iFaxM 
\* MERGEFORMAT  (070) 333 40 62 

  DOCPROPERTY  kEmail  \* MERGEFORMAT  E-mail 	  DOCPROPERTY  iEmail  \*
MERGEFORMAT  EPutman@minszw.nl 



  DOCPROPERTY  kUwBrief  \* MERGEFORMAT  Uw brief 	  DOCPROPERTY 
iUwbrief  \* MERGEFORMAT  208/207/17 

  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 
ARBO/P&G/2008/23614

  DOCPROPERTY  kDatum  \* MERGEFORMAT  Datum 	22 september 2008 
DOCPROPERTY  iDatum  \@ "d MMMM yyyy"  

 





  DOCPROPERTY  iAanhef  \* MERGEFORMAT  Geachte heer Hartveld, 

Met uw brief van 15 augustus jl. bepleit u de noodzaak dat Nederland
zich sterk maakt voor opname van reproductietoxische stoffen in de
Carcinogenenrichtlijn. Tevens benadrukt u het belang van de thans in
Nederland geldende aanvullende registratieverplichting voor deze
stoffen. U doet dit in het licht van een recent verschenen advies van de
Gezondheidsraad over beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen en
effecten op de voortplanting, en ontwikkelingen in Europa.

Inmiddels heb ik mijn reactie op het genoemde advies van de
Gezondheidsraad naar de Tweede Kamer gestuurd. Een afschrift daarvan
vindt u bij deze brief. In aanvulling daarop ga ik hieronder in op de
door u gestelde vragen.

De Carcinogenenrichtlijn bevat een aantal bijzondere bepalingen voor
kankerverwekkende en mutagene stoffen. Het kenmerk van deze stoffen is
dat er (over het algemeen) geen veilige blootstellingswaarde voor
werknemers voor deze stoffen is vast te stellen. De bijzondere
bepalingen in de richtlijn zijn met name vanwege deze eigenschap
opgesteld. De belangrijkste specifieke bepaling is dat de stoffen die
onder de werkingssfeer van de Richtlijn vallen, moeten worden vervangen
door andere, minder gevaarlijke stoffen als dit technisch mogelijk is
(economische motieven mogen bij deze vervanging geen rol spelen). Is
vervanging technisch niet mogelijk, dan dient de blootstelling te worden
voorkomen of zo laag te zijn als technisch mogelijk is. 

Voor andere stoffen waarvoor naar het huidig wetenschappelijk inzicht
wel een veilige blootstelling mogelijk is, is vervanging of verlaging
van de blootstelling ook wel verplicht, maar onder andere
randvoorwaarden. Voor deze andere stoffen geldt vervangingsplicht of
verlaging van de blootstelling naar de stand van de techniek. Het begrip
‘stand van de techniek’ stelt minder eisen aan bedrijven dan het
begrip ‘als technisch mogelijk’. Deze vervangingsplicht voor stoffen
die niet kankerverwekkend zijn ligt vast in de Richtlijn chemische
agentia die in zijn geheel van toepassing is op reproductietoxische
stoffen. Ik ben van mening dat het onnodig en onwenselijk is het
zwaardere vervangingsregiem van de Carcinogenenrichtlijn van kracht te
laten worden voor reproductietoxische stoffen. Er is voor deze stoffen
namelijk een veilige blootstelling mogelijk. Een onnodige verzwaring van
de regels brengt bovendien onwenselijke extra lasten voor het
bedrijfsleven met zich mee.

Dit laat onverlet dat aandacht voor reproductietoxische effecten, in
Nederland en Europa, onverkort nodig is. Mijn visie hierop heb ik
verwoord in bijgevoegde brief aan de Tweede Kamer. Meer specifiek
richting Europa is het van belang dat de rapporten over de classificatie
van reproductietoxische stoffen die de Gezondheidsraad op mijn verzoek
opstelt, international hoog worden aangeslagen. Verwacht mag dan ook
worden dat de informatie in deze rapporten een wijde verspreiding
kennen. Verder merk ik op dat Nederland zich bij de totstandkoming van
de Europese stoffenverordening REACH met succes sterk heeft gemaakt voor
het beschikbaar krijgen, voor zoveel mogelijk stoffen en al bij lagere
tonnageklassen, van gegevens over de reproductietoxische effecten van
stoffen. 

Met betrekking tot de in Nederland geldende aanvullende
registratieplicht ben ik van mening dat het van belang is dat de
bewustwording van de gevaren van stoffen voor de voortplanting te
verbeteren om deze gevaren te beheersen of te voorkomen. Aanvullende
nationale regels met daaruit voortvloeiende administratieve lasten
verdienen daarbij niet de voorkeur. In bijgevoegde brief aan de T.K.
geef ik aan hoe sociale partners en overheid in lijn met het sinds 1
januari 2007 geldende arbobeleid op modernere wijze samen kunnen werken
ter verhoging van de bewustwording. Ik zal op termijn de wenselijkheid
van het handhaven van de nationale aanvullende registratieplicht in dit
licht kritisch bezien, zodra de nieuwe aanpak zijn vruchten afwerpt.



Hoogachtend,

de Minister van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

(J.P.H. Donner)  IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  Brief aan de
Voorzitter van de Tweede Kamer over Gezondheidsraadadvies over
beroepsmatige blootstelling aan oplosmiddelen en effecten op de
voortplanting  = "" "" "

"  

   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  Brief aan de Voorzitter
van de Tweede Kamer over Gezondheidsraadadvies over beroepsmatige
blootstelling aan oplosmiddelen en effecten op de voortplanting  = "" ""
  DOCPROPERTY  kBijlagen \* MERGEFORMAT  Bijlage(n):   Bijlage(n):   IF 
 DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  Brief aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer over Gezondheidsraadadvies over beroepsmatige blootstelling
aan oplosmiddelen en effecten op de voortplanting  = "" "" "

"  

   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT  Brief aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer over Gezondheidsraadadvies over beroepsmatige blootstelling
aan oplosmiddelen en effecten op de voortplanting   IF   DOCPROPERTY iCC
\* MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT     IF   DOCPROPERTY iCC \*
MERGEFORMAT    = "" ""   IF   DOCPROPERTY iBijlagen \* MERGEFORMAT 
iBijlagen  = "" "

" "

"  

 "

"     IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = "" ""   DOCPROPERTY  kCC 
\* MERGEFORMAT  c.c.:      IF   DOCPROPERTY iCC \* MERGEFORMAT    = ""
"" "

"     DOCPROPERTY iCC  \* MERGEFORMAT   



  DOCPROPERTY  kOnsKenmerk  \* MERGEFORMAT  Ons kenmerk 
ARBO/P&G/2008/23614



 PAGE   1 

 PAGE   2