Een overleg tussen de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en PVDA-directeuren van ontwikkelingsorganisaties
Schriftelijke vragen
Nummer: 2008D13844, datum: 2008-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.J. Boekestijn, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2008Z05906:
- Gericht aan: A.G. Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: A.J. Boekestijn, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2008Z05906 / 2080904580 Vragen van het lid Boekestijn (VVD) aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking over een overleg tussen de minister voor Ontwikkelingssamenwerking en PVDA-directeuren van ontwikkelingsorganisaties. (Ingezonden 5 november 2008) 1 Kunt u de stelling dat het niet het geval is dat één politieke kleur de “top in ontwikkelingshulp’’ domineert en dat andere partijen waaronder het CDA en de VVD goed zijn vertegenwoordigd in deze sector staven met feiten over de politieke kleur van directeuren en voorzitters van de Raden van Toezicht van ontwikkelingsorganisaties? 1) 2 Deelt u de mening dat u zelfs niet de schijn moet wekken dat maatschappelijke organisaties met PVDA directeuren, te weten Cordaid, HIVOS, NCDO, ICCO en de stichting DOEN, privileges krijgen, waardoor zij tijdens de brede beleidsdialoog een voordeel hebben boven organisaties zonder PVDA-directeuren? Deelt u de mening dat het feit dat u deze organisaties subsidieert de voorgaande observatie nog eens extra onderstreept? 3 Heeft u kennisgenomen van het artikel ‘Joop van den Ende moet tij voor Koenders keren’? 2) 4 Heeft u, na de afwijzing van de heer Van den Ende, al een nieuwe ‘gezaghebbende’, tevens ‘onverdachte’, persoon op het oog die het belang van ontwikkelingshulp over het voetlicht kan brengen? Zo ja, wie? Heeft deze persoon al toegezegd? Beschouwt u het inschakelen van beroemde Nederlanders als een effectief instrument om de juistheid van uw beleid te benadrukken? 5 Keert u zich net als de commissie Heintze, en uzelf in een rapport van 2005, nog steeds tegen cijferfetisjisme, oftewel de neiging om het effect van elke hulpinspanning exact te meten? Of deelt u de mening dat een moderne onafhankelijke beleidsevaluatie, gebaseerd op nulmetingen, controlegroepen en steekproeven, minder bureaucratische rompslomp met zich meebrengt dan nu het geval is en tegelijkertijd de effectiviteit van het beleid enorm kan verhogen? 6 Is het waar dat de commissie Heintze voorstelt om de regeling, die bepaalt dat ontwikkelingsorganisaties een kwart van hun inkomsten dienen te verwerven via donaties, te schrappen? Bent u van plan deze suggestie over te nemen? 1) Antwoord 5, vragen van het lid Haverkamp, ingezonden 31 oktober 2008 (vraagnummer 2008Z05518/2080904090) 2) de Volkskrant, 29 oktober 2008 Toelichting: Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Haverkamp, ingezonden 31 oktober 2008 (vraagnummer 2008Z05518/2080904090)