Het openbaar maken van nevenfuncties van hoogleraren
Schriftelijke vragen
Nummer: 2009D03671, datum: 2009-01-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid (Ooit SP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2009Z01444:
- Gericht aan: R.H.A. Plasterk, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: J.J. (Jasper) van Dijk, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
2009Z01444 / 2080911060 Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het openbaar maken van nevenfuncties van hoogleraren. (Ingezonden 29 januari 2009) 1 Wat is uw oordeel over het bericht “Niet alle hoogleraren maken bijbaantjes openbaar”? 1) 2 Is het waar dat niet alle universiteiten de sponsoring en nevenfuncties van bijzonder hoogleraren openbaar maken, zoals de technische universiteiten en de universiteiten van Maastricht, Groningen en Wageningen? 3 Waarom moet dit zo lang duren, aangezien u dit al op 12 april 2008 heeft aangekondigd, nadat bekend werd dat tenminste een kwart van de bijzonder hoogleraren wordt gesponsord? 2) 4 Wat gaat u ondernemen om deze openheid alsnog te bereiken, aangezien u van mening bent dat dit vóór 1 januari 2009 gerealiseerd moest zijn? 5 Deelt u de mening dat het voor uw eigen geloofwaardigheid goed is wanneer volledige openbaarheid op korte termijn wordt gerealiseerd, bijvoorbeeld uiterlijk 1 maart aanstaande? Zo nee, waarom niet? 6 Indien volledige openbaarheid niet op korte termijn wordt verkregen, wanneer komt u dan met wetgeving om dit alsnog te regelen? 3) 7 Deelt u de mening dat volstrekte openbaarheid rond de sponsoring van hoogleraren en de financiering van onderzoek van groot belang is voor de betrouwbaarheid van het wetenschappelijk onderzoek? 1) HOP-nieuwsbrief, 21 januari 2009 2) de Volkskrant, 12 april 2008: “Plasterk eist openheid over betalingen hoogleraren” 3) Kamerstuk 31 288, nr. 29