[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op brief over uitgaven voor specifieke zorgkosten

Brief regering

Nummer: 2009D24137, datum: 2009-05-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2009Z09319:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2009

De vaste commissie voor Financiën heeft mij verzocht te reageren op een
brief van de Nationale Ombudsman van 12 februari 2009 inzake wijzigingen
in de Wet inkomstenbelasting 2001 per 1 januari 2009.

De brief ziet op de overgang van de buitengewone uitgavenregeling naar
de regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten per 1 januari 2009.
Binnen de buitengewone uitgavenregeling was de premie van een
aanvullende ziektekostenverzekering aftrekbaar. Binnen de regeling
uitgaven voor specifieke zorgkosten is dat niet meer het geval. Uitgaven
die bij aanvullend verzekeren ten laste zouden zijn gekomen van de
aanvullende ziektekostenverzekering zijn echter wel aftrekbaar. Dhr. W.
die zich voor deze kwestie tot de Nationale Ombudsman heeft gewend,
constateert op dit punt rechtsongelijkheid. 

Allereerst wil ik opmerken dat er naar mijn mening geen sprake kan zijn
van rechtsongelijkheid, aangezien het hier geen gelijke gevallen
betreft. Dhr. W. vergelijkt aanvullend verzekerden met niet-aanvullend
verzekerden. Daarnaast acht ik het gemaakte onderscheid in de fiscale
behandeling van gemaakte kosten en betaalde premies voor een aanvullende
verzekering gerechtvaardigd. 

De fiscale regeling uitgaven voor specifieke zorgkosten is specifiek
gericht op chronisch zieken en gehandicapten. Met de regeling is beoogd
slechts die kosten voor aftrek in aanmerking te laten komen die
doorgaans vooral door chronisch zieken en gehandicapten worden gemaakt.
Generieke kostenposten, zoals verzekeringspremies, horen daarom niet in
deze regeling thuis. Dat geldt ook voor premies voor aanvullende
verzekeringen. Immers, ook zeer veel mensen die niet chronisch ziek of
gehandicapt zijn maken gebruik van de mogelijkheid om zich vrijwillig
aanvullend te verzekeren. Dat premies voor een aanvullende
ziektekostenverzekering niet voor aftrek in aanmerking komen, acht ik
dan ook volkomen terecht. 

Wanneer iemand zich vrijwillig aanvullend verzekert, worden de kosten
gedekt door de verzekering en drukken de uitgaven in zoverre niet,
waardoor men niet toekomt aan fiscale aftrek van die kosten. Wanneer
iemand zich echter niet vrijwillig aanvullend verzekert, is er wel
sprake van drukkende uitgaven. Ook dan komen de kosten slechts voor
fiscale aftrek in aanmerking voor zover deze kosten vallen binnen de
afgebakende categorie kosten die doorgaans vooral door chronisch zieken
en gehandicapten worden gemaakt (en voor zover deze samen met de andere
uitgaven voor specifieke zorgkosten de drempel overschrijden).

Ik ben van mening dat op deze wijze een evenwichtige regeling is
ontstaan die steeds recht doet aan de gedachte dat alleen chronisch
zieken en gehandicapten fiscaal gecompenseerd moeten worden voor de met
hun chronische ziekte of handicap samenhangende zorgkosten. 

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.

De staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager