Preview document (🔗 origineel)

---

Onderstaand overzicht betreft de voornaamste budgettaire mutaties van
beleidsmatige ontwikkelingen binnen de begroting Buitenlandse Zaken
sinds de Najaarsnota. De genoemde mutaties hebben betrekking op de
uitgaven en worden verwerkt in de Slotwet.

Artikel	Bedrag (EUR)

1.3 Internationale juridische instellingen	900.000

2.5 Wederopbouw	-6.600.000

2.7 Goed bestuur	-600.000

4.2 Armoedevermindering	2.000.000

4.3 Ondernemingsklimaat	-8.100.000

5.1 Onderwijs	-3.000.000

5.3 Gender	2.000.000

5.5 Reproductieve gezondheid	-2.900.000

5.6 Participatie civil society	9.000.000

7.2 Migratie en ontwikkeling	-3.050.000

11 Algemeen	-8.000.000



Toelichting mutaties:

1.3 Internationale juridische instellingen

Op dit sub-artikel is sprake van een non-ODA mutatie. Het betreft
onvoorziene kosten ad EUR 0,9 mln ter verhoging van de brandveiligheid
van het Libanon Tribunaal.

2.5 Wederopbouw

Enerzijds is het budget voor wederopbouw met EUR 11,6 mln verlaagd. Dit
heeft te maken met de vertraging bij infrastructurele projecten in
Afghanistan door de Duitse ontwikkelingsorganisatie GTZ (EUR 6,6 mln),
een lagere uitputting van het ODA-deel van het stabiliteitsfonds (EUR 3
mln) en, tot slot, een verlaging van het centrale wederopbouwbudget met
EUR 2 mln ten gunste van noodhulp Soedan. Anderzijds is op dit
sub-artikel sprake van een opwaartse non-ODA mutatie van EUR 5 mln als
gevolg van toegenomen uitgaven op het non-ODA deel van het
stabiliteitsfonds ten behoeve van het ANA (Afghan National Army)
Trustfund van de NAVO.

2.7 Goed bestuur

Vanwege de val van het kabinet was besloten om in Afghanistan geen
nieuwe verplichtingen aan te gaan totdat er meer duidelijkheid was over
de toekomstige Nederlandse hulprelatie met Afghanistan en de nieuwe
OS-beleidsprioriteiten. Dit leidt tot een onderuitputting van EUR 1,2
mln aan goed bestuur activiteiten. Ook is een aantal betalingen
uitgesteld naar 2011 (EUR 1,5 mln). Daarnaast is op dit sub-artikel
sprake van een versnelde non-ODA uitgave op Matra van EUR 2,1 mln
vanwege voortvarende uitputting.

4.2 Armoedevermindering

Dit betreft een versnelde uitgave van de Verdragsmiddelen Suriname (EUR
2 mln) in verband met een voortvarende uitputting.

4.3 Ondernemingsklimaat

De verlaging van EUR 8,1 mln betreft grotendeels een saldo van beperkte
onderuitputting danwel overbesteding op een groot aantal kleinere
activiteiten die onder sub-artikel 4.3 worden gefinancierd. Op de
thema’s Marktontwikkeling en Kennis en Vaardigheden bedroeg de
onderuitputting per saldo respectievelijk EUR 2,8 mln en EUR 1,9 mln. Op
het thema Duurzame Economische Ontwikkeling (waaronder diverse
Schoklandactiviteiten) werd daarentegen per saldo EUR 1,4 mln meer
uitgegeven. Daarnaast werd de bijdrage aan het technische assistentie
programma van de FMO met EUR 2,6 mln verlaagd. Deze onderuitputting is
veroorzaakt door het feit dat in het laatste kwartaal 2010 het aantal
nieuwe projecten beperkt was. Nieuwe projecten leiden tot relatief
hogere uitgaven dan lopende projecten. Tenslotte werd met name in
verband met vertragingen van projecten op gebied van ondernemingsklimaat
het budget voor bilaterale ontwikkelingsactiviteiten in Zambia met EUR
2,2 mln verlaagd.

5.1 Onderwijs

De lagere uitgave op onderwijs (EUR 3 mln) wordt verzoorzaakt doordat
het Zambiaanse ministerie van Onderwijs volgens de donoren in
onvoldoende mate heeft voldaan aan de condities voor de derde
deelbetaling van het onderwijsprogramma.

5.3 Gender

In verband met additionele betaalverzoeken bij het MDG 3-fonds wordt dit
artikel met EUR 2 mln verhoogd.

5.5 Reproductieve gezondheid

Vanwege onvoldoende voortgang van het Governance Action Plan in Zambia
gaat een geplande betaling van EUR 2,9 mln niet door.

5.6 Participatie civil society

De verhoging van EUR 9 mln betreft een voorschot op MFSII-betalingen
vanwege binnengekomen liquiditeitsaanvragen.

 

7.2 Migratie en ontwikkeling

Een deel van de projecten die duurzame terugkeer van asielzoekers moeten
bevorderen, loopt langzamer dan verwacht. Dit zorgt voor een
onderuitputting van EUR 3 mln.

11 Algemeen

Besloten is om EUR 8 mln over te hevelen naar Defensie en het artikel
met hetzelfde bedrag te verlagen. Het betreft een vervroegde aflossing
van de Nederlandse NAVO C17 Deze wordt in 2010 betaald in plaats van in
2011.

Daarnaast is sprake van additioneel koersverlies van EUR 29 mln als
gevolg van een lagere euro-koers ten opzichte van de dollar dan eerst
verwacht. Tevens bleek tijdens de Club van Parijs 17 november jl. dat de
schuldwijtschelding aan DRC EUR 2 mln hoger was dan verwacht.