Lijst van vragen inzake de kabinetsreactie inzake het gezamenlijk advies van de AIV en de CAVV over digitale oorlogvoering
Lijst van vragen
Nummer: 2012D25328, datum: 2012-06-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.I.I. van Beek, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.J.M. Roovers, griffier
Onderdeel van zaak 2012Z07287:
- Indiener: U. Rosenthal, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: J.S.J. Hillen, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2012-04-12 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2012-04-17 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2012-05-30 15:30: Extra Procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2012-06-06 15:00: AIV/CAVV (Gesprek), vaste commissie voor Defensie
- 2012-06-13 12:00: Kabinetsreactie advies AIV en CAVV digitale oorlogvoering (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Defensie
- 2012-10-04 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2013-06-13 09:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2014-03-20 14:00: Rondetafelgesprek Digitale oorlogsvoering (Rondetafelgesprek), vaste commissie voor Defensie
- 2014-03-26 14:00: Digitale oorlogvoering (Algemeen overleg), vaste commissie voor Defensie
- 2014-04-02 14:21: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Lijst van vragen Kabinetsreactie advies AIV/CAVV digitale oorlogvoering Kamerstuknummer : 33000-X-79 Vragen aan : Regering Commissie : Defensie Nr Vraag Blz van tot 1 Welke stappen gaat u ondernemen om te realiseren dat operationele cybercapaciteiten en ontwikkelingen op dit gebied een plaats krijgen in een geĆÆntegreerde strategie voor het binnenlands en buitenlands veiligheidsbeleid, zoals de AIV/CAVV aanbeveelt? 0 2 Op welke wijze neemt u het advies van de AIV/CAVV over, dat een dergelijke strategie inzicht zou moeten geven in de te bereiken doelen (ends), de wijze waarop deze doelen moeten worden bereikt (ways) en de middelen die daar voor ingezet worden (means)? 0 3 Hoe verhoudt zich de gevoelde urgentie tot het tempo waarin de capaciteiten op dit gebied van Defensie (en overigens ook overheidsbreed) worden ontwikkeld? 0 4 Deelt u de opvatting dat cyberaanvallers een voordeel hebben boven cyberverdedigers, en dat offensieve tactieken veel sneller aan te passen zijn dan dat de overheid en de industrie hun verdediging kunnen aanpassen? 0 5 Ondersteunt u het oordeel van de AIV/CAVV dat een uniforme begripsdefinitie zowel op nationaal als op internationaal niveau noodzakelijk is? Zo ja, is de begripsdefinitie in Nederland geüniformeerd? Indien dit niet het geval is, waarom niet en wat gaat u eraan doen om dit alsnog te bewerkstelligen? En is de begripsdefinitie in Europees en NAVO-verband geüniformeerd? Indien dit niet het geval is, waarom niet en wat gaat u eraan doen om dit alsnog te bewerkstelligen? Zoekt u hierbij aansluiting bij de gebruikte definities bij overige overheidsinstellingen, het bedrijfsleven en de individuele gebruikers? 0 6 Is er, in tegenstelling tot uw stelling dat een cyberoorlog die uitsluitend in het digitale domein wordt uitgevochten niet aannemelijk is, niet wel degelijk een risico op een digitaal āPearl Harborā, gezien de investeringen op dit gebied in diverse landen? Bestaat er niet ook een risico van lage-intensiteitsconflicten of 'Koude Oorlogen' die wel uitsluitend via het digitale domein uitgevochten worden? 2 3 7 Waaruit zouden offensieve capaciteiten bestaan? Valt Stuxnet hieronder? Wordt overwogen om deze en vergelijkbare aanvalssoftware in gebruik te nemen in het op te richten Defensie Cyber Commando? Wat zijn de volkenrechtelijke gevolgen van het eventueel operationeel maken van deze vorm van digitale oorlogvoering door Nederland? 3 8 Hoe wordt zeker gesteld dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst daadwerkelijk binnen de kaders van de wet opereert? Wat wordt er gedaan bij eventuele overschrijdingen van die kaders? 3 9 Hoe verhoudt uw stelling dat het noodzakelijk is dat operationele (offensieve) cybercapaciteiten onderdeel worden van het totale militaire vermogen van de Nederlandse krijgsmacht, zich tot het bedrag van 50 miljoen aan investeringen op dit gebied, dat door de AIV/CAVV 'bescheiden' wordt genoemd? Is dit bedrag voldoende om ook offensieve capaciteiten te ontwikkelen? 3 10 Kunt u nader ingaan op uw stelling dat de mate waarin invulling kan worden gegeven aan de beschreven activiteiten afhankelijk is van de beschikbare financiĆ«le ruimte? Waarom wordt de financiĆ«le ruimte zo nadrukkelijk genoemd, en niet de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel? Is de financiĆ«le ruimte voor de komende jaren voldoende? 3 11 Met welke partners wordt overlegd over een defensiestrategie voor cyber operations? Houdt die strategie ook de uitwisseling van data met die partners in? Is er bij deze partners een scheiding tussen de bestrijding van digitale problemen in het militaire en het civiele domein? Ontstaat door de samenwerking met deze partners niet het gevaar van vermenging van militaire en civiele digitale maatregelen? 3 12 In hoeverre zoekt Defensie samenwerking met het bedrijfsleven als het gaat om cyber? 4 13 Wat gaat u doen om de bedrijfscultuur bij Defensie meer in overeenstemming te brengen met de eisen en wensen van gekwalificeerde specialisten, gezien de opmerking van de AIV/CAVV dat die bedrijfscultuur een van de grootste obstakels is bij het verwerven en behouden van gekwalificeerde specialisten? 4 14 Wanneer is uw onderzoek naar de mogelijkheden om een pool van cyberreservisten te creĆ«ren afgerond? Bent u bereid het voorbeeld van Groot-BrittanniĆ« te volgen, dat cyberreservisten voor Defensie inzet die ook ingezet kunnen worden voor de politie? 4 15 Hebt u voor Nederland verder geconcretiseerd wat de āvoldoende mate van zekerheidā is die Nederland volgens het internationaal recht moet hebben over de afkomst van een cyberaanval, alvorens erop gereageerd mag worden? Zo ja, wat houdt deze concretisering in? Zo nee, waarom niet? 5 16 Is Nederland gerechtigd om maatregelen te nemen tegen Iran na het incident met Diginotar, desnoods via cyber? Zo ja, welke maatregelen zijn mogelijk binnen de grenzen van het volkenrecht, ervan uitgaande dat het geen āgewapende aanvalā in de zin van artikel 51 van het VN Handvest betrof? 5 6 17 Is het humanitaire oorlogsrecht op basis van de Geneefse Conventie en Aanvullende Protocollen nog wel actueel als het gaat om cyber, gezien het feit dat daarin pas sprake is van een internationaal gewapend conflict bij een militair treffen tussen twee of meer staten of bij een totale of gedeeltelijke bezetting van het grondgebied van een staat door een andere staat, en dat een niet-internationaal gewapend conflict alleen kan plaatsvinden binnen een staat? Deelt u de mening dat dat niet lijkt te volstaan als het gaat om cyber? 5 6 18 Waarom bent u van mening dat een cyberverdrag niet nodig is? 6 19 Draagt Nederland bij aan de discussie die op dit moment door diplomaten gevoerd wordt over het in VN-verband afspreken van een equivalent van de reeds bestaande ānuclear arms controlā voor cyberspace, een soort internationale gedragscode voor informatiebeveiliging? 6 20 Gaat u op korte termijn stappen ondernemen om te bezien met welke landen Nederland zou kunnen gaan samenwerken ten behoeve van een gezamenlijke ontwikkeling van een doctrine en opbouw van capaciteiten, gezien het feit dat grenzen in het digitale domein andere dimensies kennen, dat daar geen grenzen zijn in de traditionele zin? 6 21 Volgt u de aanbeveling van de AIV/CAVV om een onafhankelijk onderzoek naar de omvang van digitale dreiging in EU- en NAVO- verband te initiĆ«ren? Zo nee, waarom niet? 6 22 Hoe wilt u de uitbreiding van de Europese dual-use verordening implementeren, waarvoor u pleit in het kader van het belang dat u eraan hecht dat bedrijven hun verantwoordelijkheid nemen voor de uitvoer van technologie die zowel goed- als kwaadschiks kan worden gebruikt door overheden? Hoe kan bewezen worden dat materiaal gebruikt zal worden voor cyberaanvallen? 6 23 In hoeverre wordt de informatie-uitwisseling met de EU op het gebied van cyber bemoeilijkt door bijvoorbeeld de kwestie Turkije-Cyprus? 6 24 Kunt u nader ingaan op de toetreding van Nederland tot het Cooperative Cyber Defense Centre of Excellence van de NAVO? Welke voordelen biedt dit? Op welke wijze worden de krachten gebundeld, informatie uitgewisseld en de kennispositie van Nederland versterkt? 6 7 25 Hoe gaat u de intensievere informatie-uitwisseling bevorderen, die Nederland heeft bepleit en waarvan de NAVO noodzaak onderkent? 6 7 AIV: Adviesraad Internationale Vraagstukken. CAVV: Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken Lijst van vragen - Kabinetsreactie advies AIV en CAVV digitale oorlogvoering PAGE 1 / NUMPAGES 2