Position paper rapporteur Europees Semester 2014
Brief lid / fractie
Nummer: 2013D50549, datum: 2013-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. Schut-Welkzijn, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2013Z24766:
- Indiener: A. Schut-Welkzijn, Tweede Kamerlid
- Volgcommissie: commissie voor de Rijksuitgaven
- Volgcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst (2012-2017)
- Volgcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken (2012-2017)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2013-12-19 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Position Paper Rapporteur Europees Semester
Inleiding
Deze position paper is bedoeld om de inzet van de Nederlandse Tweede Kamer bij de Europese Week van 20-22 januari 2014 weer te geven. De Europese Week is onderdeel van het Europees Semester. In deze week zullen in Brussel ongeveer honderd parlementariërs met elkaar en met de EP-leden van gedachte wisselen over inhoudelijke en coördinerende aspecten van het Europees Semester. Het Europees semester is de jaarlijkse cyclus van afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van alle EU-lidstaten. Het is bedoeld om de lidstaten van de EU van elkaar te laten leren over een effectieve aanpak van de economische crisis. Het Europese Semester is gestart op 13 november 2013 met de publicatie van de Jaarlijkse Groeianalyse door de Europese Commissie. Het Semester leidt aan het einde van de rit in juni 2014 tot aanbevelingen aan landen om eventuele macro-economische onevenwichtigheden te voorkomen of op te heffen. Deze aanbevelingen worden in concept opgesteld door de Europese Commissie, maar vervolgens besproken en eventueel aangepast in verschillende formaties van de Raad van ministers, en definitief vastgesteld door de regeringsleiders in de Europese Raad.
De interparlementaire art.13 conferentie,onderdeel van het Fiscal Compact Treaty, is dit jaar onderdeel van de Europese week.
Landenaanbevelingen
De landenaanbevelingen van de Europese Commissie zijn aanbevelingen over de omvang van het begrotingstekort en de economische hervormingen die worden voorgesteld om de interne markt tussen de EU-lidstaten beter te laten functioneren. Nederland kreeg in 2013 aanbevelingen om het begrotingstekort in 2014 te verlagen, de huizenmarkt, de arbeidsmarkt en de langdurige zorg te hervormen, en de arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen te vergroten.
Doelstelling
Met deze position paper wil ik een algemene duiding geven over hoe De Kamer staat ten opzichte van het Europese semester. Daarnaast wil ik mij in mijn inbreng beperken tot de landenaanbevelingen die Nederland in 2013 heeft gekregen en wat Nederland kan leren van andere landen. Ik wil ook vragen stellen aan andere parlementen. In dat kader zijn we bezig en marge van de Europese week bilaterale gesprekken te organiseren met parlementariërs die soortgelijke landenspecifieke aanbevelingen hebben gekregen als Nederland, zoals Zweden, Finland, Denemarken en Duitsland.
Concept Inbreng
Een meerderheid van de Tweede Kamer meent dat een goede onderlinge afstemming van het economisch en begrotingsbeleid van de lidstaten van cruciaal belang is om Europa verder uit de crisis te krijgen. Het proces van het Europees Semester draagt daar in belangrijke mate aan bij. Deze afstemming is niet alleen van belang voor de lidstaten die zich in zwaar weer bevinden. Door de onderlinge afhankelijkheid van afzetmarkten hebben alle lidstaten, inclusief Nederland, er voordeel bij om binnen de EU markten beter te laten samenwerken;
Het Nederlandse parlement heeft er bij het Kabinet bij motie1 op aangedrongen de specifieke aanbevelingen voor Nederland een eigenstandige plaats te geven in de departementale begrotingen, zodat duidelijk is hoe met de aanbevelingen wordt omgegaan. Dat is het afgelopen jaar in de begrotingen ook gebeurd. Zo kunnen we als parlementen samen met onze regeringen oog houden op de omgang met de aanbevelingen;
Ik wil een oproep doen aan parlementariërs van de verschillende lidstaten om, juist in tijden van crisis met elkaar het contact te zoeken, over hoe ook zij omgaan met nationale vraagstukken en de aan hen gedane landenspecifieke aanbevelingen. Ik denk dan aan vraagstukken op het gebied van de woningmarkt, de zorg, en de arbeidsmarkt naast de ontwikkeling van de economie en de overheidsbegroting. Zo kunnen parlementariërs van elkaars vraagstukken en oplossingen leren. Dit betekent niet dat zij elkaar de facto hoeven te kopiëren;
Dit jaar heeft Nederland een moeilijk jaar achter de rug, met acht kwartalen recessie op rij. In het laatste kwartaal lijkt een periode van economisch herstel te zijn ingezet. Tegelijkertijd zijn dit jaar verschillende akkoorden gesloten met stakeholders over de zorg, sociale zaken en de huizenmarkt.
Hervormingen van de woningmarkt, de langdurige zorg en de arbeidsmarkt zijn omgezet in wetgeving, die momenteel voorliggen in het parlement. Veel beleid wordt gedecentraliseerd naar het gemeentelijk niveau om zo maatwerk te kunnen leveren.
Zoals we in ons nationaal beleid het subsidiariteitsprincipe volgen, is dit ook een belangrijk uitgangspunt bij de beoordeling van Europese richtlijnen.
Procedure
Binnen de vakcommissies wordt besloten welke leden zich delegeren. De inbreng van delegatieleden wordt binnen de vakcommissies afgestemd. Uitgangspunt is dat als leden deelnemen, zij van 20 t/m woensdag 22 januari beschikbaar en aanwezig zijn. Ik heb aangedrongen op een gesprek met het landenteam dat de aanbevelingen schrijft voor Nederland. Dit gesprek zal op maandag 20 januari plaats vinden. De uitnodiging hiervoor is separaat en ongelimiteerd in deelnemers.
Motie van het lid Schouw c.s., 22 juni 2011, 21501-20, nr. 537↩︎