Onderzoeksvoorstel van de commissie SZW in het kader van de toekomst- en onderzoeksagenda 2015
Bijlage
Nummer: 2014D39278, datum: 2014-10-31, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.H.M. Weeber, griffier
Bijlage bij: Aanbieding aan de commissie RU van het voorstel van de commissie SZW om in het kader van de toekomst- en onderzoeksagenda 2015 een onderzoek uit te laten voeren naar de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid (2014D39274)
Preview document (🔗 origineel)
2014D39278
Voorstel van de commissie SZW t.b.v. de Toekomst- en onderzoeksagenda 2015
Voorgesteld wordt om in het kader van de toekomst- en onderzoeksagenda 2015 een onderzoek uit te voeren naar de invloed van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid.
Onderzoeksopzet
Het onderzoek is drieledig.
Ten eerste wordt beoogd de invloed van technologische ontwikkelingen (mechanisering, automatisering, etc.) op de werkgelegenheid in het verleden te bestuderen.
Daarnaast wordt een verkenning beoogd van de mogelijke effecten van toekomstige technologische ontwikkelingen op de toekomstige werkgelegenheid.
Ten slotte wordt beoogd de mogelijkheden in kaart te brengen om daar met beleid ten aanzien van bijvoorbeeld scholing op in te spelen.
Uitwerking onderzoeksvragen
Ad 1) Invloed technologische ontwikkelingen op werkgelegenheid in het verleden:
Is er een relatie zichtbaar tussen belangrijke technologische uitvindingen (en de implementatie daarvan in de industrie) en de stijging dan wel daling van de werkgelegenheid?
Is dit een positieve relatie (meer werkgelegenheid) of een negatieve relatie (minder werkgelegenheid)?
Welke kwalitatieve effecten op werkgelegenheid zijn zichtbaar geworden: hebben de technologische vindingen bijvoorbeeld geleid tot minder arbeidsongeschiktheid en verbeterde arbeidsomstandigheden?
Ad 2) Mogelijke effecten van toekomstige technologische ontwikkelingen op de toekomstige werkgelegenheid:
Welke (wetenschappelijke) prognoses zijn er ter aanzien van de ontwikkeling van de werkgelegenheid naar aanleiding van technologische veranderingen?
Kan de stelling dat er wellicht honderdduizenden MBO-ers straks werkloos worden onderbouwd worden door wetenschappelijke rapporten?
In hoeverre is in de prognoses over de toekomstige werkgelegenheid ook rekening gehouden met de afnemende beroepsbevolking door vergrijzing?
Als er sprake lijkt van een mismatch tussen de toekomstige vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, is dit dan vooral een kwantitatieve of kwalitatieve mismatch?
Ad 3) Mogelijkheden om met beleid in te spelen op de technologische ontwikkelingen van de toekomst om zo mogelijke negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid te voorkomen:
Zijn er analyses waar de toegevoegde waarde van de mens ligt ten opzichte van de robot en welke vaardigheden moeten we daarom benadrukken in het onderwijs?
In hoeverre zijn de aanbevelingen die door verschillende adviesraden zijn gedaan over 21st century skills inmiddels omgezet in beleid?
Op welke wijze kan zowel basis- als voortgezet en beroepsonderwijs nog beter inspelen op technologische veranderingen en de benodigde 21st century skills?
Meerwaarde van het onderzoek
De meerwaarde van het onderzoek zoals hiervoor is beschreven, zit hem in het feit dat er momenteel veel verschillende beelden en geluiden en maatschappelijke onzekerheid bestaan over de effecten van technologische ontwikkelingen op de werkgelegenheid. Een parlementair onderzoek is behulpzaam bij het ‘ontmythologiseren’ van dit debat en het zoeken naar een gedeeld beeld over de mogelijkheden, kansen en risico’s die technologische ontwikkelingen in de toekomst kunnen opleveren voor de werkgelegenheid en economische groei.