[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Eindtekst

Wijziging van de Metrologiewet en de Waarborgwet 1986 houdende aanpassingen in het toezicht

Eindtekst

Nummer: 2015D27285, datum: 2015-07-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Onderdeel van zaak 2015Z10493:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE  

Generaal zendt bijgaand door

haar aangenomen wetsvoorstel

aan de Eerste Kamer.

De Voorzitter,

2 juli 2015





	Wijziging van de Metrologiewet en de Waarborgwet 1986 houdende
aanpassingen in het toezicht







VOORSTEL VAN WET



	Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins
van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: 

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het toezicht
op de naleving van de Metrologiewet en de Waarborgwet 1986 over te laten
gaan naar het Rijk, de kosten voor toezicht op grond van de
Metrologiewet te kunnen doorberekenen en om periodieke herkeuring
mogelijk te maken;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden
en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: 

ARTIKEL I

De Metrologiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel l vervalt. 

2. De onderdelen m tot en met r worden geletterd l tot en met q. 

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een
puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: 

d. telkens na afloop van een bepaalde periode voor zover dat bij of
krachtens algemene maatregel van bestuur is bepaald. 

C

Hoofdstuk 6, paragraaf 1, komt als volgt te luiden:

Paragraaf 1. Toezicht

Artikel 27

1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
hoofdstuk 5 en artikel 39 van deze wet zijn belast de bij besluit van
Onze Minister aangewezen ambtenaren.

2. Indien ambtenaren worden aangewezen die ressorteren onder een andere
minister, wordt het besluit tot aanwijzing van die ambtenaren genomen
door Onze Minister in overeenstemming met die andere minister. 

3. Van een besluit tot aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing
in de Staatscourant. 

Artikel 28

1. De ambtenaren, bedoeld in artikel 27 oefenen de hun in artikel 5:18
van de Algemene wet bestuursrecht toegekende bevoegdheid zo nodig uit
met behulp van de sterke arm. 

2. De ambtenaren, bedoeld in artikel 27 mogen bij het toezicht in hun
oordeel betrekken de bevindingen van personen, die in de uitoefening van
een beroep of bedrijf meetinstrumenten controleren of onderhouden,
indien de ambtenaren zich er van hebben verzekerd dat die personen over
de vereiste deskundigheid beschikken en de onafhankelijkheid van het
toezicht niet in het geding is. 

Artikel 29

Volgens bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vast te stellen
regels kunnen voor werkzaamheden ter uitvoering van het toezicht op de
naleving van het bepaalde bij of krachtens hoofdstuk 5 en artikel 39 van
deze wet, kosten ten laste worden gebracht van degene ten behoeve van
wie deze werkzaamheden worden verricht.

D

In artikel 34, eerste lid, wordt de zinsnede “artikel 29, aangewezen
werknemers van de toezichthoudende instantie” vervangen door: artikel
27, eerste lid, aangewezen ambtenaren. 

E

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid wordt “De toezichthoudende instantie” vervangen
door: Onze Minister. 

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 

3. Bij gebreke van betaling van de dwangsom binnen de door Onze Minister
gestelde termijn kan Onze Minister het verschuldigde bedrag invorderen
bij dwangbevel. 

F

Artikel 36 wordt als volgt gewijzigd: 

1. Voor het eerste lid vervalt de aanduiding “1”. 

2. Het tweede lid vervalt.

G

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd: 

1. In het eerste lid vervalt de zinsnede “en in voorkomend geval van
een krachtens artikel 28 aangewezen instelling”. 

2. Het tweede lid vervalt.

ARTIKEL II

De Waarborgwet 1986 wordt als volgt gewijzigd: 

A

In artikel 46, eerste lid, wordt de zinsnede “bij de krachtens artikel
52 aangewezen rechtspersoon” vervangen door: bij Onze Minister van
Economische Zaken. 

B

Artikel 52 komt te luiden: 

Artikel 52

1. Met het toezicht op de naleving van hoofdstuk IV en hoofdstuk V zijn
belast de bij besluit van Onze Minister van Economische Zaken aangewezen
ambtenaren. 

2. Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan
door plaatsing in de Staatscourant. 

C

De artikelen 52a, 52b en 52c vervallen. 

D

In artikel 54, eerste lid, artikel 55, eerste lid, en artikel 58a wordt
“aangewezen werknemers” vervangen door: aangewezen ambtenaren. 

ARTIKEL III

1. Aanvragen, klachten en bezwaarschriften, ingediend bij de op grond
van artikel 27 aangewezen rechtspersoon, worden na inwerkingtreding van
deze wet aangemerkt als aanvragen, klachten en bezwaarschriften,
ingediend bij Onze Minister. 

2. Een besluit op grond van de Metrologiewet of de Waarborgwet 1986,
genomen door de op grond van artikel 27 aangewezen rechtspersoon, wordt
na inwerkingtreding van deze wet aangemerkt als een besluit van Onze
Minister. 

3. In beroepsprocedures op grond van de Algemene wet bestuursrecht
waarbij de op grond van artikel 27 aangewezen rechtspersoon is
betrokken, treedt op het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet Onze
Minister in de plaats van de aangewezen rechtspersoon. 

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan
verschillend kan worden vastgesteld. 

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks
aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. 

Gegeven

De Minister van Economische Zaken, 

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

 

 

 PAGE    

 PAGE   1