Verslag sportonderdeel OJCS Raad 19 mei 2015
Bijlage
Nummer: 2015D27391, datum: 2015-07-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Verslag sportonderdeel OJCS Raad 19 mei en geannoteerde agenda informele Sportraad 6-7 juli 2015 (2015D27390)
Preview document (🔗 origineel)
Sportraad, 19 mei 2015 in Brussel
Raadsconclusies over de rol van breedtesport in de ontwikkeling van transversale vaardigheden, met name bij jongeren.
De Letse voorzitter en de Commissie benadrukten dat de breedtesport een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van transversale vaardigheden die nodig zijn in de samenleving met zijn uitdagingen, met name voor jongeren. Commissie gaf tevens aan dat beter gebruik zou moeten worden gemaakt van de waarden die sport in potentie heeft bij het samenbrengen van diverse bevolkingsgroepen.
De conclusies zijn unaniem aangenomen door de Raad.
Beleidsdebat over de samenwerking tussen de onderwijsinstellingen op alle niveaus en de sportsector.
Het Lets voorzitterschap gaf aan kennis te willen delen en ervaringen uit te wisselen over de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de sportsector. Die is van groot belang voor een effectieve bevordering van een gezonde en sportieve leefstijl van de jeugd, een hogere sportdeelname en betere leerresultaten op school. Lets VZS rapporteerde de Raad over de resultaten van de gestructureerde dialoog die voorafgaand aan de Raad plaatsvond. In aanwezigheid van sportfederaties, EOC en de Europese organisatie van leraren Lichamelijke Opvoeding, de Trio lidstaten en Nederland waren werden enige goede voorbeelden gepresenteerd. Het overleg bevestigde tevens het belang van de samenwerking en de oproep die te versterken.
In het beleidsdebat gaven alle lidstaten aan de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de sport zeer belangrijk te vinden. Enerzijds omdat daardoor het aantal sportende kinderen toe kan nemen en anderzijds omdat het bewezen is dat het goed is voor de schoolresultaten (LV, DE, DK). Ook wijzen diverse lidstaten op het belang ervan omdat zij zich zorgen maken over obesitas en sedentair (passief) gedrag in combinatie met ongezond eten en een ongezonde levensstijl. Belemmeringen die een rol spelen waarom jongeren niet sporten zouden weggenomen moeten worden.
Ook werd duidelijk dat de samenwerking tussen onderwijs en sport in veel landen aandacht heeft. Het bevorderen van sport op school heeft prioriteit in DUI, BEL. Maar ook in andere lidstaten zijn er interessante voorbeelden gepresenteerd zoals sportverenigingen en sportfederaties die sportlessen verzorgen op scholen, leerlingensportclubs (LUX,POL), inzet van Olympische rolmodellen (SLK, BUL), zomerkampen voor jongeren, bijscholen van leraren lichamelijke opvoeding en coaches (VK, LUX, LIT, SLK) waarbij aandacht is voor de wensen van jongeren, sportlocaties die overdag ter beschikking worden gesteld aan scholen, organisatie van schoolsporttoernooien met behulp van sportverenigingen (IER), inzet op meer beroepsleerkrachten, labels voor scholen met actieve sportleraren, etc.. Verder werd door een aantal lidstaten gerefereerd aan de aanbevelingen van de WHO (alle kinderen onder de 18 jaar minimaal 1 uur per dag bewegen) en werd de rol van speciale evenementen zoals de Europese Week van de Sport (september 2015) en EURO 2106 als belangrijke aanjager van sportdeelname genoemd. Portugal gaf aan een nieuw platform voor en onderwijs te hebben opgericht. En zo gaf Slowakije aan een nieuwe wet te maken waarin sport een rol krijgt op scholen.
Tegelijkertijd werd echter geconstateerd dat het in veel landen in de praktijk nog beter kan. Zo is de coördinatie en de communicatie tussen de sport en het onderwijs in veel lidstaten niet optimaal en is er geen sprake van structurele en integrale samenwerking.
In het beleidsdebat heeft Nederland opgemerkt dat uitwisseling van goede voorbeelden zinvol is. Daarbij werd wel de kanttekening gemaakt dat het onderwerp bovenal een nationaal beleidsthema is waarbij rekening dient te worden gehouden met de eigen cultuur en tradities in het onderwijs en de sport en de subsidiariteit. Frankrijk en Zweden gaven ook aan dat eerbiediging van de subsidiariteit op zijn plaats is.
Nederland presenteerde verschillende initiatieven die de samenwerking tussen onderwijsinstellingen en de sportsector in Nederland sterk hebben verbeterd. Voorbeelden die genoemd werden zijn de combinatiefunctionarissen voor de sectoren onderwijs, sport en cultuur, de uitbreiding hiervan in 2012 met de buurtsportcoaches waardoor wordt bereikt dat meer jongeren kunnen sporten en bewegen in de buurt en de verbinding wordt gelegd tussen de sportsector en andere sectoren. Ook is de inzet op het bereiken van zoveel mogelijk gelabelde ‘Gezonde scholen’ en zogenaamde gezonde schoolpleinen genoemd.
Nederland bracht verder in dat goede lessen bewegingsonderwijs de basis van het sport- en beweegaanbod behoren te zijn. Dat betekent goed leren bewegen, samen met groepsgenoten, onder leiding van een vakbekwame leerkracht in het gymlokaal, op het schoolplein en op het sportveld.
Verder is aangegeven dat gewerkt wordt aan een plan waarbij vanaf 2017 iedere basisschoolleerling gegarandeerd 2 uur, en als het kan 3 uur, bewegingsonderwijs per week krijgt, gegeven door een bevoegd docent. Dat betekent dat deze lessen alleen nog gegeven worden door een bevoegde docent die daarvoor, eventueel via een aanvullend opleidingsaanbod, is gekwalificeerd.
Tot slot is gemeld dat met een goede samenwerking tussen de ministeries van OCW en VWS, alsmede met de sportsector en de schoolbesturen het enthousiasme voor sport en lichamelijke activiteit verder kan groeien en bijdragen tot een kwantitatieve en kwalitatieve groei van sport, lichaamsbeweging en een gezonde levensstijl in en rond de scholen.
Stand van zaken Matchfixing door het voorzitterschap
Met betrekking tot de stand van zaken over een besluit van de Raad over de ondertekening van de Conventie van de Raad van Europa over manipulatie van sportwedstrijden door de EU (matchfixing) meldde het Lets voorzitterschap dat de discussie hierover gesplitst is in aangelegenheden die geen verband houden met materieel strafrecht en justitiële samenwerking in strafzaken aan de ene kant en zaken die juist wel hiermee verband houden. Gemeld werd dat dit onderwerp verder besproken zal worden onder het Luxemburgse voorzitterschap. De huidige stand van zaken was dat de visies over de rechtsgrondslag en de ratificatie uiteen lopen.
Frankrijk deed een oproep aan alle lidstaten om zo spoedig mogelijk de conventie van de Raad van Europa te ondertekenen.
Terugkoppeling WADA bijeenkomst (Montreal 12-13 mei 2015)
België bracht mede namens Luxemburg en Malta (EU vertegenwoordigende Lidstaten in stichtingsbestuur van WADA) verslag uit over de vergadering van 12/13 mei 2015.
Gerapporteerd werd dat WADA met een meerjarenbegroting gaat komen en dat op verzoek van de EU delegatie de begroting voor 2016 meerdere scenario’s zal bevatten. In juni bereidt het financieel comité dit voor. In september wordt de begroting dan voorgelegd aan de ‘foundation board’ en in november aan de executive board.
Voorts volgt nog een strategisch plan vanuit WADA waarin ook de discussie heropent wordt over de vergoeding van de reiskosten.
WADA heeft aangekondigd te komen met een strategisch plan warin ook prioriteiten zullen worden gesteld.
Gemeld is dat de problemen inzake databescherming persoonsgegevens met Zwitserland en Canada zijn opgelost. Canadese regelgeving gaat gelden voor het hoofdkantoor van WADA.
Wat betreft de implementatie van de nieuwe WADA code heeft WADA zijn erkentelijkheid uitgesproken dat alle EU landen hun regelgeving op orde hebben of daaraan werken.
WADA heeft wel zijn zorg uitgesproken over het voorstel van de EU richtlijn inzake databescherming persoonsgegevens. In het bijzonder art 87 vraagt aandacht omdat toestemming van de atleten voor het verstrekken van gegevens geen basis kan zijn voor dopingaanpak.
Tenslotte is het onderwerp van Athlete Biological Passport in dit verband ook besproken.
Werkprogramma Luxemburg.
Luxemburg wil tijdens het voorzitterschap tweede helft 2015 verder gaan met de implementatie van het EU werkplan sport 2014-2017. Prioriteiten zijn de relatie tussen onderwijs en sport met daarbij bijzondere aandacht voor motorische ontwikkeling van kleine kinderen, duale carrière van atleten en representatie van EU in WADA. Er is verder een beleidsdebat voorzien over de rol van atleten in de sportorganisaties.
Gepland programma:
6/7 juli informele Raad in Luxemburg
15/16 september DG Sport bijeenkomst.
15 september een conferentie over de motorische ontwikkelingen bij peuters/kleuters.
24 november Sportraad Brussel