Geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken (“Gymnich”) van 4 en 5 september 2015
Bijlage
Nummer: 2015D30669, datum: 2015-08-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda van de informele Raad Buitenlandse Zaken (“Gymnich”) van 4 en 5 september 2015 (2015D30668)
Preview document (🔗 origineel)
GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RBZ (“GYMNICH”) VAN 4 EN 5 SEPTEMBER 2015
Tijdens de informele vergadering van ministers van Buitenlandse Zaken in Luxemburg zal naast de agenda zoals hieronder beschreven, zoals gebruikelijk een informele ontmoeting met de collega’s van kandidaat-lidstaten plaatsvinden.
MOVP
Voortbouwend op de discussie tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli jl. zullen de ministers spreken over de laatste ontwikkelingen in het Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) en van gedachten wisselen over een gezamenlijke EU-inzet voor de komende periode.
Het kabinet is bezorgd over de ontwikkelingen deze zomer, waaronder nieuwe aankondigingen van uitbreiding van nederzettingen, de reeks geweldsincidenten met dodelijke slachtoffers en gewonden, geweld door kolonisten, de afbraak van gebouwen van bedoeïenen en hernieuwd raketvuur uit Gaza. Deze gebeurtenissen dragen niet bij aan het benodigde positieve klimaat waarin onderhandelingen opnieuw gestart kunnen worden. Het kabinet hecht eraan dat de verschillende partijen op hun verantwoordelijkheden worden gewezen en zich blijven committeren aan de twee-statenoplossing.
Het kabinet is van mening dat een grotere rol van de EU t.a.v. het MOVP, binnen een gezamenlijke internationale inzet, kan bijdragen aan een duurzame oplossing. Daarvoor is een nieuw raamwerk voor onderhandelingen noodzakelijk. De EU Speciaal Vertegenwoordiger en het Arab Peace Initiative kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. Er bestaat in de Raad een breed draagvlak voor een grotere rol van de EU t.a.v. het MOVP.
Het kabinet blijft tevens aandacht vragen voor de situatie in Gaza en de noodzaak van intra-Palestijnse verzoening. Een blijvende inzet van de internationale gemeenschap voor wederopbouw en van Israël voor verbetering van movement en access zijn noodzakelijk om tot een duurzame verbetering van de humanitaire en sociaaleconomische situatie in Gaza te komen.
Oosterburen en Rusland
De ministers zullen spreken over de ontwikkelingen in Oost-Europa en de rol van Rusland. EP-lid en voorzitter van het AFET-comité, Elmar Brok, zal bij de discussie aanwezig zijn.
In de afgelopen maanden is de druk van Rusland op zijn oosterburen niet afgenomen. Zo is Eston Kohver, de Estse geheim agent die vorig jaar juli door Russische agenten is gekidnapt en naar Rusland is overgebracht, door een Russische rechtbank veroordeeld tot 15 jaar cel. HV Mogherini heeft zich namens de EU wederom in sterke bewoordingen uitgesproken tegen de kidnapping en voortdurende illegale detentie van Kohver.
Volgend op de aanbeveling van de Europese Raad van maart jl. heeft EDEO in juni een actieplan gepresenteerd over de wijze waarop de EU haar strategische communicatie gericht op de Russischtalige bevolking in het Oostelijk Partnerschap en in Rusland kan verbeteren. Daarnaast beziet Nederland met een aantal gelijkgestemden landen de mogelijkheden om Russischtalige onafhankelijke media initiatieven te versterken. Hiermee moet de toegang van Russischtalige bevolking van oostelijk Europa tot onafhankelijke journalistiek worden verbeterd.
De ministers zullen zich buigen over de recente ontwikkelingen in Oekraïne en de voortgang van de Minsk-afspraken. Na een periode van redelijke stabiliteit zijn de gevechten in het oosten van Oekraïne sinds begin augustus weer opgelaaid. Het aantal schendingen van het staakt-het-vuren is gestegen, waardoor de afspraken uit het Minsk-akkoord ernstig onder druk staan. Volgens de OVSE ligt het initiatief voor schotenwisselingen veelal aan de kant van de separatisten. Ten aanzien van de afspraken over terugtrekking van zware wapens blijven beide partijen in gebreke. Naar aanleiding van de toegenomen spanningen hebben zowel Commissievoorzitter Juncker, HV Mogherini als SGVN Ban Ki Moon hun zorgen uitgesproken.
De verslechtering van de situatie in het oosten van Oekraïne baart het kabinet zorgen. Het is van belang dat de situatie de-escaleert, de veiligheidssituatie op korte termijn verbetert en blijvend gewerkt wordt aan een duurzame politieke oplossing van het conflict. Alle partijen moeten op technisch niveau bijeen blijven komen binnen de trilaterale werkgroepen in Minsk. Nederland steunt de inspanningen van Duitsland en Frankrijk terzake en hoopt dat spoedig weer een bijeenkomst in Normandië-formaat, waarvan ook Rusland en Oekraïne deel uitmaken, plaatsvindt. Het is in ieders belang dat het Minsk-akkoord volledig wordt geïmplementeerd.
De crisis in Oekraïne zal naar verwachting langere tijd aanhouden. Er zijn geen snelle oplossingen; hiervoor is Russische medewerking onontbeerlijk. Hoewel sprake is van een vertrouwensbreuk, acht het kabinet het belangrijk om in dialoog blijven. Er bestaat geen militaire oplossing voor dit conflict. Het blijft ook van belang om te kijken waar Rusland en de EU elkaar kunnen vinden op deelterreinen waar Nederland grote belangen heeft, zoals bij de bestrijding van criminaliteit en terreur, de aanpak van ISIS en non-proliferatie. Daarnaast wil het kabinet versterkt inzetten op het gaande houden van de niet-gouvernementele dialoog: cultuur, people-to-people contacten, ondersteuning van het Russisch maatschappelijk middenveld en mensenrechten.
Naast dialoog blijft het noodzakelijk om de druk op Rusland te handhaven zolang het land niet voldoende meewerkt aan de Minsk-afspraken om het conflict in Oost-Oekraïne op te lossen. EU eenheid is hiervoor essentieel. Het bewaren hiervan vormt de Nederlandse inzet voor het EU-voorzitterschap.
Waarschijnlijk zullen de ministers eveneens spreken over de toenemende druk op de OVSE Special Monitoring Mission (SMM). Separatisten belemmeren in toenemende mate de bewegingsvrijheid van de waarnemers. Ook zijn recentelijk SMM-auto’s in brand gestoken en worden demonstraties bij het adres van de waarnemers-posten gehouden. Dit is een uiterst zorgelijke ontwikkeling: deze missie moet in staat worden gesteld het staakt-het-vuren te kunnen monitoren.
De ministers zullen eventueel ook komen te spreken over de andere onderdelen van het Minsk-akkoord, waaronder de lokale verkiezingen voorzien voor 25 oktober a.s. en de voortgang op het gebied voor decentralisatie. De procedure van goedkeuring van de grondwetswijziging t.b.v. deze decentralisatie is in een vergevorderd stadium maar moet dit najaar met 2/3 meerderheid door het parlement worden goedgekeurd.
Migratie Westelijke Balkan
De EU-ministers zullen met de aanwezige kandidaat-lidstaten spreken over de migratiestromen in de Westelijke Balkan en de wijze waarop daar gezamenlijk oplossingen voor kunnen worden gevonden. Landen in de Westelijke Balkan, zoals Macedonië, zien zich geconfronteerd met enorme stromen vluchtelingen, waaronder grote aantallen Syriërs, die via de Westelijke Balkanroute richting de EU reizen. Asiel- en opvangsystemen van de Balkanlanden zijn ontoereikend om deze stromen adequaat te reguleren. Ministers zullen bespreken hoe de bestaande samenwerking en ondersteuning kan worden versterkt teneinde op geïntegreerde wijze deze problematiek aan te pakken. Zo kondigde de Europese Commissie op 26 augustus anderhalf miljoen euro extra humanitaire hulp aan Servië en Macedonië toe om deze landen in staat te stellen migranten en vluchtelingen te voorzien in basisbehoeften als drinkwater en hygiëne. Tegelijkertijd vragen ook inwoners uit Balkanlanden zelf asiel aan in sommige EU-lidstaten. Ministers zullen bespreken op welke wijze oneigenlijk gebruik van asielprocedures kan worden tegengegaan, zeker daar waar het veilige landen betreft. Deze bespreking zal mede vooruitblikken naar de conferentie op hoog niveau over de aanpak van de problemen met de Westelijke Balkanroute die dit najaar voorzien is in Boedapest. EU-ministers zullen de bijeenkomst met de kandidaat-lidstaten kort voorbespreken.
Iran
In het licht van het op 14 juli jl. bereikte alomvattende akkoord over het Iraanse nucleaire programma zullen de ministers ook spreken over de relatie met Iran. Zoals beschreven in de brief aan uw Kamer van 21 augustus jl. [TK.2015Z14893] beschouwt het kabinet het alomvattende akkoord tussen de E3+3 en Iran als een belangrijke mijlpaal, die het belang en de kracht van de multilaterale diplomatie aantoont en waarbij de HV een sleutelrol heeft gespeeld. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli bleek dat het alomvattende akkoord over het Iraanse nucleaire programma op unanieme steun van de EU-lidstaten kan rekenen.
Door de drastische inperking van het nucleaire programma – van zowel uraniumverrijking als plutoniumproductie – wordt beoogd alle mogelijke wegen naar een Iraans kernwapen af te snijden. De verificatieafspraken in het akkoord zijn ongekend helder en robuust. Het IAEA heeft een centrale rol in de verificatie van de implementatie hiervan. Het kabinet blijft het IAEA hierbij ondersteunen. In het geval dat Iran zich niet aan het akkoord houdt, heeft de internationale gemeenschap voldoende tijd om te reageren. Wanneer er sprake is van significante niet-naleving, dan kunnen de VN-sancties door het ‘snapback’ mechanisme worden hersteld. Mede op aandringen van Nederland zal ook een ‘snapback’ mechanisme voor de autonome EU-sancties worden geïntroduceerd.
Tijdens de informele Raad zullen de mogelijke implicaties van het akkoord voor de relaties tussen de EU en Iran en van Iran met regionale spelers worden besproken. Het kabinet spreekt de verwachting uit dat de toon nu is gezet voor verbetering van de betrekkingen van de EU met Iran. Het voorgenomen bezoek van de Minister van Buitenlandse Zaken aan Iran later dit jaar zal hieraan kunnen bijdragen. Het bereikte akkoord zou tevens kunnen leiden tot mogelijkheden voor engagement met Iran ten aanzien van de conflicten in de regio. Het kabinet benadrukt in dit verband het belang om met EU-partners te bezien hoe invulling kan worden gegeven aan de bredere relatie met Iran. Het kabinet hecht eraan dat de mensenrechtensituatie in de brede politieke dialoog met Iran onverminderd aandacht krijgt.