Verslag van de deelname door Koninkrijk der Nederlanden aan de jaarlijkse VN-conferentie over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs), 17-19 juli 2017
Bijlage
Nummer: 2017D23877, datum: 2017-09-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Informatie over de uitkomsten van het High-Level Political Forum on Sustainable Development (2017D23876)
Preview document (š origineel)
Verslag van de deelname door Koninkrijk der Nederlanden aan de jaarlijkse VN-conferentie over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs), 17-19 juli 2017
Het Koninkrijk der Nederlanden heeft op 17 juli tijdens de jaarlijkse VN-conferentie over de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDGs), het High-Level Political Forum in New York een formele presentatie gegeven over de uitvoering van de SDGs in het Koninkrijk. Dit jaar hadden 43 lidstaten zich aangemeld om een nationale presentatie te geven en er namen 77 lidstaten van de Verenigde Naties (VN) op ministerieel niveau deel. Bijna 2500 deelnemers uit het maatschappelijke middenveld hadden zich aangemeld en het bedrijfsleven was goed aangesloten via het Business Forum. Een duidelijk signaal dat de SDGs twee jaar na de SDG-top nog steeds op grote belangstelling kunnen rekenen. In een unaniem aangenomen ministeriƫle slotverklaring herbevestigden alle landen hun steun aan de SDGs als basis voor hun inzet op het gebied van duurzame ontwikkeling. Het Koninkrijk werd vertegenwoordigd door de minister-presidenten van CuraƧao en Sint-Maarten en de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Daarnaast namen vertegenwoordigers van Nederlandse maatschappelijke organisaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten en jongerenvertegenwoordigers uit Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk deel aan de conferentie. De presentatie van het Koninkrijk onderscheidde zich door de transparantie over de successen Ʃn de uitdagingen bij de uitvoering van de SDGs en door de inclusieve aanpak die was gekozen door bedrijven, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, lokale overheden en jongeren bij te laten dragen aan de rapportage.
Presentatie van het Koninkrijk der Nederlanden
Tijdens de korte presentatie van het Koninkrijk spraken minister Ploumen, minister-president Eugene Rhuggenaath van CuraƧao en de VN-jongerenvertegenwoordiger Martijn Visser. Minister Ploumen lichtte de goede scores voor Nederland toe ā met name economische groei en het vertrouwen in de rechtstaat springen eruit ā en gaf aan dat er een opgave ligt om CO2-uitstoot terug te dringen en sociale- en genderongelijkheid tegen te gaan. Verder riep zij op om de monitoring van het behalen van de SDGs te verbeteren door rapportages te baseren op objectieve statistische gegevens conform de Nederlandse aanpak, heldere instructies van de VN voor het opstellen de nationale rapportages en meer en specifieke aandacht voor het meten van SDG-voorgang in achtergestelde groepen. Namens de jongeren in het Koninkrijk stelde Martijn Visser toekomstgericht onderwijs, het tegengaan van ongelijkheid en de aanpak van klimaatverandering als belangrijkste prioriteiten. Aansluitend bood minister-president Rhuggenaath een Caribisch perspectief op de SDGS, met aandacht voor de bijzondere uitdagingen van kleine eilandstaten en het belang van goede samenwerking binnen het Koninkrijk voor het behalen van de doelen.
De samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen en het belang van partnerschappen voor de SDGs vormden de rode draad in de presentatie en het rapport van het Koninkrijk over de SDGs. Het rapport kwam tot stand in samenwerking met de Caribische landen van het Koninkrijk en is (incl. samenvatting) toegevoegd als bijlage bij deze brief. Het Nederlandse deel van het rapport is gebaseerd op de SDG-rapportage die in mei van dit jaar aan de Kamer is verstuurd.1 De inclusieve aanpak en de transparantie over successen en uitdagingen in de Nederlandse rapportage werden positief ontvangen. Er was veel waardering voor het feit dat voor het eerst een jongerenvertegenwoordiger aan het woord kwam tijdens een nationale presentatie over de SDGs. De presentaties van de 43 VN-lidstaten vertoonden onderling grote verschillen. Veel lidstaten legden de focus op de integratie van de SDGs in het nationaal beleid en riepen op tot meer samenwerking tussen overheden, private sector en NGOās. Anderen schetsten de nationale inzet per SDG of kwamen met anekdotische voorbeelden, waardoor een compleet beeld ontbrak. De verschillende benaderingen tonen de noodzaak aan van aanscherping van de monitoringsrol van de VN bij de uitvoering van de SDGs. Nederland zal zich hiervoor blijven inzetten.
Onderhandelingen over de ministeriƫle verklaring
De aangenomen ministeriĆ«le verklaring herbevestigde de SDGs als leidraad en lingua franca voor mondiale duurzame ontwikkeling. De tekst vormde de concrete uitkomst van het High-Level Political Forum en bevat onder andere verwijzingen naar de overkoepelende themaās mensenrechten en klimaat. Nederland heeft zich ingezet om overeenstemming over de tekst te bereiken. Onderdelen op handel en bezette gebieden werden in stemming gebracht door respectievelijk de VS en IsraĆ«l. Nederland heeft zich evenals alle EU-lidstaten onthouden van stemming op deze paragrafen. Uiteindelijk zijn deze teksten met een meerderheid aangenomen, waarna de verklaring als geheel werd aanvaard. Na aanname van de tekst heeft de EU in een stevige verklaring het belang aangegeven van gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, inclusief het terugdringen van genitale verminking en gedwongen huwelijken, en het erkennen van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. De tekst van de verklaring had hier sterker op kunnen zijn, maar pogingen daartoe stuitten op verzet van de G77, de groep van 134 midden- en lage inkomenslanden die binnen de VN vaak gezamenlijk optreedt. Uiteindelijk is ervoor gekozen om de amendementen hierover niet in stemming te brengen om een afwijzing van een meerderheid aan landen te voorkomen. Dit zou afbreuk doen aan de internationale consensus over de huidige gender- en SRGR2 paragrafen in het SDG-akkoord. Dit risico wilde de EU in overleg met gelijkgezinde landen en maatschappelijke organisaties niet nemen.
Nederlandse prioriteiten: inclusieve ontwikkeling, private sector en tienerzwangerschappen
De conferentie bood een goede gelegenheid om internationaal aandacht te vragen voor een aantal prioriteiten van Nederland. Tijdens een bijeenkomst over Leave No One Behind riep minister Ploumen op aanwezige VN-organisaties en lidstaten op meer middelen te besteden aan het bereiken van achtergestelde groepen, te investeren in data om deze groepen beter te kunnen monitoren en om de onderlinge samenwerking te verbeteren. In een panel over het voorkomen van tienerzwangerschappen werd het belang van voldoende anticonceptiemiddelen, toegankelijke gezondheidszorg en seksuele voorlichting benadrukt. Tot slot, benadrukte de minister in een bijeenkomst met het bedrijfsleven dat er kansen liggen voor bedrijven om te investeren in de uitvoering van de SDGs. Ze wees tegelijkertijd op de verantwoordelijkheden die voortvloeien uit de SDGs. Vertegenwoordigers van de private sector gaven aan bij te dragen aan de SDGs door onder meer businessmodellen te verduurzamen en beter samen te werken met maatschappelijk partners. Tot slot voerde de minister bilaterale gesprekken met leiders van VN-organisaties, waaronder de Plaatsvervangend Secretaris-Generaal van de VN, Amina Mohammed, de Administrator van UNDP, Achim Steiner, en de Executive Director van UNICEF, Tony Lake, over de noodzaak van ambitieuze hervormingen van het VN-ontwikkelingssysteem en betere coƶrdinatie tussen de organisaties.
Vervolgstappen
Met de eerste rapportage over de SDGs heeft het Koninkrijk inzicht gegeven in de manier waarop de uitvoering in de vier landen is opgepakt en hoe internationaal wordt bijgedragen aan het behalen van de doelen. Een inclusieve aanpak op basis van nauwe samenwerking met partners in de samenleving zal een belangrijke plaats moeten blijven innemen in het vervolgtraject. Het Kabinet zal de Tweede Kamer jaarlijks informeren over de voortgang voorafgaand aan het Verantwoordingsdebat. Het Koninkrijk is voornemens om voor 2030 ten minste nog tweemaal de voortgang te presenteren aan de Verenigde Naties.