Eindtekst
Wijziging van de Luchtvaartwet met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel
Eindtekst
Nummer: 2018D02256, datum: 2018-01-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2017Z02876:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Veiligheid en Justitie
- Medeindiener: S.A.M. Dijksma, staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2017-02-22 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2017-02-23 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2017-04-05 14:30: Extra procedurevergadering Veiligheid en Justitie (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2017-04-06 14:00: Wijziging van de Luchtvaartwet met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel (34684) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Veiligheid en Justitie (2010-2017)
- 2017-12-20 14:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2017-12-21 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-01-18 10:15: Hamerstuk: Wijziging van de Luchtvaartwet met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel (34684) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 18 januari 2018 Wijziging van de Luchtvaartwet met het oog op de aanwijzing van luchtvaartterreinen waarvan gebruikt dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in het belang van een doelmatige rechtshandhaving luchtvaartterreinen aan te wijzen waarvan gebruik dient te worden gemaakt voor de landing van vluchten die een sterk verhoogd risico vormen om te worden gebruikt voor drugssmokkel; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I In de Luchtvaartwet wordt na hoofdstuk IV een hoofdstuk ingevoegd, luidende: HOOFDSTUK IVA. RISICOVLUCHTEN Artikel 37w 1. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. derde land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is; b. bestemmingsuitwijkhaven: een uitwijkhaven als bedoeld in artikel 2, onderdeel 38, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281); c. risicovlucht: een verkeersvlucht die overeenkomstig artikel 37x, tweede lid, is aangewezen als risicovlucht. 2. Een wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 923/2012 van de Commissie van 26 september 2012 tot vaststelling van gemeenschappelijke luchtverkeersregels en operationele bepalingen betreffende luchtvaartnavigatiediensten en -procedures en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1035/2011 en Verordeningen (EG) nr. 1265/2007, (EG) nr. 1794/2006, (EG) nr. 730/2006, (EG) nr. 1033/2006 en (EU) nr. 255/2010 (PbEU 2012, L 281) gaat voor de toepassing van de Luchtvaartwet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven. Artikel 37x 1. Het is verboden een risicovlucht te doen landen op een niet overeenkomstig het derde lid aangewezen luchtvaartterrein. 2. Onze Minister van Justitie en Veiligheid kan in overeenstemming met Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat verkeersvluchten, afkomstig uit een derde land, aanwijzen als risicovlucht, indien een sterk verhoogd risico bestaat dat vluchten uit dat land gebruikt zullen worden voor het binnen het grondgebied van Nederland brengen van middelen, als bedoeld in artikel 2 en 3 van de Opiumwet. 3. Indien toepassing wordt gegeven aan het tweede lid, wijst Onze Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, in het belang van een doelmatige rechtshandhaving, een of meer luchtvaartterreinen aan die zijn bestemd voor de landing van risicovluchten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing, indien het luchtvaartuig waarmee de risicovlucht wordt uitgevoerd, wordt omgeleid naar een bestemmingsuitwijkhaven. ARTIKEL II In artikel 1a, onderdeel 1°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd: de Luchtvaartwet, artikel 37x, eerste lid. ARTIKEL III De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Justitie en Veiligheid, De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, PAGE PAGE 3