Overzicht PESCO-projecten waar Nederland aan deelneemt
Bijlage
Nummer: 2018D25841, datum: 2018-04-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda Informele Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie op 4 en 5 mei 2018 te Sofia (2018D25840)
Preview document (🔗 origineel)
Bijlage: Overzicht PESCO-projecten waar Nederland aan deelneemt
In antwoord op de schriftelijke vragen ter voorbereiding op de RBZ-Defensie van 6 maart jongstleden (BS2018004926) zei ik uw Kamer toe een overzicht te sturen van de zeven PESCO-projecten waar Nederland aan deelneemt, inclusief een toelichting per project, de verwachte kosten en de meerwaarde. Hierbij doe ik die toezegging gestand.
PESCO en PESCO-projecten zijn onontgonnen terrein en we zitten nog in de opstartfase van PESCO. Van de onderstaande zeven PESCO-projecten waar Nederland aan deelneemt, zijn inmiddels twee projecten gestart, te weten de projecten Militaire mobiliteit en Snelle reactieteams bij cyberincidenten en wederzijdse bijstand op het gebied van cyberbeveiliging. Er zijn in dit stadium nog geen financiële consequenties verbonden aan deze twee projecten. De projecten Maritieme (semi-) autonome systemen voor mijnenbestrijding (MAS MCM) en Europese beveiligde software gedefinieerde radio (ESSOR) zijn reeds lopende projecten, maar zijn in PESCO-verband nog niet officieel gestart. De eventuele financiële gevolgen voor de zeven PESCO-projecten zijn nog niet helder en dienen in kaart gebracht te worden. Zodra hier meer inzicht in is, wordt de Kamer hierover geïnformeerd. Uitgangspunten hierbij zijn de plafonds zoals vastgesteld onder het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK), dat er niet vooruit wordt gelopen op het volgende MFK (vanaf 2021) en dat eventuele nationale budgettaire gevolgen van de PESCO-projecten moeten worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de begrotingsregels. Nederland zal doorlopend beoordelen wat de toegevoegde waarde is van de PESCO-projecten waar zij aan deelneemt en of het opportuun is met de projecten door te gaan.
Militaire mobiliteit
Nederland leidt dit PESCO-project. Er hebben inmiddels twee bijeenkomsten van het project plaatsgevonden. Doel van het project is te dienen als platform voor het initiëren, coördineren en aanjagen van het werk op het gebied van militaire mobiliteit. Het doel is voor de zomer eerste afspraken te maken waar een zo groot mogelijke groep landen achter staat, bijvoorbeeld op het gebied van normstelling voor diplomatieke toestemming voor grensoverschrijdend militair transport in Europa. De bedoeling is de algemene ambitie en deze eerste korte termijn doelstellingen te vervatten in een military mobility pledge, aan te nemen tijdens de Europese Raad in juni en de NAVO-top in juli aanstaande.
Maritieme (semi-) autonome systemen voor mijnenbestrijding (MAS MCM)
België leidt dit project, in nauwe samenwerking met Nederland. Het doel van het PESCO-project MAS MCM is om het huidige mijnenbestrijdingsinstrumentarium door te ontwikkelen en toekomstige innovatieve capaciteiten beter op elkaar aan te laten sluiten. Het PESCO raamwerk dient als structuur voor deze samenwerking. Onder de huidige voorwaarden kan het PESCO-project tevens in aanmerking komen voor financiering vanuit het capaciteiten ontwikkelingsprogramma van het Europees Defensiefonds. Concreet zou het hierbij gaan om het ontwerpen en testen van een Mission Management Systeem voor aansturing van de verschillende instrumenten vanaf mijnenjagers.
Netwerk van logistieke centra in Europa en ondersteuning van operaties
Het doel van dit door Duitsland en Frankrijk geleide project is het oprichten van een netwerk van logistieke hubs in Europa. Deze hubs kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt voor logistieke ondersteuning van eenheden, dienstverlening zoals accommodatie en strategisch transport. Dit project is nauw verbonden met het door Nederland geleide PESCO-project Militaire Mobiliteit, aangezien ook logistieke hubs in Europa de militaire mobiliteit zullen verbeteren. Het project gaat naar verwachting eind september van start.
Europese beveiligde software gedefinieerde radio (ESSOR)
Frankrijk leidt het ESSOR-project. Militaire radio’s zijn slechts beperkt interoperabel, vaak alleen binnen de eigen productenlijn. Het doel van het project is het doorbreken van deze fabricaat afhankelijke interoperabiliteit door middel van gestandaardiseerde software, inclusief een geïntegreerde oplossing voor tactische mobiele IT infrastructuur en verbindingen, encryptie en platform integratie. Het eindresultaat moet zijn dat in verschillende verbanden (zowel EU als NAVO) beter kan worden gecommuniceerd. Dit bevordert de interoperabiliteit van Europese krijgsmachten.
Snelle reactieteams bij cyberincidenten en wederzijdse bijstand op het gebied van cyberbeveiliging
Dit door Litouwen geleide project beoogt de responscapaciteit van deelnemende lidstaten te bundelen en in te zetten ter ondersteuning van EU-lidstaten ten tijde van cyber crises. Op die manier moet het project bijdragen aan betere samenwerking op het gebied van cyber security tussen de lidstaten en daarmee aan een digitaal veiliger Europa. Naar aanleiding van de eerste projectbijeenkomst bestudeert Defensie, in samenwerking met het ministerie van Justitie en Veiligheid, het projectvoorstel nader op onder andere haalbaarheid en aansluiting met andere EU-initiatieven.
Europees medisch commando
Het doel van dit door Duitsland geleide project is een Europese medische capaciteit in te richten om missies en operaties te ondersteunen. Het Europees medisch commando zal daartoe schaarse Europese medische capaciteiten bundelen en managen, waaronder een snel inzetbare multinationale medische taakgroep voor basishulp. Dit project vergroot de Europese interoperabiliteit op medisch gebied. Nederland acht dit zeer wenselijk.
Competentiecentrum voor opleidingsmissies van de EU (EUTM CC)
Dit door Duitsland geleide project moet de beschikbaarheid, interoperabiliteit en vaardigheden van trainers voor EU trainingsmissies verbeteren. De toegevoegde waarde van dit project is daarmee dat de effectiviteit van EU trainingsmissies wordt vergroot. Daar heeft Nederland baat bij.