[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Lijst van vragen aan de Algemene Rekenkamer over het rapport Brexit; Voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane (Kamerstuk 31934-18)

Douane

Lijst van vragen

Nummer: 2018D61376, datum: 2018-12-20, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D61376).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2018Z23314:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2018D61376 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 10 december 2018 «Brexit; voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane» (Kamerstuk 31 934, nr. 18) op 20 december 2018 de navolgende vragen ter beantwoording aan de Algemene Rekenkamer voorgelegd.

De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder

De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

1. Waarom heeft de Algemene Rekenkamer de andere overheidsorganisaties zoals de Nederlands Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), de visserijsector en de luchtvaart buiten de reikwijdte van dit onderzoek gelaten?
2. Gaat de Algemene Rekenkamer alsnog een onderzoek doen naar de voorbereiding van de NVWA op de brexit? Zo ja, wanneer? Zo nee, wil de Algemene Rekenkamer dit overwegen?
3. Gaat de Algemene Rekenkamer alsnog een onderzoek doen naar de gevolgen voor de visserijsector in relatie tot de brexit? Zo nee, waarom niet?
4. Waarom zijn de indirecte financiële gevolgen niet in kaart gebracht?
5. De sluitingsdatum van het onderzoek is 31 juli 2018, waarom heeft het tot begin december geduurd dat het rapport is opgeleverd?
6. Waarom zijn de indirecte financiële gevolgen van brexit voor de Nederlandse economie en handel niet in beeld gebracht?
7. Kunt u aangeven welke voortgang er is gemaakt op de door u gemaakte conclusies de sinds sluitingsdatum van het onderzoek?
8. Op grond van welke argumentatie heeft de Algemene Rekenkamer ervoor gekozen de consequenties voor veiligheid, luchtvaart en visserij buiten het onderzoek te laten vallen?
9. Heeft u per departement een analyse van de verwachte situatie na 29 maart 2019 ontvangen ten behoeve van uw onderzoek?
10. Hebt u alle betrokken uitvoeringsorganisaties bij uw onderzoek betrokken?
11. Kunt u nader duiden waar de verantwoordelijkheid van de overheid eindigt en die van de ondernemer begint?
12. Waarom is er geen kwantitatief inzicht opgesteld van indirecte financiële gevolgen die de brexit kan hebben voor Nederland door minder belastingopbrengsten?
13. Kan de Algemene Rekenkamer bij benadering aangeven hoeveel belastinginkomsten Nederland genereert uit de handel met het Verenigd Koninkrijk?
14. Op welke manier kan inzicht gegeven worden in de huidige situatie als het gaat om de financieel economische gevolgen brexit voor Nederland die gezien kan worden als nulmeting?
15. Op basis van welke informatie verwacht de Algemene Rekenkamer voor 2019 en 2020 een toename van het budget?
16. Welke aanwijzingen heeft de Algemene Rekenkamer dat het Verenigd Koninkrijk niet aan zijn financiële verplichtingen tot en met 2020 zal voldoen?
17. Op basis van welke informatie kan de Algemene Rekenkamer concluderen dat Nederland vrijwel zeker geen korting meer krijgt?
18. Kunt u aangegeven waarom u ervan uitgaat dat het Verenigd Koninkrijk haar juridische verplichting tot betaling onder het huidige Meerjarig Financieel Kader zal schenden in geval van een no-deal?
19. Kunt u aangegeven of u, in het geval van een no-deal, het scenario van het verliezen van de korting op de Nederlandse afdracht het meest realistisch acht?
20. Kunt u aangegeven of u, in het geval van een no-deal, het scenario van het verliezen van de korting op de Nederlandse afdracht heeft opgenomen omdat deze de meest verstrekkende financiële gevolgen voor Nederland heeft?
21. Waarom hebben het Ministerie van Financiën en de Douane geen scenarioberekeningen gemaakt om de gevolgen voor inning van invoerrechten door de Douane in 2019 en 2020 in beeld te brengen?
22. Wat vindt u van de karige cijfermatige informatie bij het Ministerie van Economische Zeken en Klimaat en het Ministerie van Financiën over de indirecte financiële gevolgen?
23. Bij de bedrijfstakken wordt de visserijsector niet genoemd, hebt u gegevens aangaande de visserijsector onderzocht? Zijn deze niet aanwezig?
24. Bij de bedrijfstakken wordt luchtvaart niet genoemd, hebt u gegeven aangaande de luchtvaartsector onderzocht? Zijn deze niet aanwezig?
25. Welke oorzaken liggen ten grondslag aan de conclusie dat het economisch belang van verschillende dienstensectoren groter is dan gedacht in 2017?
26. Tien procent van de 450 ondervraagde bedrijven bereiden zich actief voor op de brexit. Is deze 10% te specificeren naar sector of regio?
27. Is er inzicht te geven welke gevolgen een nadere prioritering heeft nu er capaciteit moet worden vrijgemaakt voor verder onderzoek naar het uitvoeren taken op het ferryvervoer, huisvestingsvraagstukken en handhaving? Zo ja, hoeveel fte is hierbij betrokken?
28. U concludeert dat de Tweede Kamer informatie krijgt over de voorbereiding van de Douane op de brexit, maar dat de informatie over de risico’s en de gevolgen als de Douane niet op tijd klaar is ontbreekt; is deze informatie voor de Algemene Rekenkamer zichtbaar?
29. Bent u op basis van uw onderzoek van mening dat de continuïteit van douanetaken bij invoer, doorvoer en uitvoer van goederen tussen Europa en het Verenigd Koninkrijk per 29 maart 2019 is geborgd?
30. Hoeveel extra tijd is gemoeid met het aangaan van financiële verplichtingen door het verscherpte toezicht op de Belastingdienst?
31. Ligt het in de lijn der verwachting dat de Douane op 29 maart 2019 op de vier aspecten voldoende is voorbereid?
32. Worden er ook docenten geworven en opgeleid om het tekort op te vangen?
33. Wat is uws inziens het minimum aantal extra fte dat inzetbaar moet zijn op 30 maart 2019 om voldoende voorbereid te zijn op de cliffedge brexit?
34. Zijn er inmiddels vorderingen gemaakt aangaande de constateringen over het ferryproces en zijn de knelpunten zoals in het onderzoek geformuleerd aangepakt?
35. Is het mogelijk voor de Douane om op 29 maart 2019 te voldoen aan de afstemming met ferrymaatschappijen over nadere invulling douaneactiviteiten, afstemming over werkvormen met bijvoorbeeld de Marechaussee en de NVWA, het bepalen van het handhavingsniveau en het bepalen van de inzet van scan- en detectiemiddelen per ferryterminal?
36. Op basis van welke informatie kunt u concluderen dat de aanschaf van middelen op schema loopt (met uitzondering van de mobiele containerscan)?
37. Kunt u inzicht geven in de IT-kosten zoals inrichting werkplekken, netwerkverbindingen en apparatuur?
38. Is de Douane in staat om de IT-hardware en software aan te schaffen en in te richten zodat dit op 29 maart 2019 werkbaar is?
39. Heeft u een goed beeld over de stand van zaken ten aanzien van de voorbereiding van de Douane over werving, selectie en opleiding personeel, aanbestedingstrajecten, huisvesting en IT?