Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het rapport van de Algemene Rekenkamer “Brexit, voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane (Kamerstuk 31934-18)
Douane
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2018D61799, datum: 2018-12-27, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2018D61799).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2018Z23314:
- Indiener: A.P. Visser, president van de Algemene Rekenkamer
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2018-12-11 15:20: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2018-12-12 10:00: Besloten technische briefing Algemene Rekenkamer over Brexit-rapport (Technische briefing), vaste commissie voor Financiën
- 2018-12-19 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2018-12-20 14:00: Rapport van de Algemene Rekenkamer over voorbereiding Douane Brexit, vragen aan staatssecretaris Financiën (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2018-12-20 14:00: Rapport van de Algemene Rekenkamer over voorbereiding Douane Brexit, feitelijke vragen aan de Rekenkamer (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-12 13:30: Aansluitend aan de stemmingen de Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2018D61799 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 21 december 2018 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over het rapport van de Algemene Rekenkamer van 10 december 2018 «Brexit, voorbereiding op financiële en economische gevolgen, en consequenties voor de Douane (Kamerstuk 31 934, nr. 18).
De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
Kan de Staatssecretaris aangeven of het programmabureau brexit inmiddels op volle sterkte is? De leden van de VVD- fractie hebben gelezen dat er op 15 oktober nog geen integrale brexit-masterplanning beschikbaar is voor de Douanedoelstellingen waarin alle activiteiten/werkzaamheden zijn opgenomen. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom deze op deze datum nog niet beschikbaar was en wanneer deze wel beschikbaar is gekomen? Is de Staatssecretaris bereid deze planning met de Kamer te delen omdat in een masterplanning ook de tussentijdse deadlines zijn opgenomen die duidelijk moeten maken of de voortgang gerealiseerd is?
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat het programmabureau brexit op 15 oktober 2018 nog in opbouw is. Welke stappen zijn tussen 15 oktober en nu gezet op meer nadruk te leggen op het eindresultaat, de planningen, het gebruik van tussentijdse doelen en toetsing daarop, relevante prestatie-indicatoren en eigenaarschap?
De leden van de VVD-fractie lezen in het rapport van de Algemene Rekenkamer dat de gevolgen voor inning van invoerrechten en de indirecte financiële gevolgen niet bekend zijn. Kan de Staatssecretaris aangeven waarom deze gevolgen niet bekend zijn? Is de Staatssecretaris bereid deze gevolgen alsnog in beeld te brengen. Zo nee, waarom niet? Ook lezen deze leden dat er geen scenarioberekeningen gemaakt zijn om een beeld te krijgen van de mogelijk gewijzigde perceptiekostenvergoeding die terugvloeit naar de Nederlandse schatkist bij inning van de invoerrechten. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze scenarioberekeningen inmiddels wel zijn gemaakt? Zo ja, is hij bereid deze met de Kamer te delen. Zo nee, is bij bereid om deze scenarioberekeningen alsnog uit te voeren? De leden van de VVD-fractie constateren dat er op 31 juli 2018 geen kwantitatieve informatie beschikbaar is over de financiële gevolgen voor de Rijksbegroting door bijvoorbeeld lagere inkomsten als gevolg van een lagere vennootschapsbelasting. De leden van de VVD-fractie gaan er vanuit dat deze informatie inmiddels wel beschikbaar is. Is de Staatssecretaris bereid deze met de Kamer te delen? En indien deze kwantitatieve informatie nog niet aanwezig is, is de Staatssecretaris bereid deze alsnog in kaart te brengen?
Kan de Staatssecretaris verklaren waarom de belangstelling van het bedrijfsleven voor brexit nog niet groot is? Is hier de afgelopen maanden een kentering te zien, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af. Zo ja, hoe verklaart de Staatssecretaris deze?
De Algemene Rekenkamer concludeert dat de informatie over risico’s en gevolgen wanneer de Douane niet op tijd klaar is, en er keuzes gemaakt moeten worden in de handhaving, ontbreekt. Kan de Staatssecretaris aangeven wat de actuele stand van zaken is? Kan de Staatssecretaris de drie grootste risico’s benoemen?
Kan de Staatssecretaris aangeven wanneer de continuïteit van douanetaken bij invoer, doorvoer en uitvoer van goederen tussen Europa en het VK geborgd zijn? Hoe wordt onnodig oponthoud gedefinieerd, vragen de leden van de VVD- fractie.
Het was de bedoeling van de Douane om in november 2018 de prioriteiten te bepalen om Brexit goed op te kunnen vangen, welke prioriteiten heeft de Douane gesteld? Welke zaken kunnen niet meer of minder worden gedaan door de Douane?
De leden van de VVD-fractie vragen tevens of de Staatssecretaris kan aangeven of er inmiddels concrete tussendoelen zijn gesteld en of de Douane aan deze tussendoelen voldoet.
De leden van de VVD-fractie constateren dat op 19 december jl. de Europese Commissie het Actieplan in geval van een «no-deal» scenario heeft geïmplementeerd, zo ook op het gebied van Douane. Dit vraagt ook actie aan de zijde van lidstaten. Kan de Staatssecretaris aangeven of Nederland klaar is om het Douanewetboek toe te passen en de daar uit voortvloeiende regels ten opzichte van het Verenigd Koninkrijk, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af. Zo nee, welke stappen moeten er nog gezet worden om voorbereid te zijn op een «no-deal» scenario?
De leden van de VVD-fractie vragen de Staatssecretaris een overzicht te geven van de beschikbaar gestelde structurele en incidentele middelen ten behoeve van de voorbereiding op de brexit. Kan de Staatssecretaris vervolgens ingaan op de actuele stand van zaken van besteding van deze middelen?
De leden van de VVD-fractie constateren dat voor 2018 19 miljoen euro is toegekend. Op 31 juli 2018 was bijna 4 miljoen euro aan nieuwe verplichtingen voorgelegd. Kan de Staatssecretaris een actueel overzicht geven van de aangegane verplichtingen en de voorgelegde verplichtingen? De leden van de VVD -ractie lezen dat nieuwe verplichtingen boven de 100.000 euro vanwege het verscherpte toezicht op de Belastingdienst voorgelegd dienen te worden aan de hoofddirectie Financieel Economische Zaken van het Ministerie van Financien. Kan de Staatssecretaris aangeven hoeveel meer tijd deze route kost? Kan de Staatssecretaris aangeven of de enkele openstaande punten zoals de verbouwingskosten van de nieuwe en of bestaande locaties, extra te huren parkeerfaciliteiten, inrichting van vergaderruimtes en of kosten voor (extra) beveiliging van nieuwe en huidige locaties in beeld zijn gebracht? Zo nee, wanneer is deze informatie beschikbaar? De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de informatie verwerkt zal worden in de Voorjaarsnota maar om op 31 maart 2019 zo goed mogelijk te zijn voorbereid is deze informatie van belang. Is de Staatssecretaris bereid deze informatie met de Kamer te delen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Douane nog geen planning heeft waarin staat wat er op welk moment moet gebeuren tot 29 maart 2019. Nu het inmiddels eind december is gaan de leden van de VVD-fractie er vanuit dat deze planning er wel is. Kan de Staatssecretaris aangeven waar de organisatie op dit moment staat op de 4 deelonderwerpen uit figuur 10 in het rapport van de Algemene Rekenkamer? Kan de Staatssecretaris tevens per onderdeel dat niet gereed zal zijn op 29 maart 2019, zoals de mobiele containerscan, aangeven wat de verwachte effecten hiervan zullen zijn en hoe deze in de tussentijd opgevangen gaan worden?
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over de ICT. Zij lezen dat door problemen met de ICT de werving en selectie van nieuwe mensen is vertraagd. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze problemen verholpen zijn? Zo ja, verloopt de werving en selectie weer volgens de oorspronkelijke planning zo vragen deze leden. Zo nee, wat is de achterstand? Ook lezen de leden van de VVD-fractie in het rapport van de Algemene Rekenkamer dat de voorbereidingen van de opleiding van douanepersoneel is vertraagd door capaciteitsgebrek bij de Belastingdienst. Kan de Staatssecretaris aangeven of en hoe dit capaciteitsgebrek is ondervangen? De verwachting is dat 300 fte extra beschikbaar is op 29 maart 2019. Daarvan heeft op 1 maart 2019 115 fte de opleiding afgerond. Geldt voor deze 115 fte dat zij (ook) een verkorte opleiding hebben gevolgd en nog extra begeleiding nodig hebben, of geldt dit alleen voor het overige deel van de 300 fte? Wanneer verwacht de Douane het extra personeel (totaal 928 fte) geworven, opgeleid en volledig inzetbaar te hebben, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af. Ook vragen deze leden of er voldoende gestuurd wordt op de impact op de cultuur bij de Douane door de grote instroom van nieuwe medewerkers. Zijn de mogelijke gevolgen inmiddels in kaart gebracht?
De leden van de VVD-fractie merken op dat op verschillende locaties nieuwe apparatuur nodig zal zijn zoals scan- en detectiemiddelen. Kan de Staatssecretaris aangeven of inmiddels duidelijk is welke apparatuur nodig is, is deze inmiddels aangeschaft en kunnen deze met ingang van 31 maart 2019 dienst doen? Kan de Staatssecretaris een overzicht geven van alle kosten voor IT? Kan de Staatssecretaris aangeven of de aanpassingen in IT systemen waarvoor «Brussel» verantwoordelijk is op schema loopt? Zo nee, welke stappen kunnen hierin gezet worden? Welke nationale aanpassingen moet Nederland doorvoeren als gevolg van de aanpassingen in de IT-systemen van de Europese Commissie, en loopt dit op schema, zo vragen de leden van de VVD- fractie zich af. Heeft Nederland daarnaast (al) inzicht in de aanpassingen die de Britten door zullen voeren, daar dit tevens zijn weerslag zal hebben op de Nederlandse systemen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat in het rapport van Ernst & Young (EY) wordt aangegeven dat het Handhavingsplan 2019 deels de bottleneck voor de uitvoering van de onderdelen Maritiem, Overig Toezicht op Locatie, Luchtverkeer, Post en Koeriers en Vergunningen is. Voor deze onderdelen is geen inventarisatie gereed. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze inmiddels wel gereed is en zo ja, wat zijn de belangrijkste conclusies en actiepunten, zo vragen deze leden.
Kan de Staatssecretaris een actuele stand van zaken geven over het ferryproces? De leden van de VVD-fractie vragen of het inmiddels duidelijk is welke investeringen de ferrymaatschappijen zelf gaan doen in huisvesting op hun eigen terreinen. Is daarbij ook een overzicht van de investeringen in IT-aansluitingen en -infrastructuur? Wie is verantwoordelijk voor aanschaf, installatie en testen van IT-structuren? Welke risico’s zijn in beeld gebracht? Ook beschrijft de Algemene Rekenkamer een aantal stappen die nog gezet moeten worden als het gaat om de inzet van de douaneregiokantoren op de ferrylocaties. Kan de Staatssecretaris aangeven of deze stappen inmiddels genomen zijn? Zo nee, op welke termijn wordt verwacht dat dit wel gebeurt, zo vragen de leden van de VVD-fractie zich af.
De leden van de VVD-fractie vragen of de Staatssecretaris kan aangeven of alle ferryterminals inmiddels een Authorised Economic Operator (AEO)-aanvraag hebben ingediend. Zo nee, wat zijn de risico’s als dit nog niet is gebeurd? Wat is de minimale doorlooptijd om deze aanvragen te behandelen en te honoreren (normaliter 1 jaar)?
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie welke plannen en voorbereidende maatregelen zijn uitgezet voor de periode na 29 maart 2019? Kan de Staatssecretaris hierin inzicht geven?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA fractie vragen de Staatssecretaris aan te geven welke vorderingen er zijn gemaakt op de conclusies van het rapport van de Algemene Rekenkamer sinds de sluitingsdatum van het onderzoek op 31 juli 2018. Aangezien op dat moment nog geen kennis was van een eventueel terugtrekkingsakkoord en gebeurtenissen zich sinds november 2018 in rap tempo opvolgen vragen de leden van de CDA-fractie of de Algemene Rekenkamer bereid is een vervolgonderzoek te doen met als sluitingsdatum 29 maart 2019. Tevens vragen deze leden of de Algemene Rekenkamer r onderzoek kan verrichten naar de contingency-plannen van het Verenigd Koninkrijk, in het bijzonder de maatregelen die Nederland en Nederlandse bedrijven aangaan.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om op basis van het overzicht van de onderwerpen van het onderzoek dat de Algemene Rekenkamer geeft per departement en betrokken uitvoeringsorganisatie aan te geven op welke thema’s, met betrokkenheid van welke organisaties en wie daarbij de verantwoordelijkheid gaat dragen, op de deelakkoorden die gesloten zullen worden na de brexit op 29 maart in het geval het terugtrekkingakkoord wordt goedgekeurd door het Verenigd Koninkrijk.
Een van de uitgangspunten van de Nederlandse inzet in 2017 bij de brexit-onderhandelingen is dat de Nederlandse handelsbelangen moeten worden veiliggesteld. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris een appreciatie te geven in hoeverre dat gelukt is. Tevens vragen deze leden of er daarbij ook afzonderlijk van de EU27-onderhandelingen plaatsvinden of plaats zullen gaan vinden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris welke strategie hij hanteert in het geval van een harde brexit aangaande het behouden van de Nederlandse korting op de afdracht.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris meer te specificeren waaraan de 651,4 miljoen euro welke gereserveerd is voor de gevolgen van de brexit wordt uitgegeven. Overige kosten moeten door de ministeries zelf worden opgevangen. Deze leden vragen de Staatssecretaris of de ministeries al een inschatting hebben gemaakt van deze extra kosten, en wanneer dat niet het geval is de regering de departementen daartoe opdraagt.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris en Algemene Rekenkamer de brexitkosten per sector zoals onderscheiden in het onderzoek meer te specificeren. Daarbij is de vraag waar deze kosten gemaakt worden, of er flankerend beleid vanuit de overheid nodig is en wat de mogelijkheden zijn om financiële gevolgen op de EU, bijvoorbeeld via structuurfondsen of het globaliseringsfonds, af te wenden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om op zeer korte termijn een plan met de Kamer te delen hoe Nederlandse bedrijven beter worden voorbereid en aangespoord om maatregelen te nemen voor een harde brexit. Tevens vragen deze leden de Staatssecretaris aan te geven hoe en hoeveel buitenlandse bedrijven in Nederland gevolgen ondervinden van de brexit, in welke sectoren zich deze buitenlandse bedrijven bevinden en welke consequenties dat heeft voor de Nederlandse economie.
Het Verenigd Koninkrijk heeft deze week maatregelen geactiveerd om zich voor te bereiden op een no deal brexit. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om een appreciatie van deze Britse voorstellen. Daarbij verzoeken deze leden de Staatssecretaris specifiek in te gaan op het besluit om EU-burgers alleen een werkvisum te verstrekken wanneer ze 30.000 pond of meer verdienen, ten behoeve van welke scenario’s de 3.500 gewapende manschappen worden op gelijnd, hoe Britse werknemers in Europese skiresorts massaal zonder werk kunnen komen te zitten en aangaande luchtvaart het voorstel van de Britten om 20 miljard euro te betalen aan de EU om uitstel van 2 jaar te krijgen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat onderliggende analyses van de economische risico’s niet met de Kamer gedeeld worden volgens de Algemene Rekenkamer (pagina 6). Is de regering bereid om deze analyses wel te delen?
Het Verenigd Koninkrijk heeft een lange serie rapporten gepubliceerd met de problemen van het no deal scenario. De leden van de CDA fractie merken op dat ook de motie-Van Ojik de Nederlandse regering oproept hetzelfde te doen. Deze leden ontvangen graag van de regering een top-5 van grootste knelpunten die de regering zelf voorziet bij een cliff edge brexit-scenario en de voorbereiding die gedaan worden om deze problemen te mitigeren.
De leden van de CDA-fractie merken verder op dat de Douane zich sinds eind 2017 kon voorbereiden op een harde brexit en dat er desondanks slechts 300 douaniers zijn opgeleid in maart 2019. Er zijn er meer dan 900 nodig. Dat betekent dat er keuzes gemaakt zullen worden. Welke zaken zal de douane moeten laten schieten in het geval van een harde brexit zo vragen de leden van de CDA-fractie. Zij zouden graag de draaiboeken daarvan zien en zeer goed begrijpen welke keuzes gemaakt worden en welke risico’s dat met zich meebrengt.
Wat is de laatste stand van zaken bij de huisvesting, de voorbereidingen op de ferrylocaties en het vernieuwen van de IT-systemen zo vragen de leden van de CDA-fractie (naar aanleiding van) pagina 44).
De Europese rekenkamer is zeer kritisch over het IT-douanesysteem van de Europese Unie. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris of het Verenigd Koninkrijk nog gebruik mag maken van dat systeem. Zo nee, zijn er dan al goede koppelingen aangebracht tussen het Britse en Nederlandse douane-IT-systeem? Graag zouden de leden van de CDA-fractie hierover nauwkeurig geïnformeerd willen worden.
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris de Kamer, conform de oproep van de Algemene Rekenkamer, informatie te verschaffen over de risico’s en gevolgen wanneer de Douane niet op tijd klaar is en keuzes moet maken in handhaving. Is er reeds nagedacht over deze eventuele keuzes in handhaving?
Op het moment van een harde brexit is slechts een beperkt deel van de extra benodigde personele capaciteit inzetbaar. De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris om aan te geven welk deel van de extra taken voor Douane als gevolg van de brexit kan met deze beperkte extra personele capaciteit worden uitgevoerd?
De leden van de CDA-fractie vragen de Staatssecretaris wat de doorlooptijd is van het voorleggen van nieuwe verplichtingen van de Douane van meer dan 100.000 euro aan het Directoraat-Generaal Belastingdienst en de hoofddirectie Financieel-Economische Zaken van het Ministerie van Financiën. Hoeveel procent van de voorgelegde nieuwe verplichtingen wordt niet goedgekeurd? Waarom heeft de Douane geen Brexit-planning met alle zaken die nog moeten gebeuren en een deadline?
Tevens willen de leden van de CDA-fractie van de Staatssecretaris weten hoe wordt voorkomen dat in een situatie van een harde brexit, tijdelijke onderbezetting bij de Douane en relatief veel nieuwe medewerkers die slechts een verkorte training hebben gevolgd en geen praktijkervaring hebben, extra integriteitsrisico’s ontstaan, juist omdat deze risico’s bij de Douane groter zijn dan bij andere afdelingen van de Belastingdienst? Wat is de reden van de vertraging van de aanschaf van de mobiele containerscan? Welke operationele risico’s levert dit op voor de periode tussen vanaf aanvang brexit en ingebruikname van de mobiele containerscan?
Tenslotte vragen de leden van de CDA-fractie wat de reden is dat in de begrootte brexit-kosten de IT-kosten niet apart zijn weergegeven. Is de verwachting dat de bestaande IT-systemen de extra aangiftes aankunnen? Zo nee, welke aanpassingen zijn er dan nodig en zijn die op tijd gereed?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van het rapport van de Algemene Rekenkamer over de voorbereiding op de Brexit en de consequentie voor de Douane. Zij zijn de Algemene Rekenkamer erkentelijk voor het rapport. Zij hebben hierover enkele vragen aan de Staatssecretaris van Financiën.
De leden van de D66-fractie lezen dat het krijgen van voldoende capaciteit en het aantrekken van extra personeel een aandachtspunt is voor het programmabureau. Op de korte en de lange termijn moet extra personeel worden aangetrokken en opgeleid. Het is bekend dat dit op de huidige krappe arbeidsmarkt een serieus aandachtspunt is. Kan de Staatssecretaris uiteenzetten wat de exacte planning is voor de werving en opleiding? Het is bekend dat op 29 maart 2019 300 fte inzetbaar zullen zijn van de te werven 928 fte. Wanneer zal de rest van het deel van de extra 928 fte inzetbaar zijn? Wat is de exacte planning?
De leden van de D66-fractie lezen dat in het najaar van 2018 het minimale handhavingsniveau moet worden vastgesteld en dit wordt uitgewerkt in het Handhavingsplan van 2019. Het is inmiddels bekend dat het vereiste capaciteitsniveau voor een cliffedge brexit op 29 maart niet gehaald zal zijn (300 extra fte opgeleid en onder begeleiding inzetbaar) en dat er als gevolg hiervan keuzes in de handhaving gemaakt moeten worden.
De leden van de D66-fractie begrijpen dat dit handhavingsplan niet openbaar wordt, maar zij vragen wel: op welke wijze worden er keuzes in de handhaving gemaakt? Welke criteria worden hierbij gehanteerd? Kan de Staatssecretaris de Kamer informeren over de risicoafweging die de Douane hierbij maakt en welke handhavingstaken de Douane daardoor mogelijk niet kan uitvoeren?
De leden van de D66-fractie merken ook de zorgen op die de Algemene Rekenkamer uit over de huidige stand van zaken bij de huisvestingsbehoefte en het vernieuwen van de IT-systemen. Een reactie hierop van de Minister van Financiën ontbreekt in het rapport. De leden van de D66-fractie vragen de Staatssecretaris op deze onderwerpen in te gaan. Is er inmiddels meer duidelijkheid over de huisvestingsbehoefte en worden hier stappen toe gezet? Wordt de bestaande IT-infrastructuur aangepast en wat is de stand van zaken?
Tot slot lezen de leden van de D66-fractie dat het onduidelijk is in hoeverre de Douane een strategische visie heeft op de toekomst. De Algemene Rekenkamer schrijft hierover: «Een toekomst waarin ontwikkelingen als robotisering en kunstmatige intelligentie invloed kunnen hebben op aantal en opleidingsniveau van medewerkers.» Kan de Staatssecretaris hierop reageren? Is de Douane van plan deze strategische visie op te stellen? Zo ja, wanneer?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van GL
De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van het Brexit rapport van de Algemene Rekenkamer. Zij hebben daarover nog enkele vragen aan het kabinet.
Is het mogelijk om een kwantitatieve inschatting te delen over de gevolgen voor inning invoerrechten?
Is het mogelijk om een kwantitatieve inschatting te delen over de indirecte financiële gevolgen?
Welke bevindingen van de Rekenkamer zijn niet meer actueel en wat is er dan precies veranderd tussen juli 2018 en december 2018?
De leden van de GroenLinks-fractie lezen dat de Douane zal bij een no-deal Brexit niet op tijd volledig klaar zijn. Hoe gaat er precies worden geprioriteerd? Wanneer verwacht het kabinet wel te beschikken over de benodigde 928 fte?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat het kabinet stelt dat het Verenigd Koninkrijk wat Nederland betreft juridisch blijft gebonden aan de financiële verplichtingen die voortvloeien uit het (voormalige) EU-lidmaatschap. Zijn alle lidstaten het hier mee eens? Is het Verenigd Koninkrijk het hier ook mee eens? Hoe groot is de kans dat het Verenigd Koninkrijk deze verplichtingen toch niet zal nakomen? Wat zal het kabinet doen in een dergelijk geval?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben het rapport van de Algemene Rekenkamer over de financiële en economische gevolgen van de brexit voor de Douane bestudeerd en hebben hierover de volgende opmerkingen en vragen.
Het eerste wat de leden van de SP-fractie opvalt is de beperkte reikwijdte van het onderzoek en hebben zodoende veel vragen aan de Staatssecretaris over de ministeries en instanties die niet zijn onderzocht door de Algemene Rekenkamer. Zoals al eerder gevraagd door de SP-fractie over de ministeries zelf, verzoeken de leden nu om de Kamer te informeren over de (financiële) gevolgen van de brexit voor de volgende instanties:
• Rijksdienst voor identiteitsgegevens
• Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG)
• Centraal Planbureau (CPB)
• Centraal Bureau voor Statistiek (CBS)
• Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
• Kamer van Koophandel
• Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
• Kustwacht
• Dienst wegverkeer (RDW)
• Rijkswaterstaat
• Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA)
• Immigratie en Naturalisatiedienst (IND)
• Koninklijke Marechaussee
• Vreemdelingenpolitie
• Openbaar Ministerie
• Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD)
• Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
De leden van de SP-fractie merken op dat iets anders waarover veel verwarring bestaat de financiële gevolgen van belastinginkomsten via douanerechten zijn. De Algemene Rekenkamer geeft aan dat deze mogelijk dalen als gevolg van de verminderde handelsstromen. Anderen verwachten juist een stijging van de inkomsten via douanerechten, omdat er weer tarieven gehanteerd zullen worden1. Is de Staatssecretaris bereidt verschillende toekomstige scenario’s én de indirecte kosten te laten doorrekenen omwille van betere fundering van toekomstige begrotingen? Zo nee, waarom niet?
In de totale som van financiële gevolgen voor Nederland, komt een aanzienlijk deel uit de verwachting dat het Verenigd Koninkrijk zich niet aan haar financiële verplichtingen voor de periode 2019–2020 zal houden (1,6 miljard). De leden van de SP-fractie vragen zich af of er aanwijzingen zijn dat het Verenigd Koninkrijk zich niet aan haar financiële verplichtingen gaat houden. Zo ja, wat doet de Staatssecretaris (of Minister) eraan om (samen met Europese collega’s) aan te dringen dat het VK haar beloftes nakomt?
Met betrekking tot de stand van zaken over de werving en opleiding van personeel voor de douane, vragen de leden van de SP-fractie zich af op welke termijn de Staatssecretaris verwacht de 926 fte te hebben ingevuld. Klopt het dat er te weinig docenten zijn om nieuwe mensen op te leiden? En wat is de reactie van de Staatssecretaris op de stelling van KPMG dat zelfs al zijn er 300 fte ingevuld en klaar om aan de slag te gaan eind maart 2019, de Douane niet klaar is voor een harde brexit2? Kan de Staatssecretaris zijn antwoord onderbouwen? Indien er niet voldoende extra personeel aangeworven is op moment van uittreding, welke ABC prioriteiten zullen dan worden gesteld? Hoe bepaalt de Staatssecretaris deze prioriteiten? Met andere woorden, welke taken van de Douane beschouwt de Staatssecretaris als het belangrijkst? Wordt daarbij een standaard afweging gemaakt of verschilt dat per derde land?
De informatie die het kabinet met de Kamer heeft gedeeld, is enkel op hoofdlijnen en niet op detailniveau stelt de Algemene Rekenkamer vast. De leden van de SP-fractie verzoeken de Staatssecretaris de onderliggende risicoanalyses van economische risico’s die het kabinet gebruikt te delen met de Kamer. Bovendien vragen deze leden zich af of er dergelijke risicoanalyses zijn gemaakt van alle bovengenoemde uitvoerende diensten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer gaat de Staatssecretaris dit met de Kamer delen? Ook willen deze leden graag geïnformeerd worden of er ook risicoanalyses zijn gemaakt door de Europese Commissie en zo ja, op welke terreinen zijn die uitgevoerd? Is daar nog aanvullende informatie uit gekomen die van toepassing is op Nederland? Wil de Staatssecretaris de Kamer over de uitkomst informeren?