[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over het onderzoek over tracks in het hoger onderwijs (Kamerstuk 31288-680)

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2019D06030, datum: 2019-02-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D06030).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2019Z00422:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2019D06030 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 15 januari 2019 over het onderzoek over tracks in het hoger onderwijs van ResearchNed (Kamerstuk 31 288, nr. 680).

De voorzitter van de commissie,
Tellegen

De adjunct-griffier van de commissie,
Alberts

Inhoud blz.
I Vragen en opmerkingen uit de fracties 2
Inbreng van de leden van de VVD-fractie 2
Inbreng van de leden van de CDA-fractie 3
Inbreng van de leden van de SP-fractie 4
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 4

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderzoek «Tracks in het hoger onderwijs» en de reactie van de Minister daarop. Zij hebben nog enkele vragen.

De leden zijn positief over het brede, kwalitatief goede aanbod van tracks. Zij zien het als duidelijke meerwaarde dat opleidingen een gedifferentieerd aanbod hebben, waardoor studenten een opleidingsrichting kunnen kiezen die bij hen past. Ook zorgt het aanbod van diverse tracks ervoor dat studenten zich kunnen specialiseren, waardoor de opleiding beter aansluit op de arbeidsmarkt. De leden zijn dan ook tevreden met de constatering dat tracks niet lichtzinnig worden gestart, maar dat het goed doordachte onderwijsprogramma’s zijn die aan de kwaliteitseisen voldoen.

De leden constateren evenwel dat het begrip track een containerbegrip is, waarbij de mate van differentiatie sterk wisselt per opleiding. In sommige gevallen gaat het om verschillende tracks binnen dezelfde opleiding waartussen nagenoeg geen enkel vak overeenkomt. In andere gevallen gaat het om het gebruiken van andere voorbeelden binnen hetzelfde vakkenpakket. De leden maken zich zorgen over de onduidelijkheid die dit geeft over de waarde van een diploma en de vereisten om dit diploma te halen. Is de Minister bereid om samen met hogescholen en universiteiten te werken aan een gezamenlijk begrippenkader, waardoor inzichtelijk wordt wat de waarde is van een track en wat het verschil is met andere tracks binnen dezelfde opleiding? Zo ja, kan zij toezeggen nog voor aankomend studiejaar 2019–2020 te zullen komen met een begrippenkader, zo vragen deze leden.

De leden maken zich verder zorgen over de informatievoorziening op Studiekeuze123. Kan de Minister toelichten waarom op Studiekeuze123 vaak gedateerde informatie staat? De leden vragen de Minister welke maatregelen zij neemt om ervoor te zorgen dat Studiekeuze123 zo snel mogelijk volledige en actuele informatie geeft, zodat de scholieren die nu voor de keuze staan hier nog gebruik van kunnen maken.

Tot slot, hoewel de leden positief zijn over het gebruik van tracks, realiseren zij zich dat bij sommige studenten de behoefte bestaat om binnen de opleiding een eigen vakkenpakket te kunnen kiezen of af te wijken van een track. Is de Minister het met de leden eens dat het kiezen van een track geen beperking mag vormen om vakken buiten het pakket te volgen? Zo ja, kan de Minister toezeggen dat zij met instellingen in gesprek gaat om ervoor te zorgen dat tracks geen blokkade vormen voor de ambitie van de individuele student, zo vragen de voornoemde leden.

Inbreng van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 14 januari 2019 inzake tracks. De leden vinden het positief om te lezen dat zowel instellingen als zittende studenten belangrijke voordelen zien van tracks en dat hiermee opleidingen meer in kunnen spelen op snelle ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. De leden steunen de lijn van de Minister dat er geen aparte toetsing voor tracks geregeld moet worden. Wel hebben zij enige zorgen rondom de vindbaarheid, definitie, kaders en registratie van tracks en stellen zij daarom enkele vragen.

De Minister wil graag dat de informatie over tracks op Studiekeuze123 correct wordt weergegeven. De leden zijn van mening dat een adequate informatievoorziening lastig zal zijn, zolang er geen eenduidige definitie voorhanden is van wat een track is. Graag willen zij weten of de Minister dit ook zo ziet en wat zij eraan wil doen om te zorgen voor een definitie die eenduidig toegepast kan worden, aangezien er nu in het rapport over tracks in het onderwijs wordt aangegeven dat er zo’n 30 verschillende termen gebruikt worden. Ook willen de leden graag weten wat de reden is dat de Minister het woord «track» gebruikt als uit het rapport blijkt dat instellingen dit woord nauwelijks gebruiken. De leden zouden het op prijs stellen als er voor een Nederlands woord wordt gekozen, bijvoorbeeld specialisatie. Ook lezen de leden in de reactie van de Minister graag terug wat de reden is dat de Minister niet is ingegaan op de suggestie van de onderzoekers om een landelijke registratie op te zetten.

Aankomend studenten (en hun ouders) zijn niet meegenomen in dit onderzoek. Er zijn uitsluitend gesprekken gevoerd met 24 bestuurlijk actieve studenten. Vaak weten zij bovengemiddeld goed hun weg te vinden binnen een instelling. In hoeverre kan de Minister op grond van deze, ook qua omvang, weinig representatieve groep concluderen dat de vindbaarheid van tracks voldoende is, zo willen de leden weten.

Jarenlang is er actief ingezet op het terugdringen van het aantal CROHO1-codes; er is daarom ingezet op meer brede bachelors middels conversies. Kan de Minister aangeven of er nog sectoren zijn die nu bezig zijn om tot een conversie te komen? Kan de Minister onderbouwen welke toegevoegde waarde zij ziet in conversies als tegelijkertijd specialisaties als track worden aangeboden, zo vragen de leden.

De voornoemde leden vragen de Minister op welke manier een visitatiepanel een goed overzicht krijgt van alle tracks van een opleiding in de heraccreditatie en op welke manier zij aandacht besteden aan de samenhang tussen de opleiding en de tracks, en de tracks onderling

Wat vindt de Minister van de casussen waarin op verschillende locaties van een instelling onder eenzelfde CROHO-code, een verschillend onderwijsaanbod wordt aangeboden met ook

verschillende keuzemogelijkheden? Wat betekent dit voor het inzichtelijk krijgen van arbeidsmarktrelevantie? Op welke manier neemt de CDHO2 tracks mee in de beoordeling van een aanvraag van een nieuwe opleiding, zo vragen de voornoemde leden.

Overstappen van studies (switch) weegt de Minister negatief. Hoe weegt zij in dat kader het overstappen van de ene naar de andere track, met inachtneming van het feit dat tracks sterk van elkaar kunnen verschillen? Kan de Minister aangeven welke vereisten verbonden zijn aan de vermelding op een diploma? In hoeverre en op welke manier wordt er met welke regelmaat toezicht gehouden dat dit in voldoende mate gebeurt? De leden willen weten hoe de Minister staat tegenover het vermelden van de track op het diploma, zodat afgestudeerden op de arbeidsmark de relevantie van hun diploma ook op een later tijdstip goed tot uiting kunnen laten komen.

Inbreng van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het onderzoek over tracks in het hoger onderwijs. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

Uit het onderzoek blijkt dat er veel verschillende benamingen door elkaar worden gebruikt: afstudeerrichting, differentiatie, expertisegebied, graduation track, etc. Er bestaat geen eenduidige definitie van tracks, waardoor tracks lastig te onderscheiden zijn van andere keuzemogelijkheden, zoals minoren. De leden vragen zich af of het mogelijk is om tot een heldere definitie te komen en slechts één benaming te gebruiken. Hoe denkt de Minister hierover en is zij bereid om hierover in gesprek te gaan met de VSNU3 en de Vereniging Hogescholen?

De Minister geeft in haar brief aan dat de communicatie op de website Studiekeuze123 weinig informatief en vaak deels niet correct is. Oorzaak hiervan is dat Studiekeuze123 afhankelijk is van geleverde informatie van instellingen. Door het ontbreken van duidelijke kaders wordt informatie over tracks niet overal eenduidig ingevuld en zijn de ingevoerde gegevens deels verouderd en niet-consistent. Op welke wijze gaat de Minister ervoor zorgen dat er duidelijke kaders komen en dat er goede informatie op deze website te vinden is? De leden vinden het belangrijk dat studenten ook op het niveau van de track worden voorgelicht over baankansen, hoeveel studenten de track telt en wat voor diploma je ervoor krijgt.

Het onderzoek concludeert dat er geen belangrijke onduidelijkheden voor studenten zijn. De leden ontvangen echter signalen van studenten dat deze er wel degelijk zijn. Graag zouden de leden willen weten hoeveel studenten ResearchNed heeft gesproken. Ook horen de leden verhalen van studenten die afstuderen met de naam van de opleiding op het diploma, terwijl ze een track hebben gevolgd die ervan afwijkt, en dat zij dit als probleem ervaren. De leden vragen de Minister of zij dit herkent en wat zij eraan gaat doen.

II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


  1. Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs↩︎

  2. Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs↩︎

  3. Vereniging van Universiteiten↩︎