Lijst van vragen over de Kabinetsreactie box 3 op basis van werkelijk rendement (Kamerstuk 35026-64)
Lijst van vragen
Nummer: 2019D20035, datum: 2019-05-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D20035).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: J.F.C. Freriks, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z07709:
- Indiener: M. Snel, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2019-04-17 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-04-24 15:30: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2019-05-16 14:00: Kabinetsreactie box 3 op basis van werkelijk rendement (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiën
- 2019-06-27 09:30: Fiscale beleidsagenda 2019 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2019-07-03 14:40: Aansluitend aan de beëdiging: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D20035 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Financiën heeft over de brief van de Staatssecretaris van Financiën van 15 april 2019 over (Kamerstuk 35 026, nr. 64) de navolgende vragen ter beantwoording aan de Staatssecretaris voorgelegd.
De voorzitter van de commissie,
Anne Mulder
De adjunct-griffier van de commissie,
Freriks
1
Klopt het dat er in samenwerking met het CBS nieuwe cijfers komen over de vermogensongelijkheid in Nederland waarbij pensioenvermogens ook worden meegenomen? Hoe staat het hiermee?
2
Kunt u op basis van deze nieuwe CBS-cijfers (waarbij pensioenvermogens zijn meegenomen) aangeven hoe groot de vermogensongelijkheid is in Nederland vergeleken met andere landen in de wereld?
3
Kunt u op basis van deze nieuwe CBS-cijfers (waarbij pensioenvermogens zijn meegenomen) aangeven hoe de vermogensongelijkheid in Nederland zich de afgelopen tien jaar heeft ontwikkeld?
4
Wat zijn de data die bij de Belastingdienst bekend zijn over de daadwerkelijke aanwas van vermogens, gezien het feit dat de belasting hierover wordt geheven op basis van een fictief rendement?
5
Welke aanpassingen zou de Belastingdienst moeten doen om vermogensaanwas op betrouwbare wijze te registeren? Zijn die aanpassingen haalbaar, gezien het capaciteitstekort bij de Belastingdienst en de staat van de ICT-systemen?
6
Wat is de totale aanwas van vermogen die in Nederland belastbaar is over het laatst beschikbare jaar? welke beschikbare data heeft de Belastingdienst hierover?
7
Welk effect zou het daadwerkelijk belasten van de vermogensaanwas hebben op de statistieken over inkomensongelijkheid? Hoe precies is dit effect met de huidige beschikbare data in kaart te brengen?
8
Wat is uw inhoudelijke reactie op de stelling van Robin Fransman, dat inkomen uit vermogen niet in de inkomstenstatistieken voorkomt en daarom ons zicht op de rijkste 1% en de directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) vertroebelt, zoals gesteld in het artikel «De wondere wereld van ongelijkheid?» Onder welke omstandigheden is vermogensaanwas terug te zien in de inkomstenstatistieken en onder welke niet?
9
Welke aspecten komen aan de orde bij het deelonderzoek naar opties om specifiek belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld tegemoet te komen?
10
Wordt bij het deelonderzoek naar opties om specifiek belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld tegemoet te komen ook gekeken naar de mogelijkheid om gebruik te maken van het daadwerkelijk gemiddelde spaarvermogen op een bankrekening?
11
Klopt dat het dat banken en/of andere financiële dienstverleners gebruikmaken van voldoende peilmomenten om goed zicht te hebben op de ontwikkeling van het spaarvermogen van klanten?
12
Kunt u aangeven welke opties om specifiek belastingplichtigen met vooral of uitsluitend spaargeld tegemoet te komen in het versnelde deelonderzoek onderzocht worden?
13
Wordt in het versnelde deelonderzoek ook gekeken naar opties waarbij de bank de belasting over het werkelijke rendement (de werkelijk betaalde rente) afdraagt aan de Belastingdienst, waarna dit spaarvermogen niet meer in box 3 belast hoeft te worden?
14
Wordt in het versnelde deelonderzoek ook gekeken naar opties waarbij spaargeld dat het hele jaar op de rekening heeft gestaan of spaargeld dat gedurende het jaar niet kan worden opgenomen (jaardeposito) belast wordt tegen het werkelijk ontvangen rendement?
15
Kunt u aangeven hoeveel belastingplichtigen er zijn per schijf in box 3 en hoeveel van deze belastingplichtigen uitsluitend spaargeld hebben?