Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland (Kamerstuk 31839-654)
Jeugdzorg
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2019D23500, datum: 2019-06-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D23500).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.H. Lodders, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H.W. Krijger, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2019Z09577:
- Indiener: P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Volgcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-05-21 15:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-05-22 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-06-05 14:00: Nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland - 31839-654 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2019-07-03 10:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-01-27 10:00: Extra procedurevergadering commissie VWS (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2021-09-09 14:05: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-10-05 10:00: Caribisch Nederland VWS (Commissiedebat), vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Preview document (🔗 origineel)
2019D23500 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij een fractie behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 15 mei 2019 over het nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland (Kamerstuk 31 839, nr. 654).
De voorzitter van de commissie,
Lodders
Adjunct-griffier van de commissie,
Krijger
Inhoudsopgave
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fractie
II. Reactie van de Staatssecretaris
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fractie
Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het voorliggende voorstel voor een nieuw pleegzorgkader Caribisch Nederland. Genoemde leden vinden dat ieder kind een veilig en fijn thuis verdient, waar het zich gehoord, gezien en ondersteund voelt. In sommige gevallen lukt het helaas niet om veilig op te groeien in het eigen gezin. Het is dan fijn dat pleegouders bereid zijn om een kind in hun eigen gezin op te vangen. Deze leden waarderen de inzet van deze pleegouders dan ook zeer. Deze leden vinden het goed dat de Staatssecretaris stappen onderneemt om duidelijkheid en ondersteuning te bieden zodat pleegouders een fijne plek kunnen bieden om in op te groeien.
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over het voorgestelde kader.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel pleeggezinnen er op dit moment in Caribisch Nederland zijn. Verwacht de Staatssecretaris dat dit aantal verandert naar aanleiding van het voorgestelde kader? Zo ja, hoeveel meer of minder pleegkinderen en pleeggezinnen verwacht de Staatssecretaris? Genoemde leden vragen of het de verwachting is dat de beschikbaarheid van meer pleeggezinnen leidt tot meer pleegkinderen. Wat zijn de financiële gevolgen van de verwachte wijzigingen? Hoe worden die gevolgen opgevangen?
Voor de leden van de VVD-fractie is het belangrijk dat een kader voor pleegzorg in Caribisch Nederland bijdraagt aan duidelijkheid en ruimte voor pleegouders, zodat zij goede zorg aan hun pleegkinderen kunnen geven. Genoemde leden vragen dan ook wat de reactie van de Caribische pleegouders was op het voorgestelde kader. Zijn er wijzigingen doorgevoerd nadat het advies van de Jeugdzorg en Gezinsvoogdij Caribisch Nederland (JGCN) met ze besproken is? Wat vinden genoemde pleegouders van het voorstel zoals het er nu ligt? Gelet op de verschillen tussen de situatie in Caribisch en in Europees Nederland hechten de leden van de VVD-fractie veel waarde aan hun oordeel.
De Staatssecretaris stelt voor dat het JGCN vanaf 1 september 2019 al volgens de nieuwe kaders gaat werken. De leden van de VVD-fractie vinden dat een goed pleegzorgkader zo snel mogelijk ingevoerd dient te worden. Genoemde leden vragen of het haalbaar is om binnen die tijd de betrokken partijen te consulteren, hun adviezen te verwerken en om het JGCN en de pleegouders voor te bereiden op de invoering.
De leden van de VVD-fractie vragen of de werking van deze regeling geëvalueerd wordt. Op welk moment en op welke wijze zal deze evaluatie worden uitgevoerd?
Ondersteuning
De leden van de VVD-fractie lezen dat wordt voorgesteld om de ondersteuning aan pleegoudervoogden in Caribisch Nederland anders in te richten dan de ondersteuning in Europees Nederland. Als reden wordt hiervoor aangevoerd dat pleegoudervoogdij nieuw is in Caribisch Nederland en dat er daarom ruimte moet zijn voor passende begeleiding per pleeggezin. Genoemde leden vragen of dat voldoende reden is om pleegouders in Caribisch Nederland anders te behandelen dan pleegouders in Europees Nederland. Waarom is het feit dat pleegoudervoogdij nieuw is, reden om Caribische pleegouders meer ruimte te geven «om de jeugdige naar eigen inzicht en expertise op te voeden en te verzorgen»? Hoe wordt deze «ruimte» ingevuld en op welke wijze wordt dit vastgelegd in de pleegovereenkomst? Is het denkbaar dat op enig moment wel wordt afgesproken om ten hoogste één gesprek per jaar te hebben? Zo ja, wanneer is dit het geval?
Pleegkinderen hebben vaak een ingewikkelde geschiedenis, waardoor ze vaker meer begeleiding en ondersteuning nodig hebben dan andere kinderen. De leden van de VVD-fractie vragen hoe de extra ondersteuning voor pleegkinderen en hun pleegouders binnen het voorliggende kader geregeld zal worden.
Financieel
Omdat de kosten voor levensonderhoud in Caribisch Nederland hoog zijn in verhouding tot de inkomens, wordt voorgesteld om de pleegvergoeding aan te laten sluiten bij de bedragen voor Europees Nederland. De leden van de VVD-fractie begrijpen dat de vergoedingen verhoogd worden om pleegzorg te stimuleren. Genoemde leden vragen of het gelijk trekken met de Europees Nederlandse vergoedingen dat bewerkstelligt. De lonen en kosten voor levensonderhoud verschillen immers tussen Caribisch en Europees Nederland, wat een gelijkschakeling onlogisch maakt. Ditzelfde geld voor ontwikkelingen van lonen en prijzen.
De leden van de VVD-fractie vragen wat de te verwachte financiële macro-effecten zijn van het voorgestelde kader en hoe die gedekt zullen worden.
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat de vaststelling van de bedragen voor pleegvergoeding worden vereenvoudigd en dat de administratieve lasten verminderd worden. Genoemde leden vragen aan de Staatssecretaris op welke manier dit zal gebeuren.