Lijst van vragen over de uitvoering van de motie van de leden Van Helvert en Koopmans over de internationale inspanningen van de Koningin en de motie van de leden Sjoerdsma en Van Ojik over de politieke verantwoordelijkheid met betrekking tot nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis (Kamerstuk 32791-2)
Visie op het koningschap
Lijst van vragen
Nummer: 2019D39160, datum: 2019-10-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2019D39160).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: T.J.E. van Toor, griffier
Onderdeel van zaak 2019Z16788:
- Indiener: M. (Mark) Rutte, minister-president
- Volgcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-09-11 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2019-09-26 12:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2019-10-03 14:00: Politieke verantwoordelijkheid mbt nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-01-13 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2019D39160 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister-President, Minister van Algemene Zaken, over zijn brief d.d. 9 september 2019 inzake de politieke verantwoordelijkheid m.b.t. nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis (Kamerstuk 32 791, nr. 2).
De voorzitter van de commissie,
Pia Dijkstra
De griffier van de commissie,
Van Toor
1 | Op welke manier beschouwt het kabinet de motie van de leden van Helvert en Koopmans (Kamerstuk 32 735, nr. 263) en de motie van de leden Sjoerdsma en Van Ojik (Kamerstuk 32 735, nr. 253) in onderling verband? |
2 | Stond de afspraak tussen Koningin Maxima en kroonprins Mohammed Bin Salman op de website van het Koninklijk Huis? |
3 | Is met de aanstelling van Koningin Máxima als speciale pleitbezorger impliciet of expliciet toestemming gegeven voor ontmoetingen die zij zou gaan hebben in het kader van deze functie? Is voor elke ontmoeting die binnen het kader van deze functie plaatsvindt separate toestemming nodig van de Minister? |
4 | Heeft de Minister van Buitenlandse Zaken, of de Minister-President, de bevoegdheid om ontmoetingen die Koning Máxima in het kader van haar functie als speciale pleitbezorger uitvoert, te voorkomen of tegen te houden? Zo ja, is wel eens gebruik gemaakt van die bevoegdheid? |
5 | Is er voor de benoeming van Koningin Máxima tot speciale pleitbezorger van de VN secretaris-generaal voor inclusieve financiering voor ontwikkeling overleg geweest over de risico’s en wenselijkheid van contacten met landen waar de omgang met grondrechten de bijzondere aandacht van het kabinet geniet? |
6 | Met welke andere landen waar de omgang met grondrechten de bijzondere aandacht van kabinet geniet, hebben leden van het Koninklijk Huis bij het uitoefenen van hun nevenfuncties nog meer bilaterale overleggen gehad en welke staan gepland? |
7 | Is het kabinet bereid een nieuw afwegingskader te maken voor ontmoetingen in het kader van het uitoefenen van nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis met landen waar de omgang met grondrechten de bijzondere aandacht van kabinet geniet? |
8 | Gaan ontmoetingen van leden van het Koninklijk Huis met landen waar de omgang met grondrechten de bijzondere aandacht van kabinet geniet, gepaard met evenredige overdracht van kritiek op mensenrechtensituaties en andere zorgen door het kabinet? |
9 | Was de Minister van Buitenlandse Zaken voorafgaand aan de ontmoeting tussen Koningin Máxima en Mohammed Bin Salman op de hoogte van deze ontmoeting? |
10 | Was de Minister-President voorafgaand aan de ontmoeting tussen Koningin Máxima en Mohammed Bin Salman op de hoogte van deze ontmoeting? |
11 | Wanneer heeft contact tussen de vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en de ministeries van Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken betreffende het bespreken van de ontmoeting tussen Koningin Máxima en kroonprins Mohammed Bin Salman plaatsgevonden? |
12 | Welk contact is er geweest tussen het VN-team rond de functie van speciale pleitbezorger over de invulling van deze ontmoeting, en de vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en de ministeries van Algemene Zaken en van Buitenlandse Zaken? Is deze ontmoeting ter goedkeuring voorgelegd, of ter kennisgeving? |
13 | Is er intern beraad geweest op het Ministerie van Buitenlandse Zaken voorafgaand aan de ontmoeting tussen Koningin Máxima en Mohammed Bin Salman over de vraag of dit een verstandige en wenselijke ontmoeting was? Zo ja, wat kwam daar uit? |
14 | Is bij de afspraak tussen de vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en de ministeries van Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken over de ontmoeting tussen Koningin Máxima en kroonprins Mohammed Bin Salman expliciet gesproken over risico’s? |
15 | Lag bij de afspraak tussen de vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en de ministeries van Algemene Zaken en Buitenlandse Zaken over de ontmoeting tussen Koningin Máxima en kroonprins Mohammed Bin Salman het scenario op tafel om deze ontmoeting niet door te laten gaan? |
16 | Heeft de Minister van Buitenlandse Zaken voorafgaand aan de ontmoeting tussen Koningin Máxima en Mohammed Bin Salman expliciete toestemming gegeven aan deze ontmoeting? |
17 | Heeft de Minister-President voorafgaand aan de ontmoeting tussen Koningin Máxima en Mohammed Bin Salman expliciete toestemming gegeven aan deze ontmoeting? |
18 | Wat bedoelt u concreet met «Er is periodiek contact tussen vertegenwoordigers van het Koninklijk Huis en de ministeries van Algemene Zaken en van Buitenlandse Zaken om bij concrete werkzaamheden, in het bijzonder bij buitenlandse reizen en ontmoetingen, de meerwaarde en de risico’s af te wegen. Dat is ook in deze zaak gebeurd. hierbij past enige terughoudendheid van de zijde van het kabinet, om de goede uitoefening van de functie niet te hinderen»? Welke terughoudendheid moet u hierin betrachten? Hoe verhoudt die terughoudendheid zich tot uw ministeriële verantwoordelijkheid voor de nevenfunctie? |
19 | Hoe gaat het kabinet de betere borging van de politieke verantwoordelijkheid voor het inschatten en voorkomen van risico’s met betrekking tot nevenfuncties van leden van het Koninklijk Huis concretiseren? |
20 | Op wat voor manier wilt U de invulling van Uw ministeriële verantwoordelijkheid beter borgen, om dergelijke ontmoetingen van leden van het Koninklijk Huis te voorkomen? |