Inbreng verslag schriftelijk overleg over antwoord op vragen van het lid Wiersma inzake de antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht "Ruzie met de universiteit over een briljant idee"
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D11789, datum: 2020-03-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D11789).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z02989:
- Gericht aan: I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Indiener: A.D. Wiersma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-03-12 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2020-03-26 10:00: Antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht ‘ruzie met de universiteit over een briljant idee’ (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Preview document (🔗 origineel)
2020D11789 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een fractie de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over het antwoord op vragen van het lid Wiersma over de antwoorden op eerdere vragen inzake het bericht «Ruzie met de universiteit over een briljant idee» van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 6 maart 2020 (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2041).
De voorzitter van de commissie,
Tellegen
De adjunct-griffier van de commissie,
Bosnjakovic
Inhoud | blz. | ||
I | Vragen en opmerkingen uit de fracties | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
II | Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 2 |
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het antwoord op de schriftelijke vragen en lezen dat de Minister de werkwijze van de Technische Universiteit (TU) Eindhoven met de studentverklaring te ver vindt gaan. Kan de Minister aangeven op welke manieren zij vindt dat de TU Eindhoven hierin te ver gaat?
De leden lezen dat de VSNU1 momenteel bezig is een richtsnoer voor te bereiden dat meer duidelijkheid geeft in welke situatie wie eigenaar is van intellectueel eigendom. In de beantwoording blijkt dat dat de richtsnoer dit voorjaar gereed is. Is deze al gereed? Zo nee, wanneer kan de Kamer de richtsnoer verwachten? Op welke manier is die richtsnoer bindend voor alle Nederlandse instellingen? De leden lezen eveneens in de antwoorden van de Minister dat de TU Eindhoven, alsook andere universiteiten, hun eigen handelwijze gaan herbeoordelen. Is de Minister bereid om die herbeoordelingen te delen met de Kamer en op welke termijn kan de Kamer deze verwachten?
De leden lezen dat de afstandsverklaring nog steeds worden afgenomen bij de TU Eindhoven. Is de TU Eindhoven de enige hoger onderwijsinstelling in Nederland met een dergelijke verklaring? Welke maatregelen gaat de Minister nemen zodat de TU Eindhoven in ieder geval het aankomende jaar geen afstandsverklaring door haar studenten laat ondertekenen, in het geval dat een richtsnoer nog niet tot concrete resultaten heeft geleid, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
VSNU: Vereniging van Universiteiten↩︎