[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Ingelaste EU Informele Sportraad 21 april 2020; de gevolgen van COVID-19 voor de Sportsector

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2020D14779, datum: 2020-04-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D14779).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z06871:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2020D14779 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister voor Medische Zorg over de brief van 16 april 2020 inzake de geannoteerde agenda van de ingelaste informele EU-Sportraad (via een videoconferentie) op 21 april 2020; de gevolgen van COVID-19 voor de Sportsector (Kamerstuk 21 501-34, nr. 328).

De voorzitter van de commissie,
Lodders

De adjunct-griffier van de commissie,
Clemens

Inhoudsopgave blz.
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties 2
II. Reactie van de Minister 5

I. VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Vragen en opmerkingen van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de ingelaste informele EU-Sportraad en hebben daarover nog enkele vragen.

Algemeen

De leden van de VVD-fractie vragen of er op Europees niveau wordt gesproken over financiële steun voor specifiek de sportsector. Wat zal de inzet van de Minister zijn?

De Minister geeft aan dat er aanvullende maatregelen nodig zijn op nationaal, regionaal en EU-niveau. Is er al zicht op welke maatregelen het kabinet van plan is om te nemen voor zowel de korte als lange termijn? Zo nee, wanneer kunnen die worden verwacht? Wordt er hierbij ook gekeken of Nederlandse sporters mogelijk aanspraak kunnen maken op financiële ondersteuning vanuit het EU Coronavirus Response Investment Initiative (CRII)?

Kan de Minister verkennen hoe er met het toestaan van opstarten van trainingen van topsporters wordt omgegaan? Is er verschil tussen teamsport en individuele sport?

Kan de Minister tevens verkennen welke specifiek Nederlandse maatregelen nodig zijn om de unieke Nederlandse sportverenigingsstructuur zo goed mogelijk te beschermen tegen de effecten van het coronavirus? En klopt het dat de Nederlandse sportinfrastructuur kwetsbaarder is dan de sportstructuren in de rest van de EU door de verenigingsstructuur die Nederland heeft? Zijn daar eventueel steunmaatregelen vanuit de EU voor beschikbaar?

Staatssteun sportevenementen

Kan de Minister aangeven in hoeverre er sprake is van financiële gevolgen voor de organisatoren van sportevenementen als gevolg van de COVID-19 crisis? De flexibilisering in de staatssteunmaatregelen laat toe dat er steun verleend wordt aan organisatoren van sportevenementen als zij directe financiële gevolgen ondervinden. Kan de Minister aangeven of er in Nederland dergelijke steunmaatregelen nodig zijn? Zo ja, om wat voor steunmaatregelen zou dit dan gaan? Kan de Minister aangeven op welke manier organisaties van sportevenementen en verenigingen gebruik kunnen maken van reeds aangekondigde steunmaatregelen?

Op welke manier wordt er nu omgegaan met subsidies voor sportevenementen nu deze niet meer kunnen doorgaan? Wordt er nu coulant mee omgegaan? Heeft de Minister een beeld van hoe dit op gemeentelijk niveau wordt geregeld?

Vragen en opmerkingen van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de ingelaste informele EU-Sportraad op 21 april 2020 met betrekking tot de gevolgen van COVID-19 voor de Sportsector. Deze leden hebben een enkele vraag hierbij.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de inzet van Nederland tijdens deze extra informele EU-Sportraad vooral gericht zal zijn op het delen van informatie hoe met COVID-19 in sportbeleid wordt omgegaan, op de vraag hoe maatregelen te versoepelen of op te heffen om de sportsector weer goed te kunnen laten functioneren en hoe op lange termijn hiermee in relatie tot de sportsector wordt omgegaan. Deze leden vragen of er tijdens deze ingelaste informele EU-Sportraad ook gesproken zal worden over de mogelijkheid dat bij het herbestemmen van EU-fondsen (zoals de structuurfondsen) in het kader van COVID-19 ook aandacht gegeven wordt aan het in stand houden van de sportinfrastructuur (landelijk en lokaal), via bijvoorbeeld een noodfonds voor de sport. De leden van de CDA-fractie vragen daarbij ook wat de inzet van Nederland bij een dergelijke discussie zal zijn.

De leden van de CDA-fractie vragen daarnaast of Nederland een tijdelijke versoepeling van de staatssteunregels voor de sportsector zou steunen. Zo niet, wat zou daar de reden dan voor zijn? Welke staatssteun voor de sportsector wordt in andere EU-landen wel toegepast, en in Nederland niet?

De leden van de CDA-fractie vragen verder of er op Europees niveau nagedacht wordt over het belang van continentale competities in plaats van mondiale competities. Wat is het effect van de coronacrisis op het grote aantal mondiale evenementen/competities? In hoeverre kunnen meer continentale evenementen daarvoor in de plaats komen, zoals bijvoorbeeld continentale OKT’s in plaats van mondiale OKT’s?

De leden van de CDA-fractie vragen ten slotte welke steunmaatregelen er in Nederland in het algemeen zijn voor de sportsector, en of dit naar de mening van de Minister voldoende is. Wat is de stand van zaken van gesprekken met (onder andere) NOC*NSF hierover?

Vragen en opmerkingen van de D66-fractie

Algemeen

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de mogelijkheid tot schriftelijke inbreng in voorbereiding op de informele EU-Sportraad op 21 april 2020 en willen de Minister nog enkele vragen stellen.

Ondersteuning sportwereld

De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat ook de sportwereld, groot en klein, voldoende wordt ondersteund in tijden van de coronacrisis. Sport is immers goed voor lichaam en geest. Deze leden vragen de Minister welke inspanningen de Europese Commissie levert als het gaat om het ondersteunen van de sport. Op welke manier blijven subsidies, zoals Erasmus+, in stand? Wordt er op Europees niveau gesproken over financiële ondersteuning van de sportwereld? Wat is de inzet van de Minister in deze context? De Minister geeft aan dat in de periode van 24 maart tot 6 april het Kroatisch Voorzitterschap de lidstaten door middel van een vragenlijst heeft bevraagd naar hun ervaringen rondom sportbeleid en de sportsector in relatie tot COVID-19. Kan de Minister deze lijst delen met de leden? Zijn er best practices waar Nederland van kan leren om het sporten te promoten en te ondersteunen? En dan specifiek voor de breedtesport?

(Internationale) Sportevenementen

De leden van de D66-fractie willen nog enkele vragen stellen over (internationale) sportevenementen. Door de COVID-19 uitbraak in de EU worden sportevenementen geannuleerd. Er komt een moment dat deze internationale sportevenementen weer doorgang vinden. Zo heeft deze week de internationale wielerunie UCI een nieuwe (voorlopige) kalender voor de grote wielerwedstrijden gepresenteerd. De voorzitter van de Europese Commissie en de voorzitter van de Raad hebben op 15 april jl. een roadmap gepresenteerd voor het geleidelijk opheffen van de COVID-19 beperkingsmaatregelen. Er wordt niet specifiek gesproken over wanneer en hoe sportevenementen weer toegestaan kunnen worden. In welke mate gaat er op Europees niveau afstemming plaatsvinden over de doorgang van (internationale) sportevenementen en onder welke voorwaarden? Wordt er op Europees niveau afgesproken of (internationaal) publiek is toegestaan? Worden de sporters en het publiek in voldoende mate beschermd wanneer deze evenementen doorgaan? Is de Minister het ermee eens dat het verstandig is als de lidstaten niet zelfstandig deze voorwaarden gaan opstellen en dat Europese/internationale uitgangspunten kunnen helpen? Bijvoorbeeld om te voorkomen dat publiek uit de ene lidstaat naar de andere lidstaat gaat terwijl dat mogelijk nog niet verantwoord is.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de annotatie voor de ingelaste informele EU-Sportraad op 21 april 2020 over de gevolgen van COVID-19 voor de Sportsector. Genoemde leden maken zich zorgen over de gevolgen van COVID-19 voor de sportsector en de mogelijkheid tot sporten en bewegen van onze inwoners.

Met name de amateursportverenigingen zijn kwetsbaar. Hoewel veel gemeenten het vragen van huur voor faciliteiten hebben opgeschort of stopgezet, verkeren amateursportverenigingen in zwaar weer als zij geen contributie ontvangen maar kosten voor onderhoud en werknemers wel doorlopen. Ook voor commerciële aanbieders geldt dat zij inkomsten missen maar tegelijk kosten voor faciliteiten en werknemers wel doorlopen. Ook vallen door het annuleren van (grote) sportevenementen inkomsten weg.

Het risico is dat de sportinfrastructuur wordt afgebroken, een infrastructuur die in jaren is opgebouwd en die van belang is voor de mogelijkheden tot sporten en bewegen van veel mensen in Nederland. De leden van de fractie van GroenLinks vragen de Minister welke maatregelen worden getroffen om amateurverenigingen en -clubs te helpen en hoe voorkomen wordt dat organisaties van evenementen die nu niet kunnen doorgaan failliet gaan.

De leden van de fractie van GroenLinks vragen ook aandacht van de Minister voor sportfunctionarissen (dat wil zeggen sporters maar ook de professionals daaromheen) die net niet in de top werken, slechts een kleine buffer hebben en nu dus snel in financiële problemen komen als inkomsten wegvallen. Welke ondersteuning is voor hen beschikbaar?

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie vragen de Minister om een kort overzicht van de maatregelen die in andere lidstaten zijn genomen ten aanzien van de sport. Zijn ook in andere landen de accommodaties gesloten, vergelijkbaar als in Nederland? En welke compenserende of ondersteunende maatregelen zijn er in andere landen voorgesteld voor de sport, om ervoor te zorgen dat de basale infrastructuur voor de sport (voorzieningen, accommodaties, verenigingen, werknemers, vrijwilligers etc.) overeind gehouden wordt? Welke trainingen van (top)sporters gaan in andere landen wel door? Worden deze maatregelen gedeeld en wat kan Nederland hier eventueel van leren?

De leden van de SP-fractie lezen in de geannoteerde agenda dat VWS en de sportsector op dit moment bekijken wat de gevolgen zijn van de huidige COVID-19 maatregelen voor de sport en wat de sportsector nodig heeft om na het versoepelen of opheffen van deze maatregelen weer goed te kunnen functioneren. Wanneer kan de Kamer hierover informatie verwachten?

De leden van de SP-fractie constateren dat de regels voor staatssteun tijdelijk zijn versoepeld, om noodlijdende organisaties van sportevenementen die zijn geannuleerd als gevolg van de coronacrisis te kunnen helpen. Wat overweegt Nederland op dit moment te doen op dit gebied? Om wat voor steunmaatregelen zou het dan gaan?

Vragen en opmerkingen van de 50PLUS-fractie

De leden van de fractie van 50PLUS hebben enkele vragen inzake de maatregelen met betrekking tot de informele EU-Sportraad.

De leden van de 50PLUS-fractie hopen dat niet alleen het sporten wordt meegenomen maar ook bewegen. Zoals aangegeven wordt is sporten/bewegen één van de belangrijke aspecten voor individuen om gezond te blijven en voldoende weerstand te hebben. Dit geldt ook voor de ouderen in onze samenleving. Het dagelijkse beweegrondje wordt niet meer gelopen of gefietst en er worden geen beweegactiviteiten meer georganiseerd. Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat deze ouderen genoeg in beweging kunnen blijven? Hoe worden deze ouderen bereikt die geen sociale media hebben?

Hoe wordt er omgegaan met de verschillende signalen van sportbonden? Zoals de KNVB die aangeeft het seizoen van het betaald voetbal af te willen maken terwijl burgemeesters van gemeenten aangeven dit niet te willen doen. Moet hier niet een Europees besluit voor komen?

Tot slot hebben deze leden nog een vraag over grote sportevenementen. Wat verstaat de Minister onder grote sportevenementen? Zal dit betekenen dat eerst kleine sportevenementen worden toegestaan en dan later grotere sportevenementen?

II. REACTIE VAN DE MINISTER