Geannoteerde agenda VTC Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 juni 2020
Bijlage
Nummer: 2020D21240, datum: 2020-05-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Geannoteerde agenda VTC Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 juni 2020 (2020D21238)
Preview document (🔗 origineel)
GEANNOTEERDE AGENDA VTC RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL VAN 9 JUNI 2020
Introductie
Op 9 juni 2020 zal een informele videoconferentie van de Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden. Op de agenda staan de stand van zaken in de WTO en de handelsaspecten van de COVID-19 pandemie. Eurocommissaris Hogan zal daarnaast een terugkoppeling geven van de videoconferentie van de handelsministers van de G20 die op 14 mei 2020 plaatsvond.
Wereldhandelsorganisatie (WTO) – stand van zaken
De Raad zal zich buigen over de stand van zaken van de onderhandelingen binnen de WTO. Sinds het uitstel tot nader order van de 12e Ministeriële Conferentie (MC12) hebben de onderhandelingen stil gelegen. De WTO heeft gezocht naar een inclusieve, toegankelijke manier van digitaal vergaderen. Steeds meer comités, waar implementatie en monitoring van de WTO-regels centraal staan, komen inmiddels weer digitaal bijeen. Naar verwachting zal bij de Algemene Raad van de WTO (General Council) in juni een besluit worden genomen over wanneer de 12e Ministeriële Conferentie alsnog zal plaatsvinden. Daarnaast zal de Raad Buitenlandse Zaken Handel spreken over de inzet van de EU op modernisering van de WTO. De EU-inzet zou normaal gesproken eind 2020, na de MC12, tegen het licht worden gehouden. Door COVID-19 en het uitstel van de MC12 wordt deze eerder herzien.
Zowel Nederland als de EU hebben groot belang bij handel die op multilaterale regels is gebaseerd. De WTO is hiervoor het forum, omdat het ervoor zorgt dat in 164 landen dezelfde basisregels gelden zodat een stabiele omgeving voor bedrijven wordt geborgd. De WTO staat echter onder grote druk. Bepalend voor de toekomst van de WTO is antwoord op de vraag of de WTO-leden de organisatie dusdanig kunnen hervormen dat deze een nieuwe balans kan vinden tussen rechten en plichten van de leden, zodat er sprake zal zijn van een mondiaal level playing field. Nederland steunt de inzet van de EU om met de VS en Japan tot nieuwe regels te komen over industriële subsidies. Een andere bepalende kwestie voor het voortbestaan van de WTO is hoe rechten en plichten van de leden kunnen worden gehandhaafd. Met het ophouden van het functioneren van het geschillenbeslechtingssysteem binnen de WTO heeft de EU met een groep andere WTO-leden tijdelijk een alternatief systeem vorm gegeven. Nederland steunt deze interim-oplossing, maar blijft inzetten op een definitieve multilaterale oplossing, waarbij alle (grote) spelers aan boord zijn. Daarnaast acht Nederland het van belang dat ook in de WTO-onderhandelingen duurzaamheid een centrale rol krijgt. Het kabinet is van mening dat de EU op dit gebied een leidersrol op zich moet nemen. Afspraken over duurzaamheid in WTO-verband dragen ook bij aan een mondiaal gelijk speelveld voor bedrijven. Daarnaast heeft Nederland al eerder gepleit voor een nieuwe impuls voor het bevorderen van handel in zogenaamde ‘groene’ goederen, hetgeen door de Commissie opgepakt wordt.
Naast de discussie over de hervorming van de WTO, acht Nederland het van belang dat er tevens voortgang wordt geboekt op lopende onderhandelingen in de WTO op onderwerpen zoals visserijsubsidies en e-commerce.
Handelsaspecten van de COVID-19 pandemie en implicaties voor handelsbeleid
Zoals aangegeven in de geannoteerde agenda voor de extra informele Raad Buitenlandse Zaken over Handel over COVID-19 van 16 april 2020, wil het kabinet, naast focus op de bestrijding van het virus hier en nu, ook oog houden voor de middellange en lange termijn risicomitigatie. Een duurzaam, op regels gebaseerd handelssysteem is een belangrijke component om wereldwijd de coronacrisis te adresseren. Onderdeel daarvan is een analyse hoe op lange termijn de strategische weerbaarheid van mondiale waardeketens te versterken en een mogelijk al te eenzijdige afhankelijkheid van enkele landen of leveranciers binnen de voor de EU strategische waardeketens te adresseren.
Duurzaamheid blijft in de toekomst een belangrijk thema in de discussie over handel. In het kader van de voortgaande bredere discussie binnen de Europese Unie over de toekomst van Europese handelsverdragen hebben Nederland en Frankrijk in een non-paper een aantal elementen aangedragen die onderdeel kunnen vormen van deze discussie en die bij kunnen dragen aan een verdere verduurzaming van het handelsbeleid van de Europese Unie. Uw Kamer kreeg reeds een afschrift van dit non-paper.
Essential health goods agreement
Eurocommissaris Hogan zal naar verwachting een eerste reflectie geven
op de mogelijke EU-inzet om tot een plurilateraal akkoord te komen om
waardeketens voor medische goederen open te houden en invoerrechten op
deze goederen te liberaliseren. Dit volgt op de eerdere discussie
hierover tijdens de extra ingelaste, informele videoconferentie van de
Raad Buitenlandse Zaken Handel over de handelsaspecten van de COVID-19
crisis op 16 april 2020.
Het kabinet zal hierbij aandacht vragen voor een eerder door Nederland
voorgestelde Essential Health Goods Agreement, waarmee de
handel in schaarse en essentiële goederen in crisistijd beter
gereguleerd zou kunnen worden. Het is voor Nederland van belang dat de
inzet van de EU verder gaat dan het liberaliseren van invoerrechten op
medische goederen. Zo is het van belang dat handelsbeperkende
maatregelen bij een volgende gezondheidscrisis zoveel mogelijk worden
voorkomen, verdere samenwerking tussen landen bijdraagt aan ethische
allocatie van medische goederen, internationale handel in medische
goederen beter inzichtelijk wordt ten tijde van crisis en
prijsopdrijving wordt voorkomen. Het kabinet zet zich in voor opvolging
van het eerder voorgestelde Essential Health Goods Agreement
door opties voor onderdelen van een dergelijk akkoord verder uit te
werken. Het kabinet verkent daarnaast mogelijkheden om in overleg met de
Commissie onderzoek te laten uitvoeren naar onderdelen van het
voorgestelde Essential Health Goods Agreement en experts
hierbij te betrekken. Nederland trekt in de uitwerking van dit
initiatief op met gelijkgezinde lidstaten.
Noodverordening vergunningplicht export persoonlijke beschermingsmiddelen
Naar verwachting zal Eurocommissaris Hogan de Raad ook melden dat de
Commissie geen nieuw voorstel heeft gedaan om de EU-vergunningplicht bij
uitvoer van bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen te verlengen.
Daarmee zijn deze producten per 26 mei 2020 niet meer vergunning
plichtig bij uitvoer naar derde landen.
Aangezien de tekorten aan bepaalde persoonlijke beschermingsmiddelen in
de EU voortduren, zal het kabinet het belang onderstrepen dat de
Commissie de levering, opslag en beschikbaarheid van deze producten
nauwgezet blijft monitoren.
Overig
Raadpleging hernieuwing Algemeen Preferentieel Stelsel
Hierbij ga ik in op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 14 mei 2020 om aan te geven of het kabinet voornemens is te reageren op de raadpleging "Trade – preferential tariff scheme between the EU and developing countries". Het kabinet is niet voornemens om te reageren op deze consultatie. Nederland geeft haar inbreng al via de relevante werkgroepen en expertgroepen in Brussel. Nederland heeft het bedrijfsleven en maatschappelijk middenveld opgeroepen om deel te nemen aan de consultatie.