Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over verkiezingen met inachtneming van COVID-19 (Kamerstukken 35165 en 25295-25)
Verkiezingen
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D34747, datum: 2020-09-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D34747).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z15315:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-09-03 11:30: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-09-08 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-10 14:00: Verkiezingen met inachtneming van COVID-19 (TK 35165-25) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D34747 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 september 2020 (Kamerstukken 35 165 en 25 295, nr. 25) over de wijze waarop de komende verkiezingen georganiseerd zullen worden met inachtneming van maatregelen die nodig zijn in verband met COVID-19.
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx
Inhoudsopgave | blz. | |
1. | Inleiding | 2 |
2. | Advies RIVM en gezondheidsaspecten | 3 |
3. | Gemeenten | 4 |
4. | Stemlokalen en stembureauleden | 4 |
5. | Wet- en regelgeving | 6 |
6. | Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting» | 7 |
7. | Diversen | 8 |
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake verkiezingen met inachtneming van COVID-19. Graag willen zij de Minister daarover enkele vragen stellen. Maar allereerst merken zij op dat zij het, met de Minister, van groot belang voor onze democratie vinden dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden. Gelet op COVID-19 moeten verkiezingen echter wel op een veilige manier gehouden worden, zowel voor kiezers als voor stembureauleden. Dat is ook de inzet van de Minister.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de organisatie van verkiezingen. Deze leden delen het uitgangspunt van de Minister, dat het van groot belang is voor onze democratie dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden. Ook zijn deze leden met de Minister van mening, dat de verkiezingen van oktober 2020, november 2020 en maart 2021 zo kunnen worden georganiseerd dat het voor kiezers veilig is om te stemmen en het voor stembureauleden veilig is om hun werk te doen in de stemlokalen. Wel hebben deze leden nog enkele vragen over de brief.
De leden van de CDA-fractie vragen nogmaals aandacht voor de interne procedures van politieke partijen voor de vaststelling van verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten. De Minister zal in samenwerking met de Kiesraad die als centraal stembureau fungeert voor de komende Tweede Kamerverkiezing, de partijen die een aanduiding hebben geregistreerd voor deze verkiezing informeren over die stappen en daarbij ingaan op (voorzorgs-)maatregelen die kunnen worden getroffen in relatie tot COVID-19. Wat is de stand van zaken, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Op welke wijze ondersteunt de Minister politieke partijen om met de nodige processen vorm te geven met inachtneming van de coronamaatregelen?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met betrekking tot verkiezingen met inachtneming van COVID-19 en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister over verkiezingen in Coronatijd. Deze leden hebben een aantal zorgen en vragen die zij graag aan de Minister voorleggen.
De leden van de fractie van de SP hebben kennis genomen van de brief over het organiseren van de verkiezingen met inachtneming van de maatregelen om corona te bestrijden. Zij hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden maken zich zorgen over het organiseren van de verkiezingen. Zij begrijpen dat het een grote opgave is om de verkiezingen zo te organiseren maar daarbij het gevaar voor verspreiding van het virus zoveel mogelijk te beperken. Genoemde leden maken zich zorgen over de opkomst. Zowel mensen die (lichte) klachten hebben als mensen die in een risicogroep vallen, zullen hoge(re) drempels ervaren om hun stem uit te brengen. Genoemde leden zouden graag zien dat er alles aan gedaan wordt, binnen de mogelijkheden, deze drempels zoveel mogelijk te verlagen. Dat is immers in het belang van de democratie.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat vanwege Covid-19 er extra maatregelen moeten worden genomen om verkiezingen op zowel een veilige manier te kunnen laten plaatsvindt als ook op een manier waarop kiesgerechtigden niet belemmerd worden in het uitbrengen van hun stem.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief aangaande verkiezingen met inachtneming van covid-19. Zij onderschrijven de stelling van de Minister dat het van groot belang is voor onze democratie dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden.
Deze leden zullen specifieke vragen die zij hebben over de tijdelijke spoedwet voor verkiezingen, bij behandeling van die wet stellen. Voor nu hebben ze behoefte aan het stellen van een aantal specifieke vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister voor de toezending van genoemde brief. Zij hebben hier nog wel enkele nadere vragen over. De Minister stelt: «Het is uiteraard, zoals het RIVM ook constateert, mogelijk dat de actuele situatie op het precieze moment dat de verkiezing wordt gehouden anders is». Onder welke omstandigheden acht de Minister het denkbaar dat de verkiezingen uitgesteld moeten worden?
2. Advies RIVM en gezondheidsaspecten
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat kiezers bij de ingang van het stembureau worden geattendeerd op vragen die onderdeel uitmaken van een gezondheidscheck. Worden kiezers geacht deze vragen te lezen en voor zichzelf te beantwoorden, in die zin dat zij de vragen niet persoonlijk door een lid van het stembureau voorgelegd krijgen, zo vragen de leden van de VVD-fractie.
Het RIVM adviseert, dat personen die één of meerdere vragen van de gezondheidscheck met ja beantwoorden vanuit het perspectief van de infectieziektebestrijding thuis moeten blijven en iemand anders kunnen machtigen om te stemmen. De leden van de CDA-fractie vragen in meer principiële zin, of de uitoefening van het kiesrecht afhankelijk gemaakt kan worden van de bedoelde gezondheidscheck. Deze leden onderkennen dat de aanbevolen gedragslijn goed werkbaar is als de kiezer voldoende tijd heeft om iemand anders te machtigen. Deze leden vragen de Minister, of het wenselijk is dat plotseling opkomende verkoudheidsklachten de facto tot uitsluiting van het kiesrecht zouden leiden. Welke mogelijkheden ziet de Minister om aan deze uiterste consequentie te ontkomen? Verder vragen deze leden, of bij de uitbreiding van het aantal toegestane volmachtstemmen de fraudegevoeligheid is meegewogen.
De leden van de SP-fractie lezen dat het RIVM heeft geadviseerd over beschermingsmaatregelen als er stemlokalen ingericht zouden worden voor mensen die een van de gezondheidsvragen met «ja» beantwoorden. De Minister geeft aan dat ze geen voornemen heeft dergelijke stemlokalen mogelijk te maken. Kan de Minister nader ingaan waarom hiervoor gekozen is? Betekent dit dat iedereen met een snotneus niet zelf kan stemmen? Ziet de Minister daar ook de gevaren voor de opkomst? Ziet de Minister ook het gevaar dat mensen alsnog gaan stemmen in een normaal stemlokaal, omdat zij de klachten zelf niet zo ernstig achten?
De leden van de fractie van de SP vragen of er alternatieve mogelijkheden zijn onderzocht, zoals bijvoorbeeld tentopstellingen in de buitenlucht, waarbij met dranghekken ervoor gezorgd kan worden dat er voldoende afstand gehouden kan worden? Is er onderzocht of er bijvoorbeeld mogelijkheden zijn om stembureauleden aan huis te laten komen voor mensen die in quarantaine zitten, met de benodigde beschermingsmaatregelen uiteraard?
De leden van de fractie van de SP lezen dat de mogelijkheden voor mobiele stembureaus in verzorgingstehuizen groter worden. Genoemde leden denken dat dit een positieve uitwerking kan hebben op de opkomst. Zijn er meer locaties denkbaar waar dit soort bureaus kunnen worden ingericht, bijvoorbeeld op locaties waar veel mensen werken, op bijvoorbeeld hogescholen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de aangekondigde hygiënemaatregelen dwingend, of enkel sterk aanbevolen zijn. Kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het niet willen reinigen van de handen met desinfectie, betekent dat iemand het recht om zijn of haar stem uit te brengen wordt ontzegd? De leden van de ChristenUnie-fractie vragen in dit licht ook naar de samenhang van genoemde maatregelen met de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 die momenteel in de Kamer wordt behandeld. Genoemde leden vragen ook wat de precieze rol van de toezichthouder in het stembureau zal zijn.
3. Gemeenten
De leden van de GroenLinks-fractie wijzen op het feit dat de Minister schrijft dat gemeenten € 30 mln. extra krijgen, gebaseerd op de reële kostenstijgingen. Kan dit bedrag nader onderbouwd worden?
De leden van de 50PLUS-fractie nemen kennis van de mededeling van de Minister dat gemeenten een reële compensatie van ca. € 30 mln. zullen ontvangen voor de kosten die gemaakt moeten worden. Deze leden vragen zich af hoeveel rek hierin zit. Kan dit bedrag oplopen als dat nodig blijkt? Waarom wordt er gesproken van ca. € 30 mln.? Waarop is de hoogte van dit bedrag gebaseerd?
4. Stemlokalen en stembureauleden
Gemeenten houden er rekening mee, zo lezen de leden van de VVD-fractie, dat er bij de Tweede Kamerverkiezingen minder stemlokalen beschikbaar zullen zijn dan bij de verkiezingen in 2017. Er zal een beroep op scholen worden gedaan om hun gebouwen ter beschikking te stellen. Daar voldoende stemlokalen van groot belang zijn, vragen de leden van de VVD-fractie of is overwogen om ook andere locaties in beeld te brengen en te bekijken of die geschikt zijn. Zo ja, welke? Wat zijn de mogelijkheden? Graag krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Minister.
De inventarisatie die met gemeenten is uitgevoerd wijst uit dat naar verwachting een substantieel deel van de stemlokalen die de gemeenten doorgaans gebruiken niet groot genoeg zal zijn om de 1,5 meter afstand aan te kunnen houden. De leden van de CDA-fractie lezen, dat in de meerderheid van de gemeenten (52%) in het onderzoek in juni aangeeft dat een beperkt aantal of (bijna) geen stemlokalen zo ingericht kunnen worden dat stembureauleden en kiezers 1,5 meter afstand kunnen houden. De leden van de CDA-fractie vragen wat op dit moment de stand van zaken is, in het bijzonder in de gemeenten waar in november herindelingsverkiezingen zullen plaatsvinden.
In dit verband herinneren de leden van de CDA-fractie eraan, dat de gemeente Den Haag in 2012 heeft besloten af te zien van het vestigen van stembureaus in kerkgebouwen. Vanwege de 1,5 meterregel zal de vraag naar gebouwen waarin een stembureau een ruime opzet kan krijgen toenemen. Deze leden vragen, of de Minister keuzes zoals die van de gemeente Den Haag in de huidige omstandigheden nog houdbaar vindt, aangezien kerken vaak beschikken over ruimten met een oppervlakte die zich bij uitstek leent voor het handhaven van de 1,5 meterregel.
De leden van de D66-fractie delen de zorg van de Minister over het aantal (voor anti-covid maatregelen én kiezers met fysieke beperking) geschikte stemlokalen. Deze leden delen eveneens de zorg over het vinden van genoeg stembureauleden omdat minder stembureauleden beschikbaar zijn omdat zij zich in de risicogroep bevinden. Deze leden vragen de Minister welke stappen gemeenten al ondernomen hebben in het belang om voldoende stembureaus beschikbaar te krijgen voor de verkiezingen? Deze leden benadrukken dat in dit opzicht «voldoende» hier eerder méér stembureaus betekent dan minder. Deze leden benadrukken het belang van werving van extra leden, maar ook hier vragen de voornoemde leden welke stappen de gemeenten al hebben gezet om de stembureaus voldoende (dus eerder meer dan minder) bemenst te krijgen?
De leden van de D66-fractie vragen ook aandacht voor de veiligheid van de stembureauleden. Het nieuwe 4e stembureaulid staat bij de ingang van het stembureau en heeft een voorlichtende, instruerende taak. In de wetenschap dat niet iedereen overtuigd is van de noodzaak en wenselijkheid van maatregelen tegen COVID-19 bestaat er een kans dat sommige kiezers zich niet zullen gedragen conform de aanwijzingen. De voornoemde leden vragen de Minister wat te doen in een dergelijke situatie? Is de Minister in dat verband niet bang voor een verhoogde kans op ordeverstoringen in de stemlokalen? Zo ja, wat voor maatregelen kunnen hiervoor genomen worden? Zo nee, waarom niet?
De voornoemde leden kunnen zich zo voorstellen dat stembureauleden onderling en ten opzichte van kiezers de 1,5 meter afstand in acht nemen zolang zij geen beschermende kleding hebben. Deze leden vragen de Minister hoe dit bij het tellen van de stemmen en in het bijzonder bij het verlenen van hulp en bijstand in het stemhokje gaat verlopen? Met name hulp en bijstand zal op minder dan 1,5 meter verleend moeten worden. Is de Minister het met deze leden eens dat hulp en bijstand te allen tijde geboden moet kunnen worden in het stemhokje?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over het aantal beschikbare stemlokalen nu bijvoorbeeld verre van zeker is of stemlokalen kunnen worden ingericht in zorginstellingen en in schoolgebouwen. Dit betekent dat in veel gemeenten op zoek zal moeten worden gegaan naar alternatieve locaties. Deelt de Minister de zorg van deze leden? Zo ja, wanneer verwacht zij dat er een complete inventarisatie ligt van beschikbare stemlokalen en alternatieve locaties? En kan de Minister verder toezeggen dat het aantal stemlokalen niet substantieel wordt beperkt? Zo ja, kan de Minister aangeven wat volgens haar een minimum aantal stembureaus zou moeten zijn?
Dezelfde leden hebben ook zorgen over het aantal beschikbare stembureauleden. Deze leden zijn blij dat de Minister samen met gemeente inzet op het werven van nieuwe bemensing voor de stembureaus. De aan het woord zijnde leden vragen de Minister of er ook voor zorggedragen wordt dat er voldoende reserveleden beschikbaar zijn voor het geval op de dag van stemming personen die het stembureau bemensen vanwege klachten thuis moeten blijven? Het is immers de verwachting dat het aantal ziekmeldingen ook onder leden van de stembureaus hoger zal liggen dan normaal en het zou niet acceptabel zijn als diverse stemlokalen hierdoor op het laatste moment niet open kunnen gaan of stemuitslagen pas veel later beschikbaar zullen kunnen komen. Kan de Minister aangeven welke norm voor reserve bezetting er in «normale tijden» was en hoe deze norm volgens de Minister nu zal moeten zijn? Voorts zijn deze leden benieuwd naar het totaal aantal stembureauleden en stemmentellers dat normaal bij Tweede Kamerverkiezingen beschikbaar zijn en hoeveel mensen er voor de komende Tweede Kamerverkiezingen er gezocht worden.
De gezondheidsmaatregelen die het RIVM adviseert, zijn naar de mening van de leden van de PvdA-fractie hard nodig. Evenwel vragen zij zich af of de gemeenten wel in staat zullen zijn om genoeg stemlokalen in te richten zodat verkiezingen onbelemmerd kunnen plaatsvinden. Dat er nog veel inspanningen daartoe moeten worden verricht is duidelijk. De «Bevraging haalbaarheid verkiezingen onder COVID-19 maatregelen» onder de gemeenten stelt de leden van de PvdA-fractie niet gerust. De gemeenten geven aan dat in een groot de stembureaus het houden van 1,5m afstand niet mogelijk is, dat er grote onzekerheid is of er genoeg alternatieve locaties zijn, dat een meerderheid van de gemeenten geen mogelijkheid ziet om piekbelasting bij stembureaus te voorkomen om zo het aantal kiezers meer te spreiden. Aan welke concrete oplossingen denkt u om deze problemen op te lossen?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen hoe zal worden omgegaan in de stembureaus met mensen die vanwege een beperking, bijvoorbeeld een visuele beperking, lastig afstand kunnen houden. Wordt hierin ook een milde houding nagestreefd?
Voorts vragen zij of, in overleg met gemeenten, ook specifiek met ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid kan worden gesproken om te bezien hoe zij op een zo veilig mogelijke wijze deel kunnen nemen aan de verkiezingen. Genoemde leden wijzen er hierbij op dat mensen niet altijd iemand zullen hebben die zij bij volmacht willen laten stemmen, juist ook vanwege het vertrouwen dat bij een dergelijke stem nodig zal zijn.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat er rekening mee wordt gehouden dat er minder stemlokalen beschikbaar zullen zijn, omdat meerdere locaties niet kunnen voldoen aan de coronaregels. De verantwoordelijkheid voor voldoende toegankelijke stemlokalen ligt bij gemeenten. Kan de Minister nader toelichten hoe zij gemeenten denkt te ondersteunen bij dit proces? Is er bijvoorbeeld een stappenplan, zo vragen deze leden. Wat gebeurt er als er eenvoudigweg te weinig locaties zijn? Op welk moment wordt besloten in te grijpen, als dit aan de hand zou zijn? Wat gebeurt er als voor de stemmingsdag te weinig stemlokalen beschikbaar zijn? En wat gebeurt er als er wel genoeg stemlokalen zijn, maar te weinig capaciteit om die stemlokalen te bemensen?
5. Wet- en regelgeving
Er wordt een tijdelijke spoedwet voorbereid, zo begrijpen de leden van de VVD-fractie. Daarin wordt een aantal zaken geregeld. Eén daarvan heeft betrekking op het geven van hulp in een stemhokje in relatie tot de 1,5 meter afstand. Wat wordt er in dat kader voorgesteld: geen hulp bieden of het soepeler omgaan met de 1,5 meter afstand? Ook zou overwogen kunnen worden om de hulp in het stemhokje alleen te laten geven door mensen die samen een huishouden vormen. De leden van de VVD-fractie vragen de Minister daar op in te gaan.
Uiterlijk begin oktober zal het wetsvoorstel voor de tijdelijke spoedwet bij de Kamer worden ingediend. De leden van de VVD-fractie spreken de hoop uit dat dit wetsvoorstel in werking kan treden voorafgaand aan de herindelingsverkiezingen, zoals het streven van de Minister is.
De leden van de VVD-fractie wachten de eventuele voorstellen voor briefstemmen bij de Tweede Kamerverkiezingen af. Voor hen is daarbij het waarborgen van het stemgeheim belangrijk.
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het gevolg is van het uitwerken van wetgeving binnen een half jaar voor de parlementsverkiezingen. Een van de internationale (softlaw) uitgangspunten met betrekking tot verkiezingen («Code of Good Practice in electoral matters») is dat wetgeving niet moet veranderen binnen zes maanden voorafgaand aan verkiezingen. Hoe beoordeelt de Minister dit uitgangspunt in het licht van de spoedwetgeving die op komst is?
De Minister is voornemens, zo begrijpen de leden van de GroenLinks-fractie, om begin oktober met aanvullende tijdelijke wetgeving te komen. Deze leden zien uit naar deze voorstellen en zullen daar dan grondig naar kijken. Voor nu hebben deze leden nog wel een aantal concrete vragen hierover. Overweegt de Minister ook om bijvoorbeeld de verkiezingen over twee dagen wettelijk mogelijk te maken als tijdelijk noodscenario? Zo ja, wat zijn de voor- en nadelen hiervan? Zo nee, waarom niet?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat een tijdelijke spoedwet in voorbereiding is om onder andere de (bestaande) mogelijkheden om mobiele en/of bijzondere stembureaus in te richten, te verruimen. Waar liggen nu nog de belemmeringen om dat te doen?
6. Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting»
Met betrekking tot het digitaal aanvragen en verstrekken van een schriftelijke volmacht gaan de leden van de VVD-fractie ervan uit dat dit op een veilige manier gebeurt. Zij verzoeken de Minister daar op in te gaan.
In het schriftelijk overleg (TK 35 165, nr. 24) heeft de Minister aangekondigd mogelijkheden van «early voting» te zullen onderzoeken. De leden van de CDA-fractie vragen wat de stand van zaken is op dit punt.
De leden van de D66-fractie lezen dat er wordt gewerkt aan een mogelijke invoering van stemmen per brief. Klopt het dat dit niet zonder wetgeving ingevoerd kan worden? Hoe ziet de Minister het tijdpad van deze ontwikkelingen in het licht van voornoemd internationale «standards»? De voornoemde leden hebben in het verleden ook wel eens de suggestie voorbij zien komen van het stemmen per telefoon. Is dit volgens de Minister ook iets om over na te denken? Graag ontvangen zij hierop een reactie.
De leden van de D66-fractie zijn het met de Minister eens dat gestreefd moet worden naar spreiding van het stemmen gedurende de dag. Deze leden vragen de Minister of in dit verband de mogelijkheid «early voting» is overwogen? Zo ja, is dit een haalbare optie? Hoe zou de Minister dit vormgeven? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister in te gaan op zorgen die leven ten aanzien van de veiligheid van digitale volmachtverlening. Hoe wordt gewaarborgd dat hiermee niet gefraudeerd kan worden?
De leden van de SP-fractie lezen dat het aantal uit te brengen volmachtstemmen wordt uitgebreid van twee naar drie. De leden van de SP-fractie begrijpen de achterliggende redenatie maar wijzen op een eerder advies van onder andere de Greco (The Group of States against Corruption van de Raad van Europa) die het systeem van volmachtstemmen bekritiseerde vanwege fraudegevoeligheid. Hoe verhoudt de uitbreiding zich hiertoe? Daarnaast lezen de genoemde leden dat een schriftelijke volmacht digitaal kan worden aangevraagd. Is dit veilig? Daarnaast vragen de leden tot wanneer een dergelijk volmacht afgegeven kan worden, kan dit ook nog op de verkiezingsdag zelf?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om bij de uitwerking van de uitzondering voor het aantal volmachtsstemmen, nadrukkelijk rekening te houden met de kritiek vanuit onder meer de Kiesraad en de OVSE op het huidige systeem.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen of de Minister zich realiseert dat de verhoging van het aantal volmachten onvoldoende kan zijn om deelname van mensen die fysiek beperkt zijn, of in quarantaine zitten, te garanderen?
Voorts lezen zij dat een scenario voor briefstemmen wordt uitgewerkt. Is daarover al iets meer bekend? In welke omstandigheden kan briefstemmen een optie worden? Op welk moment moet besloten worden dat hiertoe moet worden overgegaan, om qua voorbereiding niet in de knel te komen?
Tevens vragen deze leden of er al wordt gekeken naar de Nederlandse stemmers in het buitenland. Moeten daar separate voorbereidingen voor worden betracht? Zo ja, worden deze contacten al gelegd?
7. Diversen
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de Minister de mogelijkheid overweegt om in het uiterste geval één of meerdere maatregelen over te nemen die men nu in de omliggende Europese landen treft om de verkiezingen met inachtneming van COVID-19 voorspoedig te kunnen laten verlopen? Zo ja, welke maatregelen zouden dat bijvoorbeeld kunnen zijn en waarom zou die maatregel geschikt zijn voor de Nederlandse situatie? Zo nee, waarom niet?
De leden van de GroenLinks-fractie hechten eraan dat de Kamer de ontwikkelingen de komende maanden goed kan volgen. Daarom zouden deze leden de Minister willen vragen om maandelijks een stand van zaken brief te ontvangen. Is de Minister hiertoe bereid?
De leden van de PvdA-fractie vragen naar de stand van zaken in uw overleg met het openbaar lichaam Sint-Eustatius, zodat de eilandsraadverkiezing met in achtneming van de door het RIVM geadviseerde maatregelen kunnen worden gehouden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de evaluatie van de herindelingsverkiezingen in november 2020, op korte termijn naar de Kamer zal worden gestuurd zodat deze ook nog een rol van betekenis kan spelen bij de bespreking van de voorbereidingen van de Tweede Kamerverkiezingen.
Tot slot hechten de leden van de ChristenUnie-fractie eraan op te merken dat er een hoop anders zal zijn dan gebruikelijk bij deze verkiezingen. Zowel voor kiezers als voor stembureauleden. Zij vragen in dit licht of het wenselijk is om de experimenten met stembiljetten bij deze verkiezing doorgang te laten vinden.