Verslag houdende een lijst van vragen inzake Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35570-B)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021
Lijst van vragen
Nummer: 2020D37305, datum: 2020-09-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D37305).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z15320:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Medeindiener: J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-09-15 15:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-17 14:45: Aanvang middagvergadering: Extra regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-24 11:30: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-09-24 21:00: Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021 (TK 35570-B) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-10-14 10:15: Begroting Binnenlandse Zaken (VII) (1e termijn Kamer) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-10-15 18:35: Begroting Binnenlandse Zaken (VII) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-12-08 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2020-12-17 18:00: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2020D37305 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties over de Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35 570 B).
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx
1 | Is de opschalingskorting wettelijk verankerd? |
2 | Kunt u in een tabel de budgettaire reeks van de opschalingskorting over de gehele looptijd weergeven zoals deze in de begroting is opgenomen en daarnaast zoals deze is opgenomen in de middellangetermijnraming van het CPB? |
3 | Hoe beoordeelt u de constatering dat geen enkele gemeentebegroting structureel sluitend is nu in de meicirulaire 2020 wordt uitgegaan van een groei van het accres in 2022 van 3,65 procent en volgens de Miljoenennota het voorlopig accres in 2022 negatief: 0,98 procent lager dan in 2021? |
4 | Wat zou het budgettaire effect zijn indien de bevriezing van het accres voor de volledige tijdsperiode in de begroting zou worden doorgevoerd? |
5 | Hoeveel gemeenten hebben er voor het aankomende jaar en/of structureel een exploitatietekort (excl. begrotingsposten zoals «claim op het Rijk») en vindt u dat een goede indicator om de financiële situatie bij gemeenten te beoordelen? |
6 | Hoeveel gemeenten zouden op dit moment onder preventief toezicht komen te staan indien het toezicht onverkort doorgang zou vinden? |
7 | Bestaat er een indicator voor de structurele financiële wendbaarheid of structurele financiële ruimte voor gemeenten? Zo ja, wat is de meest recente stand daarvan? Zo nee, kan deze ontwikkeld worden? |
8 | Kan per beleidsterrein een overzicht gegeven worden van de te verwachten tekorten de komende vijf jaar? |
9 | Wat zou het budgettaire effect zijn indien ervoor gezorgd wordt dat alle nadeelgemeenten in de nieuwe herverdeling van het gemeentefonds voor wat betreft het sociaal domein, daarvoor volledig gecompenseerd worden? |
10 | Op welk percentage of op welk bedrag aan compensatie voor de invoering van een OZB-tarief voor gebruikers via de algemene heffingskorting bevindt zich het omslagpunt waar de koopkrachteffecten negatief worden voor de laagste inkomensgroep, de èèn na laagste inkomensgroep en voor alle huishoudens? |
11 | Wat zijn de precieze effecten en mogelijkheden van het vervangen van de vermakelijkhedenretributie door een algemene dagverblijfsbelasting en bestaat voor deze maatregel interesse bij gemeenten? |
12 | Wat zijn de precieze effecten en mogelijkheden van de invoering van een grondontwikkelingsheffing en bestaat voor deze maatregel interesse bij gemeenten? Kunt u daarbij ingaan op het eventuele risico op juridische procedures over de begrenzing van het gebied waar de heffing van toepassing is? |
13 | Wat zijn de laatste cijfers over het macro-exploitatietekort bij gemeenten en hoe apprecieert u deze? |
14 | Zijn gemeenten ook in 2020 en 2021 verplicht te komen met een sluitende begroting, ondanks de hoge uitgaven voor corona? Is dat wel haalbaar? |
15 | Kan er een overzicht gegeven worden van de gerealiseerde en/of begrote investeringen door gemeenten van 2006 tot en met 2021? |
16 | Welke concrete stappen worden er gezet om te komen tot een stabieler begrotingsbeleid voor gemeenten, zodat zij minder vaak binnen een Begrotingsjaar de uitgaven aan moeten passen? |
17 | Wat gebeurt er concreet om te zorgen voor indicatoren die plattelandsgemeenten en gemeenten in krimpregio's meer financiële armslag bieden? |
18 | Wat gebeurt er om ervoor te zorgen dat plattelandsgemeenten en krimpgemeenten niet te maken krijgen met verdergaande bezuinigingen bij de herziening van het verdeelmodel? |
19 | Hoe wordt er concreet toegewerkt naar vergroting van het lokale belastinggebied onder gelijktijdige verlaging van de rijksbelastingen? Waarom worden er nog geen verdere concrete stappen gezet om het lokale belastinggebied te vergroten? Welke stappen worden er verder nog gezet om het volgende kabinet een goede basis te bieden voor een spoedige herziening van het lokale belastingstelsel? |
20 | Kan een overzicht worden gegeven van schuldenpositie per gemeente? |
21 | Kan een overzicht worden gegeven van de reserves van gemeenten? |
22 | Kan een overzicht worden gegeven van de weerstandsvermogens van gemeenten? |
23 | Is bekend hoeveel gemeenten achterstallig onderhoud aan wegen, kades, bruggen en andere werken hebben? En hoeveel euro er nodig is om dit achterstallige onderhoud in te halen? |
24 | Wat doen de fondsbeheerders met de aanbevelingen uit het rapport van de Studiegroep Interbestuurlijke en Financiële verhoudingen? Wat betekent dit voor het wetsvoorstel herziening uitkeringsstelsel? |
25 | Hoeveel rekening is er gehouden voor wat betreft de bijstandsuitkeringen en de andere regelingen in het kader van corona bij de raming van de uitkering aan gemeenten? |
26 | Hoeveel rekening is er gehouden voor wat betreft de bijstandsuitkeringen en de andere regelingen in het kader van corona bij de raming van de uitkering aan gemeenten? |
27 | Waarom is definitieve besluitvorming m.b.t. de uitkomsten onderzoek Jeugd aan het volgende kabinet? Als uit het onderzoek blijkt dat er structurele tekorten zijn, welke zekerheid kunnen gemeenten dan krijgen dat deze tekorten ook aangevuld. |
28 | Voor welke jaren is het accres gemeentefonds vastgezet? Is dit accres ook vastgezet voor de jaren 2022 en volgende? |
29 | Hoe verhouden de percentages als het gaat om het accres gemeentefonds, genoemd in de meicirculaire 2020, de Miljoenennota 2021 en de septembercirculaire 2020, zich tot elkaar? Hoe luiden die percentages? Klopt het dat de septembercirculaire 2020 op dit punt niet is geactualiseerd? Wat is daarvan de reden? Wat zijn de gevolgen daarvan voor de gemeenten die hun begroting 2021 moeten opstellen met daarin het meerjarenperspectief tot en met 2024? Wat zijn de gevolgen voor latere jaren, vanaf 2022? |
30 | Klopt het dat de verwachte rijksuitgaven in 2022, 2023 en 2024 veel minder stijgen – in 2022 zelfs 0,98% dalen – dan in de begroting en de septembercirculaire staat (zoals gemeld door Binnenlands Bestuur)? Wat betekent dit voor het accres in 2022? |
31 | Welke afspraken zijn er gemaakt met VNG en IPO over de periode na het vastzetten van het accres? |
32 | Welke accrespercentages zouden hebben gegolden als de accrespercentages niet vast zouden zijn gezet? Hoe zou zich dit vertalen naar de omvang van het gemeentefonds? |
33 | Waar is het bedrag van € 300 miljoen voor de jeugdzorg voor 2022 op gebaseerd? |
34 | Wat wordt bedoeld met «financierende rol»? Indien hiermee de Minister van Financiën wordt bedoeld, geldt die rol dan niet voor alle begrotingen? |
35 | Wordt de regisserende rol en financierende rol gezamenlijk uitgevoerd? Zo nee, hoe is de taakverdeling m.b.t. deze rollen? |
36 | Wie bepaalt de omvang van het gemeentefonds? Welke rol hebben gemeenten hierin? Zijn de fondsbeheerders, in het bijzonder de Minister van Financiën, onafhankelijk genoeg om hier een oordeel over te geven? |
37 | Zijn de fondsbeheerders van mening dat de gemeenten via het gemeentefonds zijn voorzien van voldoende financiële middelen voor de uitvoering van hun taken? Zo ja, waarop wordt dat gebaseerd en hoe strookt dit met de aanhoudende signalen van VNG, gemeenten en provinciale toezichthouders? |
38 | Wanneer ontvangt de Kamer de brief die de Minister in het debat over de Voorjaarsnota op 1 juli 2020 aankondigde over artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet. |
39 | Ligt de drempel voor artikel 12 niet te hoog? Is het aantal art. 2 gemeenten wel een goede indicator voor de financiële situatie van gemeenten? |
40 | Hoeveel gemeenten hebben in 2020 een ozb-tarief en riool- en afvalrecht dat voldoet aan de artikel 12-norm? |
41 | Wordt bij de aanpassing van het verdeelmodel voor de algemene uitkering wel uitdrukkelijk gezocht naar criteria die niet in de eerste plaats de (grote) steden bevoordelen, maar ook evenwichtig aandacht hebben voor gemeenten met veel landelijk gebied? |
42 | Is in figuur 3 rekening gehouden met de demografische ontwikkeling voor de periode 2020 – 2025? Zo nee, kan de grafiek geactualiseerd worden op basis van CBS-prognoses? |
43 | Waarom daalt het gemiddelde bedrag per inwoner? Wat zijn de argumenten op basis waarop het bedrag per inwoner omlaag gaat? |
44 | Kunnen de fondsbeheerders een overzicht opstellen van de daadwerkelijke verstrekte aantallen specifieke uitkeringen 2018 en 2019, en het voorlopig aantal daadwerkelijk verstrekte specifieke uitkeringen in 2020 ter toelichting op Tabel 6? |
45 | Wat zijn de precieze effecten en mogelijkheden van het vervangen van de toeristenbelasting door een algemene nachtverblijfsbelasting op overnachtingen door niet-inwoners, bestaat voor deze maatregel interesse bij gemeenten en bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen zoals het rapport Bouwstenen voor een Beter belastinggebied adviseert? |
46 | Kunt u de stijging van de OZB uitsplitsen in de beleidsmatige en niet-beleidsmatige stijging? |
47 | Hoeveel ouderen ontvangen momenteel de WMO-voorzieningen huishoudelijke hulp, dagbesteding en mantelzorgondersteuning? |
48 | Kunt u cijfermatig laten zien of en in welke mate een aanzuigende werking van het abonnementstarief op deze categorieën heeft plaatsgevonden? |
49 | Op welk percentage of op welk bedrag aan compensatie voor de invoering van een ingezetenenheffing via de algemene heffingskorting bevindt zich het omslagpunt waar de koopkrachteffecten negatief worden voor de laagste inkomensgroep, de èèn na laagste inkomensgroep en voor alle huishoudens? |
50 | Op basis waarvan is het bedrag van € 23 mln voor de kinderopvang van ouders met een cruciaal beroep bepaald? |