[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D48149, datum: 2020-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35650-V-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35650 V-2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2020Z22725:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020‒2021
35 650V Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 30 november 2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V);

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Buitenlandse Zaken,

S.A.Blok

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer begroting

De voorliggende tweede suppletoire begroting bevat de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 van hoofdstuk V van de begroting van het Rijk.

In onderdeel 2 wordt een beknopte toelichting gegeven op de wijzigingen die zijn opgetreden binnen het totaal van de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS).

In onderdeel 3 worden de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Zaken toegelicht.

Onderdeel 4 bevat per beleidsartikel een tabel budgettaire gevolgen van beleid. Na deze tabellen wordt een toelichting op de mutaties gegeven. Hierbij worden per artikel de mutaties die groter of gelijk zijn aan de ondergrenzen in onderstaande staffel conform de Rijksbegrotingsvoorschriften toegelicht. De wijzigingen van de verplichtingen worden alleen toegelicht wanneer ze groter zijn dan 10% ten opzichte van de stand in de 1e suppletoire begroting op artikelniveau.

Tabel: Ondergrenzen conform Rijksbegrotingsvoorschriften

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In onderdeel 5 staan de tabellen van de niet-beleidsmatige artikelen.

2 Wijzigingen in de omvang van de HGIS

In deze paragraaf wordt geschetst welke wijzigingen zijn opgetreden in de omvang van de HGIS sinds de Voorjaarsnota 2020. Zoals uit de hiernavolgende tabellen blijkt, nemen de uitgaven toe met EUR 111,2 miljoen en nemen de ontvangsten af met EUR 32,1 miljoen.

Stand uitgaven VJN 2020 6.078,2 4.481,7
Totaal mutaties 111,2 249,2
Stand uitgaven NJN 2020 6.189,3 4.752,2
  1. In de tabel komen afrondingsverschillen voor.

De HGIS standen zijn inclusief EU- en asieltoerekening.

De toename is het gevolg van meerdere mutaties. In de hiernavolgende tabel zijn deze nader uitgesplitst.

Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA) ‒ 379,1 ‒ 377,9
Overboekingen van en naar de HGIS 459,7 500,0
Desaldering op ontvangsten ‒ 32,0
Kasschuif 155,5 155,5
Toevoeging middelenafspraak huisvesting ‒ 14
Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting) ‒ 78,8 ‒ 28,4
Totaal 111,2 249,2
  1. In de tabel komen afrondingsverschillen voor.

Toelichting uitgaven:

  1. Macrobijstellingen BNI (ODA) en prijscomponent BBP (non-ODA): op basis van de wijzigingen zoals deze zijn opgenomen in de Macro Economische Verkenning voor het Bruto Nationaal Inkomen (ODA) en de prijscomponent van het Bruto Binnenlands Product is de omvang van de HGIS bijgesteld. Hierdoor wordt het ODA-budget met EUR 377,9 miljoen verlaagd en wordt het non-ODA-budget met EUR 1,2 miljoen verlaagd. Naar aanleiding van het advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken heeft het kabinet EUR 350 miljoen ter beschikking gesteld om het budget voor ontwikkelingssamenwerking te stabiliseren, ondanks de effecten van de macrobijstellingen. Daarnaast heeft het kabinet EUR 150 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van bestrijding van COVID-19 in de meest kwetsbare landen (Kamerstuk 33 625, nr. 320).
  2. Overboekingen van en naar de HGIS: er vindt verder nog een aantal overboekingen van en naar de HGIS plaats, waardoor het niet ODA-deel van het HGIS budget per saldo met EUR 40,3 miljoen afneemt. Het betreft overhevelingen met name op het gebied van Buitenlandse Zaken en Defensie.
  3. Desaldering op ontvangsten: de ontvangsten nemen af met EUR 32 miljoen. Dit is met name het gevolg van een afname in de ontvangsten van Buitenlandse Zaken.
  4. Kasschuif: een betaling aan de Wereldbank zal in 2020 worden verricht, in plaats van 2021. Daarnaast is budget op het gebied van ontwikkelingssamenwerking naar voren gehaald, als onderdeel van het pakket aan maatregelen van het kabinet (Kamerstuk 33 625 nr. 320).
  5. Toevoeging middelenafspraak huisvesting: het huisvestingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gericht op het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Om dit te bewerkstelligen is een middelenafspraak huisvesting gemaakt waarbij de opbrengst van de verkopen opnieuw kan worden ingezet in latere jaren. In dit kader wordt EUR 14 miljoen doorgeschoven naar volgend jaar. Vanwege COVID-19 hebben deze uitgaven op het gebied van huisvesting vertraging opgelopen.
  6. Eindejaarsmarge (verwachte onderuitputting): binnen de HGIS verwacht een aantal departementen lagere uitgaven dan geraamd. De belangrijkste mutaties zijn opgenomen in de begrotingen van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en Buitenlandse Zaken. Dit wordt via de eindejaarsmarge meegenomen naar volgende jaren.
Stand ontvangsten VJN 2020 186,2 29,2
Totaal mutaties ‒ 32,2 0
Stand ontvangsten NJN 2020 154,1 29,2
  1. in de tabel komen afrondingsverschillen voor.

Toelichting ontvangsten:

  1. De ontvangsten nemen af met EUR 32,2 miljoen. Hierbij wordt EUR 32 miljoen gedesaldeerd met de uitgaven.
  2. Op de begroting van Financiën nemen de geraamde ontvangsten voor de internationale financiële instellingen toe met EUR 2 miljoen. Deze raming betreft een stelpost en op basis van de ontwikkeling in 2020 wordt deze nu bijgesteld.
  3. Op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking nemen de ontvangsten en restituties op leningen af met EUR 2,2 miljoen. Deze mutatie is wel onderdeel van de HGIS, maar niet kaderrelevant.

3 Beleid

3.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

Zomer 2020

In de zomer van 2020 is besloten om vanuit generale middelen een pakket van EUR 150 miljoen beschikbaar te stellen om, langs de lijnen van het AIV advies 'Nederland en de wereldwijde aanpak van COVID-19', in te zetten voor een effectieve, gepaste Nederlandse bijdrage aan de mondiale strijd tegen de impact van het coronavirus. Hiervan werd een bedrag van EUR 8 miljoen aanvullend op de BZ-begroting opgenomen, bedoeld voor medische interventies in internationaal (met name EU- en NAVO) verband. Op de begroting van het Ministerie van Defensie werd EUR 3 miljoen opgenomen. De resterende middelen zijn opgenomen op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. In de kabinetsreactie is toegelicht op welke wijze de middelen worden ingezet op een aantal specifieke onderdelen (Kamerstuk 2020Z13824).

2.1 Programma Ondersteuning Beleid1 2.500 Kamerstuk 2020Z13824
4.1 Bijzondere bijstand buitenland 6.600 incidentele suppletoire begroting
4.4 Programma Ondersteuning Beleid 5.000 Kamerstuk 2, 35 450 V, nr. 2
4.4 Programma Ondersteuning Beleid; o.a. Steunverzoeken EU/NAVO2 6.250 Kamerstuk 2020Z13824
  1. Dit betreft EUR 4 miljoen als onderdeel van het brede COVID-19 steunpakket [Kamerstuk II 33 625, nr. 320], waarvan uiteindelijk EUR 1,5 miljoen is opgenomen in de BHOS begroting.
  2. Dit betreft EUR 4 miljoen als onderdeel van het brede COVID-19 steunpakket [Kamerstuk II 33 625, nr. 320] en een verhoging van EUR 2,25 miljoen ten behoeve van het steunpakket medische hulpmiddelen aan Suriname en extra noodhulpverzoeken uit diverse landen.

Uitgaven

In dit wetsvoorstel is een aantal begrotingswijzigingen opgenomen dat leidt tot een verhoging van de geraamde uitgaven van Buitenlandse Zaken (V) met EUR 748,2 miljoen in 2020.

De belangrijkste mutaties ten opzichte van de eerste suppletoire begroting worden onder de tabel toegelicht. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen onder de desbetreffende beleidsartikelen.

Vastgestelde begroting 2020 10.358.509
Stand 1e suppletoire begroting 2020 10.570.707
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Bescherming en bevordering van mensenrechten 1.2 7.460
2) Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde 2.4 ‒ 33.200
3) Afdrachten aan de Europese Unie 3.1 829.234
4) Apparaat 7.1 ‒ 49.175
6) Overige mutaties ‒ 6.066
Stand 2e suppletoire begroting 2020 11.318.960

Toelichting

  1. Artikel 1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten

    Het budget voor de bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt per saldo met EUR 7,5 miljoen. Deze verhoging is voor EUR 6 miljoen het gevolg van extra bijdragen aan OHCHR en UNESCO op het terrein van godsdienstvrijheid, persvrijheid en accountability. Dit bestaat uit een bijdrage van EUR 1 miljoen aan UNESCO, EUR 2 miljoen aan OHCHR voor godsdienstvrijheid, EUR 1 miljoen aan OHCHR voor vrijheid van meningsuiting/persvrijheid en EUR 2 miljoen aan OHCHR voor accountability. Deze bijdrage ondersteunt direct de accountability/bewijsgaringmechanismen in o.a. Jemen, Myanmar en Libië.

  2. Artikel 2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband

    De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden met EUR 33,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit komt met name doordat de Nederlandse contributie aan de VN-crisisbeheersingsoperaties lager uitvalt dan geraamd. Binnen het Stabiliteitsfonds zijn er activiteiten vertraagd in verband met COVID-19, waardoor de uitgaven EUR 5 miljoen lager uitvallen. Daarnaast wordt er EUR 9,9 miljoen overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risico posten.

  3. Artikel 3.1 Afdrachten aan de Europese Unie

    Op artikel 3.1 heeft een aantal mutaties plaatsgevonden, die per saldo leiden tot een opwaartse bijstelling van het budget. Deze mutaties zijn het gevolg van aanvullende begrotingen van de Europese Commissie voor 2020: Draft Amending Budget (DAB) 3, 7, 8, en 9. Daarnaast is een technische herberekening van de Britse korting van de afgelopen jaren verwerkt in de raming. Tot slot wordt een uitgave verwerkt die een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie betreft, vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden.

  4. Artikel 7 Apparaat

    De uitgaven op apparaat dalen per saldo met EUR 49,2 miljoen. De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 21,4 miljoen. Door de coronacrisis zijn de beoogde intensiveringen niet gerealiseerd. De materiële uitgaven dalen per saldo met EUR 26,6 miljoen. Dit is het gevolg van een overheveling naar FMHaaglanden (EUR 10,2 miljoen) ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8 en lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting (EUR 7 miljoen) en het doorschuiven van middelen voor veiligheid en huisvesting. In de Miljoenennota zijn extra investeringen in de veiligheid van hoog-risico posten opgenomen (EUR 28 miljoen) en deze schuiven deels door naar komende jaren via eindejaarsmarge (EUR 22 miljoen). Ook wordt een bedrag van EUR 14 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren.

Ontvangsten

De ontvangsten zijn gedurende 2020 per saldo EUR 75,6 miljoen hoger uitgevallen. De belangrijkste mutaties worden onder de tabel toegelicht.

Vastgestelde begroting 2020 787.390
Stand 1e suppletoire begroting 2020 807.265
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Diverse ontvangsten EU 3.10 107.690
2) Consulaire dienstverlening 4.10 en 4.20 ‒ 28.100
6) Overige mutaties ‒ 4.010
Stand 2e suppletoire begroting 2020 882.845

Toelichting

  1. Artikel 3.10 Afdrachten aan de Europese Unie

    De ontvangsten nemen per saldo toe met EUR 107,7 miljoen. De verlaging van de invoerrechten als gevolg van Draft Amending Budget 7 leidt tot een lagere vergoeding voor het innen van de perceptiekostenvergoeding van EUR 74 miljoen in 2020. Daarnaast heeft de Europese Commissie in juni de nacalculatie 2019 van de BTW en BNI-afdrachten over de periode 2015-2018 in de afdrachten verwerkt. Voor Nederland leidt dit tot een eenmalige toename van de overige ontvangsten van EUR 17 miljoen in 2020. Tot slot wordt een ontvangst verwerkt van EUR 164,8 miljoen. Dit betreft de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden.

  2. Artikel 4.10 en 4.20 Consulaire dienstverlening

    De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 28,1 miljoen. Dit is het gevolg van COVID-19. Hierdoor is de vraag naar visa en reisdocumenten nagenoeg stil gevallen. Na de zomer is de vraag geleidelijk weer op gang gekomen, maar deze blijft lager dan oorspronkelijk geraamd. De kostendekkendheid van de consulaire dienstverlening is hierdoor afgenomen. Dit is opgevangen door de onderuitputting op de apparaatsbegroting.

4 Beleidsartikelen

Artikel 1: Versterkte internationale rechtsorde

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 111 696 112 506 0 8 778 121 284
Uitgaven:
Programma-uitgaven totaal 125 788 126 941 0 4 753 131 694
waarvan juridisch verplicht 80% 100%
1.1 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak 48 879 49 068 0 722 49 790
Subsidies (regelingen)
Internationaal recht 3 535 3 785 0 500 4 285
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Verenigde Naties 34 525 34 548 0 107 34 655
OESO 7 219 7 135 0 110 7 245
Internationaal Strafhof 3 600 3 600 0 5 3 605
1.2 Bescherming en bevordering van mensenrechten 63 502 63 402 0 7 460 70 862
Subsidies (regelingen)
Mensenrechtenfonds 25 646 22 645 0 1 801 24 446
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Mensenrechtenfonds 30 106 30 106 3 001 659 33 766
Mensenrechten multilateraal 7 750 10 651 ‒ 3 001 5 000 12 650
1.3 Gastlandbeleid internationale organisaties 13 407 14 471 0 ‒ 3 429 11 042
Subsidies (regelingen)
Carnegiestichting 4 400 4 400 0 194 4 594
Bijdrage aan agentschappen
Vredespaleis 5 500 6 500 0 ‒ 4 000 2 500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal Strafhof 1 038 1 061 0 0 1 061
Speciaal Tribunaal Libanon 1 919 1 960 0 102 2 062
Nederland Gastland 550 550 0 275 825

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting.

Uitgaven

Artikel 1.2

Het budget voor de bescherming en bevordering van mensenrechten stijgt per saldo met EUR 7,5 miljoen. Deze verhoging is onder meer het gevolg van extra bijdragen aan OHCHR en UNESCO op het terrein van godsdienstvrijheid, persvrijheid en accountability. Dit bestaat uit een bijdrage van EUR 1 miljoen aan UNESCO, EUR 2 miljoen aan OHCHR voor godsdienstvrijheid, EUR 1 miljoen aan OHCHR voor vrijheid van meningsuiting/persvrijheid en EUR 2 miljoen aan OHCHR voor accountability. Deze bijdrage ondersteunt direct de accountability/bewijsgaringmechanismen in o.a. Jemen, Myanmar en Libië. Ook zijn er extra middelen voor het organiseren van de World Press Freedom Conference ingezet.

In de Miljoenennota is EUR 3 miljoen van Mensenrechten multilateraal naar Mensenrechtenfonds overgeheveld. Dit bedrag was in de memorie van toelichting op de eerste suppletoire begroting abusievelijk verkeerd opgenomen. Deze correctie is toegelicht in de Kamervragen (Kamerstuk 35450-V, nr. 3).

Artikel 1.3

Het budget voor gastlandbeleid internationale organisaties neemt per saldo af met EUR 3,4 miljoen. Dit komt voornamelijk doordat de uithuizing van de huurders van het Vredespaleis vertraging heeft opgelopen waardoor de middelen niet meer in 2020 worden uitgegeven.

Artikel 2: Veiligheid en stabiliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 267 433 275 431 ‒ 5 900 ‒ 8 579 260 952
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 280 326 271 337 ‒ 5 900 ‒ 23 999 241 438
waarvan juridisch verplicht 87% 99%
2.1 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid 12 545 13 486 4 000 ‒ 1 477 16 009
Subsidies (regelingen)
Atlantische Commissie 500 556 0 0 556
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
NAVO 7 200 8 040 0 0 8 040
WEU 565 610 0 23 633
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 2 700 2 700 4 000 ‒ 1 500 5 200
Veiligheidsfonds 1 580 1 580 0 0 1 580
2.2 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme 13 251 14 205 0 2 790 16 995
Subsidies (regelingen)
Anti-terrorisme instituut 451 485 0 130 615
Contra-terrorisme 7 420 8 670 0 ‒ 550 8 120
Cyber security 2 800 2 470 0 325 2 795
Opdrachten
Global Forum on Cyber Expertise 0 0 0 2 000 2 000
Contra-terrorisme 500 500 0 0 500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Contra-terrorisme 880 880 0 1 210 2 090
Cyber security 1 200 1 200 0 ‒ 325 875
2.3 Wapenbeheersing 10 873 10 873 0 ‒ 273 10 600
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
IAEA 7 317 7 317 0 ‒ 317 7 000
OPCW en andere ontwapeningsorganisaties 1 636 1 636 0 44 1 680
CTBTO 1 920 1 920 0 0 1 920
2.4 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband 213 835 203 170 ‒ 9 900 ‒ 23 314 169 956
Subsidies (regelingen)
Nederland Helsinki Comité 28 28 0 0 28
Stabiliteitsfonds 25 000 25 000 0 0 25 000
Training buitenlandse diplomaten 2 500 2 750 0 ‒ 250 2 500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
OVSE 6 000 6 000 0 ‒ 250 5 750
Stabiliteitsfonds 61 900 59 900 0 ‒ 5 000 54 900
VN-contributie voor crisisbeheersingsoperaties 98 349 98 349 0 ‒ 18 000 80 349
Overige 58 0 0 186 186
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken
Inzet hoog-risico posten 20 000 11 143 ‒ 9 900 0 1 243
2.5 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden 29 822 29 603 0 ‒ 1 725 27 878
Subsidies (regelingen)
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «MATRA» 11 822 12 626 0 ‒ 1 004 11 622
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 0 9 131 0 ‒ 964 8 167
Opdrachten
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 0 0 0 965 965
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP); «Shiraka» 18 000 7 846 0 ‒ 722 7 124
Ontvangsten 1 242 1 242 0 0 1 242
2.10 Doorberekening Defensie diversen 242 242 0 0 242
2.40 Restituties programma's 1 000 1 000 0 0 1 000
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Beleidsartikel 2 Veiligheid en stabiliteit (Tweede suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting.

Uitgaven

Artikel 2.1

De uitgaven binnen het subartikel goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid stijgen per saldo met EUR 2,5 miljoen. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een verhoging van het budget voor Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid. Deze middelen worden ingezet voor bescherming en bestrijding in het kader van COVID-19 (Kamerstuk 2020Z13824).

Artikel 2.2

Het budget voor de bestrijding van internationale criminaliteit en terrorisme neemt per saldo met EUR 2,8 miljoen toe. Deze stijging is voornamelijk het gevolg van een bijdrage aan het Global Forum on Cyber Expertise.

Artikel 2.4

De uitgaven voor de bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband worden met EUR 33,2 miljoen naar beneden bijgesteld. Dit is het gevolg van een lagere Nederlandse contributie aan de VN voor crisisbeheersingsoperaties. Binnen het Stabiliteitsfonds zijn er activiteiten vertraagd in verband met COVID-19 waardoor de uitgaven dit jaar EUR 5 miljoen lager uitvallen. Daarnaast wordt er EUR 9,9 miljoen overgeheveld naar het ministerie van Defensie voor de beveiliging van hoog-risico posten.

Artikel 2.5

De uitgaven binnen bevordering van transitie in prioritaire gebieden vallen EUR 1,7 miljoen lager uit dan begroot als gevolg van COVID-19. Hiervan betreft EUR 0,9 miljoen uitgaven die worden doorgeschoven naar 2021.

Ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 3: Effectieve Europese samenwerking

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 8 825 395 8 949 027 ‒ 409 967 1 265 086 9 804 146
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 9 069 744 9 184 315 ‒ 409 967 1 237 176 10 011 524
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
3.1 Afdrachten aan de Europese Unie 8 820 041 8 942 723 ‒ 409 967 1 239 201 9 771 957
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
BNI-afdrachten 4 787 631 4 875 622 14 650 392 112 5 282 384
BTW-afdrachten 584 284 584 284 ‒ 53 617 23 339 554 006
Invoerrechten 3 448 126 3 482 817 ‒ 371 000 823 750 3 935 567
3.2 Europees Ontwikkelingsfonds 234 281 224 728 0 0 224 728
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europees Ontwikkelingsfonds 234 281 224 728 0 0 224 728
3.3 Een hechtere Europese waardengemeenschap 9 720 10 500 0 ‒ 300 10 200
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Raad van Europa 9 720 10 500 0 ‒ 300 10 200
3.4 Versterkte Nederlandse positie in de Unie 5 702 6 364 0 ‒ 1 725 4 639
Subsidies (regelingen)
EIPA 348 348 0 0 348
Opdrachten
Programmatische ondersteuning: Brexit 700 1 000 ‒ 980 ‒ 20 0
Programmatische ondersteuning: CECP 675 847 ‒ 817 ‒ 30 0
Europa College beurzenprogamma 0 190 0 ‒ 190 0
Programmatische ondersteuning: Taskforce Verenigd Koninkrijk 0 0 1 797 ‒ 1 547 250
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Benelux bijdrage 3 979 3 979 0 62 4 041
Ontvangsten 693 824 693 824 ‒ 57 060 164 660 801 424
3.10 Diverse ontvangsten EU 693 574 693 574 ‒ 57 060 164 750 801 264
Invoerrechten 689 624 689 624 ‒ 74 200 164 750 780 174
Overige ontvangsten EU 3 950 3 950 17 140 0 21 090
3.30 Restitutie Raad van Europa 250 250 0 ‒ 90 160

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget voor artikel 3: Effectieve Europese samenwerking neemt toe. De mutaties op de verplichtingen houden verband met de mutaties zoals onder de uitgaven toegelicht.

Uitgaven

Artikel 3.1

Sinds de publicatie van de Voorjaarsnota 2020 is er een aantal wijzigingen op de Europese begroting gepresenteerd die leiden tot het bijstellen van de Nederlandse afdrachtenraming bij Najaarsnota. Hoewel het Europees betalingsniveau voor 2020 door deze mutaties toeneemt, blijft het niveau onder het plafond dat in het akkoord over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014-2020 is vastgelegd.

  1. De Europese Commissie heeft in april 2020 de derde aanvullende begroting voor 2020 Draft Amending Budget 3 (DAB3) gepresenteerd.1 Met DAB3 verwerkt de Europese Commissie het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven (het surplus) van de Europese begroting van 2019 in de Europese begroting voor 2020. Voor Nederland leidt dit tot een incidentele verlaging van de BNI-afdracht van EUR 156 miljoen in 2020.
  2. De Europese Commissie heeft in juli 2020 DAB7 gepresenteerd.2 In DAB7 actualiseert de Commissie conform het Financieel Reglement de raming van de afdrachten van de lidstaten aan de Europese begroting op basis van nieuwe economische ramingen, in dit geval de Lenteraming. DAB7 leidt in 2020 tot een incidentele stijging van de BNI-afdrachten van EUR 171 miljoen, een verlaging van de BTW-afdrachten van EUR 54 miljoen en een verlaging van de invoerrechten van EUR 371 miljoen.
  3. De Europese Commissie heeft in augustus 2020 DAB8 gepresenteerd. Hierin stelt de Commissie voor om het betalingenniveau op de Europese begroting met in totaal EUR 6,2 miljard te verhogen om overeenkomsten met producenten te financieren voor de ontwikkeling en aanschaf van COVID-19 vaccins binnen het Emergency Support Instrument (ESI) en voor extra betalingen als gevolg van het Corona Response Investment Initiative Plus (CRII+)3. Voor Nederland leidt dit tot een incidenteel hogere BNI-afdracht van EUR 369 miljoen in 2020.
  4. De Europese Commissie heeft in oktober 2020 DAB9 gepresenteerd. In DAB9 stelt de Europese Commissie voor om het betalingenniveau op de Europese begroting met in totaal EUR 735 miljoen te verhogen voor de inzet van het Europees Solidariteitsfonds. Dit fonds kan worden ingezet bij natuurrampen of gezondheidscrises. Voor Nederland leidt dit tot een incidenteel hogere BNI-afdracht van EUR 24 miljoen in 2020.
  5. Verder is een technische herberekening van de Britse korting van de afgelopen jaren verwerkt in de raming. Dit leidt voor Nederland tot een incidenteel hogere BTW-afdracht van EUR 23 miljoen in 2020.
  6. Tevens wordt een uitgave verwerkt van EUR 823,8 miljoen aan invoerrechten. Over deze afdracht wordt een perceptiekostenvergoeding van 20% ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10, waardoor de netto verwerking EUR 659 miljoen bedraagt. Dit betreft een afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden. Dit is afhankelijk van het land van oorsprong en/of land van verzending van de zonnecellen op deze panelen. Nederland draagt onder voorbehoud af om de oploop van de potentiële renterekening tegen te gaan en een constructieve dialoog met de Europese Commissie op te starten. Mocht de dialoog niet tot herziening van het standpunt van de Commissie leiden dan zal Nederland voor het onder voorbehoud betaalde bedrag een procedure aanhangig maken bij het Hof van Justitie. Over deze afdracht wordt een perceptiekostenvergoeding van 20% ontvangen voor de inningskosten onder artikel 3.10.

Artikel 3.4

Het budget voor artikel 3.4 is naar beneden bijgesteld, als gevolg van een aantal mutaties. Ten eerste worden door de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen rondom de Brexit middelen via de eindejaarsmarge overgeheveld naar 2021. Daarnaast wordt er budget overgeheveld naar artikel 4.4 ten behoeve van communicatie over de Brexit. Ten slotte wordt het budget voor het Europa College beurzenprogramma doorgeschoven naar 2021 via de eindejaarsmarge, omdat dit programma wegens COVID-19 pas in 2021 van start gaat.

Ontvangsten

Artikel 3.10

  1. De verlaging van de invoerrechten als gevolg van DAB 7 leidt tot een lagere vergoeding voor het innen van de perceptiekostenvergoeding van EUR 74 miljoen in 2020.
  2. De Europese Commissie heeft in juni de nacalculatie 2019 van de BTW- en BNI-afdrachten over de periode 2015-2018 in de afdrachten verwerkt. Voor Nederland leidt dit tot een eenmalige toename van de overige ontvangsten van EUR 17 miljoen in 2020.
  3. Tot slot wordt een ontvangst verwerkt van EUR 164,8 miljoen. Dit betreft de perceptiekostenvergoeding van 20% voor de inningskosten van de afdracht onder voorbehoud aan de Europese Commissie vanwege een geschil met de Commissie over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven moesten worden.

Artikel 4: Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 57 473 76 137 3 529 2 834 82 500
Uitgaven
Programma-uitgaven totaal 59 798 85 886 3 529 ‒ 3 164 86 251
waarvan juridisch verplicht 65% 99%
4.1 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 19 062 26 497 0 ‒ 3 600 22 897
Subsidies (regelingen)
Gedetineerdenbegeleiding 1 560 1 560 0 0 1 560
Inkomensoverdrachten
Gedetineerdenbegeleiding 540 540 0 0 540
Opdrachten
Consulaire bijstand 7 109 7 109 0 0 7 109
Reisdocumenten en verkiezingen 2 550 2 550 0 ‒ 1 000 1 550
Consulaire opleidingen 400 550 0 ‒ 400 150
Consulaire informatiesystemen 6 903 7 903 0 ‒ 2 000 5 903
Loket buitenland 0 5 285 0 ‒ 200 5 085
Bijdrage aan agentschappen
Loket buitenland 0 1 000 0 0 1 000
4.2 Samen met (keten) partners het personenverkeer reguleren 13 449 21 906 0 ‒ 950 20 956
Opdrachten
Ambtsberichtenonderzoek 150 150 0 0 150
Visumverlening 2 950 2 958 0 ‒ 150 2 808
Legalisatie en verificatie 80 80 0 0 80
Consulaire informatiesystemen 9 241 17 690 0 ‒ 800 16 890
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Asiel en migratie 1 028 1 028 0 0 1 028
4.3 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur 7 706 8 529 0 ‒ 1 335 7 194
Subsidies (regelingen)
Internationaal Cultuurbeleid 5 236 5 859 0 ‒ 334 5 525
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Internationaal cultuurbeleid 2 470 2 670 0 ‒ 1 001 1 669
4.4 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen 19 581 28 954 3 529 2 721 35 204
Subsidies (regelingen)
Instituut Clingendael 820 786 0 0 786
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 4 058 5 559 1 529 ‒ 1 620 5 468
Internationale manifestaties en diverse bijdragen 99 99 0 0 99
Publieksdiplomatie 2 899 1 749 0 315 2 064
Onderzoeksprogramma 50 50 0 0 50
Opdrachten
Adviesraad Internationale vraagstukken 525 525 0 0 525
Instituut Clingendael 1 600 2 116 0 539 2 655
Bezoeken VIPS en uitgaven CD en Internationale organisaties 1 000 1 000 0 ‒ 600 400
Algemene voorlichting 2 290 1 290 0 1 798 3 088
Koninklijk Huis - inkom. en uitg. bezoeken, off. ontvangsten 2 000 2 000 0 ‒ 800 1 200
China-strategie 500 600 0 ‒ 363 237
Onderzoeksprogramma 220 300 0 0 300
Programma ondersteuning buitenlands beleid 0 0 3 000 1 750 4 750
Kennisplatform Oost-Europa 0 0 0 70 70
Bijdrage aan agentschappen
Algemene voorlichting 2 200 2 400 0 ‒ 798 1 602
Publieksdiplomatie 0 0 0 900 900
Bijdrage aan ZBO's/ RWT's
Verkeersnotificaties 400 400 0 ‒ 145 255
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Europese bewustwording 250 250 0 400 650
Publieksdiplomatie 670 1 820 0 ‒ 225 1 595
Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid 0 8 010 ‒ 1 000 1 500 8 510
Ontvangsten 50 874 57 949 0 ‒ 28 120 29 829
4.10 Consulaire dienstverlening Nederlanders in het buitenland 9 500 7 000 0 ‒ 2 920 4 080
4.20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen 40 500 49 875 0 ‒ 24 500 25 375
4.40 Doorberekening Defensie diversen 874 874 0 ‒ 800 74
4.41 Ontvangsten verkeersnotificaties 0 200 0 100 300

Toelichting

Verplichtingen

Geen toelichting.

Uitgaven

Artikel 4.1

Het budget voor consulaire dienstverlening neemt af met EUR 3,6 miljoen. Dit met name als gevolg van de coronapandemie. Consulaire voorlichtingscampagnes werden (deels) stopgezet en er vonden minder consulaire opleidingen plaats. Daarnaast vielen de kosten voor reisdocumenten lager uit dan geraamd.

Artikel 4.4

Het budget voor het uitdragen van Nederlandse waarden en belangen neemt in 2020 toe. De stijging is het gevolg van extra inzet ten behoeve van internationale samenwerking in het kader van de coronapandemie. Het budget van het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) is verhoogd met EUR 6,3 miljoen, waarvan EUR 471.000 overgeheveld is naar VWS.

Naast de stijgingen van de budgetten waren er ook onderdelen met minder uitgaven. Door de coronapandemie vonden er minder staatsbezoeken plaats en waren er minder bezoeken van hoogwaardigheidsbekleders. Dat leidde tot lager dan voorziene uitgaven.

Ontvangsten

De ontvangsten nemen per saldo af met EUR 28,1 miljoen. Dit is het gevolg van COVID-19. De vraag naar visa en reisdocumenten is veel lager dan oorspronkelijk begroot. Deze lagere ontvangsten worden gedesaldeerd op artikel 7.

5 Niet-beleidsartikelen

Artikel 5: Geheim

Verplichtingen 0 0 0 0 0
Uitgaven 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0
5.10 Geheim 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen, uitgaven en ontvangsten

Geen toelichting.

Artikel 6: Nog onverdeeld

Verplichtingen 3 027 5 000 ‒ 1 400 ‒ 3 600 0
Uitgaven
Uitgaven totaal 3 027 5 000 ‒ 1 400 ‒ 3 600 0
6.1 Nog onverdeeld (HGIS) 3 027 5 000 ‒ 1 400 ‒ 3 600 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Als gevolg van de prijsontwikkeling van het Bruto Binnenlands Product is het HGIS-budget afgelopen najaar gedaald met EUR 1,4 miljoen. Aan het eind van dit jaar valt het bedrag op artikel 6 vrij binnen de HGIS en wordt het via de eindejaarsmarge van de HGIS meegenomen naar 2021.

Artikel 7: Apparaat

Verplichtingen 819 826 897 228 26 529 ‒ 75 704 848 053
Uitgaven 819 826 897 228 26 529 ‒ 75 704 848 053
7.1.13 Personele uitgaven 539 269 559 602 ‒ 1 200 ‒ 21 404 536 998
7.1.13.1 Eigen personeel 527 269 547 602 ‒ 1 200 ‒ 21 404 524 998
7.1.13.2 Inhuur extern 12 000 12 000 0 0 12 000
7.1.13.3 overige personeel 0 0 0 0 0
7.1.14 Materiele uitgaven 280 557 337 626 27 729 ‒ 54 300 311 055
7.1.14.1 ICT 60 200 60 200 0 ‒ 70 60 130
7.1.14.2 Bijdragen aan SSO's 65 091 65 048 0 ‒ 10 244 54 804
7.1.14.3 Overige materieel 155 266 212 378 27 729 ‒ 43 986 196 121
7.2 Koersverschillen 0 0 0 0 0
Ontvangsten 41 450 54 250 0 ‒ 3 900 50 350
7.10 Diverse ontvangsten 41 450 54 250 0 ‒ 3 900 50 350
7.11 Koersverschillen 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

Binnen het apparaatsartikel zijn de verplichtingen gelijk aan de uitgaven.

Uitgaven

7.1.13 Personele uitgaven

De personele uitgaven dalen per saldo met EUR 21,4 miljoen. Op uitgezonden personeel houden we in totaal EUR 14,4 miljoen over. Dit komt door lagere uitgaven op permanente vergoeding buitenland en een teruggave op overige vergoedingen uitgezonden personeel. Ook wordt voor lokaal personeel minder uitgegeven dan eerder geraamd doordat de beoogde intensiveringen niet zijn gerealiseerd. Voor ambtelijk personeel is met name sprake van onderuitputting op de uitgaven vanwege het feit dat niet alle openstaande vacatures in het kader van de intensiveringen vervuld zijn (EUR 7,1 miljoen). Vanuit Economische Zaken en Klimaat wordt een bedrag van EUR 2,7 miljoen overgeheveld ter verrekening van loonkosten voor personeel van dit ministerie dat werkzaam is op Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.

7.1.14 Materiële uitgaven

  1. Bijdragen aan SSO's:

    1. Er wordt EUR 10,2 miljoen overgeheveld naar FMHaaglanden ten behoeve van de facilitaire dienstverlening op de Rijnstraat 8. Voorheen werd dit jaarlijks gefactureerd.
  2. Overige materieel:

    1. Er zijn middelen toegevoegd bij Miljoenennota 2020 aan de overige materiële uitgaven ten behoeve van investeringen in de veiligheid van hoog-risico posten (EUR 28 miljoen). Deze middelen worden vervolgens grotendeels (EUR 22 miljoen) doorgeschoven naar komende jaren via eindejaarsmarge, om beter aan te sluiten bij het kasritme van de uitgaven.
    2. Er wordt een bedrag van EUR 14 miljoen meegenomen via de middelenafspraak huisvesting naar komende jaren ten behoeve van het moderniseren, verduurzamen en rationaliseren van de vastgoedportefeuille. Hiernaast wordt EUR 1,3 miljoen meegenomen naar komend jaar via de eindejaarsmarge vanwege vertraagde onderhoudskosten.

Ontvangsten

  1. Door COVID-19 is de verkoop van een aantal panden vertraagd. Dit leidt tot EUR 7 miljoen lagere ontvangsten op het gebied van huisvesting. Dit wordt gedesaldeerd met de uitgaven. Tegelijkertijd vallen de ontvangsten van o.a. huren op co-locaties lager uit dan gebudgetteerd (EUR 1,4 miljoen). Tot slot is er meer gerealiseerd op de verrekening van de loonkosten lokaal personeel (EUR 4,5 miljoen). Dit betreft deels ontvangsten op uitgaande facturen van 2019.

  1. __Zoals eerder aan uw Kamer gemeld is de verwerking van het surplus in de Nederlandse afdrachtenraming destijds aangehouden, zodat er alvast een (kleine) buffer zou zijn voor de verwachte tegenvallers later dit jaar als gevolg van crisismaatregelen vanuit de Commissie in verband met de COVID-19 crisis.↩︎

  2. __DAB4, 5 en 6 hebben niet geleid tot aanpassing van de raming van de Nederlandse afdrachten aan de EU en vallen daarmee niet onder de mutaties die hier worden toegelicht. ↩︎

  3. __Aanpassingen aan de systematiek van de Europese Structuur- en Investeringsfondsen onder de noemer van het Corona Response Investment Initiative (CRII) en het Corona Response Investment Initiative Plus (CRII+). Hiermee werden lidstaten en regio’s in staat gesteld hun resterende middelen uit de ESI-fondsen zo flexibel en snel mogelijk in te zetten om maatregelen te nemen om de COVID-19-crisis het hoofd te bieden.↩︎