Reactie op verzoek commissie over een bachelorscriptie hbo-Rechten getiteld: ‘Hectisch elektrisch’
Brief regering
Nummer: 2021D10626, datum: 2021-03-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D10626).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z04794:
- Indiener: B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-03-24 13:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-13 16:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-04-20 16:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D10626 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 maart 2021
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft mij op 4 februari 2021 gevraagd een reactie te geven op een bachelorscriptie hbo-Rechten getiteld: «Hectisch elektrisch».
Onderwerpen uit deze scriptie worden behandeld in het wetsvoorstel Energiewet. Het wetsvoorstel Energiewet is in december 2020 ter consultatie aangeboden. Conform de Kamerbrief van 10 december 20201, over het niet bekrachtigen van het voorgenomen Besluit experimenten Elektriciteitswet 1998 en Gaswet, is in de consultatie van het wetsvoorstel Energiewet een vraag gesteld over de behoefte aan een experimenteerbepaling. Het wetsvoorstel Energiewet bevat ook het regelgevend kader voor energiegemeenschappen. In het wetsvoorstel wordt onder meer de Elektriciteitsrichtlijn (EU) 2019/944 en een gedeelte van Richtlijn (EU) 2018/2001 over energiegemeenschappen geïmplementeerd.
De consultatie is half februari 2021 gesloten. Er zijn ruim 90 reacties op het wetsvoorstel Energiewet binnengekomen, die onder meer toezien op de vraag over de behoefte aan een experimenteerbepaling en energiegemeenschappen. De reacties op de consultatie worden momenteel bestudeerd en verwerkt. Ik streef ernaar om bij de uitwerking en invoering van de nieuwe Energiewet zoveel als mogelijk aan te sluiten bij implementatietermijnen van de Europese richtlijnen.
Wel zal de Energiewet later in werking treden dan de implementatietermijn van de Elektriciteitsrichtlijn (EU) 2019/944. Ik verwijs u graag naar het periodieke overzicht van de implementatie van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het vierde kwartaal van 2020.2
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
B. van ’t Wout