[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [šŸ§‘mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [šŸ” uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol; Sofia, 14 september 2020 (Kamerstuk 35774-1)

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol; Sofia, 14 september 2020

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D17864, datum: 2021-05-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (nds-tk-2021D17864).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z04745:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (šŸ”— origineel)


2021D17864 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor FinanciĆ«n heeft op 17Ā mei 2021 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van FinanciĆ«n voorgelegd over zijn op 19Ā maart 2021 toegezonden brief inzake het Belastingverdrag Nederland-Bulgarije (Kamerstuk 35Ā 774, nr. 1).

De voorzitter van de commissie,
Tielen

Adjunct-griffier van de commissie,
Freriks

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het Ā«Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belastingĀ».

Naar aanleiding van de fraude met toeslagen is eind 2013 aan Bulgarije voorgesteld te onderhandelen over een wijziging van het Verdrag van 1990 om een rechtsbasis te creƫren voor informatie-uitwisseling en invorderingsbijstand met betrekking tot alle toeslagen. Dit heeft uiteindelijk geleid tot dit nieuwe Verdrag. De leden van de VVD-fractie vragen zich af in hoeverre de Staatssecretaris tevreden is met het resultaat van de onderhandelingen op het punt van de informatie-uitwisseling en invorderingsbijstand tot de belastingen en toeslagen.

De inzet van Bulgarije was gericht op een bronbelasting op interest en royaltyā€™s en op de winst behaald bij de vervreemding van aandelen in onroerendezaaklichamen. De leden van de VVD-fractie vragen zich af of de Staatssecretaris kan toelichten of op deze punten verdergaande concessies door Nederland zijn gedaan, dan in vergelijkbare situaties gebruikelijk is. Zo ja, wat zijn de gevolgen voor Nederlandse stakeholders in vergelijking tot het Verdrag uit 1990?

De leden van de VVD-fractie vragen of en hoe diverse stakeholders, zoals ondernemers (groot, middel en klein), betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van dit Verdrag? Tevens, heeft dit Verdrag een positieve uitwerking op het Nederlandse vestigingsklimaat van Bulgaarse ondernemers en bedrijvigheid daarvan met de Nederlandse economie? Hoe gaat de regering de (economische-) effecten monitoren?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

Inleiding

De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van het verdrag om dubbele belasting en belastingontwijking en -ontduiking te voorkomen. Deze leden hebben een aantal vragen.

De leden van de fractie van D66 vragen of de Staatssecretaris een aantal concrete voorbeelden kan geven van voorbeelden van hoe Nederlandse burgers en bedrijven die in Bulgarije wonen of actief zijn profijt hebben van de aanpassingen aan dit verdrag. Deze leden vragen ook tegen welke mogelijke nieuwe nadelen of risicoā€™s Nederlandse burgers en bedrijven aanlopen als gevolg van dit verdrag. Kan de Staatssecretaris drie voorbeelden geven van zulke voor- en nadelen?

De leden van de fractie van D66 vragen hoe de huidige samenwerking is tussen de belastingdiensten van Bulgarije en Nederland. Hoe vaak wisselen beide belastingdiensten informatie uit? Wat voor soort informatie wordt vooral gedeeld?

1.2 Aanleiding voor en verloop van onderhandelingen

De leden van de fractie van D66 vragen om een beschrijving van de gemiddelde onderhandelingsduur van belastingverdragen bij zowel onderhandelingen over nieuwe belastingverdragen als onderhandelingen over het aanpassen van belastingverdragen.

De leden van de fractie van D66 vragen in hoeverre de Nederlandse inzet bij deze onderhandelingen ook gericht was op het voorkomen van belastingontwijking en -ontduiking. Wat zijn volgens de Staatssecretaris de drie belangrijkste resultaten?

1.3 Inhoud van het verdrag

De leden van de fractie van D66 vragen welke andere verdragen met landen van de Europese Unie dit soort informatie-uitwisselingsbepalingen kennen en welke verdragen nog niet. De leden van de fractie van D66 vragen hoe bij de uitwisseling van informatie en bijstand recht wordt gedaan aan wet- en regelgeving, zoals ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens. Heeft de Staatssecretaris als gevolg van het belastingverdrag ook de verantwoordelijkheid om te monitoren dat verdragspartners zich houden aan de geldende wet- en regelgeving, zoals de General Data Protection Regulation (GDPR)?

De leden van de fractie van D66 vragen om een verdere toelichting over de antifragmentatieregel. Wat zijn de beweegredenen voor, en gevolgen van, deze regel?

De leden van de fractie van D66 vragen om een verdere toelichting op het aanmerkelijkbelangvoorbehoud. Wat zijn de beweegredenen voor, en gevolgen van, dit voorbehoud?

De leden van de fractie van D66 vragen waarom de definitie van royaltyā€™s is beperkt en bijvoorbeeld niet is uitgebreid. Deze leden vragen ook waarom de definitie in het OESO-modelverdrag beperkter is dan de eerdere definitie in het belastingverdrag met Bulgarije. Kan de Staatssecretaris precies aangeven op welke punten de definitie is beperkt?

De leden van de fractie van D66 vragen of Bulgarije een laag belast land is, gezien het zeer lage belastingtarief van 10%. De leden van de fractie van D66 vragen of Bulgarije voorstander is van afspraken in de EU over een minimumtarief in de vennootschapsbelasting.

1.6 Koninkrijkspositie

De leden van de fractie van D66 vragen op welke wijze het Caribische deel van Nederland wordt betrokken bij de Nederlandse inzet voor onderhandelingen over belastingverdragen.

1.7 Toetsschema Fiscaal Verdragsbeleid

De leden van de fractie van D66 vragen om een korte toelichting over de 183-dagenbepaling voor inkomsten uit dienstbetrekking.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV

De leden van de fractie van de Partij Voor de Vrijheid (PVV) hebben kennisgenomen van het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bulgarije tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting, met Protocol; Sofia, 14Ā september 2020.

De fractie van de PVV heeft de volgende vragen, aan- en/of opmerkingen. Kan de Staatssecretaris aangeven of door het voorliggende Verdrag een mogelijke toekomstige Bulgarenfraude dan wel een andere onwenselijke weglek van Nederlands belastinggeld wordt voorkomen? Mocht er desondanks in de toekomst sprake zijn van fraude, biedt het Verdrag dan voldoende handvatten om de daarmee gemoeide bedragen (eenvoudiger) terug te vorderen? Kan de Staatssecretaris nader toelichten hoe groot het financieel belang (samenhangend met de Bulgarenfraude) was en in welke mate alsmede hoeveel er onder het oude verdrag alsnog teruggevorderd is?

Kan de Staatssecretaris hierbij nader toelichten in hoeverre bestaande belemmeringen onder het nieuwe verdrag worden weggenomen en welke voordelen hiermee behaald worden voor Nederland?

De leden van de PVV-fractie vragen of het voorliggende verdrag de mogelijkheid biedt om het destijds gefraudeerd belastinggeld alsnog te verhalen. Kan de Staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld nader toelichten hoe de gegevensuitwisseling en invorderingsbijstand in de praktijk uitpakt en wat het voordeel voor Nederland is onder het nieuwe verdrag (ten opzichte van het huidige verdrag)? Kan de Staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld nader toelichten hoe de uitsluitende woonstaatheffing in de praktijk uitwerkt (onder het huidige verdrag en onder het nieuwe verdrag) in het geval van deelnemingsdividenden?

Kan de Staatssecretaris hierbij de financiƫle gevolgen voor Nederland, onder het nieuwe en onder het huidige verdrag, nader toelichten?

De leden van de PVV-fractie vragen of de Staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld nader kan toelichten hoe het beperkt heffingsrecht aangaande interest in de praktijk uitwerkt (onder het huidige Verdrag en onder het nieuwe verdrag). Kan de Staatssecretaris hierbij de financiĆ«le gevolgen voor Nederland, onder het nieuwe en onder het huidige verdrag, nader toelichten? Kan de Staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld nader toelichten hoe het beperkt heffingsrecht aangaande royaltyā€™s in de praktijk uitwerkt (onder het huidige verdrag en onder het nieuwe verdrag)?

Kan de Staatssecretaris hierbij de financiƫle gevolgen voor Nederland, onder het nieuwe en onder het huidige verdrag, nader toelichten?

Kan de Staatssecretaris aan de hand van een voorbeeld nader toelichten hoe de aangepaste regeling omtrent vermogenswinsten bij vervreemding van aandelen in onroerendgoedlichamen in de praktijk uitwerkt (onder het huidige verdrag en onder het nieuwe verdrag)?

Kan de Staatssecretaris hierbij de financiƫle gevolgen voor Nederland, onder het nieuwe en onder het huidige verdrag, nader toelichten?

Kan de Staatssecretaris de stelling, dat het nieuwe verdrag per saldo neutraal zal zijn, nader onderbouwen en toelichten? Kan de Staatssecretaris de stelling, dat het nieuwe verdrag per saldo voor het Nederlandse bedrijfsleven positief zal uitwerken, nader onderbouwen en toelichten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het tussen Nederland en Bulgarije onderhandelde verdrag ter voorkoming van dubbele belasting en de toelichting daarop. Zij kunnen zich in grote lijnen vinden in de onderhandelde tekst, maar hebben wel enkele vragen bij sommige van de bepalingen, ook waar die afwijken van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 of het OESO-Modelverdrag.

De leden van de CDA-fractie lezen dat in het licht van de Bulgarenfraude in 2013, nu in het verdrag informatie-uitwisseling- en invorderingsbijstandbepalingen zijn opgenomen die behulpzaam moeten zijn bij het opsporen en voorkomen van dergelijke fraude. Betekent dit dat automatisch en spontaan informatie zal worden uitgewisseld? Ook vragen de leden van de CDA-fractie in het licht van de lange verdragsonderhandelingen sinds de Bulgarenfraude in 2013 hoe in de tussenliggende periode de benodigde informatie is verkregen en invorderingsbijstand met Bulgarije heeft plaatsgevonden om deze fraude tegen te gaan/ te voorkomen. Verder vragen deze leden hoe door middel van de nu afgesproken instrumenten een dergelijke fraude met toeslagen in de toekomst kan worden voorkomen. Voorts heeft de Staatssecretaris de Kamer onlangs geĆÆnformeerd dat door een fout in de wetgeving door Europese seizoenarbeiders werkzaam in Nederland onterecht de Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) kon worden toegepast. Deze leden vragen de Staatssecretaris in hoeverre Bulgaarse werknemers ook de afgelopen jaren van deze mogelijkheid gebruik hebben gemaakt, en om hoeveel personen dat gaat. Zij vragen of de nieuwe bepalingen over informatie-uitwisseling en invorderingsbijstand ook hulp kunnen bieden bij het verkrijgen van inzicht in wie onterecht van deze regeling gebruik hebben gemaakt en bij navordering van de onterecht toegepaste IACK.

De leden van de CDA-fractie lezen dat de onderhandelingsinzet van Bulgarije vooral gericht was op een bronbelasting op interest en royaltyā€™s en op vervreemding van aandelen in onroerendezaaklichamen. Voor Bulgarije is een heffingsrecht ten aanzien van een bronbelasting op interest en royaltyā€™s in het verdrag opgenomen. Deze leden vragen zich af of ook is gesproken over de Nederlandse conditionele bronbelasting op interest en royaltyā€™s, mede in het licht van het Bulgaarse winstbelastingtarief van 10%. Wat gebeurt er met deze Nederlandse bronbelasting als Bulgarije zijn winstbelastingtarief nog verder verlaagt tot 9% of daaronder? Voorts vragen deze leden zich af wat de reden was dat Bulgarije een bronstaatheffing bij onroerendezaaklichamen wilde en wat hiervan de effecten zijn voor Nederland. Om welke concrete situaties gaat dit en komt dit vaak voor?

De leden van de CDA-fractie begrijpen dat Bulgarije meer Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-maatregelen heeft geaccepteerd dan zou voortvloeien uit de Bulgaarse positie bij het Multilateraal Instrument. Kan de Staatssecretaris een overzicht geven van welke BEPS-maatregelen Bulgarije ten opzichte van de Nederlandse positie heeft geaccepteerd en welke niet?

De leden van de CDA-fractie hebben voorts een vraag over de afwijkende Ā«corporate tiebreakerĀ» in het verdrag. Zij begrijpen dat hier ook de plaats van oprichting als grond voor belastingheffing is opgenomen op verzoek van Bulgarije. Voorts begrijpen zij ook dat bij een dubbele woonplaats niet de plaats van werkelijke leiding doorslaggevend is, maar dat de verdragswoonplaats via onderling overleg tussen de bevoegde autoriteiten bepaald wordt. Deze leden vragen zich af wat dit betekent voor de rechtszekerheid voor bedrijven die onder het verdrag vallen. In plaats van een heldere toewijzing in het verdrag over welke staat die mag heffen over het inkomen, moet nu afgewacht worden wat er uit de onderlinge overlegprocedure komt. Hoe lang kan zoā€™n overlegprocedure duren? En als geen overeenstemming wordt bereikt, kan dit dan leiden tot dubbele belasting? Kan de Staatssecretaris uitleggen hoe een dergelijke procedure verloopt voor een bedrijf is opgericht in Bulgarije, maar waarvan de werkelijke leiding in Nederland wordt uitgeoefend, en wat de mogelijke uitkomsten van overleg en de consequenties daarvan zijn?

De leden van de CDA-fractie lezen in de toelichting op artikel 5 van het verdrag dat het vaste inrichtingenbegrip ook wordt toegepast op niet-zelfstandige arbeid bij werkzaamheden buitengaats, waarmee wordt beoogd belastingheffing te waarborgen over het loon van werknemers die voor Bulgaarse ondernemingen op het Nederlandse continentale plat werken. Kan de Staatssecretaris voorbeelden geven van dergelijke situaties en hoe vaak dit voorkomt?

De leden van de CDA-fractie lezen dat op verzoek van Bulgarije in artikel 10 over dividenden dat de vrijstelling niet van toepassing is als het gaat om een verkapt dividend. Wanneer is volgens het verdrag sprake van een verkapt dividend en hoe wordt dit beoordeeld?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het belastingverdrag. Hierover hebben zij een aantal vragen.

De leden van de SP-fractie lezen dat Bulgarije een bronbelasting heft van 5% op dividenden, van 10% op rente en van 10% op royaltyā€™s. Zij vragen de Staatssecretaris waarom de tarieven op rente en royaltyā€™s in het verdrag niet op 10% maar op 5% zijn overeengekomen. Kan de Staatssecretaris dit toelichten?

De Nederlandse inzet bij de onderhandelingen was gebaseerd op het verdragsbeleid dat is neergelegd in de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011, zo hebben de leden van de SP-fractie vernomen. Zij wijzen erop dat er inmiddels een notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 bestaat en vragen de Staatssecretaris een overzicht te verstrekken van alle uitkomsten die niet in overeenstemming zijn met de notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020.

II Reactie van de Staatssecretaris van FinanciĆ«n ā€“ Fiscaliteit en Belastingdienst