[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag schriftelijk overleg over Staatsdeelnemingen (o.a. Kamerstuk 28165-338)

Deelnemingenbeleid Rijksoverheid

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2021D44796, datum: 2021-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D44796).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2021Z05217:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2021D44796 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

De vaste commissie voor Financiën heeft op 19 november 2021 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën en Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst voorgelegd over verschillende brieven inzake Staatsdeelnemingen, te weten Kamerstuk 28 165, nrs. 338, 353, en 354; Kamerstuk 29 232, nr. 50; Kamerstuk 31 789, nr. 102 en Kamerstuk 33 532, nr. 91.

De fungerend voorzitter van de commissie,
Tielen

Adjunct-griffier van de commissie,
Schukkink

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties

Inhoudsopgave
1. Inleiding 2
2. Algemeen 3
3. ABN AMRO 8
4. Volksbank 9
5. KLM en Schiphol 12
6. NS/Abellio 15
7. Prorail 16
8. Havenbedrijf Rotterdam 16
9. TenneT 16
10. Invest-NL 17
11. UCN 18
12. Kansspelaanbieders 18

1. Inleiding

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken omtrent Staatsdeelnemingen. Zij hebben daarbij enkele vragen, gericht op TenneT, de Volksbank en Invest-NL.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse en belangstelling kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen die naar de Kamer zijn gestuurd en hebben daar nog enkele vragen bij.

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor wat betreft het schriftelijk overleg aangaande staatsdeelnemingen. Naar aanleiding van het genoemde punt brengen de leden van de PVV-fractie de volgende punten naar voren.

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen.

De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de stukken die voor het schriftelijk overleg zijn geagendeerd. Graag stellen zij hierover enkele vragen.

De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen.

De leden van de fractie van GroenLinks hebben kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen.

De leden van de Partij voor de Dieren hebben kennisgenomen van de stukken op de agenda voor het schriftelijk overleg Staatsdeelnemingen, waaronder het Jaarverslag Staatsdeelnemingen en de Vooruitblik Staatsdeelnemingen.

De leden van de CU-fractie hebben kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen.

De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van de verschillende brieven en rapporten over staatsdeelnemingen.

2. Algemeen

De leden van de D66-fractie begrijpen uit de vooruitblik beheer staatsdeelnemingen 2021 dat het opstellen van een nieuwe nota deelnemingenbeleid als opvolging van de beleidsdoorlichting deelnemingenbeleid aan een nieuw kabinet wordt gelaten. Deze leden vragen om daarin een overkoepelende visie van het Nederlandse deelnemingenbeleid te verwerken, met daarin drie punten verwerkt: een toelichting op wanneer een onderneming in staatshanden moet zijn (en wanneer niet meer), welk maatschappelijk doel een staatsdeelneming vervult (en waarom dat doel enkel bereikt kan worden door aandeelhouder te zijn) en wat het beoogde en geplande afbouwpad is, als een onderneming niet permanent in staatshanden hoeft te zijn.

De leden van de D66-fractie lezen in de vooruitblik dat het Ministerie van Financiën in de afgelopen periode actief het gesprek is aangegaan met staatsdeelnemingen over het (aangescherpte) maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)-beleid. De leden van de D66-fractie begrijpen uit de antwoorden op vragen van de commissie over het jaarverslag beheer staatsdeelnemingen dat alle staatsdeelnemingen zoveel mogelijk dienen aan te sluiten bij de breed gedragen internationale richtlijnen ten aanzien van MVO-beleid en steunen dit.

Uit het jaarverslag beheer staatsdeelnemingen 2020 blijkt echter dat veel staatsdeelnemingen nog altijd niet aan (alle) MVO-richtlijnen voldoen. De leden van de D66-fractie vragen of de bewindslieden daarom tevreden zijn met de score zoals blijkt uit tabel 4.13 in het jaarverslag staatsdeelnemingen 2020. Welke acties worden ondernomen om ervoor te zorgen dat staatsdeelnemingen minstens aan de internationale afspraken voor maatschappelijk verantwoord ondernemen voldoen?

De leden van de D66-fractie denken daarnaast, in lijn met de inzichten die zijn gedeeld tijdens het rondetafelgesprek over staatsdeelnemingen van 15 november 2021, dat staatsdeelnemingen een rol als koploper in hun desbetreffende sector zouden kunnen vervullen. Hoe zorgt de staat als aandeelhouder voor een koploperspositie van staatsdeelnemingen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen?

De leden van de D66-fractie vragen of zij kunnen verwachten dat alle staatsdeelnemingen volgend jaar minstens aan internationale MVO-standaarden voldoen. Kan de Minister daarnaast aangeven hoe staatsdeelnemingen individueel en gezamenlijk bijdragen aan beleid dat niet alleen voorkomt dat de wereld slechter wordt, maar bijdraagt aan verbetering van de wereld voor mens en milieu?

De leden van de fractie van D66 lezen dat staatsdeelnemingen enkel investeren in het buitenland als er een solide business case is, waarbij de risico’s zich beperken tot het geïnvesteerde kapitaal. De leden van de D66-fractie vragen hoe hierbij rekening wordt gehouden met het belang van de Nederlandse consument en belastingbetaler bij internationale activiteiten van een staatsdeelneming.

De leden van de CDA-fractie vinden dat bij het houden van staatsdeelnemingen moet worden teruggekeken naar de basis van het deelnemingenbeleid. Dat beleid zegt: de rijksoverheid is aandeelhouder in bedrijven met een publiek belang waarvan de staat heeft besloten dat het voor de borging van dit publieke belang gewenst is om risicodragend te investeren. De staat draagt via de invulling van zijn zeggenschapsrechten bij aan de borging van publieke belangen, stuurt op het behoud van de financiële waarde die de staatsdeelnemingen vertegenwoordigen en levert een bijdrage aan goed ondernemingsbestuur. Wet- en regelgeving zijn in de visie van deze leden de eerst aangewezen instrumenten om publieke belangen te borgen. Staatsaandeelhouderschap is een vergaand middel waarvoor er een duidelijke rationale dient te zijn. De marktordeningsstructuur en de vraag of er sprake is van nationale strategische belangen zijn belangrijke overwegingen voor het (behouden van) staatsaandeelhouderschap. Als deze leden kijken naar de huidige lijst van staatsdeelnemingen, dan vragen zij zich af hoe vaak wordt getoetst of staatsdeelnemingen nog voldoende aansluiten bij hetgeen hierboven geformuleerd is. Kan de Minister hierop ingaan? Kan de Minister van elke staatsdeelneming aangeven wat het publiek belang is en waarom dat door de staat geborgd dient te worden? Deze leden vragen de Minister verder hoe de Minister dit publieke belang begrijpt. Vindt de Minister dat dit, zoals bij bedrijven gerelateerd aan kansspelen, het beter kunnen reguleren, controleren en veilig houden van een dienst is, of begrijpt de Minister dit publieke belang als het veiligstellen van essentiële dienstverlening aan de burger, bijvoorbeeld energielevering of waarborgen dat iedereen in Nederland een bankrekening krijgt om te voorkomen dat mensen niet kunnen deelnemen aan de samenleving? Ook vragen deze leden hoe vaak de portefeuille wordt herijkt.

De leden van de CDA-fractie vinden het verder belangrijk dat de Minister met de Kamer in gesprek blijft over staatsdeelnemingen en MVO, omdat zij vinden dat hier nog stappen te zetten zijn. Zo is het aantal vrouwen in de top van staatsdeelnemingen het afgelopen jaar afgenomen. Zij zijn benieuwd hoe tevreden de Minister is over MVO binnen staatsdeelnemingen. Deze leden zijn immers van mening dat staatsdeelnemingen nog net een stapje harder dienen te lopen als het gaat om voorbeeldgedrag. Graag horen zij hierover de mening van de Minister. Ook valt het deze leden op dat het gemiddeld uitkeringspercentage dividend in 2020 54 procent was, waar dat in 2019 24 procent was. Hoe verklaart de Minister deze stijging in een coronajaar, ook gezien de daling van het eigen vermogen van staatsdeelnemingen van 38,6 miljard euro in 2019 naar 27,9 miljard euro in 2020 en de gehalveerde omzet en grote verliezen in 2020? Ten aanzien van de corona-NOW-steun zijn deze leden verder ook benieuwd of de Minister kan toelichten in hoeverre de staatsdeelnemingen de aangevraagde steun volledig nodig hebben gehad en als dit niet het geval was, of zij (een deel van) de steun ook weer hebben teruggestort.

De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister een lijst heeft verstrekt van goedgekeurde investeringsvoorstellen van staatsdeelnemingen. Vier van de dertien goedgekeurde investeringsvoorstelleen betreffen buitenlandse investeringen door Nederlandse staatsdeelnemingen. Deze leden hebben eerder hun zorgen geuit over buitenlandse investeringen door staatsdeelnemingen welke er onder andere toe leiden dat Nederlandse bedrijven, waaronder staatsdeelnemingen, concurreren op het Nederlandse spoor met Duitse staatsbedrijven. Zij zijn hierover nog altijd niet enthousiast en vinden dat Nederlandse staatsdeelnemingen vooral dienen te investeren in Nederland. Hoe groot is het risico dat Nederland loopt bij deze investeringen? Hoe ontwikkelt de totale waarde van buitenlandse investeringen door Nederlandse staatsdeelnemingen zich in de afgelopen tien jaar? Welke buitenlandse investeringen zijn het afgelopen jaar gedaan door Nederlandse staatsdeelnemingen?

De leden van de SP-fractie vragen hoeveel werknemers bij staatsdeelnemingen zijn ontslagen tijdens de coronacrisis. Kan de Minister tevens per staatsdeelneming aangeven hoe de grootte van het personeelsbestand zich de komende jaren naar verwachting zal ontwikkelen? Indien dat niet mogelijk is vragen zij de Minister aan te geven bij welke staatsdeelnemingen de Minister een inkrimping van het personeelsbestand voorziet en om welke reden.

Kan de Minister aan de leden van de SP-fractie aangeven hoe de salariëring van bestuurders van staats- een beleidsdeelnemingen zich heeft ontwikkeld ten opzichte van salarissen in de private sector en ten opzichte van de werknemers van deze staats- en beleidsdeelnemingen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister vindt dat alle staatsdeelnemingen Paris-proof doelstellingen moeten hebben, welke ook vertaald worden in CO2-reductiedoestellingen in lijn met Parijs. En dienen staatsdeelnemingen daar waar zij in relevante sectoren actief zijn daar wat de Minister betreft een voortrekkersrol in te vullen? Deze leden vragen bovendien op welke manier de Minister vanuit deelnemingen ondernemerschap op maatschappelijke waardencreatie stimuleert.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister wil specificeren hoe MVO-beleid van staatsdeelnemingen wordt beoordeeld en afdwingbaar wordt gemaakt vanuit de staat. Wat zijn de overwegingen om deze afdwingbaarheid wel/niet verder aan te scherpen?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen op welke manier de Minister oordeelt over de vraag of MVO-doelstellingen van staatsdeelnemingen voldoende zijn en welk kader hiervoor wordt gebruikt. Zij merken hierbij op dat de passage in de verkenningenbrief waarin de Minister een en ander uiteenzet over staatsdeelnemingen en de energietransitie wel erg summier is.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bereid is om van staatsdeelnemingen, met name in de energie- en transportsector, te vragen of zij een transitieplan op weg naar net-zero (uiterlijk in 2050) kunnen opstellen, inclusief milestones op basis waarvan de voortgang periodiek kan worden getoetst.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister vindt dat staatsdeelnemingen als de Volksbank en ABN AMRO identieke of zelfs meer ambitieuze MVO-verplichtingen zouden moeten hebben dan commerciële banken. Zij vragen bovendien waaruit blijkt dat hier op dit moment sprake van is.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de visie is van de Minister op de inzet van het staatsdeelnemingeninstrument om economische veiligheid en strategische autonomie te bevorderen.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister te reflecteren op wat de Minister de afgelopen ambtsperiode bereikt heeft in de portefeuille staatsdeelnemingen.

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat de beleidsdoorlichting uit december 20201 volgens het kabinet voldoende aanleiding geeft voor een nieuwe nota deelnemingenbeleid over de staat als aandeelhouder van bedrijven. Centraal in deze nota staat de toegevoegde waarde van het aandeelhouderschap door de staat als instrument voor het borgen van publieke belangen. Het kabinet gaf, destijds nog in missionaire staat, in de kabinetsreactie2 aan dit over te willen laten aan een nieuw kabinet.

Het kabinet is inmiddels bijna een jaar in demissionaire staat, er is nog geen nieuw deelnemingenbeleid, maar er zijn wel twee nieuwe deelnemingen opgericht, waarvan in ieder geval één een investering in fossiele infrastructuur betreft (Bonaire Brandstof Terminals B.V.), die verduurzaming van de energievoorziening op Bonaire voor de komende 30 tot 40 jaar in de weg zit.

De verergerde klimaat- en biodiversiteitscrises vormen urgente nieuwe omstandigheden voor deelnemingen. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat het kabinet rekening moet houden met de eisen die de nieuwe urgente omstandigheden stellen door te reflecteren op het deelnemingenbeleid, zeker nu duidelijk is wie er in het volgende kabinet zitten. Het klimaat en de zesde uitstervingsgolf zijn ook niet demissionair, dus die moeten wat deze leden betreft zo snel mogelijk een plek krijgen in het deelnemingenbeleid. Deze leden zijn van mening dat het deelnemingenbeleid moet worden afgestemd op de CO2-reductie die nodig is om onder de 1,5 graad temperatuurstijging te blijven en de energietransitie. Hoe eerder dit gebeurt, hoe beter het in de visie van deze leden is.

Het kabinet zou, als publiek aandeelhouder, een voortrekkersrol moet aannemen om te zorgen dat Nederlandse deelnemingen klimaat- en biodiversiteitskoplopers worden. Dit vereist ten eerste reflectie op het bestaansrecht van staatsdeelnemingen. Wat rechtvaardigt volgens het kabinet het bestaan van private bedrijven? En wat rechtvaardigt het bestaan van staatsdeelnemingen?

Waar private beursgenoteerde bedrijven verantwoording afleggen aan hun aandeelhouders over winst moeten staatsbedrijven verantwoording afleggen aan de staat over waardecreatie. Erkent de Minister dat als staatsdeelnemingen de belangrijkste maatschappelijke problemen van deze tijd verergeren, zij geen recht van bestaan kunnen hebben?

Het kabinet heeft dit voorjaar Bonaire Brandstof Terminals B.V. opgericht, dat nieuwe olie-infrastructuur moet aanleggen op Bonaire, terwijl dit eiland volgens de ambtelijke studie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat «Duurzame en Betaalbare Energie in Caribisch Nederland», 100 procent duurzame energie zou kunnen hebben.3

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie roepen het kabinet op om te stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele staats- en beleidsdeelnemingen. Hieronder vallen bijvoorbeeld deelnemingen die worden opgericht om olie- of gasinfrastructuur te verzorgen, zoals Bonaire Brandstof Terminals B.V., en deelnemingen waarvan het niet is uitgesloten dat zij in olie en gas zullen investeren, zoals Invest International. Is het kabinet bereid om te stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele staats- en beleidsdeelnemingen? Waarom wel of niet? Indien wel, hoe zou dit beleid vorm kunnen krijgen? Indien niet, waarom niet en kan de Minister dan ingaan op wat het bestaansrecht nog is van publiek gefinancierde fossiele deelnemingen die het publieke belang schaden omdat zij de klimaatcrisis verergeren? In het kader van stoppen met het oprichten van nieuwe fossiele deelnemingen roepen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie het kabinet op om Bonaire Brandstof Terminals B.V. alsnog van nieuwe statuten te voorzien, waarin staat dat geen nieuwe fossiele infrastructuur zal worden aangelegd. Is het kabinet hiertoe bereid? Zo ja, hoe ziet het plan eruit? Zo nee, kan de Minister dan uitleggen hoe het in stand houden van het aanbod van fossiele brandstoffen voor de komende 30 tot 40 jaar door nieuwe fossiele infrastructuur aan te leggen bijdraagt aan de transitie naar een duurzame energievoorziening, wat volgens de website van Bonaire Brandstof Terminals B.V.4 één van de doelen is van deze beleidsdeelneming?

Deze leden constateren dat het kabinet van alle staatsbedrijven serieuze klimaat- en biodiversiteitskoplopers dient te maken en een voorbeeld voor private bedrijven die in transitie moeten.

In de vooruitblik schrijft de Minister dat hij als aandeelhouder doorlopend in gesprek is met de deelnemingen over de MVO-doelstellingen en de inbedding van MVO bij benoemingen, investeringen en bij gesprekken over de strategie. De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn van mening dat MVO betekent ondernemen met respect en een positief effect voor het klimaat en de biodiversiteit. Deze leden vinden het dan ook een goed idee dat de Minister die gesprekken blijft voortzetten. Tot nu toe worden die gesprekken als te vrijblijvend ervaren door sommige deelnemingen, getuige bijvoorbeeld de ernstige misstanden waar de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) via investeringen bij betrokken is. Is de Minister bereid om periodiek aan de Kamer te rapporteren over deze gesprekken en specifiek daarbij in te gaan op het vrijblijvende karakter daarvan?

De klimaat- en biodiversiteitscrises verergeren in de visie van deze leden zienderogen. MVO mag niet langer op niet-bindende afspraken berusten. Milieudefensie roept op tot een klimaatplicht voor bedrijven.5 Wat de leden van de Partij voor de Dieren-fractie betreft krijgen staats- en beleidsdeelnemingen als koplopers en voorbeelden, als eerste een klimaatplicht. Welke manieren zijn er om een klimaatplicht voor staats- en beleidsdeelnemingen te regelen?

In het kader van de Green Deal moeten private bedrijven vanaf 2023 duurzaamheidsrapportages maken, die worden getoetst door de accountant. Volgens de leden van de Partij voor de Dieren-fractie is er geen reden dat bedrijven waarvan de overheid aandeelhouder is hiervan vrijgesteld zouden worden. Aangezien het publiek belang geborgd moet worden, is er juist reden temeer voor duurzaamheidsrapportages. Ook de Algemene Rekenkamer vindt dat er duurzaamheidsrapportages moeten komen.6 Erkent de Minister het belang van niet-financiële informatie? Is de Minister bereid om het advies van de Rekenkamer op te volgen en duurzaamheidsrapportages op basis van de Monitor Brede Welvaart voor staatsdeelnemingen verplicht te stellen? Welke rol speelt de Monitor Brede Welvaart bij de deelnemingen momenteel in het nemen van beslissingen? Welke manieren zijn er om de Monitor Brede Welvaart meer sturend te laten zijn in de besluitvorming?

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zien dat het brede welvaartsbegrip steeds meer geïntegreerd raakt in overheidsbeleid. Zij vinden dat een goede zaak. Juist bij staats- en beleidsdeelnemingen voegt dat wat toe, omdat deze bedrijven het publiek belang moeten dienen. De Monitor Brede Welvaart bevat echter veel indicatoren en deze leden merken op dat er «geshopt» kan worden tussen indicatoren. Deze leden zijn van mening dat er een aantal kernindicatoren is waar staatsbedrijven altijd over moeten rapporteren, namelijk klimaat en biodiversiteit. Staats- en beleidsdeelnemingen die roekeloos of onverschillig beleid voeren ten aanzien van het klimaat en de biodiversiteit zouden geen voldoende moeten kunnen krijgen in het Jaarverslag Staatsdeelnemingen.

Ook staats- en beleidsdeelnemingen die doelen op het gebied van hun «core business» niet bereiken zouden in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen geen voldoende mogen krijgen. Zo zou het in de visie van deze leden niet moeten kunnen zijn dat ontwikkelingsbank FMO een voldoende krijgt en door het kabinet als voorbeeld wordt aangemerkt op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen zoals vorig jaar het geval was, terwijl FMO herhaaldelijk via investeringen betrokken is bij ernstige mensenrechtenschendingen en milieuschade en ecociderisico’s. Is de Minister het ermee eens dat het logisch is als de andere indicatoren passen bij de «core business» van de deelnemingen?

De vragen van de leden van de PvdD-fractie over de niet-financiële informatie, zoals de instrumenten die zijn ingezet om de MVO-doelen te behalen, en de effecten van het gevoerde beleid, zijn van toepassing op alle deelnemingen en de MVO-doelen zouden naar hun mening «SMART» geformuleerd moeten worden. Is de Minister het hiermee eens? Is hij bereid om erop toe te zien dat deelnemingen hun MVO-doelen voortaan SMART formuleren? Deze leden zijn ook van mening dat er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen voortaan vooral gekeken moet worden naar de effecten van het MVO-beleid, in plaats van de doelen. Is de Minister het ermee eens dat het jaarverslag het moment is om terug te kijken en te rapporteren, in plaats van het stellen van doelen? Waarom heeft de Minister ervoor gekozen om juist niet terug te kijken op gevoerde beleid in het jaarverslag? Waar kan de Kamer kennisnemen van de effecten van het gevoerde beleid op de brede welvaart?

Waarom wordt er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelneming niet gerapporteerd over MVO-beleid van beleidsdeelnemingen? Is MVO voor beleidsdeelnemingen niet belangrijk? De leden van de Partij voor de Dieren-fractie denken dat dit ook voor beleidsdeelnemingen belangrijk is en zien geen reden waarom beleidsdeelnemingen zich niet ook MVO-doelstellingen zouden stellen en daar niet ook over zouden rapporteren. Is de Minister bereid om dit voor beleidsdeelnemingen ook verplicht te stellen?

3. ABN AMRO

De leden van de D66-fractie begrijpen dat de staat als aandeelhouder op afstand staat van het dagelijks bestuur en de bedrijfsvoering van de vennootschap ABN Amro. Deze leden vragen welke acties de staat als aandeelhouder heeft ondernomen om zich ervan te verzekeren dat staatsdeelnemingen zich aan geldende wet- en regelgeving houden. Hoe vervult de staat een actieve rol in het borgen van de compliance door staatsdeelnemingen?

De leden van de D66-fractie zien dat er volgens De Nederlandsche Bank (DNB) en de Minister sprake is van verhoogde bewustwording in de bankensector van het belang van de aanpak van witwassen en de rol die banken daarbij als poortwachters vervullen. Deze leden vragen hoe de regering deze schijnbaar verhoogde bewustwording rijmt met recente berichten over nieuwe onderzoeken door het Openbaar Ministerie (OM) naar de rol van banken bij het voorkomen van witwassen en terrorismefinanciering.

De leden van de D66-fractie vragen het kabinet waaruit die verhoogde bewustwording bij financiële instellingen blijkt en of de bewustwording verschilt bij banken die (deels) in staatshanden zijn ten opzichte van volledig private banken. Kan het kabinet daarnaast reflecteren op de effecten van deze verhoogde bewustwording op de toegankelijkheid van financiële diensten en hoe deze toegankelijkheid voor iedereen gelijk wordt gewaarborgd?

De leden van de PVV-fractie willen allereerst weten hoe het heeft kunnen gebeuren dat ABN AMRO jarenlang, onder toeziend oog van de Minister, ernstig tekort is geschoten in haar rol als poortwachter in het kader van de Wwft.

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten wanneer de Minister op de hoogte was van de schikking en wanneer de minster hiermee heeft ingestemd. Ook willen de leden van de PVV-fractie weten wie de schikking (deels) zal betalen (de belastingbetaler?).

Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat drie voormalige leden van de raad van bestuur van ABN AMRO aangemerkt zijn als verdachte van het feitelijk leidinggeven aan het overtreden van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) door de desbetreffende bank. De leden van de PVV-fractie willen weten wie dit zijn en of zij alsnog vervolgd zullen worden.

Verder willen de leden van de PVV-fractie weten wanneer de staat zijn belang van 56,3 procent in ABN AMRO naar de beurs zal brengen. Wat houdt de staat tegen om ABN AMRO naar de beurs te brengen? ABN AMRO heeft in de afgelopen drie kwartalen namelijk weer winst geboekt van maar liefst 790 miljoen euro.7

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten waarom Jurgen Stegmann onlangs uit de raad van commissarissen is gestapt.8

De leden van de SP-fractie hebben enkele vragen over het schikken van zaken bij ernstige overtredingen door banken. Zij vragen zich af of de Minister beseft dat het veel vragen oproept wanneer burgers hard worden gestraft voor bijvoorbeeld het onopzettelijk verkeerd invullen van een toeslagaanvraag maar dat bankiers wegkomen met een schikking om strafvervolging te voorkomen. Begrijpt de Minister dat het gevoel van rechtszekerheid, evenals het vertrouwen in de rechtsstaat, ernstig in het geding kan komen wanneer mensen het gevoel hebben dat de strafmaat, of mogelijkheden om straf te ontlopen, afhangt van de sociale klasse waartoe hij of zij behoort? Wat is de stand van zaken omtrent het strafrechtelijke onderzoek naar de betrokkenheid van de oud-bestuursleden bij de geconstateerde tekortkomingen?

De leden van de Groep van Haga vragen zich af of de banken niet een beetje te hard zijn aangepakt na de economische crisis van 2008, nu ABN AMRO een schikking van 480 miljoen euro treft. In de crisis lagen banken hulpeloos aan het staatsinfuus en hebben ze elke maatregel maar moeten slikken. Deze leden vragen of de opgelegde en afgedwongen poortwachtersfunctie (Wwft), waarbij de staat het eerste deel van de opsporingsbevoegdheid outsourcet bij commerciële marktpartijen, eigenlijk uitvoerbaar is.

4. Volksbank

De leden van de VVD-fractie lezen dat NL Financial Investments (NLFI) dit voorjaar een nieuwe voortgangsrapportage zal opstellen waarin de nieuwe strategie als uitgangspunt genomen wordt. Kan de Minister aangeven wat het beoordelingskader van NFLI is? Welke financiële kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) worden gehanteerd? Kan de Minister bij elke KPI aangeven hoe realistisch deze zijn, bijvoorbeeld als het gaat om de return on investment in relatie tot de maatschappelijke doelstellingen die het kabinet beoogt? Wat is nu de exitstrategie van de Minister en wat is de rol van de Volksbank zelf hierbij? Kan de Minister tevens aangeven wat de toekomststrategie is ten aanzien van ABN AMRO en het terugbrengen naar de markt van deze bank? Welke vorderingen zijn gemaakt in de versterking van de rol van poortwachter van de bank en welke stappen heeft de Minister ondernomen om die versterking (wettelijk) mede mogelijk te maken?

De leden van de D66-fractie constateren dat de Staat op dit moment (indirect en deels) aandeelhouder is van vier verschillende banken. Deze leden zijn daarom verheugd om te lezen dat de Volksbank een passende strategie met noodzakelijke transformaties heeft opgesteld waarvan de uitvoering voorspoedig verloopt.

De leden van de fractie van D66 weten uit antwoorden op eerdere schriftelijke vragen9 dat de Minister van Financiën in het regeerakkoord heeft afgesproken de aandelen die NLFI beheert zo snel als verantwoord mogelijk naar de markt te brengen. Deze leden begrijpen dat de Minister verdere uitvoering geeft aan een besluit van de ministerraad10 om aandelen van ABN AMRO te verkopen en toestemming moet geven voor iedere verkoop.

De leden van de D66-fractie constateren echter dat het belang van de staat in ABN AMRO sinds 2017 niet is afgenomen, maar de waarde van het aandelenpakket in de vier jaar onder deze Minister met 51 procent (7,1 miljard euro) is gedaald. Kan de Minister toelichten welke maatregelen genomen worden om ABN AMRO te kunnen verkopen in het licht van de vraag van ABN AMRO aan Goldman Sachs om een lijst met geschikte overnameprooien in Europa11? Deze leden vragen voorts welke lessen worden getrokken uit het proces rond de verkoop van ABN AMRO voor de verkoop van de Volksbank.

Ten aanzien van de Volksbank willen de leden van de PVV-fractie weten waarom de bank volgens NLFI nog niet klaar is voor een besluit over de toekomst. Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten welke toekomstoptie en governancemodel de voorkeur heeft van de Minister.

Kan de Minister verder een update geven van hoe de Volksbank ervoor staat, zowel op financieel vlak als wat betreft de samenwerking in de top. Waarom treedt de huidige voorzitter van de raad van commissarissen terug?

Ook ontvangen de leden van de PVV-fractie graag een tijdlijn van hoe vaak leden van de raad van commissarissen en raad van bestuur vroegtijdig hun functie hebben neergelegd in de afgelopen tien jaar en wat de reden hiervan was.

De leden van de CDA-fractie vinden het stuk met toekomstopties voor de Volksbank interessant, waarin verschillende onderwerpen en vraagstukken die de toekomst van de bank raken uiteen gezet zijn. Zij voeren graag het gesprek over de toekomst van de Volksbank verder met de Minister, maar horen ook graag zijn visie op het voorliggende stuk, met name hoe het publiek belang het best gediend kan worden met de verschillende voorliggende opties. Deze leden zijn van mening dat een deelneming in een financiële instelling voor het volk, waarvoor de Volksbank mogelijk een goede optie is, kan bijdragen aan het structureel goed aanpakken van een aantal vraagstukken over basisvoorzieningen voor burgers, zoals het recht op een bankrekeningnummer om mee te kunnen doen in de samenleving.

Ten aanzien van de Volksbank stellen de leden van de SP-fractie de Minister de vraag of het onderzoek naar de toekomstopties ook de optie meeneemt van het in overheidshanden houden van deze bank. En zo niet, waarom niet?

Banken zijn in ons stelsel normaliter marktpartijen, zo stellen de leden van de SP-fractie vast. Dat hoeft geen probleem te zijn als het faillissement van een bank geen grote problemen met zich meebrengt. Echter, de afhankelijkheid van banken is momenteel zodanig groot dat banken met een redelijke omvang eigenlijk niet failliet kunnen gaan, zonder dat een kettingreactie op de loer ligt.

Wanneer het specifiek gaat over de toekomst van de Volksbank denken de leden van de SP-fractie dat het een goed idee is om deze bank permanent in overheidshanden te houden. De Minister kan zijn bevoegdheid als aandeelhouder (ervan uitgaande dat deze aandelen dan direct door de Minister worden gehouden zonder tussenkomst van NLFI) vervolgens gebruiken om van de Volksbank een voorbeeldbank te maken, die geen schadelijke financiële producten op de markt brengt waar consumenten de dupe van kunnen worden, die geen hoge bonussen verstrekt aan bestuurders en die geen exorbitante kosten in rekening brengt voor nutsvoorzieningen waar consumenten en ondernemers op zouden moeten rekenen. De leden van de SP-fractie verkrijgen graag een reactie hierop.

De leden van de PvdA-fractie constateren dat de Nederlandse staat nog altijd een grote speler is in het bankenlandschap. Deze leden hebben zorgen grote over de bestuurlijke situatie bij de Volksbank, waarbij mismanagement, ruzie en onkunde grote schade lijken te hebben aangebracht. Op welke wijze heeft de Minister geprobeerd dit te voorkomen? Hoe heeft het zover kunnen komen? Is de Minister bereid eindelijk de stap te zetten de Volksbank om te vormen tot een bank van nut voor iedereen, ofwel in staatshanden, ofwel in andere vorm, maar in ieder geval af te zien van een puur marktgedreven benadering?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben een aantal vragen over de Volksbank. Zij vragen hoe het kan dat de Minister dit voorjaar in antwoord op Kamervragen stelde dat er op korte termijn commissarissen gevonden zouden worden, maar dat dit vervolgens nog vijf maanden geduurd heeft.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister de indruk heeft dat de rust bij de Volksbank weer een beetje teruggekeerd is, en zo ja, waar de Minister dit precies op baseert.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de Minister vindt van de ambtelijke twijfel (blijkend uit de openbaar gemaakte stukken) over de vraag of de Kamer wel voldoende gedegen ingelicht is over de controverse rond de GreenCard van de nieuwe CEO. Heeft de Minister dit zichzelf ook weleens afgevraagd? En hoe kijkt de Minister hierop terug?

De leden van de GroenLinks-fractie vinden ook dat het na alle onrust die ontstaan is nu niet het moment is om de bank van de hand te doen. Bovendien blijven er structurele uitdagingen met het verdienmodel. Deze leden merken op dat er in de brief een situatie geschetst wordt van «klaar voor privatisering» die op deze leden vrij binair overkomt. Dit is potentieel ingewikkeld omdat het niet onwaarschijnlijk is dat er een situatie ontstaat waarbij de Volksbank op bepaalde punten verbeteringen heeft doorgezet maar er onverminderd ook uitdagingen blijven. Zoals de lage rente. Dat roept de vraag op wat het afwegingskader is, dat wil zeggen de parameters, om uiteindelijk over privatisering te beslissen.

Deze leden hebben op dit punt de navolgende vragen. Zijn deze parameters er nu al? Hoe zijn deze geoperationaliseerd?

Zo nee, vindt de Minister dat een volgend kabinet zou moeten werken aan het operationaliseren van criteria waaraan voldaan moet worden voordat verzelfstandigd wordt? Wat zou de politieke risicoappreciatie moeten zijn ten aanzien van het verzelfstandigen van de Volksbank op het moment dat er wel significante progressie geboekt is maar niet aan alle criteria wordt voldaan?

De leden van de GroenLinks-fractie snappen dat een uiteindelijke beslissing over de toekomst van de Volksbank aan een volgend kabinet is, maar hechten eraan te benadrukken dat het onafhankelijk van welk kabinet er zit het belangrijk is in ieder geval over de procesaanpak meer duidelijkheid te hebben. Zij zien daarom graag een gedegen inhoudelijke reactie op voorgaande vragen tegemoet.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister naar de leerpunten bij het wetvoorstel «Aanzet voor wettelijke regeling maatschappelijke BV», dat door het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat in consultatie is gebracht. Welke van deze leerpunten kunnen door het kabinet worden gebruikt bij de verdere verkenning naar het toekomstige maatschappelijke karakter van de Volksbank?

5. KLM en Schiphol

De leden van de D66-fractie begrijpen dat KLM is gesteund tijdens de coronacrisis vanwege de Nederlandse belangen rond KLM en Schiphol. Deze leden onderschrijven de transitie naar een duurzame luchtvaart met behoud van de netwerkfunctie van Schiphol en de koploperspositie die KLM daarin kan vervullen. De leden van de D66-fractie waren daarom teleurgesteld om in de media12 te vernemen dat KLM streeft naar zoveel mogelijk passagiers voor ook korte vluchten waar de trein een prima alternatief is. Kan de regering toelichten wat de rol van de staat als aandeelhouder is voor een toekomstbestendige en duurzame strategie voor KLM? Daarbij vragen deze leden ook toe te lichten hoe dit zich verhoudt tot de behandeling van andere luchtvaartmaatschappijen en de regelgeving rond de luchtvaart in Nederland.

De leden van de PVV-fractie willen voorts weten hoeveel staatssteun KLM uiteindelijk heeft ontvangen en waar dat precies uit is opgebouwd. Gaat het om 6,5 miljard euro en hoeveel hiervan moet worden terugbetaald?

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten hoeveel van de overheidssteun van 3,4 miljard euro KLM inmiddels heeft gebruikt. Klopt het dat het gaat om 1 miljard euro? Wat is de reden dat de rest niet is gebruikt?

Ook willen de leden van de PVV-fractie weten of KLM nog steeds slots op Schiphol moet inleveren op last van de Europese Commissie in ruil voor staatssteun. Zal KLM hieraan gehoor geven? Deze leden ontvangen graag een toelichting.

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten welk effect een verhoging van havengelden van Schiphol en de klimaatambities hebben op de financiële gezondheid van KLM.

Verder willen de leden van de PVV-fractie weten of de Nederlandse staat nog steeds 14 procent van de aandelen van KLM in handen heeft.

Voorts vragen de leden van de PVV-fractie om in te gaan op het conflict rondom de invulling van de bestuurszetel in de Board van Air France-KLM. Klopt het dat Terence Tilgenkamp is afgezet, nadat Dario Fucci door Ben Smith is afgewezen? Wie gaat Mathi Bouts nu opvolgen?

Verder vragen de leden van de PVV-fractie naar een update van hoeveel steun Air France inmiddels heeft ontvangen. Hoeveel doet Air France aan kostenreductie en hoeveel heeft het personeel moeten inleveren? Hoe staat de Minister tegenover het gegeven dat Ben Smith een bonus van 2 miljoen euro heeft ontvangen, terwijl Air France-KLM aan het infuus ligt? Is de Minister bereid dit te blokkeren?

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten hoe de Minister tegenover het gegeven staat dat Air France-KLM 160 Boeings wil aanschaffen, terwijl eerder al 60 Airbussen zijn besteld en nog geleverd moeten worden. Hoe gaat voorkomen worden dat Nederland als aandeelhouder met een kapitaalinjectie moet bijspringen en is de Minister bereid dit te blokkeren? Zo nee, waarom niet?

Voorts willen de leden van de PVV-fractie weten wat de stand van zaken is van de aangenomen motie-Tony Van Dijck/Graus (Kamerstuk 35 470, nr. 21) over het losweken van KLM van Air France. Waarom is deze motie nog niet uitgevoerd?

De leden van de PvdA-fractie vragen om een overzicht van alle staatssteun die is verstrekt aan KLM. Kan hierbij in ieder geval worden opgenomen wat er op kapitaal is gestort, aan leningen is verstrekt en wat er aan incidentele steun is verstrekt in het kader van de coronacrisis? Kan de Minister voorts een pad uiteenzetten hoe en wanneer KLM gaat terugbetalen wat terugbetaald dient te worden?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen naar KLM. Zij merken op dat zij moeite blijven hebben met het fundamentele dilemma waarbij KLM enerzijds de transitie moet bevorderen naar een duurzame economie met minder vliegen en anderzijds voor haar eigen businessmodel vooral mensen zoveel mogelijk moet proberen te laten vliegen. Hier wordt handen en voeten aan gegeven met nieuwe producten, loyaliteitsprogramma’s en upgrades voor trouwe klanten. Ziet het kabinet dit dilemma ook?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen wat de plannen van KLM zijn om de vluchten naar Brussel en Düsseldorf te schrappen, dan wel in frequentie te verminderen. Zij vragen bovendien of en zo ja hoe en wanneer de Minister KLM hier als aandeelhouder over heeft aangesproken.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het staat met de plannen voor de synthetische kerosinefabriek in Delfzijl, waar KLM en Schiphol in investeren. Wanneer zal begonnen worden met de bouw van deze fabriek? En is het niet zorgelijk dat nog altijd niet gestart is met de bouw van deze fabriek?

De leden van de GroenLinks-fractie vragen of het kabinet zich als aandeelhouder van KLM en Schiphol er actief hard voor maakt dat deze ondernemingen niet lobbyen tegen verduurzamingsmaatregelen die de luchtvaartsector raken, zoals een tickettaks en belasting op kerosine.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen hoe het staat met de extra kapitaalsteun aan KLM. Hier hebben zij al lange tijd niets meer over gehoord. Zij snappen dat een toekomstige beslissing hierover koersgevoelig is. Zij vragen desalniettemin feitelijk op basis waarvan het kabinet het tot nu toe niet nodig heeft geacht om additioneel kapitaal te verstrekken. Deze leden vragen bovendien of de gigantische NOW-steun die KLM ontvangen heeft meegerekend is in eerdere projecties over de noodzaak van een nieuwe ronde kapitaalsteun.

De leden van de PvdD-fractie zijn ook van mening dat de staat als aandeelhouder moet bewaken dat deelnemingen de lat voor zichzelf niet te laag leggen in het creëren van maatschappelijke waarde. Het kabinet mag het niet accepteren als KLM zegt te willen verduurzamen door 15 procent CO2-reductie t.o.v. 2015 na te streven en het grondbedrijf CO2-neutraal te maken. Het kabinet accepteert dit nu wel. Ook worden er in het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen geen vraagtekens gezet bij deze reductiedoelen, die een krimp van de luchtvaart vereisen, Hetzelfde geldt voor Schiphol. Schiphol is voornemens om de hinder voor omwonenden te voorkomen. Tegelijkertijd wil Schiphol groeien. Groei van de luchtvaart is onverenigbaar met dit streven. Erkent de Minister dit? Hoe komt het dat de Minister hier geen vraagtekens bij zet?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen de Minister wat de nieuwste prognoses zijn als het gaat om het opklimmen van de luchtvaartsector na de coronacrisis. Hoe snel en hoe steil verwacht de sector weer terug te komen op het oude pad? Wat betekent deze prognose voor het tempo waarin en de termijn waarop de aan KLM verstrekte leningen zullen kunnen worden terugbetaald? Welke verwachtingen en afspraken kunnen hierover met de Kamer worden gedeeld?

De leden van de Groep van Haga constateren dat er in de markt steeds meer overheidsgesteunde concurrentie is vanuit het buitenland zoals Qatar Airlines en Singapore Airlines. Deze leden vinden dat er totaal geen sprake is meer van een equal playing field. Het is zelfs niet duidelijk of de Europese milieubepalingen voor hun gelden. Hoe kijkt de Minister hier tegenaan?

De leden van de Groep van Haga vinden het onacceptabel dat het personeel bij KLM financieel gekort wordt met circa 15 procent. Onder deze mensen zitten er veel met een doodnormale baan zoals cabine- en grondpersoneel. Tegelijkertijd zijn dit niet de bestbetaalde mensen binnen KLM. Hoe kijkt de Minister tegen de gedwongen salarisverlaging aan gegeven dat de kosten van levensonderhoud (wonen, energie etc.) drastisch zijn toegenomen?

De leden van de Groep Van Haga vragen waarom de Staat als aandeelhouder niet afziet van de haventariefverhoging en al dan niet daarmee direct of indirect besluit om het personeel te compenseren of te ontzien van de afgedwongen salarisverlaging.

De leden van de Groep Van Haga vragen waarom Lufthansa zijn coronasteun van 3,8 miljard euro al heeft kunnen terugbetalen en KLM dat niet heeft kunnen doen onder gelijke marktomstandigheden.

6. NS/Abellio

De leden van de D66-fractie begrijpen de strategische keuze van staatsdeelneming Nederlandse Spoorwegen (NS) om zich te richten op de Nederlandse markt. Daarom steunen deze leden de afbouw van de activiteiten in andere landen. Deze leden vragen de Minister of andere staatsdeelnemingen internationale activiteiten hebben die in het belang van de Nederlandse belastingbetaler beter kunnen worden afgebouwd. Zo ja, hoe maakt de Minister hier als aandeelhouder actief werk van?

De leden van de D66-fractie lezen dat Schiphol investeert in de luchthavens van Brisbane, Parijs en Hobart en dat het Havenbedrijf Rotterdam een dochtervennootschap heeft voor een havenontwikkeling in Indonesië. Kan de Minister toelichten hoe zich dat verhoudt tot de lessen die NS heeft geleerd rond haar internationale activiteiten?

De leden van de PVV-fractie willen voorts weten hoeveel het gegeven dat Abellio Duitsland in financieel zwaar weer zit de Nederlandse belastingbetaler gaat kosten (inclusief het misgelopen dividend). Gaat de Duitse overheid ook meebetalen aan de herstructurering?

Ook willen de leden van de PVV-fractie weten waarom de Minister niet eerder heeft ingegrepen.

Tevens willen de leden van de PVV-fractie weten of het klopt dat VRR en VRS van plan zijn om in december alle regionale treinen die voorheen werden geëxploiteerd door Abellio Duitsland aan concurrenten toe te kennen. De leden van de PVV-fractie willen weten hoeveel dit gaat kosten.

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten hoe de exitstrategie van NS uit haar buitenlandse activiteiten eruit al zien.

De leden van de SP-fractie vragen de Minister naar de ontwikkelingen sinds zijn brief uit juli jl. aangaande Abellio Duitsland. Kan de Minister kort weergeven hoe groot de verliezen zijn?

De leden van de PvdA-fractie maken zich grote zorgen over de situatie van NS-dochter Abellio, en dan vooral in Duitsland. Deze leden hebben altijd gewaarschuwd voor buitenlandse avonturen van NS. Het is de vraag of het principe van «learn, earn and prepare» überhaupt toegepast moet worden door staatsdeelnemingen, daar kapitaal van Nederlandse staat geriskeerd wordt. Bij NS komt daar nog het belang van de Nederlandse reiziger bij. De leden van de PvdA-fractie vragen op welke wijze de Nederlandse reiziger beter is geworden van de investering in Duits Abellio: zijn er daadwerkelijk grensoverschrijdende verbindingen en aansluitingen beter geworden? Zo ja, waar? In hoeverre sluiten de Duitse verbindingen aan op het Nederlandse NS-netwerk, of moet er alsnog samengewerkt worden met andere aanbieders? Kan de Minister ingaan op de actuele problemen bij Abellio Duitsland, en de onderhandelingen met Duitse instanties over de concessie? In hoeverre heeft Abellio zich als prijsvechter opgesteld, ten kostte van personeel en reizigers, met Nederlands kapitaal als achtervang? Kan het kabinet voorts een update geven over de stand van zaken van Abellio in het Verenigd Koninkrijk? Onderschrijft het kabinet dat indien geld wordt verdiend op een investering, de investeerder doorgaans ook aan de lat staat als er geld wordt verloren?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen op welke manier en in hoeverre de verminderde solvabiliteit en het verminderde normrendement op de meerjarige investeringsplannen van de staatsdeelneming NS drukt. Zijn daar knelpunten te verwachten?

De leden van de Groep van Haga kijken met zorgen naar de buitenlandse activiteiten van NS via de Abellio Group. De activiteiten zijn verliesgevend, de toename van spoorwerkzaamheden hebben ervoor gezorgd dat Abellio contractuele prestatieafspraken niet kon nakomen met boetes als gevolg. Hoe gaat de Staat als grootste aandeelhouder het tij keren?

7. Prorail

Ten aanzien van Prorail willen de leden van de PVV-fractie verder weten wanneer het tekort aan verkeersleiders eens is opgelost en wat er gedaan zal worden aan de verziekte werksfeer.

De leden van de SP-fractie merken op dat onder het mom van corona op allerlei plekken het openbaar vervoer wordt verschraald en zij vragen het kabinet naar de opvatting hierover. Meermaals heeft NS treinen niet kunnen laten rijden als gevolg van het tekort aan treinverkeersleiders. Deze leden begrijpen dat dit tekort niet spoedig ingelopen zal zijn en weten dat vanuit Prorail inspanningen worden geleverd om het tekort in te lopen. In afwachting van deze inhaalslag vragen deze leden de bewindspersonen waarom de vervoersbedrijven niet kiezen voor vervangend vervoer bij treinuitval. Ook vragen zij welke bezuinigingen – bovenop de versobering van de servicebalies en de reisassistentie – de NS verder nog gaat doorvoeren vanwege lagere inkomsten door corona. Wordt het met de nieuwe lockdown niet eens tijd om de beschikbaarheidsvergoeding vast te stellen op 100 procent, zodat vervoerders niet meer worden gedwongen om te snijden in hun dienstverlening? Deze leden ontvangen graag de reactie van de Minister hierop.

8. Havenbedrijf Rotterdam

De leden van de Partij voor de Dieren-fractie zijn bezorgd over het MVO-beleid van Havenbedrijf Rotterdam. Zij lezen dat Havenbedrijf Rotterdam in 2021 mensenrechtenbeleid zou formuleren. Waarom was er nog geen mensenrechtenbeleid geformuleerd? Heeft het Havenbedrijf Rotterdam inmiddels wel mensenrechtenbeleid geformuleerd? Ook de UN Guiding Principles zijn niet volledig toegepast. Welke risico’s ten aanzien van mensenrechten deden zich de afgelopen jaren voor? Hoe waarschijnlijk is het dat er mensenrechten zijn geschonden? Zijn er daadwerkelijk mensenrechten geschonden?

Soms zijn de doelen in de visie van deze leden ook vaag. Zo staat er bij Havenbedrijf Rotterdam «CO2-emissie havenindustrie: Doelstelling 2021: 21,8 Mton (2020-cijfer, dit loopt een jaar achter). Doelstelling 2024: 19,3 Mton. Doelstelling 2030: 10,5 Mton.» Wat betekent dit? Mocht HbR in 2021 tot 21,8 Mton uitstoten? Hoeveel CO2-reductie zou daarmee gerealiseerd worden? Welk beleid werd hiervoor ingezet? Is dit doel ook gerealiseerd en hoe kwam dit?

9. TenneT

Uit nieuwe berekeningen van TenneT volgt dat de investeringsagenda in de komende jaren zal groeien naar 5–6 miljard euro per jaar. Deze investeringsagenda bestaat voor circa twee derde uit investeringen in Duitsland. De kapitaalbehoefte voor het Duitse deel stijgt van 2,7 naar 4,5 miljard euro. De leden van de VVD-fractie steunen de lijn van de Minister dat Duitsland moet meebetalen aan de grote investeringen die TenneT in Duitsland moet doen. Welke opties zijn er en wat zijn de voor- en nadelen van deze opties? Hoe kansrijk acht de Minister al deze opties? Ziet de Minister mogelijkheden om pensioenfondsen deels te laten voorzien in de kapitaalbehoefte van TenneT ten behoeve van de noodzakelijke investeringen in Nederland? Welke belemmeringen zijn er?

De leden van de PVV-fractie willen weten waarom de investeringsagenda van TenneT voor circa een derde uit investeringen in Nederland en voor circa twee derde uit investeringen in Duitsland bestaat.

Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie weten welke opties er zijn voor de invulling van de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland. Kan de Minister al iets vertellen over welke optie(s) de voorkeur heeft? Zal de kapitaalbehoefte van TenneT Duitsland volledig worden betaald door de Duitse Staat? Zo nee, waarom niet?

De leden van de CDA-fractie lezen in de brief van de Minister van maart dat een nieuw kabinet zal bepalen hoe om te gaan met de kapitaalbehoefte van TenneT. Inmiddels is het negen maanden later. Deze leden zijn dan ook benieuwd wat de planning is met betrekking tot dit vraagstuk en wat de gevolgen zijn van de lange duur van de formatie hierop. Overigens zijn deze leden ook benieuwd hoe het kan dat als de investeringsagenda van TenneT voor 1/3 uit investeringen in Nederland bestaat en voor 2/3 uit investeringen in Duitsland, de kapitaalbehoefte voor het Nederlandse deel 4,25 miljard euro bedraagt en voor het Duitse deel 4,5 miljard euro. Kan de Minister dit toelichten?

De Minister is al tijden in gesprek met Duitse overheden over de kapitaalbehoefte van TenneT, zo stellen de leden van de PvdA-fractie vast. Ondertussen zijn er steeds meer lokale energie-initiatieven die problemen hebben om aansluiting op het net te vinden. Is er al zicht op een oplossing? Hoe zorgt de Minister ervoor dat de benodigde investeringen voldoende zijn en geen (verdere) vertraging oplopen?

De leden van de GroenLinks-fractie hebben een tweetal vragen over TenneT. Zij merken daarbij op dat het natuurlijk nog even duurt voordat weer een kapitaalstorting voor het Duitse deel nodig is. Maar de knoop die daarover eerder ontstaan is, is natuurlijk nog niet helemaal ontward. Zij vragen daarom ten eerste nogmaals of het kabinet kan garanderen dat TenneT nooit noodgedwongen opgesplitst zal moeten worden, en te bevestigen dat een dergelijke stap compleet verkeerd zou zijn in het licht van de energietransitie.

De leden van de GroenLinks-fractie vragen ten tweede of het kabinet samen met TenneT routes op de radar heeft die bewandeld zouden kunnen worden om de ontstane uitdagingen omtrent de verantwoordelijkheid van financiering (voor het Duitse deel) te het hoofd te bieden.

De leden van de Groep Van Haga constateren dat TenneT een steeds grotere investeringsagenda heeft om de energietransitie bij te benen. De leden lezen dat het verder niet uit te sluiten is dat in de toekomst de investeringsagenda blijft groeien. De leden vragen of er eigenlijk van tevoren een kosten-batenanalyse is uitgevoerd met een budgetplafond.

10. Invest-NL

De leden van de VVD-fractie zien in het overzicht «Goedgekeurde investeringsvoorstellen Staatsdeelnemingen jul 2020 t/m feb 2021» één investering van Invest-NL in het Dutch Future Fund. Ten behoeve van welk project wordt deze investering gedaan? Kan de Minister een overzicht geven van het totaal beschikbare investeringsbudget van Invest-NL, het reeds geïnvesteerde vermogen, rendement op die investeringen en de totale lasten van Invest-NL? Acht de Minister dit in verhouding? Invest-NL wordt geacht te investeren in onrendabel veronderstelde projecten, en wordt tevens geacht zelf rendement te maken én uit te keren. Hoe kansrijk acht de Minister het succes hiervan? En hoe is geborgd dat de strategie van Invest-NL, het Groeifonds en de groeistrategie van het kabinet in lijn zijn met elkaar?

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen wat de prognose is voor het inhalen van de langzame financiële start die Invest-NL heeft gemaakt. Welke getallen kunnen worden gegeven aan de abstracte grafiek op pagina 32 van het bestuursverslag over 2020? Wat vindt het kabinet een redelijke bovengrens voor de operationele beheerskosten van het fonds ten opzichte van de financiële reikwijdte en omvang?

De leden van de Groep Van Haga hebben kennisgenomen van het feit dat Invest-NL sinds de operationele start begin 2020 een portfolio heeft opgebouwd van 400 miljoen euro aan gecommitteerde financiering. De leden merken op dat een gecommitteerde financiering niet per se hoeft te betekenen dat er geïnvesteerd wordt. Gecommitteerde financiering betekent dat het afgesproken specifieke geldbedrag direct beschikbaar moet zijn voor de gecommitteerde partij als die hier aanspraak op wil maken. Hoe moeten de leden van de Groep Van Haga deze interpretatie van het begrip gecommitteerde financiering in de context van Invest-NL plaatsen en interpreteren?

11. UCN

De leden van de PVV-fractie vragen naar de toekomst van Urenco, mede gelet op het gegeven dat het Verenigd Koninkrijk en de Duitse aandeelhouders E.ON en RWE plannen hadden/hebben om hun aandeel te verkopen. Hoe staat het met deze verkoopplannen en hoe denkt de Minister de publieke belangen van non-proliferatie en veiligheid te borgen?

Waarom koopt de Minister deze aandelen niet via UCN? Dit mede gelet op het gegeven dat Urenco tot de dag van vandaag een winstgevende onderneming is.

12. Kansspelaanbieders

De leden van de D66-fractie lezen dat het toetreden tot de markt voor online gokken door Holland Casino en de Nederlandse Loterij past bij de maatschappelijke opdracht die de staat aan deze deelnemingen heeft meegegeven. Deze leden begrijpen uit het jaarverslag staatsdeelnemingen 2020 dat zowel Holland Casino en de Nederlandse Loterij niet-permanente staatsdeelnemingen zijn. Deze leden vragen daarom naar een reflectie op het aandeelhouderschap van twee met elkaar concurrerende staatsdeelnemingen. Kan de regering de wenselijkheid van twee staatsdeelnemingen die actief zijn op de online gokmarkt en daarvoor adverteren toelichten?

De leden van de PVV-fractie vragen naar de eerste resultaten van Holland Casino en de Nederlandse Loterij nu de online kansspelmarkt op 1 oktober is opengegaan. Hoeveel vergunningen zijn er bij de Kansspelautoriteit aangevraagd en hoeveel vergunningen zijn er verleend? Aan welke voorwaarden dienen de aanbieders van online kansspelen te voldoen?

Daarnaast willen de leden van de PVV-fractie weten wanneer Holland Casino en de Nederlandse Loterij geprivatiseerd zullen worden. Waarom is dit tot nu toe nog niet gebeurd?

Bij de leden van de CDA-fractie beginnen de gevoelens van ongemak steeds groter te worden bij de deelneming in de Nederlandse Staatsloterij, ondanks de interessante budgettaire gevolgen hiervan. Zij vragen zich af of de Nederlandse staat moet blijven participeren in een sector waarvan het belang voor de maatschappij twijfelachtig is en waar maatschappelijke issues spelen zoals matchfixing door online gokken op sportwedstrijden. Zij vragen hoe de Minister ernaar kijkt enerzijds geld te besteden aan de bescherming van sport tegen dergelijke praktijken en anderzijds ook in de online gokindustrie te participeren. Graag horen zij hierop de visie van de Minister. Ook zijn zij benieuwd wat de Minister verwacht van de hoge lat die hij wil dat Holland Casino en de Nederlandse Loterij als vertrouwde mensen in de onlinemarkt gaan leggen op het gebied van verslavingspreventie, consumentenbescherming en het bestrijden van fraude en criminaliteit. Hoe ziet hij de voorbeeldrol van deze bedrijven in praktijk voor zich?

De leden van de SP-fractie hebben vaker bezwaren geuit over de commercials van «Koning Toto», die voornamelijk zijn gericht op jongeren – iets dat zij ongepast vinden. Zij vragen de bewindslieden of zij met hen eens zijn dat de Koning Toto-reclame inderdaad mede is gericht op minderjarigen en of zij bereid zijn hier iets aan te doen, bijvoorbeeld door de Kansspelautoriteit te vragen hiernaar te kijken.

De leden van de PvdA-fractie maken zich zorgen over de snelle groei van de online gokmarkt. Een belangrijk doel van de legalisatie is zogeheten kanalisatie, het bevorderen van verantwoord legaal gokgedrag in plaats van dat mensen zich wenden tot illegale goksites. De staat is hier inmiddels een speler vanwege het belang in Holland Casino. Wat is de strategie van Holland Casino online? Hoe wordt ervoor gezorgd dat mensen niet verslaafd raken? Hoeveel mensen gokken bij Holland Casino in plaats van bij een van de vele andere aanbieders? Wanneer wordt de Kamer ingelicht over de stand van zaken van het legaal online gokken en de effecten daarvan op de samenleving?


  1. Bijlage bij Kamerstuk 31 935, nr. 67↩︎

  2. Kamerstuk 31 935, nr. 67↩︎

  3. Rijksdienst Caribisch Nederland, 12 september 2017 (https://www.rijksdienstcn.com/documenten/brochures/economie-natuur/energie/bijlage-duurzame-en-betaalbare-energie-in-caribisch-nederland/index)↩︎

  4. https://www.bbtbonaire.com/#:~:text=Bonaire%20Brandstof%20Terminals%20B.V.%20(BBT,%2C%20werken%2C%20wonen%20%C3%A9n%20genieten↩︎

  5. NRC, 29 oktober 2021 (https://www.nrc.nl/nieuws/2021/10/29/klimaat-voer-een-klimaatplicht-voor-bedrijven-in-nu-het-nog-zin-heeft-a4063524)↩︎

  6. FD.nl, 20 september 2021 (https://fd.nl/opinie/1413329/de-rijksbegroting-is-dringend-aan-renovatie-toe-qrk1caDmUayF)↩︎

  7. ABN AMRO, 20 november 2021 (https://www.abnamro.com/nl/nieuws/abn-amro-rapporteert-nettowinst-van-eur-343-miljoen-over-derde-kwartaal-van-2021), 11 augustus 2021 (https://www.abnamro.com/nl/nieuws/abn-amro-rapporteert-nettowinst-van-eur-393-miljoen-over-tweede-kwartaal-van-2021) en 12 mei 2021 (https://www.abnamro.com/nl/nieuws/abn-amro-rapporteert-bescheiden-verlies-van-eur-54-miljoen-over-q1–2021)↩︎

  8. ABN AMRO, 15 november 2021 (https://www.abnamro.com/en/news/jurgen-stegmann-resigns-from-abn-amro-supervisory-board)↩︎

  9. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1356.↩︎

  10. Kamerstukken II, vergaderjaar 2014–2015, 31 789, nr. 64↩︎

  11. FD.nl, 13 september 2021 (https://fd.nl/bedrijfsleven/1412436/veel-beren-op-het-overnamepad-van-abn-amro)↩︎

  12. FD.nl, 17 november 2021 (https://fd.nl/opinie/1417001/groen-vliegen-klm-wil-gewoon-weer-zoveel-mogelijk-passagiers-nqk1caRpMybo)↩︎