[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Aanbiedingsbrief

Bijlage

Nummer: 2021D49992, datum: 2021-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Bijlage bij: Verslag van een schriftelijk overleg inzake fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer (Kamerstuk 35925-IX-4) (2021D49991)

Preview document (🔗 origineel)


Geachte voorzitter,

Hierbij stuur ik u het Verslag van een Schriftelijk Overleg Fiscale moties en toezeggingenbrief Prinsjesdag Tweede Kamer (35 925-IX, nr. 4).

In deze brief ga ik ook in op een toezegging gedaan tijdens de plenaire behandeling van het pakket Belastingplan 2022 (BP22) en een aangenomen motie1 van de leden Inge Van Dijk en Hammelburg (CDA en D66).

Toezegging

Ik heb aan het lid Maâtoug (GL) toegezegd om toe te lichten waarom een fiscale beleggingsinstelling (fbi) geen dividendbelasting hoeft in te houden over een uitkering aan beleggers vanuit de herbeleggingsreserve.

Het doel van het fbi-regime is om beleggers (zoals particulieren en pensioenfondsen) fiscaal zoveel mogelijk hetzelfde (fiscaal neutraal) te behandelen zowel wanneer ze rechtstreeks beleggen als wanneer ze indirect beleggen (via een fbi). Een fbi is onderworpen aan 0% vennootschapsbelasting en is verplicht om, met inhouding van dividendbelasting, jaarlijks haar winst uit te delen aan haar aandeelhouders (de beleggers in de fbi). Het idee hierachter is dat belastingheffing over de beleggingsresultaten plaatsvindt bij de beleggers in de fbi. Op die manier wordt indirect beleggen (via een fbi) fiscaal zoveel mogelijk neutraal behandeld ten opzichte van rechtstreeks beleggen. Vanwege die fiscale neutraliteit is bij invoering van box 3 in de inkomstenbelasting (in 2001) door uw Kamer besloten dat een fbi over een uitkering van winst gerealiseerd bij de verkoop van een belegging in bijvoorbeeld vastgoed of effecten (hierna: verkoopwinst) aan de beleggers geen dividendbelasting hoeft in te houden indien deze verkoopwinst vanuit de herbeleggingsreserve als terugbetaling van gestort kapitaal wordt uitgekeerd.2 Immers, bij direct beleggen door een particulier is een verkoopwinst niet belast (wel is sprake van een forfaitaire heffing in box 3 van de inkomstenbelasting over de waarde van de belegging minus de schuld). Daarom is bij indirect beleggen (via een fbi) deze verkoopwinst ook onbelast, mits deze wordt uitgekeerd vanuit de herbeleggingsreserve als een terugbetaling van gestort kapitaal. Het fbi-regime is meer dan vijftig jaar oud en was oorspronkelijk ontworpen om de binnenlandse particulier via de collectiviteit van de fbi de mogelijkheid te bieden om te beleggen. Vandaag de dag staat het fbi-regime steeds meer onder druk door internationalisering (buitenlandse beleggers in de fbi) en de vereisten van het Unierecht (bijvoorbeeld buitenlandse beleggingsfondsen claimen met een beroep op het Europese recht het fbi-regime). Om die reden wordt het fbi-regime op dit moment geëvalueerd op doeltreffendheid en doelmatigheid. De uitkomst hiervan wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2022 en kan aanleiding zijn voor een volgend kabinet om – afhankelijk van de uitkomst – het fbi-regime (op onderdelen) te heroverwegen.

Motie

De leden Inge van Dijk en Hammelburg (CDA en D66) hebben aan het kabinet verzocht om de appreciatie van moties en amendementen in verband met belastingen te voorzien van een toelichting, indien relevant, over wat de verwachte gevolgen zijn voor de wetgevings- en uitvoeringscomplexiteit en aan welke uitvoeringstermijn kan worden gedacht.3

Het kabinet deelt het belang dat in een zo vroeg mogelijk stadium inzicht wordt geboden in de wetgevings- en uitvoeringscomplexiteit en de mogelijke invoeringstermijn. Na de plenaire behandeling en voor de stemmingen van het pakket Belastingplan, stuurt het kabinet daarom aan uw Kamer een appreciatiebrief voor de ingediende moties en amendementen. Deze brief is voorzien van twee bijlagen. De eerste bijlage ziet op de kabinetsappreciatie per motie en amendement, hierin worden ook uitvoeringsaspecten betrokken. De tweede bijlage bevat voor ieder ingediend amendement een door de Belastingdienst, Douane en Toeslagen opgestelde quickscan op de uitvoerbaarheid. Dit geheel geeft een eerste inzicht in de verwachte wetgevings- en uitvoeringscomplexiteit en welke invoeringstermijn voor implementatie verwacht kan worden, zodat u deze in de stemmingen kunt betrekken. Nadat een amendement is aangenomen stellen de Belastingdienst, Douane en Toeslagen een reguliere uitvoeringstoets op de uitvoerbaarheid, die vervolgens aan uw Kamer wordt aangeboden. In de uitvoeringstoets wordt nader ingegaan op de diverse uitvoeringsaspecten waaronder handhaafbaarheid en maakbaarheid van benodigde systeemaanpassingen zoals inpasbaarheid in het IV-portfolio. Voor aangenomen moties worden in de kabinetsreacties de relevante uitvoeringsaspecten betrokken. Ook bij andere fiscale wetsvoorstellen wordt op deze wijze moties en amendementen beoordeeld. Hiermee wordt mijns inziens uitvoering aan deze motie gegeven.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst,

J.A. Vijlbrief


  1. Kamerstukken II 2021/22, 35 927, nr. 68.↩︎

  2. Op basis van het ingediende wetsvoorstel is dit toen door uw Kamer aangenomen, Kamerstukken II 1998/99, 26 728, nr. 3, p. 46 en 47.↩︎

  3. Kamerstukken II 2020/21, 35 927, nr. 68.↩︎