Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van milieu- en klimaat ministers van 13 en 14 juli 2022 (Kamerstuk 21501-08-871)
Milieuraad
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D28911, datum: 2022-07-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D28911).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: T.C. (Tjeerd) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: G.B. Koerselman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z13303:
- Indiener: V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-07-04 12:00: Informele Milieuraad op 13 en 14 juli 2022 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2022-07-05 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-07-06 10:15: Procedurevergadering Infrastructuur en Waterstaat (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
2022D28911 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van milieu en klimaatministers van 13 en 14 juli 2022 (Kamerstuk 21 501-08, nr. 871).
De voorzitter van de commissie,
Tjeerd de Groot
De adjunct-griffier van de commissie,
Koerselman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Inhoudsopgave | Blz. | |
Inleiding | 2 | |
VVD-fractie | 2 | |
D66-fractie | 2 | |
GroenLinks-fractie | 3 | |
Partij voor de Dieren-fractie | 4 | |
BBB-fractie | 6 |
Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele bijeenkomst van milieu en klimaatministers op 13 en 14 juli. Deze leden hebben daarover nog een vraag.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de kabinetsinzet tijdens de aankomende informele Milieuraad op 13 en 14 juli. Vanuit deze leden zijn hierover nog een aantal vragen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hier enkele vragen en opmerkingen bij.
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de stukken en hebben hierover nog enkele vragen.
Het lid van de BBB-fractie heeft kennisgenomen van de geannoteerde agenda met betrekking tot de informele Milieuraad op 13 en 14 juli te Praag. Dit lid heeft nog wel een paar vragen.
VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie lezen dat Nederland, in het kader van het VN-Biodiversiteitsverdrag, inzet op onder andere capaciteitsontwikkeling, nationale biodiversiteitsfinancieringsplannen en een versterkt systeem van monitoring, rapportage en verantwoording. Kan de Staatssecretaris aangeven van wie monitoring, rapportage en verantwoording verwacht wordt? Deze leden vragen haar een impactanalyse te maken voor het bedrijfsleven. Kan zij aangeven wat zij bedoelt met capaciteitsontwikkeling en hoe de nationale biodiversiteitsfinancieringsplannen gedekt worden? In hoeverre verwacht de Staatssecretaris dat er in de nieuwe Raadsconclusies doelstellingen staan die verder gaan dan de huidige Europese Biodiversiteit Strategie?
D66-fractie
De leden van de D66-fractie merken op dat het voorkomen van nieuwe milieuschade voor hen niet voldoende is. Als we op een verantwoorde manier willen omgaan met onze planeet en deze op een leefbare manier willen doorgeven aan de volgende generatie, dan is meer actie vereist. Voor reeds overschreden planetaire grenzen moeten actieve herstelmaatregelen worden genomen. Alleen door actief in te zetten op herstel van ons milieu kunnen we toewerken naar een herstel van onze biodiversiteit. Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat een inzet op het voorkomen van nieuwe milieuschade onvoldoende is? Op welke manier zet Nederland zich in Europa en op wereldniveau in voor herstelmaatregelen, vooral op gebieden waar de planetaire grenzen reeds zijn overschreden?
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het onderdeel klimaatadaptatie. Naast klimaatadaptieve maatregelen is ook het behoud van zoet water een cruciaal onderdeel. Zeker gezien Nederland in het voor- en najaar nog steeds het overschot aan zoet water naar zee pompt en we vervolgens tekorten kennen in de zomer, zou een systeem van opslag welkom zijn. Is de Staatssecretaris dit met deze leden eens? Wordt er op Europees niveau ook nagedacht over een Europees fonds voor het behoud van drinkwater/zoet water? Is de Staatssecretaris het met deze leden eens dat klimaatverandering ons ook vraagt om constructief na te denken over onze toekomstige drinkwatervoorzieningen in Europa?
De leden van de D66-fractie zien dat er ook op het gebied van milieu en circulariteit grote effecten zijn van de Russische invasie in Oekraïne. Juist in onzekere tijden is het cruciaal dat we met zorg omgaan met onze schaarse materialen. Hierbij is circulariteit cruciaal en moeten we actief stilstaan bij welke materialen onmisbaar zijn voor onze manier van leven en de manier waarop we in deze grondstofbehoefte voorzien. Voor welke kritieke materialen die van belang zijn voor de groene en digitale transitie van de EU wordt de beschikbaarheid een extra probleem door de oorlog in Oekraïne? Kan de Staatssecretaris meer informatie geven over het wetgevingsvoorstel waarin kritieke grondstoffenprojecten in het Europese strategische belang worden geïdentificeerd? Op welke manier krijgen circulariteit en circulair grondstoffengebruik een plek in de Europese reactie op de Russische invasie van Oekraïne? Is de Staatssecretaris bereid om ook Europese opvolging te geven aan de aangenomen motie-Hagen c.s. (Kamerstuk 32 852, nr. 192)?
GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie waarderen de Nederlandse inzet voor een ambitieus biodiversiteitsverdrag. Deze leden zijn wel van mening dat Nederland onmogelijk geloofwaardige eisen aan andere landen kan stellen als in eigen land de biodiversiteit onder zeer zware druk staat. De stikstofcrisis lijkt eindelijk op weg te zijn naar een oplossing door een forse vermindering van de veestapel. Maar daarmee zijn nog niet alle problemen met onze biodiversiteit opgelost. De kritische depositiewaarde is een volgende mijlpaal en de bedreigingen voor het leven in het water zijn legio. Zo zien deze leden graag bindende afspraken met betrekkling tot landbouwgif en de bescherming van ecosystemen op land en zee. Wat wordt de inzet van Nederland?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen sinds het begin van de oorlog in Oekraïne om een plan om met spoed het gasverbruik te verminderen. Minder energievraag is minder gasafhankelijkheid en beter voor het klimaat. Nederland heeft hier vrijwel niets mee gedaan en Nederland staat hier helaas niet alleen in. REPowerEU focust voor de korte termijn op minder gasafhankelijkheid van Rusland, wat geopolitiek zeer nastrevenswaardig is, maar faalt eveneens als het gaat om minder energieverbruik. De oplossing is niet ander fossiel, maar minder fossiel. Ook daar kunnen forse kortetermijnwinsten worden behaald, bijvoorbeeld door afgesproken besparingsverplichtingen te handhaven. Is de Staatssecretaris bereid om zich op Europees niveau hard te maken voor forse energiebesparingsmaatregelen voor de korte termijn, om zo zowel het klimaat te sparen als de gasafhankelijkheid te verminderen?
Partij voor de Dieren-fractie
VN-Biodiversiteitsverdrag
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen dat een herziene versie van de Raadsconclusie voor de 15de Conferentie van Partijen van het VN-Biodiversiteitsverdrag wenselijk wordt geacht. Zij lezen dat de Raadconclusie gecorrigeerd gaat worden op de punten ambitieuze, meetbare en tijdgebonden doelstellingen, mijlpalen en streefdoelen, die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat alle ecosystemen in de wereld tegen 2050 hersteld, veerkrachtig en adequaat beschermd zijn. Deze leden merken op dat, gezien de urgentie van de klimaat- en biodiversiteitscrisis, de komende tien jaar worden gezien als de «the deciding decade» (het beslissende decennium) om klimaatontwrichting en biodiversiteitsverlies te stoppen. Deze leden vinden daarom dat er behoefte is aan het opstellen van jaarlijkse te behalen doelstellingen. Deelt de Staatssecretaris het inzicht dat het essentieel is dat er concrete jaarlijkse doelstellingen worden opgesteld, met impact-, proces- of outputindicatoren en een routeplan tot 2030? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen verder dat Europa haar internationale financiering voor mondiale biodiversiteit verdubbelt. Hoeveel belooft Europa in totaal bij te dragen aan financiële steun en is dat voldoende voor het dichten van het financieringsgat? Deelt de Staatssecretaris het standpunt dat Nederland en Europa hun financiële bijdrage moeten baseren op hun huidige en historische rol in de vernietiging van globale biodiversiteit? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat de inzet van Europa ten minste dient te zijn om samen met andere rijke landen te kijken hoe het mondiale financieringsgat1 voor biodiversiteit van 598–824 miljard dollar per jaar gedicht kan worden? Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris bereid om een kwantitatief financieringsdoel op te stellen voor zowel publieke als private stromen? Kan de Staatssecretaris aangeven op welke andere punten een herziening zal worden aangebracht? Zijn er nog herzieningen die Nederland zal inbrengen? Kan de Staatssecretaris aangeven wat het standpunt van Europa is ten aanzien van Digital Sequence Information (DSI) en of deze herzien zal worden?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken op dat de discussie over de herziening van de Raadsconclusie ook gaat over de vraag of er een doelstelling moet zijn om de indirecte oorzaken van biodiversiteitsverlies aan te pakken. Kan de Staatssecretaris aangeven welk standpunt Nederland hierover hanteert? Deze leden vinden het van groot belang om de indirecte oorzaken van biodiversiteitsverlies aan te kaarten en menen dat het huidige economische systeem, dat gemeten wordt in bruto nationaal product (bnp), indirect de hoofdoorzaak is van de mondiale biodiversiteitscrisis. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het huidige economische systeem één van de indirecte hoofdoorzaken is van de mondiale biodiversiteitscrisis? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat er behoefte is aan een andere maatstaf dan het bnp, zoals bijvoorbeeld de donuteconomie, die rekening houdt met alle waarden van biodiversiteit, planetaire grenzen, evenals menselijk welzijn en rechtvaardigheid? Is de Staatssecretaris bereid om een alternatief economisch systeem te betrekken bij de herziening van de Raadsconclusie? Zo nee, waarom niet?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie merken verder op dat het huidige voedselsysteem zowel een directe als een indirecte hoofdoorzaak is van de biodiversiteitscrisis. Deze leden lezen dat de Staatssecretaris de inzet van een plantaardiger dieet noemt als een mogelijkheid voor het behalen van de duurzameconsumptiedoelstelling. Deze leden merken op dat de inzet van een plantaardiger dieet voor veel meer van belang is dan slechts het behalen van de duurzameconsumptiedoelstelling. Momenteel wordt namelijk 83% van de landbouwgrond gebruikt voor de veehouderij en het verbouwen van veevoer, terwijl dit slechts voor 18% bijdraagt aan onze calorieën. Volgens wetenschappers kunnen we van elke hectare, waar geen voedsel voor koeien of varkens wordt verbouwd, maar liefst vier keer zoveel mensen voeden. Bovendien toont onderzoek aan dat het voedselsysteem de belangrijkste drijfveer is achter biodiversiteitsverlies.2 Deelt de Staatssecretaris deze conclusies van het Chatham-rapport? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat met name in het Westen de transitie naar een plantaardiger en duurzaam dieet en het radicaal verkleinen van de veestapel veel meer bewerkstelligt dan slechts het behalen van de doelstelling van duurzame consumptie? Want er moet ook worden gedacht aan het behalen van doelstellingen over landbouw, klimaat, vervuiling, natuurherstel en de 30x30-doelstelling. Is de Staatssecretaris bereid om in de herziene Raadsconclusies te pleiten voor het opnemen van het belang van een radicale transitie in het voedselsysteem om het verlies van biodiversiteit tegen te gaan?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie willen ook weten of Nederland erop blijft inzetten om tegen 2030 ten minste 30% van het land en 30% van de oceanen in de wereld te beschermen. Zo nee, waarom niet? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat bij de 30x30-doelstelling het ook van belang is dat effectieve bescherming wordt meegenomen in de doelstelling en dat gekeken wordt waar deze 30% bescherming zal plaatsvinden, opdat de meest biodiverse hotspots worden beschermd? Is de Staatssecretaris het ermee eens dat rijke landen financieel moeten bijdragen aan het behalen van de 30x30-doelstelling? Zo nee, waarom niet? Daarbij wijzen deze leden erop dat het zogenaamde «no-nett loss»-principe (geen netto verlies) hierbij en in het algemeen niet ingezet moet worden. No-nett loss is gebaseerd op het idee dat natuur elders gecompenseerd kan worden. Deze leden vinden dat het vernietigen van natuur onomkeerbaar is. Daarbij wijzen deze leden erop dat biodiversiteit geen som van eenheden is die je onderling kunt uitwisselen. Het is een complex aan relaties en reacties die zowel geografisch, als qua tijd uiteenloopt, waarbij ook intrinsieke waarde en het recht voor de natuur om te bestaan, als cultuur, moeten worden meegenomen. Deze leden vinden daarom dat natuurcompensatie via no-nett loss onwerkzaam is, want de vernietiging van biodiversiteit blijft gewoon doorgaan en compensatie kan dat niet oplossen. Is de Staatssecretaris het ermee eens dat no-nett loss geen oplossing is om verlies van biodiversiteit tegen te gaan? Is de Staatssecretaris bereid om er in Europa voor te pleiten dat niet wordt ingezet op no-nett loss? Zo nee, waarom niet?
Tot slot wijzen de leden van de Partij voor de Dieren-fractie erop dat de «Theory of Change»-structuur het fundament is van het Biodiversiteitsverdrag, waarop de doelstellingen zijn gebaseerd. Momenteel is er een onnatuurlijke scheiding aangebracht tussen «menselijke behoeften» en het verminderen van het aantal bedreigde diersoorten en de bescherming van natuurgebieden en ecosystemen. Als gevolg hiervan wordt voorbijgegaan aan de onderlinge verbanden en feedbackloops tussen het verminderen van het aantal bedreigde diersoorten en de positieve gevolgen hiervan voor mensen. Deze leden menen dat het van belang is om de feedbackloops die bestaan tussen biodiversiteitsbescherming en de bijdragen van de natuur aan mensen mee te nemen in de «Theory of Change»-structuur. Dit kan door voort te bouwen op het conceptueel raamwerk van het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES). Is de Staatssecretaris het ermee eens dat het conceptueel raamwerk van het IPBES meegenomen dient te worden in de «Theory of Change»-structuur en is zij bereid hiervoor te pleiten bij de discussie bij de herziening van de Raadconclusie? Zo nee, waarom niet?
BBB-fractie
Het lid van de BBB-fractie heeft als eerste vragen over het Biodiversiteitskader. Wat verwacht de Staatssecretaris dat ten aanzien van het Biodiversiteitskader (GBF) in internationaal verband de heikele punten zijn? Nederland vindt dat de implementatie versterkt moet worden via «gerichte capaciteitsontwikkeling en -opbouw en versterkte nationale actieplannen en nationale biodiversiteit financieringsplannen». Kan de Staatssecretaris meer verduidelijking geven? Waar moeten deze plannen zoal aan voldoen volgens Nederland en mogelijke eensgezinde partners? En wat voor gevolgen kunnen deze plannen hebben voor ons land? Ook valt te lezen dat Nederland voorstander is van een versterkt systeem van monitoring, rapportage en verantwoording, met bindende rapportagevereisten en een mechanisme voor tussentijdse ophoging van inzet en ambitie. Wat dient er volgens de Staatssecretaris precies gemonitord te worden en heeft de Staatssecretaris al ideeën aan welke bindende rapportagevereisten voldaan dient te worden?
Als laatste wil Nederland in het kader van het VN-biodiversiteitsverdrag dat in de Raadsconclusies wordt onderstreept dat biodiversiteit wordt geïntegreerd in alle maatschappelijke sectoren. Zijn de gevolgen die deze intentie kan hebben op de maatschappelijke sectoren bekend? Zo ja, hoe zal dit in de praktijk tot uiting komen en voorziet de Staatssecretaris negatieve effecten?
Het lid van de BBB-fractie heeft ook nog een aantal vragen over de «ambitieuze, meetbare en tijdgebonden doelstellingen, mijlpalen en streefdoelen die erop gericht zijn ervoor te zorgen dat alle ecosystemen in de wereld tegen 2050 hersteld zijn». Hoe wordt gemeten wanneer de natuur hersteld is? Wat is het uitgangspunt en waarom is er voor dit uitgangspunt gekozen? Als vervolg hierop heeft de G7 zich verbonden om tegen 2030 ten minste 30% van het land en 30% van de oceanen te behouden of te beschermen. Wat moet Nederland met zijn partners doen om 30% van het land en de oceanen te beschermen en wanneer acht Nederland dit geslaagd?
Het lid van de BBB-fractie heeft verder nog de volgende vragen. Kan de Staatssecretaris inmiddels meer duiding geven aan het aangekondigde wetgevingsinitiatief om vanaf 2027 het aandeel van emissievrije voertuigen in openbare en bedrijfswagenparken boven een bepaalde omvang te verhogen? Kan de Staatssecretaris toelichten welke nieuwe ambities en activiteiten voortvloeien uit het REPowerEU-plan die specifiek vallen onder het beleidsdomein milieu? Kan de Staatssecretaris meer informatie geven over het wetgevingsvoorstel waarin kritieke grondstoffenprojecten in het Europees strategisch belang worden geïdentificeerd?