Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de verlenging Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten (Kamerstuk 32156-118)
Monumentenzorg
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D34222, datum: 2022-09-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D34222).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VVD)
- Mede ondertekenaar: M.H.R.M. Arends, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z12776:
- Indiener: G. Uslu, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-06-28 16:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-06-29 10:15: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-09-06 14:00: Verlenging Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-09-22 09:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
- 2022-11-03 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D34222 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 22 juni 2022 inzake de verlenging van de subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten (Kamerstuk 32 156, nr. 118).
De voorzitter van de commissie,
Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie,
Arends
Inhoud | blz. | ||
I | Vragen en opmerkingen uit de fracties | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de VVD-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de D66-fractie | 2 | |
• | Inbreng van de leden van de SGP-fractie | 3 | |
II | Reactie van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | 2 |
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse en enthousiasme kennisgenomen van het voorstel verlenging en wijziging subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten. De leden hebben nog enkele vragen naar aanleiding van de wijziging en verlenging.
De leden van de VVD-fractie zien een stap in de juiste richting bij het verhogen van het budget van haalbaarheidsonderzoeken met € 490.000,– waarmee naar waarschijnlijkheid 60 extra aanvragen kunnen worden goedgekeurd. Hoeveel aanvragen zijn er, niet procentueel maar in exacte aantallen, de afgelopen jaren afgewezen vanwege budgettaire redenen? Zij vragen of de Staatssecretaris kan toelichten waarom er voor dit bedrag is gekozen.
De leden lezen in de subsidieregeling dat deze moet leiden tot de stimulans van het daadwerkelijk herbestemmen van deze monumenten. De leden menen dat het optimaliseren van de bestaande (woon)ruimte van groot belang is in de huidige krappe woningmarkt. Zij vragen of de Staatssecretaris bereid is, in het geval dat het zeer aannemelijk is dat de verhoging van het budget nog niet toereikend is voor het erkennen van alle aanvragen, in gesprek te gaan met de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor een verhoging van het budget.
De leden van de VVD-fractie merken daarnaast op dat uiteindelijke herbestemming van een monument alleen plaats kan vinden wanneer er voldoende middelen aanwezig zijn in de subsidieregeling instandhouding monumenten (hierna: SIM) en zolang er voldoende vakmensen beschikbaar zijn. Ten aanzien van het eerste, uit de brief van de toenmalige Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw Van Engelshoven, over de evaluatie van de SIM blijkt dat er een jaarlijks tekort is van € 20 miljoen, dat mogelijk oploopt tot € 100 miljoen.1 Ten aanzien van het tweede is er ook in deze sector een groeiend gebrek aan vakmensen en gecertificeerde vakopleidingen. Zij vragen tot slot of de Staatssecretaris bereid is op beide hindernissen en mogelijke oplossingen te reflecteren en de leden hierover te informeren.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief «verlenging subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten» en zijn positief over de inhoud. De leden hebben daarbij nog enkele vragen. Ten eerste zijn de leden benieuwd hoeveel aanvragen er het afgelopen jaar zijn afgewezen omwille van budgettaire redenen. Verwacht de Staatssecretaris dat met de huidige extra investering aan alle aanvragen tegemoet gekomen kan worden, of verwacht zij dat dit er meer dan 60 zullen zijn? Ook vragen de leden of deze regeling opnieuw geëvalueerd zal worden. Aangezien bevindingen uit de vorige evaluatie nuttig zijn gebleken voor het verbeteren van dit instrument, zouden de leden het passend vinden dat er gedurende de looptijd van deze regeling ook een evaluatie uitgevoerd wordt, zodat eventueel nodige aanpassingen tijdig gedaan kunnen worden.
Inbreng van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel om de regeling stimulering herbestemming monumenten te verlengen. Deze leden hebben nog enkele vragen over mogelijke voorrangscriteria.
De leden van de SGP-fractie constateren dat de evaluatie van de subsidieregeling in 2021 door DSP-groep onder meer aanbeveelt om een aantal voorrangscriteria in te voeren. Deze leden vragen waarom de Staatssecretaris deze aanbevelingen niet heeft meegenomen bij de beoogde verlenging van de regeling. Zij zouden in dit verband in ieder geval een reactie willen ontvangen op het meervoudig gebruik van de subsidieregeling voor hetzelfde monument en de vraag of de voorrangsstatus van de POM-eigenaren2 gelet op de praktijk nog nodig is als het gaat om haalbaarheidsonderzoeken. Eveneens vragen zij de Staatssecretaris te reageren op de constatering dat bij haalbaarheidsonderzoeken die niet door de eigenaar worden verricht minder vaak opvolging plaatsvindt. Ten slotte vragen zij waarom dit soort constateringen niet tot herstructurering van de regeling nopen, mede gezien het feit dat sprake kan zijn van overvraag.