Toelichtende nota inzake wijzigingen van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie; Londen, 8 december 2021
Bijlage
Nummer: 2022D41593, datum: 2022-10-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Bijlage bij: Wijzigingen van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie; Londen, 8 december 2021 (2022D41591)
Preview document (🔗 origineel)
Wijzigingen van het Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie; Londen, 8 december 2021 (Trb. 2022, 21)
TOELICHTENDE NOTA
1. Algemeen
Tijdens de eenendertigste zitting van de Algemene Vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie (hierna: IMO) die van 25 november tot en met 4 december 2019 in Londen plaatsvond, werd, teneinde de IMO beter toegerust te laten zijn om zijn doelen te behalen, besloten tot hervorming van de Raad van de IMO. Vervolgens heeft de Algemene Vergadering tijdens haar tweeëndertigste zitting die van 6 tot en met 15 december 2021 in Londen plaatsvond, resolutie A.1152(32) aangenomen tot wijziging van de artikelen 16, 17, 18, 19, onderdeel b, en 81 van het op 6 maart 1948 in Genève tot stand gekomen Verdrag inzake de Internationale Maritieme Organisatie (Stb. 1949, 93) (hierna: IMO-verdrag). De resolutie strekt er onder meer toe het aantal zetels van de Raad van de IMO uit te breiden ten behoeve van een representatieve vertegenwoordiging van leden in de Raad en de zittingstermijn van de leden van de Raad te verlengen van twee naar vier jaar.
Deelname aan de Raad is voor staten die partij zijn bij het IMO-verdrag van belang voor het uitoefenen van bestuurlijke invloed op de IMO. De Raad vertegenwoordigt namelijk het dagelijks bestuur van de IMO. Eerste uitgangspunt voor de samenstelling van de Raad is dat leden moeten worden gekozen uit staten die partij zijn en een speciaal belang hebben in en bij zeevervoer. Daarnaast is het uitgangspunt dat er een goede geografische spreiding van leden in de Raad moet zijn. Om beide uitgangspunten goed te kunnen waarmaken bestond er een breed gedragen wens om het aantal leden van de Raad uit te breiden. De uitbreiding van het aantal leden van de Raad zorgt er eveneens voor dat een beter evenwicht wordt bewerkstelligd door middel van een ruimere vertegenwoordiging van de staten die partij zijn in de IMO, waaronder ook de kleine eilandstaten in ontwikkeling (Small Island Development States).
Daarnaast is de afspraak gemaakt om de zittingstermijn van de Raad van twee naar vier jaar te verlengen. Ook dat besluit werd breed gesteund, zodat niet elke twee jaar verkiezingen van de Raad hoeven plaats te vinden. Verkiezingen vragen veel tijd van zowel landen die zich kandidaat stellen als van de Algemene Vergadering en het IMO Secretariaat dat de verkiezingen moet organiseren. De verkiezingscampagnes voor een zetel in de Raad zijn intensiever geworden en nemen relatief veel tijd van de Algemene Vergadering in beslag.
De wijzigingen van het IMO-verdrag bevatten naar het oordeel van de regering geen een ieder verbindende bepalingen in de zin van artikelen 93 en 94 Grondwet, omdat de wijzigingen uitsluitend betrekking hebben op afspraken tussen de staten die partij zijn bij het IMO-verdrag.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 16
De wijziging van artikel 16 leidt tot een toename van het aantal zetels in de Raad van veertig (40) naar tweeënvijftig (52) leden die gekozen worden door de Algemene Vergadering. Het IMO-verdrag voorzag oorspronkelijk in een Raad van 16 leden (Trb. 1953, 104). Het is inmiddels de vijfde keer dat het aantal zetels wordt uitgebreid. Eerdere uitbreidingen vonden plaats in 1964 (18 leden) (Trb. 1964, 164), 1974 (24 leden) (Trb. 1975, 31), 1979 (32 leden) (Trb. 1980, 58) en 1993 (40 leden) (Trb. 1994, 44).
Artikel 17
In de criteria waaraan de Algemene Vergadering zich dient te houden bij het kiezen van de leden van de Raad wordt het aantal leden gewijzigd. In de onderdelen a en b wordt het aantal van tien leden gewijzigd in twaalf leden en in onderdeel c wordt het aantal van twintig leden gewijzigd in achtentwintig leden. Het Koninkrijk der Nederlanden heeft in 2022-2023 zitting in de Raad in categorie b en vertegenwoordigt het gehele Koninkrijk.1
Artikel 18
De wijziging van artikel 18 leidt tot een verlenging van de zittingstermijn van de leden van de Raad. De leden oefenen hun functie in de Raad uit tot het einde van de volgende twee opeenvolgende gewone zittingen van de Algemene Vergadering wat ertoe leidt dat ze na vier jaar herkiesbaar zijn.
Artikel 19, onderdeel b
De wijziging van artikel 19, onderdeel b, ziet op een verhoging van het quorum van zesentwintig naar vierendertig leden van de Raad.
Artikel 81
De wijziging van artikel 81 voegt de Arabische, de Chinese en de Russische tekst als authentieke teksten van het IMO-verdrag toe, hetgeen ertoe leidt dat het IMO-verdrag in alle zes talen van de Verenigde Naties is gesteld. Tijdens de drieëndertigste gewone zitting zal de Algemene Vergadering een geconsolideerde tekst van het IMO-verdrag aannemen, waarbij alle van kracht zijnde wijzigingen worden opgenomen, in de Arabische, de Chinese, de Engelse, de Franse, de Russische en de Spaanse taal.
3. Koninkrijkspositie
De wijzigingen van het IMO-verdrag zullen, evenals het IMO-verdrag, voor het gehele Koninkrijk worden aanvaard.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Voor de leden van de Raad van de IMO in 2022-2023, zie link: https://www.imo.org/en/About/Pages/Council-2022-2023.aspx↩︎