Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over Departementaal informatieplan van Financiën (Kamerstuk 36200-IX-9)
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D51389, datum: 2022-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D51389).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: R.L. van den Bos, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2022Z20504:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister van Financiën
- Medeindiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Medeindiener: A. de Vries, staatssecretaris van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Digitale Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2022-11-03 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-11-10 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2022-12-01 16:00: Departementaal informatieplan van Financiën (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2023-04-06 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-04-13 14:20: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2022D51389 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 december 2022 enkele vragen en opmerkingen aan de Minister van Financiën voorgelegd over haar op 31 oktober 2022 toegezonden brief inzake Departementaal informatieplan van Financiën (Kamerstuk 36 200 IX, nr. 9).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Bos
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het «Meerjarig Departementaal Informatieplan Financiën 2023–2025». Deze leden vragen het kabinet om uitgebreid in te gaan op de vraag hoe de ambities gerealiseerd zullen worden in het kader van personeelstekorten waarbij ook specifiek in wordt gegaan op het ICT-personeel.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het meerjarig departementaal informatieplan van het Ministerie van Financiën. Deze leden onderschrijven het belang van een zorgvuldig informatiebeleid en spreken waardering uit voor het werk dat daarvoor verricht wordt. Vanuit deze blik hebben deze leden nog de volgende vragen.
De leden van de D66-fractie merken op dat in het Regeerakkoord veel middelen beschikbaar zijn gesteld om de uitvoering te versterken binnen de rijksoverheid. Zou de Minister kunnen aantonen op welke plekken deze intensivering terug te zien is in de voorliggende stukken?
De leden van de D66-fractie herkennen de constatering dat de arbeidsmarkt, zeker ten aanzien van informatiespecialisten, zeer krap is en stellen vast dat de Minister daar beleid op voert. Kan de Minister ingaan op de vraag in hoeverre de overige doelen uit dit informatieplan daarmee voldoende uitvoerbaar zijn, of dat deze doelen sterk afhankelijk zijn van het succes om voldoende specialistische arbeidskrachten aan te trekken of te behouden? Bestaat er een plan B indien de benodigde mensen niet kunnen worden geworven om de beleidsvoornemens uit te voeren? Op basis waarvan is de afweging gemaakt tussen het inzetten op ontwikkeling van zittende medewerkers ten opzichte van het aantrekken van nieuwe medewerkers? In hoeverre vindt hierbij afstemming plaats met het arbeidsmarktbeleid van andere departementen, zodat de departementen samen optrekken in plaats van dat meerdere departementen in elkaars vijver aan het vissen zijn? Is het rijksbrede programma HR-ICT daartoe voldoende?
De leden van de D66-fractie vinden het interessant om te merken dat het «doenvermogen» van burgers, bedrijven en intermediairs is meegenomen in de analyse van de transformatie in de dienstverlening. Kan de Minister aangeven op welke concrete punten het informatiebeleid van het Ministerie van Financiën daarop is aangepast? Is hierbij aangesloten op de aanbevelingen en conclusies uit het WRR-rapport «Weten is nog geen doen»?1 Daarbij denken de leden van de D66-fractie bijvoorbeeld aan het goed nadenken over de standaardkeuze voor inwoners, automatische herinneringen in te stellen of op andere manieren inwoners te helpen om de juiste keuze ook de makkelijke keuze te laten zijn. Is de Minister bereid om nader onderzoek te doen om te kijken of hier nog meer aan gedaan kan worden?
De leden van de D66-fractie merken op dat het Ministerie van Financiën wil intensiveren op het gebruik van datagericht werken. Dit kan inderdaad een zinvolle aanvulling zijn, maar de voornoemde leden wijzen ook op het belang van goede checks and balances zodat algoritmes of andere instrumenten niet onbewust tot ongewenste uitkomsten leiden. Gaat de audit-analytics van de Auditdienst Rijk (ADR) hier adequaat op in? Worden waar dat nodig is zulke instrumenten ook bijgehouden in een algoritmeregister of iets vergelijkbaars? Welke normen worden er gehanteerd voor het vasthouden van informatie, dataminimalisatie en het op tijd verwijderen van informatie? Sluiten deze normen aan op andere departementen en adviezen vanuit de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)? Is er daarbij ook sprake van een controle op voldoende doelbinding?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd over de acties die aangekondigd worden om hybride werken beter te faciliteren. Kan de Minister erop ingaan of het Ministerie van Financiën daarmee adequaat tegemoetkomt aan de eisen uit de Wet Werken Waar Je Wilt?2 Indien een werknemer een verzoek doet om meer thuis te werken, zijn er dan in ieder geval geen technische belemmeringen om dit verzoek in te willigen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van PvdD
De Partij voor de Dieren-fractie (PvdD-fractie) heeft kennisgenomen van het Meerjarig Departementaal Informatieplan Financiën (2023–2025). Het Informatieplan is een visiedocument om de Kamer te informeren, voor kennisuitwisseling en om de samenhang met andere departementen en de Chief Information Officer Rijk (CIO Rijk) te bevorderen. Het informatieplan geeft inzicht in de belangrijkste ontwikkelingen en plannen op het gebied van ICT en digitalisering voor de periode 2023–2025. De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat kennisuitwisseling en de samenhang met andere departementen onontbeerlijk is voor effectief integraal en ontkokerd klimaatbeleid. Zij zijn van mening dat het ook in de strijd tegen klimaatverandering noodzakelijk is dat gedeelde overheidsinformatie volledig, betrouwbaar en transparant is, welke voldoet aan dezelfde wijze waarop het Minister van Financiën een goed functionerende overheid beschrijft. Daarbij is het belangrijk dat informatie zo optimaal mogelijk wordt doorgespeeld naar betreffende partijen, met als doel om in elk geval bewustwording van grote maatschappelijke opgaven, zoals bijvoorbeeld de energietransitie, te verspreiden en ten behoeve van de oplossingen om verkokering aan te pakken en te voorkomen. De PvdD-fractie ziet graag dat de Minister van Financiën haar coördinerende rol onder meer vervult door de informatievoorziening te versterken, om ook de overgang naar een duurzamere wereld te versnellen. De leden van de PvdD-fractie zijn van mening dat effectief klimaatbeleid integraal klimaatbeleid is en dus geïntegreerd zou moeten zijn in alles wat de overheid doet, waaronder ook de informatievoorziening. Welke mogelijkheden ziet de Minister om ook het Meerjarig Departementaal Informatieplan Financiën (2023–2025) meer in dienst te laten staan van het klimaatbeleid? De leden van de PvdD-fractie constateren dat er in de wetenschapstoets conform artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016 (CW) voor het klimaatbeleid door wetenschappers is geconstateerd dat er onder andere sprake is van versnippering van CW 3.1-informatie. Dit maakt het moeilijk om op de volledigheid van informatie te toetsen. Wat gaat de Minister doen met deze bevindingen? Is de Minister bereid om de feedback die deze bevindingen geven te integreren in het informatieplan? Zo nee, op welke manier gaat zij dan wel aan de slag met de bevindingen uit de wetenschapstoets klimaatbeleid?