Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda van de EU-Westelijke Balkantop van 6 december 2022
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2022D51401, datum: 2022-12-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2022D51401).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L. Bromet, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: A.M. de Vrij, griffier
Onderdeel van zaak 2022Z23627:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-12-02 12:00: EU-Westelijke Balkantop d.d. 6 december (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2022-12-13 15:40: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2022-12-15 11:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
Preview document (🔗 origineel)
2022D51401 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de Minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de geannoteerde agenda van de EU-Westelijke Balkantop d.d. 6 december 20221.
De voorzitter van de commissie,
Bromet
De griffier van de commissie,
De Vrij
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en de PvdA-fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II. Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie vragen wat er besproken zal worden ten aanzien van het volledig aansluiten van de Westelijke Balkan bij het Europese Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheid beleid.
De leden van de PVV-fractie wijzen de Minister erop dat op de website van de Europese Raad over de top het volgende te lezen is: «Doordat de migratieroute via de Westelijke Balkan het afgelopen jaar aanzienlijk vaker is gebruikt, zullen de leiders van gedachten wisselen over de gezamenlijke aanpak van migratiebeheer. Dit omvat de aanpassing van het visumbeleid van de EU en de samenwerking op het gebied van terugkeerstelsels»2.De leden vragen wat er precies ten aanzien van het visumbeleid zal worden besproken en afgesproken op de komende top.
De leden van de PVV-fractie vragen of de Kamer al een (concept) verklaring kan inzien. Wat is de juridische status van deze verklaring, zo vragen de leden.
De leden vragen voorts met welke concrete maatregelen de EU komt ter ondersteuning van de Westelijke Balkanlanden. Kan de Minister garanderen dat er op deze top geen gelden namens Nederland worden toegezegd?
De genoemde leden vragen of de Minister kan toezeggen dat op deze top geen enkele stap richting uitbreiding van de EU zal worden genomen en er ook geen beloftes in die richting worden gedaan aan de landen van de Westelijke Balkan.
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de EU-Westelijke Balkantop van 6 december 2022 en heeft hier nog enkele vragen en opmerkingen over.
Het valt de leden van de CDA-fractie op dat er veel grote en belangrijke discussieonderwerpen zijn opgenomen op de top, waaronder de aansluiting van de Westelijke Balkanlanden bij het Europese Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsberaad (GBVB). Kan de Minister reflecteren of deze wens voor aansluiting bij het GBVB gedeeld wordt binnen de Balkan landen? Is dit een Europese wens of een wens van de Balkanlanden zelf, zo vragen de leden.
De toegenomen migratiedruk via de Westelijke Balkanroute zal hoogstwaarschijnlijk de komende jaren niet afnemen. De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de toegenomen irreguliere grensoverschrijdingen in deze regio en vragen welke effectieve en humanitaire maatregelen hier ingezet kunnen worden. Kan de Minister reflecteren op welke inzet hij gaat plegen wanneer het onderwerp migratie aangekaart gaat worden op deze top? Wordt er alleen gesproken over harmonisatie over het EU-visumbeleid, of wordt er ook breder gesproken over de fysieke grensinfrastructuur, mensenhandel, mensensmokkel, en mogelijke mensenrechtenschendingen in deze regio met betrekking tot migranten, zo vragen de leden.
Als land moeten wij ons realiseren dat de Balkanlanden ook een frontlinie zijn met betrekking tot irreguliere migratiestromen. Kan de Minister reflecteren op welke manier hier aandacht aan wordt gegeven? Hoe ondersteunen wij deze landen hierin, zo vragen de leden.
In Nederland lijken veel mensen zich bij de Westelijke Balkanlanden zorgen te maken om georganiseerde misdaad en corruptie in deze landen. Kan de regering aangeven in hoeverre de EU deze landen assistentie biedt bij het tegengaan van corruptie en georganiseerde misdaad. Is hier al samenwerking op deze terreinen? Zo ja, welke samenwerkingen zijn er al, en zo nee, is de ambitie hier vanuit de Balkan en EU-landen om hier verder op samen te werken? Kan de Minister reflecteren hoe hij de voortgang ziet van deze landen op misdaad en corruptie?
Met de grote dreiging vanuit Rusland moet het belang ook zijn om cohesie te realiseren en te zorgen dat wij bij elkaar blijven. Kan de Minister reflecteren hoe de inzet hierop gaat zijn en op welke manier het belang van cohesie benadrukt gaat worden op deze top? Hoe zorgen wij voor een verbeterde samenwerking, zo vragen genoemde leden.
Op deze Westelijke Balkantop wordt naar verwachting een verklaring aangenomen waarin het EU-perspectief van de landen wordt herbevestigd. Kan de Minister reflecteren of er verder nog concrete besluiten uit deze Westelijke Balkantop zijn te verwachten, zo vragen de leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks- en de PvdA-fracties
Algemeen
De leden van GroenLinks- en de PvdA- fracties delen de mening van het kabinet dat in het licht van de veranderde geopolitieke situatie na de Russische inval van Oekraïne het belang is toegenomen om relaties met de Westelijke Balkan te intensiveren – zoals geuit in de appreciatie van het uitbreidingspakket 20223. De leden zijn van mening dat hieraan door de EU met concrete initiatieven opvolging gegeven dient te worden om de banden met de Westelijke Balkanlanden te verstevigen en staan positief tegen uitbreiding van de EU. Wat is de inzet van de Minister om hier invulling aan te geven op de Westelijke Balkantop volgende week? Wat is de bredere inzet in dit opzicht? Hoe is het kabinet voornemens om Chinese en Russische inmenging terug te dringen op de Westelijke Balkan, zo vragen genoemde leden.
Rechtsstaat
De leden van GroenLinks- en de PvdA-fracties onderschrijven de kritische conclusies van het rapport van de Europese Rekenkamer 2021/01 over de effectiviteit van EU-fondsen ter bevordering van de rechtstaat in de Westelijke Balkan4 en vragen de Minister er bij de Europese Commissie op aan te dringen deze zo snel mogelijk te implementeren. Verder zijn de leden van mening dat het maatschappelijk middenveld een cruciale rol vervult bij de verbetering van de democratie en rechtsstaat in de uitbreidingslanden en maken de leden zich zorgen over het vijandige klimaat waarin deze organisaties acteren in sommige landen zoals bijvoorbeeld in Servië en Bosnië en Herzegovina. Is de Minister voornemens om tijdens de top te pleiten voor meer financiële EU-steun voor NGO’s en er bij de Westelijke Balkanlanden sterk op aan te dringen een klimaat te realiseren waarin deze organisaties zo vrij mogelijk kunnen acteren? Ook vragen de leden of de Minister tijdens de top zal aandringen op het afsluiten van werkafspraken tussen de uitbreidingslanden en het Europees Openbaar Ministerie (EOM), om nauwe samenwerking en vervolging van misbruik van EU-middelen te vergemakkelijken.
Is de Minister voornemens er bij de Europese Commissie op aan te dringen om richtlijnen te ontwikkelen voor toepassing van het modulatie-, omleidings- en opschortingsmechanisme zoals vastgelegd in IPA III, om de rechtsstaatconditionaliteit van deze fondsen effectief en operationeel te maken, zo vragen de leden.
Bosnië en Herzegovina
De leden van GroenLinks- en PvdA-fracties zijn bezorgd over berichtgeving in Bosnische media5 waarin de president van Republika Srpska (RS), de heer Milorad Dodik, claimt tijdens een bilaterale afspraak met Eurocommissaris Olivér Várhelyi de toezegging te hebben gehad dat de uitbetaling van 600 miljoen euro aan bevroren EU-fondsen (IPA III) aan de RS hervat zal worden. Tijdens een uitwisseling in het Europees parlement werd deze claim desgevraagd niet ontkent door de Eurocommissaris. De leden zien geen wijziging in de koers van president Dodik en het leiderschap van de RS. De illegale besluiten over het overdragen van vitale overheidscompetenties naar entiteitsniveau zijn niet teruggetrokken maar slechts uitgesteld, en ook is er geen afstand gedaan van de wet waarmee een apart medisch agentschap op entiteitsniveau zou worden gecreëerd. Verder zien de leden dat Dodik en zijn partij SNSD actief steun blijven verlenen aan Rusland en warme banden met het Kremlin onderhouden. Gezien het gebrek aan consensus onder lidstaten over gerichte EU-sancties tegen Dodik en de andere verantwoordelijken voor de huidige koers van Republika Srpska, is het bevriezen van IPA III fondsen de facto het enige middel dat de EU in handen heeft om een andere koers af te dwingen. De leden vragen of de Minister voorstander is van het hervatten van IPA III fondsen naar Republika Srpska, en zo ja, welke concrete verbeteringen hij op dit moment ziet in de RS? Indien dit niet het geval is vragen de leden of er tijdens de top of ander overleg opheldering aan de Eurocommissaris gevraagd zal worden, en of Nederland erop zal staan dat de fondsen niet vrijgegeven zullen worden zonder dat er concrete en radicale koerswijzigingen plaatsvinden bij het entiteitsleiderschap.
Kosovo
De leden van GroenLinks- en de PvdA-fracties uiten hun zorgen over het besluit van de Raad om visumliberalisatie voor Kosovo aan operationalisering van het Europees Reisinformatie- en Autorisatiesysteem (ETIAS) te koppelen en in ieder geval uiterlijk 1 januari 2024 in te voeren. De facto betekent dit verder uitstel, terwijl Kosovo al geruime tijd aan de technische voorwaarden voldoet zoals vastgesteld door de Europese Commissie – en recentelijk onderschreven door de Nederlandse regering in haar kabinetsappreciatie van het 2022 uitbreidingspakket. De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat het niet nakomen van afspraken extreem schadelijk is voor het vertrouwen van burgers in de EU en objectiviteit van het toetredingsproces. Zeker gezien de Nederlandse «strict but fair» benadering van het toetredingsproces, zijn de leden van mening dat het kabinet er op had moeten aandringen in EU context om geen verdere voorwaarden op te werpen voor het verlenen van visumliberalisering aan Kosovo. De leden vragen de Minister er binnen de Raad op aan te dringen te onderzoeken of visumliberalisering niet eerder gerealiseerd kan worden. Verder vragen de leden de Minister tijdens de top in samenspraak met de andere EU-lidstaten en Kosovo te onderzoeken of er andere manieren zijn om Kosovo in de tussentijd te ondersteunen ter compensatie van dit uitstel om te proberen het verlies van vertrouwen in de EU deels te herstellen.
Montenegro
Tot slot namen de leden van GroenLinks- en PvdA-fracties kennis van berichtgeving over het feit dat de EU het energiesteunpakket voor Montenegro zou tegenhouden als de institutionele blokkade in het land zou voortduren. Kan de Minister een toelichting op de Nederlandse positie in deze kwestie geven, zo vragen de leden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de geannoteerde agenda over de Westelijke Balkantop van 6 december gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.
De leden van de SP-fractie lezen dat er in de agenda onder andere wordt gesproken over een volledige aansluiting van de Westelijke Balkanlanden bij het Europese Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB). Kan de Minister aangeven wat dit precies in de praktijk zal betekenen? Op welke zaken zullen de landen in de Westelijke Balkan aansluiten? Brengt dit niet de nodige risico’s met zich mee, zo vragen de leden.
De leden lezen dat ook migratie een onderdeel van discussie wordt. De aansluiting van deze landen bij het EU-visumbeleid is volgens de Minister een belangrijk instrument om irreguliere migratie tegen te gaan. Kan de Minister aangeven wat de vorderingen zijn die de afgelopen jaren zijn gemaakt op de Westelijke Balkan hieromtrent? Klopt het dat er nog veel irreguliere migratie via Servië loopt? Op welke manier kan de Europese Unie druk uitoefenen op deze landen, zo vragen de leden.
De leden lezen dat er opnieuw een verklaring wordt ondertekend waarin het EU-perspectief van de landen van de Westelijke Balkan wordt herbevestigd en waarin het belang van de rechtsstaat, mensenrechten en democratie in de regio wordt benadrukt. De leden herinneren zich dat dit al een paar jaar op rij wordt ondertekend. Wat is volgens de Minister de toegevoegde waarde hiervan? Wat is het verschil met de verklaringen die de afgelopen jaren zijn ondertekend hieromtrent? Kan de Minister aangeven wat deze verklaring formeel betekent, zo vragen de leden.