Verkenning vrijstellingen overdrachtsbelasting
Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Brief regering
Nummer: 2023D40047, datum: 2023-10-02, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36410-79).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Verkenning vrijstellingen overdrachtsbelasting
- Beslisnota bij Kamerbrief Verkenning vrijstellingen overdrachtsbelasting
Onderdeel van kamerstukdossier 36410 -79 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën.
Onderdeel van zaak 2023Z16438:
- Indiener: M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2023-10-05 13:40: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2023-10-12 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 410 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën
Nr. 79 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2023
In de brief «Stand van zaken fiscale regelingen»1 van november 2017 is aangekondigd dat de fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting geëvalueerd zullen worden op doeltreffendheid en doelmatigheid. Een volwaardige evaluatie van alle regelingen wordt echter bemoeilijkt door een gebrek aan beschikbare data. Daarnaast verschilt de beleidsmatige relevantie van de regelingen sterk. Daarom is in lijn met de conclusies van de Evaluatiedoorlichting fiscale regelingen2 besloten eerst een verkenning van de fiscale regelingen in de overdrachtsbelasting uit te voeren. Doel van de verkenning is om in kaart te brengen of en in hoeverre er aanleiding is om nader onderzoek te doen naar de fiscale regelingen binnen de overdrachtsbelasting. Hierbij stuur ik u de resultaten van deze verkenning.
De verkenning heeft betrekking op alle vrijstellingen van overdrachtsbelasting. Het per 2011 ingevoerde verlaagde tarief voor woningen (2%) wordt ook meegenomen, net als de tariefdifferentiatie die per 2021 is ingevoerd. Voor alle regelingen is in kaart gebracht wat het beleidsdoel is, welke kennis er beschikbaar is uit eerdere onderzoeken, hoe vaak de regelingen gebruikt worden en hoe deze ervaren worden in de uitvoering door de Belastingdienst. Ook is voor alle regelingen het toetsingskader fiscale regelingen doorlopen. Op grond van dit onderzoek wordt de aanbeveling gedaan om de komende jaren 20 vrijstellingen, het verlaagde tarief voor woningen en de tariefdifferentiatie in de overdrachtsbelasting te evalueren. Op basis van deze resultaten is de evaluatieplanning voor de komende jaren vastgesteld.
In 2024 wordt de Wet differentiatie van de overdrachtsbelasting geëvalueerd, inclusief enkele andere vrijstellingen die betrekking hebben op de woningmarkt, zoals de startersvrijstelling. In 2025 volgt een evaluatie van de vrijstellingen in de overdrachtsbelasting gericht op ondernemerschap. In 2026 worden de vrijstellingen voor natuur en landbouw onderzocht, en in 2027 zullen enkele vrijstellingen van technische en notariële aard geëvalueerd worden. Eén vrijstelling, namelijk die voor samenloop met de omzetbelasting, wordt bij de evaluatie van de btw-vrijstellingen in 2024 betrokken. Al deze voorgenomen evaluaties zijn terug te vinden in de evaluatieplanning fiscale regelingen 2023–2027 die staat opgenomen in Bijlage 9 van de Miljoenennota 2024 (Kamerstuk 36 410, nr. 2). Over de resultaten van de evaluaties wordt u na afronding van de onderzoeken geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij