[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2023D46306, datum: 2023-11-24, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36470-VII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36470 VII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2023Z19173:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 470VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2023 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII);
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.M. de Jonge

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

De tweede suppletoire begroting geeft een beeld van de uitvoering van de begroting 2023. De tweede suppletoire begroting is opgebouwd vanaf de stand ontwerpbegroting 2023 (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 1) inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124), amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52), de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 1), de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11), de Prinsjesdag suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36435 VII, nr. 1).

Bij de suppletoire begroting Prinsjesdag 2023 van 19 september jl. is de mutatie van € 58,2 mln. wel toegelicht maar niet verwerkt in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel van artikel 3. In deze tweede suppletoire begroting 2023 is in de begrotingsstaat en in de budgettaire tabel de juiste stand vastgestelde begroting (incl. Suppletoire begrotingen, NvW en amendementen) opgenomen voor de uitgaven van artikel 3 zijnde € 6.813.367.

Uitgangspunt bij de tabel budgettaire gevolgen van beleid is dat per artikel de beleidsmatige en technische mutaties toegelicht worden, die groter dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften (RBV) zijn opgenomen, de zogenaamde staffel. In het kader van transparantie of anderszins kan het voorkomen dat mutaties beneden deze ondergrenzen ook worden toegelicht.

1. Openbaar bestuur en democratie Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
2. Nationale Veiligheid Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
3. Woningmarkt Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 5 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 20 mln.
Ontvangsten: 10 mln.
4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 4 mln.
11. Centraal apparaat Verplichtingen/Uitgaven: 5 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 10 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
12. Algemeen Verplichtingen 1 mln.; Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen 2 mln.; Uitgaven: 4 mln.
Ontvangsten: 2 mln.
13. Nog onverdeeld Verplichtingen/Uitgaven: 1 mln.
Ontvangsten: 1 mln.
Verplichtingen/Uitgaven: 2 mln.
Ontvangsten: 2 mln.

De in de tabel budgettaire gevolgen van beleid gepresenteerde budget‐ flexibiliteit (percentage juridisch verplicht) is de stand per 23 oktober 2023.

Overzicht coronamaatregelen

1 Inkomstenderving waterschappen 6.449 6.449 (Kamerstukken II 2023/24, 36470 VII,nr.2)
3 Huurtoeslag ‒ 1.800 (Kamerstukken II 2020/21, 35850 VII,nr.1)
Totaal 6.449 6.449 ‒ 1.800

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Vastgestelde begroting 20231 9.286.890
Stand 1e suppletoire begroting 20232 10.322.760
Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 10.435.085
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Compensatie hoogwater Limburgse gemeenten 1 3.211
2) Inkomstenderving waterschappen 1 6.449
3) Afrekening AIVD en MIVD 2 6.083
4) Bijdrage MIRT verkenning Utrecht 3 ‒ 69.351
5) Afdracht BTW woningbouwimpuls 3 ‒ 11.894
6) Onderuitputting woningbouwimpuls 3 ‒ 120.298
7) Natuurinclusief isoleren 4 7.200
8) Afdracht BTW lokale aanpak isolatie 4 ‒ 11.400
9) Bijdrage omgevingswet 5 10.000
10) Ontvlechting eindbalans UBR 11 8.000
11) Verrekening gemaakte kosten FMH 11 5.392
12) Desaldering ontvangsten Doc Direct 11 5.375
13) Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's 11 4.791
14) Kwijtschelden publieke schulden 12 ‒ 50.000
15) Diverse mutaties div 2.964
Stand 2e suppletoire begroting 2023 10.231.607
  1. Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).
  2. Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).

Toelichting

1) Dit betreft de compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).

2) Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen.

3) Jaarlijks worden de bedrijfsvoeringskosten van de AIVD en MIVD verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hiervoor € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.

4) Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van Openbaar Vervoer en Wonen in de regio Utrecht.

5) Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) voor de btw-afdracht van de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.

6) De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De middelen worden in 2024 weer opgeboekt op artikel 3.

7) De bestaande specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met € 7,2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.

8) Er is een overboeking van € 11,4 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw-compensatiefonds) van de btw-afdracht voor de regeling lokale aanpak isolatie (LAI).

9) Dit betreft een desaldering van € 10,0 mln. van de meerontvangsten van artikel 4 voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

10) Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 8 mln.).

11) Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.

12) Middels een desaldering van € 5,4 mln. (door hogere ontvangsten) worden de geraamd uitgaven van Doc-Direkt verhoogd.

13) Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Verder is er een desaldering van € 2,7 mln. als aanvulling op de raming van de kosten van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's).

14) De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.

Vastgestelde begroting 20231 679.570
Stand 1e suppletoire begroting 20232 857.104
Stand Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 934.994
Belangrijkste suppletoire mutaties
1) Natuurinclusief isoleren 4 7.200
2) Bijdrage omgevingswet 4 10.000
3) Meerontvangsten bijdrage zakelijke lasten 6 4.200
4) Benzineveilingen 9 91.000
5) Meer opbrengst bodemmaterialen 9 6.486
6) Ontvlechting eindbalans UBR 11 8.000
7) Desaldering ontvangsten Doc Direct 11 5.375
8) Aanvulling raming kosten HRM advies & DVA's 11 4.791
9) Diverse mutaties Div ‒ 376
Stand 2e suppletoire begroting 2023 1.071.670
  1. Inclusief de nota van wijziging (Kamerstukken II 2022/23, 36200 VII, nr. 124) en amendementen (Kamerstukken II 2022/3, 36200 VII, nr. 50 tot en met 52).
  2. Inclusief de nota van wijziging op de eerste suppletoire begroting (Kamerstukken II 2022/23, 36350 VII, nr. 11).

Toelichting

1) Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren, voor de aanpak van de vleermuizen.

2) Het betreft de meerontvangsten op artikel 4 in 2023. Er wordt 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5.

3) Het betreft de meerontvangsten op artikel 6 in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

4) Er is circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemmaterialen.

5) Er is € 91 mln. aan meerontvangsten doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd.

6) Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas/verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 8 mln.).

7) Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.

8) Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering wordt het budget verhoogd. Verder zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering wordt het budget verhoogd.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 456.372 8.073 464.445
Uitgaven 322.221 7.073 329.294
1.1 Bestuur en regio 201.154 9.677 210.831
Subsidies (regelingen) 16.198 1.935 18.133
POK - Multiproblematiek 1.036 800 1.836
POK - Antidiscriminatie 159 720 879
Oorlogsgravenstichting 3.969 0 3.969
Bestuur en regio 3.546 315 3.861
POK - Basisinfrastructuur 5.664 0 5.664
Regiodeals 0 100 100
Werk aan Uitvoering 1.819 0 1.819
Diverse subsidies 5 0 5
Opdrachten 7.322 ‒ 1.940 5.382
POK - Multiproblematiek 1.028 ‒ 824 204
Bestuur en regio 2.690 ‒ 157 2.533
POK - Antidiscriminatie 370 ‒ 191 179
Regiodeals 2.279 ‒ 100 2.179
Diverse opdrachten 155 115 270
Antidiscriminatie 800 ‒ 783 17
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 577 22 599
Diverse bijdragen 274 0 274
POK - Antidiscriminatie 0 22 22
Regiodeals 303 0 303
Bijdrage aan medeoverheden 176.032 9.660 185.692
Groeiopgave Almere 9.774 0 9.774
Evides 1.250 0 1.250
Regiodeals 165.008 0 165.008
Gemeenten 0 9.660 9.660
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 63 0 63
Bijdragen internationaal 63 0 63
Bijdrage aan agentschappen 962 0 962
RWS 962 0 962
1.2 Democratie 121.067 ‒ 2.604 118.463
Subsidies (regelingen) 47.032 0 47.032
Politieke partijen 30.431 ‒ 638 29.793
Comité 4/5 mei 130 0 130
ProDemos 8.979 0 8.979
Verbinding inwoner en overheid 1.837 500 2.337
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 3.397 0 3.397
Weerbaar bestuur 2.258 138 2.396
Opdrachten 7.493 ‒ 1.265 6.228
Verbinding inwoner en overheid 3.817 ‒ 1.002 2.815
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 543 ‒ 134 409
Weerbaar bestuur 3.133 ‒ 129 3.004
Inkomensoverdrachten 7.522 ‒ 489 7.033
Toerusting en ondersteuning politieke ambtsdragers 7.032 0 7.032
Vergoeding rouwvervoer 490 ‒ 489 1
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 3.600 ‒ 1.042 2.558
Diverse bijdragen 3.600 ‒ 1.042 2.558
Bijdrage aan medeoverheden 52.760 0 52.760
Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid 52.760 0 52.760
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 102 ‒ 10 92
Bijdrage internationaal 102 ‒ 10 92
Bijdrage aan agentschappen 2.558 202 2.760
Dienst Publiek en Communicatie 2.558 202 2.760
Ontvangsten 14.905 551 15.456

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 30%
bestuurlijk gebonden 69%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 1%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 1 is 30% juridisch verplicht.

1.1 Bestuur en regio

Bijdrage aan medeoverheden

Gemeenten

Dit betreft een overheveling van de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën in verband met de inkomstenderving van de waterschappen als gevolg van de COVID-19 pandemie (€ 6,4 mln.). Deze middelen worden uitgekeerd aan de waterschappen. Daarnaast betreft het compensatie van een deel van de kosten die de zwaarst getroffen gemeenten hebben gemaakt na de wateroverlast in Limburg (€ 3,2 mln.).

1.2 Democratie

Opdrachten

Verbinding inwoner en overheid

Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds ten behoeve van de aanjagende rol van Provincies bij het versterken van de slagkracht van kleine gemeenten tegen ondermijnende invloeden, bijvoorbeeld in het kader van een provinciale weerbaarheidsnorm of provinciale ondermijningsprogramma’s.

Weerbaar bestuur

Dit betreft voornamelijk een overboeking naar de begroting van het Provinciefonds in verband met de impuls vervolgaanpak vakantieparken en Ariadne project. De provincies ontvangen middelen voor de vervolgaanpak op vakantieparken (Kamerstukken II, 2022/23, 32 847, nr. 1070), met name voor het verder verbeteren van de registratie van vakantieparken. Daarnaast ontvangt de provincie Gelderland een bijdrage voor continuering van het Ariadne project in het kader van het verlengingsplan 2023 en 2024 t/m 2026. Dit samenwerkingsproject is gericht op het aanpakken van criminaliteit en ondermijning op en rondom vakantieparken.

3.2 Artikel 2. Nationale veiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 445.117 5.125 450.242
Uitgaven 445.117 5.125 450.242
AIVD apparaat 426.786 ‒ 3.875 422.911
AIVD geheim 18.331 9.000 27.331
Ontvangsten 17.214 0 17.214

Toelichting

Van het totale uitgavenbudget op artikel 2 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

AIVD apparaat

Er vindt een overboeking plaats naar het ministerie van Justitie en Veiligheid voor de bijdrage van € 0,4 mln. aan TNO voor kennisopbouw.

De toegekende middelen voor de Contraterrorisme (CT) infobox zijn dit jaar niet geheel nodig binnen de CT infobox. Hierom wordt € 0,5 mln. binnen de doelstellingen van CT elders ingezet.

Daarnaast worden de jaarlijkse bedrijfsvoeringskosten van de diensten (AIVD en MIVD) verrekend tussen het ministerie van BZK en het ministerie van Defensie. Voor 2023 ontvangt de AIVD hier circa € 6,1 mln. vanuit het ministerie van Defensie.

Er vindt een reallocatie plaats naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.

AIVD geheim

Er vindt een reallocatie plaats vanaf het budget AIVD apparaat naar het geheime budget van de AIVD van € 9 mln.

3.3 Artikel 3. Woningmarkt

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 7.151.876 ‒ 202.599 6.949.277
Uitgaven 6.813.367 ‒ 207.588 6.605.779
3.1 Woningmarkt 5.031.040 ‒ 1.829 5.029.211
Subsidies (regelingen) 32.411 3.912 36.323
Bevordering eigen woningbezit 8.600 0 8.600
Stimuleringsmiddelen wooncooporaties 176 0 176
Ouderenhuisvesting 14.016 ‒ 2.000 12.016
Woningmarkt 9.619 5.912 15.531
Opdrachten 56.633 722 57.355
NHG risicovoorziening 49.905 0 49.905
Woningmarkt 6.728 722 7.450
Inkomensoverdrachten 4.917.355 ‒ 5.160 4.912.195
Huurtoeslag 4.917.355 ‒ 5.160 4.912.195
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 3.211 0 3.211
Woningmarkt 3.211 0 3.211
Bijdrage aan medeoverheden 3.500 ‒ 700 2.800
Grote gezinnen 3.500 ‒ 700 2.800
Bijdrage aan agentschappen 15.977 ‒ 10 15.967
Dienst van de Huurcommissie 15.815 75 15.890
RVO (Uitvoeringskosten BEW) 162 ‒ 85 77
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 1.953 ‒ 593 1.360
Financiën (IXB) 800 ‒ 800 0
Infrastructuur en Waterstaat (XII) 1.153 207 1.360
3.3 Woningbouw 1.782.327 ‒ 205.759 1.576.568
Subsidies (regelingen) 1.006 ‒ 38 968
Woningbouw 1.006 ‒ 38 968
Opdrachten 16.424 357 16.781
Woningbouwimpuls 106 250 356
Volkshuisvestingsfonds 1.059 ‒ 350 709
Woningbouw 2.308 100 2.408
Tijdelijke uitvoeringsorganisatie 12.856 287 13.143
Grootschalige woningbouwgebieden 95 70 165
Storting/onttrekking begrotingsreserve 136.700 1.400 138.100
Herplaatsingsgarantie 136.700 1.400 138.100
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 151 38 189
CBS 151 38 189
Bijdrage aan medeoverheden 1.457.430 ‒ 209.495 1.247.935
Flexpools 10.000 ‒ 1.232 8.768
Woningbouwimpuls 357.202 ‒ 251.543 105.659
Volkshuisvestingsfonds 280.684 0 280.684
Kwetsbare groepen 35.585 0 35.585
Woondeals 10.000 0 10.000
Grootschalige woningbouwgebieden 454.500 0 454.500
Versnelling huisvesting 11.459 0 11.459
Overlooplocaties 48.000 ‒ 6.720 41.280
Start-bouwimpuls 250.000 50.000 300.000
Bijdrage aan agentschappen 170.616 1.979 172.595
RVO 3.656 ‒ 2.654 1.002
RVB 166.960 4.633 171.593
Ontvangsten 564.955 ‒ 11.307 553.648

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 100%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 3 is 100% juridisch verplicht.

Uitgaven

3.1 Woningmarkt

Subsidies

Ouderenhuisvesting

Het gereserveerde budget voor de opvang van Soedanese vluchtelingen blijkt onvoldoende om alle kosten tot en met december te kunnen betalen. Er wordt hiervoor € 2 mln. overgeboekt van dit budget.

Woningmarkt

Op grond van artikel 91 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (hierna: Wet FinBES) kan een bijzondere uitkering worden verstrekt. Gelet op artikel 92, lid 2, onderdeel c van de Wet FinBES kan aan Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het kalenderjaar 2023 een bijdrage worden toegekend voor de kosten van de verhuurdersubsidie, van respectievelijk USD 1.051.078 (€ 0,9 mln.), USD 118.500 (€ 0,12 mln.) en USD 23.750 (€ 0,02 mln.). Daarnaast vindt een nabetaling plaats aan Bonaire voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 350.000 (€ 0,3 mln.) en een voorschot voor de particuliere verhuurderssubsidie van USD 660.000 (€ 0,6 mln.).

In de huurtoeslag wordt een raming opgenomen voor Wonen in Caribisch Nederland. In deze raming is ook een bedrag bestemd voor de afgesloten Woondeal Bonaire. Hiervoor wordt € 3 mln. aan dit budget toegevoegd.

Opdrachten

Woningmarkt

Voor de opvang van Soedanese evacuees is er budget gereserveerd. Het gereserveerde budget blijkt echter onvoldoende om alle kosten tot en met december 2023 te kunnen betalen. Er wordt € 2 mln. overgeboekt naar dit budget om de kosten te kunnen betalen. Daarnaast zijn er nog facturen ontvangen voor de opvang van Afghaanse Nederlanders van de gemeente Haarlemmermeer.

Er vindt tevens een mutatie plaats van circa € 1,3 mln. naar het Gemeentefonds. Deze decentrale uitkering is bedoeld voor gemeenten die via het Rijk zijn betrokken bij de zogenoemde nazorg van evacuees uit Soedan. Het betreft de zorg voor Nederlanders die vanaf eind april zijn gerepatrieerd uit Soedan.

Inkomensoverdrachten

Huurtoeslag

Er vindt een overboeking van circa € 2,2 mln. plaats voor de bijzondere uitkering en de bijdrage voor de kosten van de verhuurdersubsidie aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Deze overboeking betreft ook de nabetaling aan Bonaire voor de verhuurderssubsidie.

Er vloeit daarnaast € 3 mln. van de huurtoeslag naar de afgesloten Woondeal Bonaire.

3.3 Woningbouw

Storting begrotingsreserve

Herplaatsingsgarantie

Dit betreft de geraamde uitvoeringskosten van circa € 1,4 mln. voor de financiële herplaatsingsgarantie. De middelen worden gerealloceerd naar de begrotingsreserve om deze terug in de risicovoorziening te storten.

Bijdrage aan medeoverheden

Flexpools

Dit betreft de btw afdracht aan het btw-compensatiefonds behorend bij de flexpool regeling.

Woningbouwimpuls

Het betreft hier meerdere mutaties.

Er is een overboeking van € 69,4 mln. naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat ten behoeve van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) ter verkenning van OV en Wonen in de regio Utrecht.

Er is een overboeking van € 11,9 mln. naar het ministerie van Financiën (onderdeel btw compensatiefonds) van de btw afdracht voor de aanvragen van de 5e tranche van de woningbouwimpuls.

De onderuitputting van 5e tranche woningbouwimpuls (€ 120,3 mln.) wordt generaal teruggeboekt. De Woningbouwimpuls kent een 100 procent eindejaarsmarge waardoor deze middelen in 2024 weer opgeboekt worden op artikel 3.

Uit de onderuitputting van woningbouwimpuls is er een reallocatie van € 50 mln. gedaan naar de start-bouwimpuls. Zie de start-bouwimpuls voor verdere toelichting.

Uit de onderuitputting worden daarnaast drie amendementen (€60 mln.) gedekt die recent zijn ingediend bij de begrotingsbehandeling. Tevens wil ik mij inzetten om een deel van de onderuitputting bij Voorjaarsnota vrij te maken ten behoeve van een regeling waarmee grotere en complexe locaties financieel kunnen worden ondersteund, onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring.

Overlooplocaties

Dit betreffen uitgaven in het kader van de fysieke herplaatsingsgarantie voor flexwoningen. Na het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met gemeenten kan in 2023 worden overgegaan op uitkering door middel van een SPUK-regeling voor circa € 41,3 mln. Voor het overige deel van de fysieke herplaatsingsgarantie vinden de uitgaven plaats in 2024.

Start-bouwimpuls

Dit betreft een ophoging van het budget voor de start-bouwimpuls van € 250 mln. naar € 300 mln. vanuit de onderuitputting van de vijfde tranche woningbouwimpuls, gezien de grote interesse die bestaat in de regeling. De startbouwimpuls is bedoeld voor nieuwbouwprojecten die door de veranderde economische omstandigheden dreigen te vertragen of on hold te worden gezet.

Bijdrage aan agentschappen

RVO

Het betreft hier een tweetal mutaties.

Er vindt, conform afspraak met het ministerie van Financiën, een afboeking plaats van circa € 1,3 mln. van de onderuitputting van de middelen van de woningbouwimpuls, waarvoor een 100% eindejaarsmarge geldt. In 2024 zullen deze middelen weer worden opgeboekt bij de 1e suppletoire begroting 2024.

Verder wordt er € 1,4 mln. gerealloceerd naar de risicovoorziening voor de financiële herplaatsingsgarantie van flexwoningen.

RVB

Het betreft hier meerdere mutaties.

De matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen vraagt meer maatwerk en verloopt minder snel dan verwacht. Aanvullend wordt circa € 4,6 mln. beschikbaar gesteld voor de verlenging van de distributielocaties en voor meerkosten voor ingekochte flexwoningen.

Ontvangsten

Dit betreft een saldo van meerdere mutaties, waarvan een tweetal toegelicht.

Door een latere matching van ingekochte flexwoningen met afnemers, komt een deel van de ontvangsten later binnen dan geraamd. In 2023 wordt € 11,3 mln. afgeboekt. Deze ontvangsten schuiven door naar 2024.

3.4 Artikel 4. Energietransitie gebouwde omgeving en bouwkwaliteit

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 1.281.240 3.376 1.284.616
Uitgaven 1.061.783 ‒ 4.874 1.056.909
4.1 Energietransitie en duurzaamheid 1.043.623 ‒ 2.393 1.041.230
Subsidies (regelingen) 377.205 ‒ 1.989 375.216
Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen 10.716 ‒ 7.000 3.716
Energiebesparing Koopsector 15.618 0 15.618
Energiebesparing Huursector 369 648 1.017
Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof) 5.691 900 6.591
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed 126.830 7.000 133.830
Energietransitie en duurzaamheid 29.227 3.854 33.081
Renovatieversneller 7.739 0 7.739
SAH 11.700 0 11.700
Warmtefonds 155.390 0 155.390
Nationaal Groeifonds 11.925 ‒ 7.391 4.534
Biobased Bouwen 2.000 0 2.000
Opdrachten 4.750 ‒ 666 4.084
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 1.500 0 1.500
Energietransitie en duurzaamheid 3.250 ‒ 666 2.584
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.482 554 2.036
Energietransitie en duurzaamheid 1.482 554 2.036
Bijdrage aan medeoverheden 623.252 1.250 624.502
Aardgasvrije wijken 0 154 154
Ventilatie in scholen 0 210 210
Nationaal Isolatie Programma (Lokale aanpak woningisolatie) 376.579 ‒ 11.400 365.179
Ondersteuning aanpak energiearmoede 186.173 ‒ 5.063 181.110
Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie 16.500 0 16.500
Nationaal Isolatie Programma (Soortenmanagement) 44.000 10.000 54.000
Nationaal Groeifonds 0 7.349 7.349
Bijdrage aan agentschappen 32.222 1.122 33.344
ILT (Handhaving Energielabel) 527 ‒ 518 9
RVO (Uitvoering Energieakkoord) 1.789 ‒ 1.683 106
Dienst Publiek en Communicatie 113 0 113
RVO (Energietransitie en duurzaamheid) 24.478 2.892 27.370
RVB 3.540 389 3.929
Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed 1.775 0 1.775
Nationaal Groeifonds 0 42 42
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 4.712 ‒ 2.664 2.048
EGO (innovatie) 4.287 ‒ 2.239 2.048
Handhaving energielabel C 425 ‒ 425 0
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit 18.160 ‒ 2.481 15.679
Subsidies (regelingen) 15.191 ‒ 3.531 11.660
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit 15.191 ‒ 3.531 11.660
Opdrachten 1.409 1.050 2.459
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit 1.409 1.050 2.459
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 50 0 50
Overige bijdragen 50 0 50
Bijdrage aan agentschappen 1.510 0 1.510
RVB 1.510 0 1.510
Ontvangsten 686 18.600 19.286

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 80%
bestuurlijk gebonden 20%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 80% juridisch verplicht.

Uitgaven

4.1 Energietransitie en duurzaamheid

Subsidies (regelingen)

Subsidie verduurzaming en onderhoud huurwoningen

Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA) wordt het budget opgehoogd met € 7 mln. voor 2023. Daarvoor wordt vanuit de onderuitputting op de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) dit bedrag gerealloceerd.

Kennis- en innovatieprogramma emissiearme bouwproducten (stikstof

Dit betreft subsidies van € 0,9 mln. aan building balance voor innovatieve bouwprojecten.

Verduurzaming maatschappelijk vastgoed

Vanwege de hoge respons op de conceptregeling Verduurzaming Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA), is prognose van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) dat dit budget opgehoogd moet worden met € 7 mln. voor 2023. Dekking vindt plaats uit de onderuitputting van de Subsidie Verduurzaming en Onderhoud Huurwoningen (SVOH) in 2023. Het budget voor 2024 zal bij de 1e suppletoire begroting van 2024 met € 7 mln. naar beneden worden bijgesteld.

Energietransitie en duurzaamheid

Dit betreft een reallocatie van € 1,7 mln. van energielabelbudgetten naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies en een reallocatie van € 4 mln. naar het instrument subsidies Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixers. Daarnaast wordt de participatiecoalitie van € 0,4 mln. middels een reallocatie omgezet van een opdracht in een subsidie. Daarnaast worden de bestaande specifieke uitkering voor natuur inclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 2 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.

Nationaal Groeifonds

Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Zie hiervoor de specificatie onder bijdrage aan medeoverheden.

Bijdrage aan medeoverheden

Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie)

Dit betreft de afdracht aan het BTW compensatiefonds van € 11,4 mln. voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt voor deze afdracht gerealloceerd naar het juiste instrument Energietransitie Gebouwde Omgeving.

Ondersteuning aanpak energiearmoede

Dit betreft een reallocatie van € 4 mln. naar de subsidiepost Energietransitie en duurzaamheid voor een subsidie aan Energie Samen voor energiefixers. Daarnaast wordt de bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren in 2023 opgehoogd met € 0,8 mln. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen. Tevens wordt aan de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk onderzoek een opdracht gegeven voor de uitbreiding van het onderzoeksprogramma Energietransitie Studies in het kader van energiearmoede onderzoek. Dit budget van € 0,3 mln. wordt gerealloceerd naar het juiste instrument.

Nationaal Isolatie Programma (soortenmanagement)

De bestaande specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren wordt dit jaar opgehoogd met totaal € 10 mln., waarvan € 7,2 mln. uit een desaldering en € 2,8 mln. uit een reallocatie. Bij de aanpak van vleermuizen ten behoeve van verduurzaming van huizen, moeten gemeenten dit jaar alternatieve verblijfplekken (huisvesting) voor de vleermuissoorten regelen.

Nationaal Groeifonds

Vanuit het groeifondsprogramma Toekomstbestendige Leefomgeving wordt totaal € 7,35 mln. inclusief BTW verdeeld via een specifieke uitkering over twee gemeenten en een provincie. Hieronder is een overzicht opgenomen waarin, volgens, in overeenstemming met artikel 17, lid 2 van de Financiële Verhoudingswet, de maximaal te ontvangen bedragen per gemeente en provincie zijn opgenomen.

De middelen voor de provincie Noord-Holland van € 0,127 mln. en de gemeente Amsterdam van circa € 5,9 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op datagedreven beheer en onderhoud, levensduurverlenging en toekomstbestendig vervangen van infrastructuur zoals kademuren, bruggen en wegen. De middelen voor de gemeente Almere van circa € 0,276 mln. zijn bestemd voor proeftuinen die zich richten op de ontwikkeling van de productieketen voor toekomstbestendig biobased bouwen. De aanvragen voor deze specifieke uitkeringen worden beoordeeld volgens, in overeenstemming met de eerder door het kabinet en groeifondscommissie goedgekeurde doelstellingen, kernprestatie indicatoren (kpi’s) en deliverables. De verantwoording vindt plaats volgens de SiSa systematiek. Voor de btw-afdracht aan het btw-compensatiefonds wordt circa € 1,1 mln. afgedragen.

Provincie Noord-Holland 154.267 26.774 127.493
Gemeente Amsterdam 6.862.575 979.183 5.883.392
Gemeente Almere 331.732 55.717 276.015
Totaal 7.348.574 1.061.674 6.286.900

Bijdrage aan agentschappen

RVO (Uitvoering Energieakkoord)

Dit betreffen meerdere reallocaties vanuit RVO naar het juiste instrument voor het verstrekken van energielabelgerelateerde subsidies van € 0,8 mln., voor diverse overboekingen aan het ministerie van EZK van € 0,3 mln. en voor een bijdrage aan het Kadaster voor Appartementsrechten BIM Legal van € 0,5 mln.

RVO (Energietransitie en duurzaamheid)

Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie van het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Tevens worden er ontvangsten van € 0,5 mln. van de regelingen die RVO uitvoert, ingezet voor de opdracht aan RVO voor deze regelingen.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Energietransitie Gebouwde Omgeving (EGO)

Dit betreft een toevoeging van het Nationaal Isolatie Programma (lokale aanpak woonisolatie) en een afdracht van € 11,4 mln. aan het btw- compensatiefonds voor de regeling Lokale Aanpak Isolatie (LAI). Het budget wordt gerealloceerd naar het juiste instrument voor de afdracht. Daarnaast betreft het een subsidies aan building balance voor innovatieve bouwprojecten van € 0,9 mln. Verder betreft dit diverse kleinere overboekingen en reallocaties met een saldo van totaal € 1,3 mln. naar andere instrumenten.

4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Subsidie (regelingen)

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Dit betreft middelen van € 2,3 mln. voor een aanvullende opdracht aan RVO voor circulaire bouweconomie dat wordt gerealloceerd naar het instrument RVO (Energietransitie en duurzaamheid). Daarnaast betreft het een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze subsidieregeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder bevat deze regeling nog enkele kleine reallocaties naar andere instrumenten met een saldo van € 0,3 mln.

Opdrachten

Bouwregelgeving en bouwkwaliteit

Betref een reallocatie van € 0,9 mln. dat van deze regeling wordt omgezet in een opdracht aan de Stichting Koninklijk Nederlands Normalisatie Instituut (NEN). Verder wordt een subsidiebudget van 0,2 mln. gerealloceerd van het subsidiebudget naar het opdrachtenbudget bouwregelgeving voor de inkoopopdracht voor circulair bouweconomie.

Ontvangsten

Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Er wordt € 7,2 mln. gedesaldeerd en ingezet voor ophoging van de specifieke uitkering voor natuurinclusief isoleren voor de aanpak van de vleermuizen, zie bij bijdrage aan medeoverheden. Verder wordt er € 10,0 mln. gedesaldeerd voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) op artikel 5 onder bijdrage aan ZBO's/RWT's.

3.5 Artikel 5. Ruimtelijke ordening en omgevingswet

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 132.603 30.933 163.536
Uitgaven 132.603 10.933 143.536
5.1 Ruimtelijke ordening 67.092 ‒ 3.069 64.023
Subsidies (regelingen) 2.026 ‒ 411 1.615
Programma Ruimtelijk Ontwerp 595 103 698
Basisregistraties 581 0 581
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) 800 ‒ 500 300
Basisregistraties Ondergrond 50 ‒ 14 36
Opdrachten 14.327 ‒ 4.333 9.994
Programma Ruimtelijk Ontwerp 3.934 ‒ 629 3.305
Basisregistraties Ondergrond 2.247 ‒ 859 1.388
Gebiedsontwikkeling 1.806 ‒ 940 866
Geo-informatie 385 0 385
Ruimtelijk instrumentarium (diversen) 5.955 ‒ 1.905 4.050
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 36.658 3.833 40.491
Kadaster (Basisregistraties) 31.471 3.242 34.713
Geo-informatie 42 0 42
Basisregistraties Ondergrond 607 75 682
Diverse bijdragen 0 316 316
Geonovum 1.736 0 1.736
ICTU 2.345 0 2.345
Nationaal Groeifonds 457 200 657
Bijdrage aan medeoverheden 2.602 0 2.602
Diversen projecten ruimtelijke kwaliteit 250 ‒ 250 0
Gebiedsontwikkeling 2.352 250 2.602
Bijdrage aan agentschappen 11.199 ‒ 2.376 8.823
RVB 3.477 ‒ 800 2.677
RWS (Leefomgeving) 7.549 ‒ 1.576 5.973
Basisregistraties Ondergrond 47 0 47
RIVM 126 0 126
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 280 218 498
Economische Zaken en Klimaat (XIII) 280 218 498
5.2 Omgevingswet 65.511 14.002 79.513
Subsidies (regelingen) 1.907 0 1.907
Eenvoudig Beter 1.907 0 1.907
Opdrachten 3.487 ‒ 1.000 2.487
Aan de Slag 3.187 ‒ 925 2.262
Serviceteam Rijk 300 ‒ 75 225
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 30.682 15.782 46.464
Kadaster 27.784 17.071 44.855
Geonovum 2.345 ‒ 1.304 1.041
ICTU 543 15 558
Serviceteam Rijk 10 0 10
Bijdrage aan agentschappen 29.435 ‒ 780 28.655
RWS (Eenvoudig beter) 3.658 185 3.843
Serviceteam Rijk 2.543 ‒ 615 1.928
Aan de Slag 23.234 ‒ 350 22.884
Ontvangsten 11.952 2.210 14.162

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 79%
bestuurlijk gebonden 1%
beleidsmatig gereserveerd 20%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 is 79% juridisch verplicht.

Uitgaven

5.1. Ruimtelijke Ordening

Opdrachten

Ruimtelijk instrumentarium (diversen)

Dit betreft met name een reallocatie voor een bijdrage van € 0,5 mln. aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en door ontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft dit € 1,4 mln. aan middelen, die onderdeel zijn van een totale bijdrage van € 3,7 mln., die worden overgeboekt naar het Provinciefonds. De middelen zijn bestemd ter ondersteuning van provincies in het proces van het opstellen van het ruimtelijk voorstel en ruimtelijk arrangement en zorgen dat de ontwikkelperspectieven daar onderdeel van uitmaken.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster (Basisregistraties)

Dit betreft een afrekening van 2022 van € 0,5 mln. voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) en een reallocatie van € 2,8 mln. voor een bijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de NGII.

Bijdrage aan agentschappen

RWS (Leefomgeving)

Dit betreft met name een reallocatie van € 1,7 mln. voor een bijdrage aan het Kadaster voor het beheren, exploiteren en doorontwikkelen van de landelijke voorzieningen voor de Nationale Geo-Informatie Infrastructuur. Tevens betreft het bijdragen van € 0,1 mln. van andere departementen voor de instandhouding en releases van het huidige Omgevingsloket-Online (OLO2).

5.2. Omgevingswet

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Kadaster

Dit betreffen meerdere reallocaties van totaal € 16,6 mln. voor de afbouw, uitbouw en beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) en de vaststelling van de bijdrage van € 0,4 mln. voor 2022 aan Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet.

Geonovum

Dit betreft de vaststelling van de bijdrage van € 0,8 mln. voor 2022 aan Geonovum voor afbouw, uitbouw en het beheer van het Digitaal Stelsel Omgevingswet. Tevens betreft het een reallocatie van € 2,1 mln. om de bijdrage aan de Tactisch Beheer Organisatie (TBO), uitgevoerd door het Kadaster, voor de jaaropdracht voor beheer en doorontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.

Ontvangsten

Dit betreffen de vaststellingen van de bijdragen voor 2022 aan het Geonovum voor afbouw, uitbouw en beheer Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,8 mln., aan het Kadaster voor uitbouw en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,4 mln. en aan KOOP voor beheer en implementatie Digitaal Stelsel Omgevingswet van € 0,6 mln. Verder betreft het de afrekening 2022 voor Nationale Geo-Informatie Infrastructuur (NGII) van € 0,5 mln.

3.6 Artikel 6. Overheidsdienstverlening en informatiesamenleving

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 512.951 ‒ 3.336 509.615
Uitgaven 512.951 ‒ 3.336 509.615
6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving 87.070 ‒ 4.704 82.366
Subsidies (regelingen) 9.761 982 10.743
Overheidsdienstverlening 9.761 982 10.743
Opdrachten 33.479 ‒ 25.076 8.403
Overheidsdienstverlening 14.329 ‒ 9.004 5.325
Informatiesamenleving 19.150 ‒ 16.072 3.078
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 15.250 8.648 23.898
CBS 134 0 134
KvK 5.724 ‒ 5.724 0
ICTU 6.890 11.905 18.795
Diverse bijdragen 2.502 2.467 4.969
Bijdrage aan medeoverheden 1.037 260 1.297
Gemeenten 634 260 894
Provincies 403 0 403
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 89 30 119
Digitale dienstverlening 89 30 119
Bijdrage aan agentschappen 27.401 10.452 37.853
RVO 831 3.600 4.431
RODI 7.903 ‒ 5.000 2.903
Diverse bijdragen 0 38 38
Logius 16.928 9.003 25.931
RvIG 0 700 700
RDI 1.739 1.261 3.000
AZ-DPC 0 850 850
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 53 0 53
Buitenlandse Zaken (V) 53 0 53
6.5 Identiteitsstelsel 40.495 ‒ 102 40.393
Opdrachten 4.973 ‒ 2.711 2.262
Identiteitsstelsel 4.973 ‒ 2.711 2.262
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 3.409 ‒ 1.964 1.445
Diverse bijdragen 0 45 45
ICTU 3.409 ‒ 2.009 1.400
Bijdrage aan medeoverheden 264 926 1.190
Gemeenten 264 926 1.190
Bijdrage aan agentschappen 31.849 3.647 35.496
RvIG 31.849 3.647 35.496
6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid 63.758 1.470 65.228
Subsidies (regelingen) 6.750 ‒ 2.000 4.750
Hoogwaardige dienstverlening één overheid 2.691 0 2.691
VNG 4.059 ‒ 2.000 2.059
Opdrachten 10.134 ‒ 5.167 4.967
Hoogwaardige dienstverlening één overheid 10.134 ‒ 5.167 4.967
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 3.986 8.278 12.264
ICTU 3.986 5.200 9.186
CBS 0 500 500
KvK 0 337 337
Diverse bijdragen 0 2.241 2.241
Bijdrage aan medeoverheden 24.262 ‒ 2.241 22.021
Gemeenten 24.262 ‒ 2.241 22.021
Bijdrage aan agentschappen 18.626 2.600 21.226
Logius 2.536 0 2.536
RvIG 11.736 600 12.336
AZ-DPC 3.718 1.400 5.118
Diverse bijdragen 636 600 1.236
6.8 Generieke Digitale Infrastructuur 321.628 0 321.628
Subsidies (regelingen) 3.436 10.038 13.474
Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid 3.436 10.038 13.474
Opdrachten 45.305 ‒ 41.030 4.275
Doorontwikkeling en innovatie 45.305 ‒ 41.030 4.275
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 7.893 5.431 13.324
KvK 7.226 0 7.226
ICTU 0 5.431 5.431
RDW 1 0 1
Diverse bijdragen 666 0 666
Bijdrage aan medeoverheden 806 0 806
Gemeenten 113 0 113
Provincies 210 0 210
Waterschappen 483 0 483
Bijdrage aan agentschappen 264.188 25.561 289.749
Logius 239.993 25.378 265.371
RvIG 11.243 0 11.243
RVO 11.155 0 11.155
RDI 745 0 745
Diverse bijdragen 688 183 871
AZ-DPC 364 0 364
Ontvangsten 10.927 4.200 15.127

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 92%
bestuurlijk gebonden 3%
beleidsmatig gereserveerd 2%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 3%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 6 is 92% juridisch verplicht.

Uitgaven

6.2 Overheidsdienstverlening, informatiebeleid en informatiesamenleving

Opdrachten

Overheidsdienstverlening

Dit betreft met name een reallocatie van € 7,0 mln. om de middelen voor onder andere de subsidie Alliantie Digitaal Samenleven en het BSN-koppelregister polymorfe pseudoniemen (BSNk PP) op de juiste instrumenten subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast worden er middelen gerealloceerd voor onder meer het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU en voor DigiD videobellen door NL wereldwijd van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Informatiesamenleving

Dit omvat met name een reallocatie van € 6,0 mln. om de realisatie van de werkagenda op het juiste instrument subsidies en bijdragen aan agentschappen te verantwoorden. Daarnaast betreft dit diverse reallocaties voor onder meer de RVO-jaaropdracht, het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU, de Europese Digitale Identiteit (eID) en BSNk PP door Logius op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Ook worden er middelen beschikbaar gesteld aan Bonaire, Saba en Sint-Eustatius voor het inrichten van CIO-offices, het ontwikkelen van digitaliseringsagenda's en de digitale basis.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

KvK

Dit betreffen reallocaties van in totaal € 5,7 mln. voor onder meer ibewustzijn cybersecurity en het programma Regie op Gegevens (RoG) door ICTU en voor de bijdragen informatiepunten Digitale Overheid om deze op de juiste regelingen ICTU en diverse bijdragen te kunnen verantwoorden.

ICTU

Dit betreft reallocaties om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie, ibewustzijn cybersecurity en RoG op de juiste regeling te kunnen verantwoorden.

Bijdrage aan agentschappen

RODI

Dit betreffen voor het overgrote deel reallocaties om de middelen voor de jaaropdracht RVO, de uitvoering van het Elektronische Toegangsdienstenstelsel (ETD-stelsel) door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI) en de Single Digital Gateway (SDG) door de Dienst Publiek en Communicatie (DPC) op de juiste regelingen RVO, UBR, Telecom en AZ-DPC te verantwoorden.

Logius

Dit betreffen met name reallocaties van circa € 13,9 mln. voor eID en BSNk PP om deze op het juiste instrument bijdrage aan agentschappen te verantwoorden. Verder is er een reallocatie van ‒ € 5,2 mln. om de middelen voor het programma Interbestuurlijke Datastrategie door ICTU op het juiste instrument bijdrage aan ZBO's /RWT's te kunnen verantwoorden.

6.7 Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Opdrachten

Hoogwaardige dienstverlening één overheid

Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 5,2 mln. om middelen die zijn vrijgemaakt bij de kabinetsreactie op het rapport ‘Ongekend onrecht’ van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) op het juiste instrument (bijdragen aan ZBO's/RWT's) en regeling (ICTU) te verantwoorden.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

Dit betreft een reallocatie van € 5,2 mln. vanuit Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid. Zie hierboven bij Opdrachten Hoogwaardige dienstverlening één overheid de verdere toelichting.

6.8 Generieke Digitale Infrastructuur

Subsidies

Doorontwikkeling en innovatie digitale overheid

Dit betreft een reallocatie van € 10,0 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hieronder bij opdrachten de verdere toelichting.

Opdrachten

Dooronwikkeling en innovatie

Dit betreft een reallocatie van € 41,0 mln. om de inzet van het vernieuwingsbudget op de juiste instrumenten te verantwoorden. Het betreft een subsidie aan de VNG voor de implementatie van Single Digital Gateway (SDG) fase 2, een bijdrage aan ICTU voor de Europese Digitale Identiteit (EDI), een bijdrage aan Logius voor diverse projecten op het gebied van gegevensuitwisseling en infrastructuur, en diverse bijdragen voor de projecten eHerkenning en nabestaandenmachtiging.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

ICTU

Dit betreft een reallocatie van € 25,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.

Bijdrage aan agentschappen

Logius

Dit betreft een reallocatie van € 5,4 mln. vanaf het instrument opdrachten. Zie hierboven bij opdrachten de verdere toelichting.

Ontvangsten

Het betreft de meerontvangsten op dit artikel in 2023. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet op artikel 9 voor de relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren die zijn binnengekomen en betaald moeten worden door het Rijksvastgoedbedrijf (RVB).

3.7 Artikel 7. Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 101.768 ‒ 215 101.553
Uitgaven 100.299 ‒ 610 99.689
7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid 94.161 ‒ 610 93.551
Subsidies (regelingen) 7.744 590 8.334
Diverse subsidies 1.302 50 1.352
Overlegstelsel 1.575 0 1.575
POK - Ambtelijk Vakmanschap 0 40 40
Bedrijfsvoeringsbeleid 205 500 705
POK - Leiderschap, diversiteit en inclusie 95 0 95
Ondersteuning koepels implementatie Woo 863 0 863
Kwaliteit management rijksdienst 20 0 20
Compensatie Waterschappen Woo (structureel) 3.356 0 3.356
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat 223 0 223
POK - Ondersteuning melders misstanden 105 0 105
Opdrachten 31.616 ‒ 3.255 28.361
Bedrijfsvoeringsbeleid 8.299 ‒ 2.600 5.699
Kwaliteit Management Rijksdienst 4.412 ‒ 482 3.930
Werkgeversbeleid 1.715 ‒ 12 1.703
Informatiehuishouding 2.475 ‒ 336 2.139
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening 2.512 ‒ 400 2.112
POK - Ambtelijk Vakmanschap 812 0 812
POK - Staat van de Uitvoering 0 37 37
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie 181 0 181
POK - Bevorderen veilig werk- en meldklimaat 609 ‒ 35 574
POK - Ondersteuning van melders van misstanden 613 ‒ 70 543
Open Overheid 1.620 0 1.620
Adviescollege ICT 275 0 275
Personele inzet crisisopvang 8.093 0 8.093
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid 0 643 643
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 9.553 2.410 11.963
POK - Ambtelijk Vakmanschap 39 0 39
Bedrijfsvoeringsbeleid 1.455 316 1.771
Werkgeversbeleid 1.798 0 1.798
POK - Staat van de Uitvoering 2.197 0 2.197
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie 10 0 10
Diverse bijdragen 4.054 2.094 6.148
Bijdrage aan medeoverheden 1.084 0 1.084
Compensatie Waterschappen Woo (incidenteel) 1.084 0 1.084
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 53 30 83
POK - Ambtelijk Vakmanschap 0 30 30
Werkgeversbeleid 53 0 53
Bijdrage aan agentschappen 43.900 ‒ 214 43.686
POK - Ambtelijk Vakmanschap 1.214 80 1.294
O&P Rijk (arbeidsmarkt communicatie) 10.184 0 10.184
I-Functie Rijk 450 0 450
Bedrijfsvoeringsbeleid 1.331 3.884 5.215
Werkgeversbeleid 4.342 0 4.342
Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening 7.525 1.002 8.527
POK- Leiderschap, diversiteit en inclusie 236 0 236
Diverse bijdragen 8.161 ‒ 2.084 6.077
KOOP 7.270 ‒ 3.581 3.689
Logius 3.187 0 3.187
Algemene beveiligingseisen Rijksoverheid 0 485 485
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 211 ‒ 171 40
Bedrijfsvoeringsbeleid 181 ‒ 181 0
POK - Ambtelijk Vakmanschap 30 ‒ 30 0
Bevorderen veilig werk- en meldklimaat 0 35 35
Ondersteuning van melders van misstanden 0 5 5
7.2 Pensioenen en uitkeringen 6.138 0 6.138
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 6.138 0 6.138
Stichting Administratie Indonesische Pensioenen 6.138 0 6.138
Ontvangsten 123 1.171 1.294

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 81%
bestuurlijk gebonden 3%
beleidsmatig gereserveerd 4%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 12%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 7 is 81% juridisch verplicht.

Uitgaven

7.1 Werkgevers- en bedrijfsvoeringsbeleid

Opdrachten

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft met name de reallocatie van € 1,7 mln. naar artikel 11 voor de uitbreiding van de capaciteit voor het rijksbrede Programma Hybride werken en voor het rijksbrede Programma Denk Doe Duurzaam. Verder betreft dit een reallocatie van € 0,5 mln. naar het juiste instrument subsidies voor het onderzoeksprogramma werk in transitie.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Diverse bijdragen

Dit betreft overboekingen van in totaal € 1,5 mln. ten behoeve het project werkplek van de toekomst van de ministeries Financiën, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Verder wordt het budget van het ministerie van BZK van € 0,5 mln. voor het project werkplek van de toekomst gerealloceerd van artikel 11.

Bijdrage aan Agentschappen

Bedrijfsvoeringsbeleid

Dit betreft met name de overboekingen van in totaal circa € 1,5 mln. van de andere departementen voor het programma Digi inkoop. Ook is er een reallocatie van € 1,5 mln. van artikel 11 voor de bekostiging van de rijkshubs in Assen en Leiden ten behoeve van een programma van facilitair en huisvesting en hybride werken. Verder betreft dit een desaldering van € 0,9 mln. van de ontvangsten van de programma's hybride werken en digi inkoop, die worden ingezet voor bijdrage aan agentschappen, zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Doorontwikkeling Rijksbrede ICT-voorziening

Dit betreft de overboeking van € 1,0 mln. van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor de bijdrage aan de Rijksbrede ICT voorzieningen.

Diverse bijdragen

Dit betreft voornamelijk een reallocatie van € 1,8 mln. naar artikel 11 voor het project werkplek van de toekomst.

KOOP

Dit betreft een reallocatie van € 3,6 mln. om de bijdragen uit programma overheid aan het informatiehuishoudingbudget binnen artikel 7 om op het juiste instrument opdrachten te verantwoorden.

Ontvangsten

Het betreft de ontvangsten voor de programma's hybride werken, inkoop en aanbesteding en digi inkoop. Deze ontvangsten worden gedesaldeerd en ingezet om de kosten van deze programma's te dekken, zie ook bij de uitgaven onderdeel bijdrage aan agentschappen.

3.8 Artikel 9. Uitvoering Rijksvastgoedbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 163.718 5.100 168.818
Uitgaven 163.718 5.100 168.818
9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting 90.774 0 90.774
Bijdrage aan agentschappen 90.774 0 90.774
RVB (Bijdrage voor huisvesting Koninklijk Huis) 17.335 0 17.335
RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge Colleges van Staat) 51.524 2.500 54.024
RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ) 10.570 ‒ 2.500 8.070
RVB (Bijdrage voor monumenten) 3.966 0 3.966
RVB (Bijdrage voor rijkshuisvesting) 7.379 0 7.379
9.2 Beheer materiële activa 72.944 5.100 78.044
Bijdrage aan agentschappen 72.944 5.100 78.044
RVB 14.329 0 14.329
RVB (Onderhoud en beheerkosten) 4.651 0 4.651
RVB (Zakelijke lasten) 53.964 5.100 59.064
Ontvangsten 144.531 98.855 243.386

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 98%
bestuurlijk gebonden 0%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 2%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 9 is 98% juridisch verplicht.

Uitgaven

9.1 Doelmatige Rijkshuisvesting

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Bijdrage voor huisvesting Hoge College van Staat)

Dit betreft € 2,5 mln. ten behoeve van hoger uitgevallen leegstand- en beveiligingskosten. Deze middelen zijn nodig voor de periode waarin zowel de gebruikers als aannemers niet aanwezig zijn op het Binnenhofcomplex en zij dus ook niet verantwoordelijk zijn voor deze kosten. Deze middelen worden gerealloceerd vanaf de regeling RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ).

RVB (Bijdrage voor huisvesting Ministerie van AZ)

Een aantal projecten wordt later opgeleverd dan verwacht, waardoor de kosten voor deze projecten dit jaar niet meer in rekening worden gebracht. Het budget wordt ingezet voor de hierboven beschreven reallocatie van middelen (€ 2,5 mln.) vanwege de hoger uitgevallen leegstand- en beveiligingskosten van het Binnenhofcomplex.

9.2 Beheer materiële activa

Bijdrage aan agentschappen

RVB (Onderhoud en beheerkosten)

Via deze regeling worden de middelen vanuit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) van de pacht van het Windmolenpark Zeewolde gedesaldeerd en direct overgeboekt naar het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Dit dient ter financiering van de specifieke uitkering aan de provincie Flevoland ten behoeve van het Saneringsfonds Windpark Flevoland.

RVB (Zakelijke lasten)

Onverwacht zijn er relatief veel aanslagen voor zakelijke lasten uit voorgaande jaren binnengekomen die betaald moeten worden. De kosten zijn daardoor dit jaar hoger dan verwacht. Dit wordt gedekt door een meevaller op artikel 6 en een herbestemming van LPO middelen.

Ontvangsten

Dit betreft met name € 91 mln. aan meerontvangsten, doordat de veiling van benzinestations langs Rijkswegen meer heeft opgebracht dan geraamd. Daarnaast omvat dit circa € 6,4 mln. aan meerontvangsten voor bodemmaterialen. Tot slot betreft dit de meerontvangsten (circa € 1,4 mln.) aan pacht voor rijksgronden als gevolg van de ingebruikgeving van het Windmolenpark Zeewolde.

3.9 Artikel 14. Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité

Budgettaire gevolgen van beleid

Art. Verplichtingen 3.000 0 3.000
Uitgaven 3.000 0 3.000
14.0 Slavernijverleden: fonds en herdenkingscomité 3.000 0 3.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 3.000 0 3.000
Diverse bijdragen 3.000 0 3.000
Ontvangsten 0 0 0

Geschatte budgetflexibiliteit

juridisch verplicht 0%
bestuurlijk gebonden 100%
beleidsmatig gereserveerd 0%
nog niet ingevuld/vrij te besteden 0%

Van het totale uitgavenbudget op artikel 14 is 0% juridisch verplicht.

Voor artikel 14 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 11. Centraal apparaat

Art. Verplichtingen 763.012 33.639 796.651
Uitgaven 763.686 33.639 797.325
11.1 Apparaat (excl. AIVD) 763.686 33.639 797.325
Personele uitgaven 420.291 ‒ 976 419.315
Eigen personeel 327.654 ‒ 7.408 320.246
Inhuur externen 87.665 4.927 92.592
Overige personele uitgaven 4.972 1.505 6.477
Materiële uitgaven 342.466 34.504 376.970
Bijdrage SSO's 310.928 17.949 328.877
ICT 10.986 8.946 19.932
Overige materiële uitgaven 20.552 7.609 28.161
Bijdrage aan agentschappen 929 111 1.040
Diverse bijdragen 929 111 1.040
Ontvangsten 151.733 22.396 174.129

Toelichting

Personele uitgaven

Eigen personeel

Dit betreft diverse reallocaties, voor met name Doc-Direkt om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. Daarnaast betreft het ook een reallocatie naar artikel 3 ten behoeve van het Rijksvastgoedbedrijf. Door een latere matching van bouwlocaties aan de ingekochte flexwoningen, moeten deze langer opgeslagen worden op de beschikbaar gestelde distributielocaties. Hiervoor wordt € 2,9 mln. beschikbaar gesteld.

Inhuur externen

Dit betreft diverse reallocaties, voor Doc-Direkt (om de personele uitgaven van Doc-Direkt op het juiste instrument te kunnen verantwoorden) en het Project werkplek van de toekomst (om zowel de werkomgeving als ook de Content Services Platform (CSP) aanbesteding te realiseren, is de specialistische kennis met betrekking tot document management en andere voorzieningen). Daarnaast betreft het een desaldering (€ 1,5 mln.) in verband met de ontvlechting van de eindbalans van de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR).

Materiële uitgaven

Bijdrage SSO's

Het betreft hier meerdere mutaties.

Er zijn overboekingen van de andere departementen van in totaal € 5,4 mln. ter dekking van de gemaakte kosten voor werkplekken door FMH.

Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,1 mln. voor de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Middels een desaldering is er een aanvulling op de raming van de kosten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Zie ook de toelichting bij de ontvangsten.

Er is een reallocatie van € 2,4 mln. van het instrument eigen personeel om de uitgaven op bedrijfsvoeringsterrein op het juiste instrument te kunnen verantwoorden. De uitgaven hebben betrekking op werkzaamheden in het kader van huisvesting, facilitair, ICT-middelen en overige.

Doc-Direkt verwacht een tekort van 5,4 mln., waarvan € 4,9 mln. op bijdrage SSO's en € 0,5 mln. op ICT. Dit komt voor een groot deel door onverwachte facturen van doorbelastingen van SSC-ICT. Door herprioritering op artikel 11 wordt dit gedekt.

ICT

Hier betreft een desaldering ten behoeve van Doc-Direkt (zie Bijdrage SSO's).

Ook zijn er overboekingen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en het ministerie van Financiën (beiden € 1,0 mln.) ten behoeve van ICT voor de doorontwikkelingsopgave van Doc-Direkt. De bijdrage van BZK van € 1,0 mln. wordt via reallocatie op artikel 11 ook op het instrument ICT geboekt.

Overige materiële uitgaven

Het agentschap Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk (UBR) is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF (€ 8 mln.). Dekking vindt plaats via de overgedragen liquide middelen van voormalig UBR. Zie daartoe ook de toelichting bij de ontvangsten.

Ontvangsten

Het betreft hier meerdere mutaties.

Het agentschap UBR is per 1 januari van dit jaar opgehouden te bestaan. Het voormalig UBR onderdeel Organisatie voor Bedrijfsvoering en Financiën (OBF) is sinds dit jaar ondergebracht onder artikel 11 als een kas- verplichtingendienst. De openstaande facturen (schulden) komen voor rekening van OBF via de overgedragen liquide middelen (een begrotingsontvangst) van UBR. Middels een desaldering worden deze middelen nu ingezet ter dekking van de betaling van deze openstaande facturen (€ 9,5 mln.). Zie ook de toelichting bij het instrument overige materiële uitgaven en inhuur externen.

Er zijn meerontvangsten van € 2,1 mln. van de HRM-adviseurs en andere P&O dienstverlening die verricht worden ten behoeve van de agentschappen. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.

Er zijn meerontvangsten van € 2,7 mln. van de dienstverlening van de baten-lasten agentschappen die via het kerndepartement lopen voor de dienstverleningsovereenkomsten (DVA's). Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument bijdrage SSO's.

Er zijn meer ontvangsten van € 5,4 mln. bij Doc-Direct. Middels een desaldering worden de geraamde kosten verhoogd. Zie ook de toelichting bij het instrument Bijdrage SSO's.

4.2 Artikel 12. Algemeen

Art. Verplichtingen 46.090 1.060 47.150
Uitgaven 116.340 ‒ 48.940 67.400
12.0 Algemeen 116.340 ‒ 48.940 67.400
Subsidies (regelingen) 1.112 0 1.112
Diverse subsidies 1.053 0 1.053
Koninklijk Paleis Amsterdam 59 0 59
Opdrachten 605 100 705
(Inter)nationale samenwerking 225 0 225
Diverse opdrachten 380 100 480
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 58 0 58
Diverse bijdragen 11 0 11
POK - BZK transparant 47 0 47
Bijdrage aan medeoverheden 70.067 ‒ 49.950 20.117
Kwijtschelden publieke schulden 70.000 ‒ 50.000 20.000
Verzameluitkeringen 67 50 117
Bijdrage aan agentschappen 12.608 400 13.008
Eigenaarsbijdrage 11.550 0 11.550
POK - BZK transparant 1.053 400 1.453
Diverse bijdragen 5 0 5
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken 31.890 510 32.400
Financiën (IXB) 31.890 510 32.400
Ontvangsten 17.968 0 17.968

Toelichting

Bijdrage aan medeoverheden

Kwijtschelden publieke schulden

De compensatie van de uitgaven en de derving van inkomsten bij medeoverheden vindt plaats op basis van nacalculatie (werkelijke kosten). Omdat op dit moment volgens de voorwaarden nog niet kan worden overgegaan tot betaling, komt het restant van het budget (€ 50 mln.) dit jaar niet meer tot uitputting en wordt dit budget generaal teruggeboekt. In het voorjaar wordt gekeken naar de meerjarige raming en welke middelen nodig zijn voor de doelstelling.

4.3 Artikel 13. Nog onverdeeld

Art. Verplichtingen 0 0 0
Uitgaven 0 0 0
13.0 Nog onverdeeld 0 0 0
Nog te verdelen 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0

Toelichting

Voor artikel 13 zijn er ten opzichte van de Prinsjesdag suppletoire begroting 2023 geen wijzigingen te melden.

5 Agentschappen

5.1 Dienst van de Huurcommissie (DHC)

Exploitatieoverzicht

Baten
- Omzet 22.987 1.550 24.537
waarvan omzet moederdepartement 12.823 1.971 14.794
waarvan omzet overige departementen 0 0 0
waarvan omzet derden 10.164 ‒ 421 9.743
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 22.987 1.550 24.537
Lasten
Apparaatskosten 22.888 1.524 24.412
- Personele kosten 17.995 916 18.911
waarvan eigen personeel 12.700 483 13.183
waarvan inhuur externen 4.700 238 4.938
waarvan overige personele kosten 595 195 790
- Materiële kosten 4.893 608 5.501
waarvan apparaat ICT 2.681 300 2.981
waarvan bijdrage aan SSO's 0 0 0
waarvan overige materiële kosten 2.212 308 2.520
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 99 26 125
- Materieel 99 26 125
waarvan apparaat ICT 93 26 119
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 6 0 6
- Immaterieel 0 0 0
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0
Totaal lasten 22.987 1.550 24.537
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet

De dekking van de Huurcommissie is drieledig: de verhuurderbijdrage, de leges (beide opgenomen in de omzet derden) en de bijdrage van het moederdepartement.

Waarvan omzet moederdepartement

De bijdrage van het moederdepartement stijgt met € 2,0 mln. als gevolg van de eerste beperkte uitgaven voor de tijdelijke tegemoetkoming blokaansluitingen (TTB) en de voorbereidingen op de invoering van de Wet Betaalbare Huur. In de Uitvoeringstoets van deze laatste wet waren deze voorbereidingskosten geraamd op € 3 mln. maar, mede gezien de temporisering van deze wet, is slechts € 2 mln. benodigd.

Waarvan omzet derden

De legesinkomsten zijn aangepast aan de te verwachte productie 2023 en hierdoor met € 0,4 mln. neerwaarts bijgesteld.

Lasten

Personele kosten

Door het proces van continue werving en de voorbereidingen voor de Wet Betaalbare Huur is het aantal medewerkers toegenomen en zal in de resterende maanden van 2023 nog verder toenemen.

Waarvan inhuur externen

De hogere externe inhuur is tijdelijk noodzakelijk voor de voorbereidingsactiviteiten die samenhangen met de Wet betaalbare huur waaronder ook de aanpassing van de organisatie.

Materiële kosten

De ICT uitgaven en de overige materiële kosten stijgen overeenkomstig de toename van het aantal medewerkers en als gevolg van de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen ‒ 1.412 0 ‒ 1.412
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 27.487 1.550 29.037
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 25.189 ‒ 1.622 ‒ 26.811
2. Totaal operationele kasstroom 2.298 ‒ 72 2.226
Totaal investeringen (-/-) ‒ 65 0 ‒ 65
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 65 0 ‒ 65
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 821 ‒ 72 749

Toelichting

Operationele kasstroom

De hogere ontvangsten en uitgaven in de operationele kasstroom zijn enerzijds het gevolg van de extra financiering door het moederdepartement voor de voorbereidingen op de Wet Betaalbare Huur en anderzijds het gevolg van de extra kosten die de voorbereidingen op deze Wet met zich mee neemt.

5.2 Logius

Exploitatieoverzicht

Baten
- Omzet 348.626 ‒ 18.911 329.715
waarvan omzet moederdepartement 300.787 2.108 302.895
waarvan omzet overige departementen 39.840 ‒ 25.918 13.922
waarvan omzet derden 8.000 4.899 12.899
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 348.626 ‒ 18.911 329.715
Lasten
Apparaatskosten 348.626 ‒ 18.936 329.690
- Personele kosten 109.971 8.912 118.883
waarvan eigen personeel 69.153 ‒ 4.576 64.577
waarvan inhuur externen 36.021 13.772 49.793
waarvan overige personele kosten 4.797 ‒ 284 4.513
- Materiële kosten 238.655 ‒ 27.848 210.807
waarvan apparaat ICT 9.309 0 9.309
waarvan bijdrage aan SSO's 1.252 36 1.288
waarvan overige materiële kosten 228.094 ‒ 27.884 200.210
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 0 25 25
- Materieel 0 15 15
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 0 15 15
- Immaterieel 0 10 10
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 348.626 ‒ 18.911 329.715
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet

De verwachte totale omzet van Logius in 2023 blijkt € 18,9 miljoen lager te zijn dan aanvankelijk in de begroting was opgenomen. De belangrijkste aanpassing betreft de definitieve B&E GDI-opdracht, die € 15,6 miljoen lager is uitgevallen dan aanvankelijk begroot was.

Waarvan omzet overige departementen

De omzet voor andere departementen daalt in vergelijking met de begroting voor 2023 met bijna € 25,9 miljoen. Dit is grotendeels het gevolg van een verschuiving naar omzet voor het moederdepartement, omdat er, voornamelijk binnen de doorontwikkelingsopdrachten, andere opdrachten definitief aan Logius zijn gegund dan aanvankelijk in de begroting van 2023 was voorzien.

Lasten

Apparaatskosten

Parallel aan de verlaging van de omzet, die voortvloeit uit de gewijzigde opdrachtenportefeuille, zijn ook de totale apparaatskosten met een gelijkwaardig bedrag verminderd. Als gevolg van de omzetbijstelling is er ook een verschuiving van materiële kosten naar personele kosten. Een bijkomend effect is dat KOOP nu geïntegreerd is en dat dit op basis van voortschrijdend inzicht tot verschuivingen heeft geleid in de kostensoorten ten opzichte van de begroting

Waarvan inhuur externen

Een belangrijke verklaring van de stijging kosten inhuur externen is dat Logius op basis van realisatie beter inzicht heeft verkregen in de inkoop van dienstverlening als uitbesteed werk (overige materiële kosten) versus inhuur externen (personele kosten). Hierdoor is er sprake van een verschuiving van uitbesteed werk naar inhuur. Dit verklaart grotendeels de toename van externe inhuur van € 36 mln. naar € 49,8 mln. De kosten van uitbesteed werk onder overige materiële kosten zijn met een vergelijkbaar bedrag gedaald.

Afschrijvingskosten

Ondanks de samenvoeging van KOOP en Logius op 1 januari 2023 waren deze kosten nog niet verwerkt in de oorspronkelijke begroting.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 72.404 0 72.404
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 348.626 ‒ 18.911 329.715
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 348.626 18.911 ‒ 329.715
2. Totaal operationele kasstroom 0 0 0
Totaal investeringen (-/-) 0 0 0
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom 0 0 0
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 72.404 0 72.404

Toelichting

Operationele kasstroomoverzicht

In alle jaren is uitgegaan van een exploitatieresultaat dat nihil is. Er wordt afgerekend op basis van werkelijk gemaakte kosten. De operationele kasstroom is aangepast in lijn met de hierboven beschreven wijzigingen.

5.3 Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek (RBL)

Exploitatieoverzicht

Baten
- Omzet 139.275 ‒ 10.328 128.947
waarvan omzet moederdepartement 37.184 ‒ 2.048 35.136
waarvan omzet overige departementen 102.001 ‒ 8.190 93.811
waarvan omzet derden 90 ‒ 90 0
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 139.275 ‒ 10.328 128.947
Lasten
Apparaatskosten 138.910 ‒ 8.313 130.597
- Personele kosten 50.424 1.915 52.339
waarvan eigen personeel 47.575 1.485 49.060
waarvan inhuur externen 1.099 1.045 2.144
waarvan overige personele kosten 1.750 ‒ 615 1.135
- Materiële kosten 88.486 ‒ 10.228 78.258
waarvan apparaat ICT 1.454 ‒ 125 1.329
waarvan bijdrage aan SSO's 10.325 2 10.327
waarvan overige materiële kosten 76.707 ‒ 10.105 66.602
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 365 ‒ 155 210
- Materieel 100 0 100
waarvan apparaat ICT 35 0 35
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 65 0 65
- Immaterieel 265 ‒ 155 110
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 139.275 ‒ 8.468 130.807
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 ‒ 1.860 ‒ 1.860
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 ‒ 1.860 ‒ 1.860

Toelichting

Baten

Omzet

De totale omzet wordt naar verwachting € 10,3 mln. lager, dit heeft twee oorzaken. De eerste oorzaak is doordat Rijksbeveiligingsorganisatie (RBO) niet alle dienstverlening kan leveren als gevolg van personeelstekorten bij de Particuliere Beveiligingsorganisaties (PBO) die een groot deel van de RBO dienstverlening uitvoert (€ 6,2 mln.).

Daarnaast valt de omzet bij Interdepartementale Post- en Koeriersdienst (IPKD) € 4,1 mln. lager uit, omdat de opdracht van het ministerie van OCW met betrekking tot het bezorgen van COVID-19 zelftesten eerder is gestopt dan verwacht vanwege het uitblijven van de pandemie in 2023.

Lasten

Apparaatskosten

De personele kosten nemen toe door hogere salariskosten (€ 1,5 mln.) en kosten voor externe inhuur (€ 1,0 mln.). De reden hiervoor is dat RBO versneld meer eigen personeel aanneemt vanwege de personeelstekorten bij de PBO. De hogere kosten externe inhuur wordt veroorzaakt door meer inhuur op projecten en de verbetering van de bedrijfsvoering. De overige personele lasten vallen lager uit (€ 0,6 mln.) vanwege het doorschuiven van opleidingen naar 2024.

Materiële kosten

De overige materiële kosten dalen naar verwachting met € 10,1 mln. voornamelijk als gevolg van het niet kunnen leveren van de gevraagde dienstverlening van de PBO’s (uitbesteding) in verband met personeelstekorten ad € 6,6 mln. Daarnaast is de uitbesteding bij IPKD € 2,9 mln. lager vanwege het eerder stopzetten van de opdracht voor het bezorgen van COVID-19 zelftesten. Er is ook sprake van een onderuitputting op kosten met betrekking tot het Wagenpark (€ 0,4 mln.) en overige materiele kosten (€ 0,2 mln.).

Afschrijvingskosten

De afschrijvingslasten vallen circa € 0,2 mln. lager uit dan begroot door de latere oplevering van het Transport Management Systeem bij IPKD. In lijn met de regelgeving start de afschrijving pas na implementatie en ingebruikname van het systeem.

Saldo van baten en lasten

Als gevolg van minder omzet, die niet volledig kan worden opgevangen door kostenbesparingen respectievelijk lagere kosten, ontstaat naar verwachting een negatief saldo.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen ‒ 4.343 0 ‒ 4.343
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 143.738 ‒ 8.313 135.425
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 138.910 8.313 ‒ 130.597
2. Totaal operationele kasstroom 4.828 0 4.828
Totaal investeringen (-/-) ‒ 285 ‒ 115 ‒ 400
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 285 ‒ 115 ‒ 400
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 200 ‒ 115 85

Toelichting

Operationele kasstroom

De mutatie in de operationele kasstroom is het gevolg van lagere omzet (minder ontvangsten) en als gevolg daarvan lagere inkoopkosten (minder uitgaven), voornamelijk als gevolg van minder uitbesteed werk.

Investeringskasstroom

De mutatie wordt veroorzaakt door hogere investeringskosten voor het Transport Management Systeem bij IPKD.

5.4 Rijksvastgoedbedrijf (RVB)

Exploitatieoverzicht

Baten
- Omzet 1.418.476 ‒ 77.062 1.341.414
waarvan omzet moederdepartement 174.128 ‒ 1.390 172.738
waarvan omzet overige departementen 1.146.722 ‒ 79.256 1.067.466
waarvan omzet derden 97.626 3.584 101.210
Rentebaten 0 6.316 6.316
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 99.784 14.461 114.245
Totaal baten 1.518.260 ‒ 56.285 1.461.975
Lasten
Apparaatskosten 379.634 3.496 383.130
- Personele kosten 300.926 3.320 304.246
waarvan eigen personeel 252.204 397 252.601
waarvan inhuur externen 48.722 2.923 51.645
waarvan overige personele kosten 0 0 0
- Materiële kosten 78.708 176 78.884
waarvan apparaat ICT 19.983 ‒ 525 19.458
waarvan bijdrage aan SSO's 35.916 1.613 37.529
waarvan overige materiële kosten 22.809 ‒ 912 21.897
Rentelasten 89.185 ‒ 9.932 79.253
Afschrijvingskosten 437.289 ‒ 57.057 380.232
- Materieel 437.289 ‒ 57.057 380.232
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 437.289 ‒ 57.057 380.232
- Immaterieel 0 0 0
Overige lasten 612.152 7.207 619.359
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 612.152 7.207 619.359
Totaal lasten 1.518.260 ‒ 56.285 1.461.975
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 0 0 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet overige departementen

De lagere omzet bij overige departementen wordt grotendeels veroorzaakt door een lagere omzet voor specialties, vanwege het later gereed komen van diverse projecten en door verminderde huuropbrengsten in het kantorenstelsel, vanwege beëindiging van de huur van een object.

Rentebaten

De rentebaten worden gerealiseerd door het ontvangen van rente over de financiële middelen, die op de rekening-courant van het RVB staan. Het rentepercentage is in de loop van dit jaar behoorlijk gestegen.

Bijzondere baten

De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de mutatie Onderhanden Projecten (OHP). Onder deze post vallen met name nog-niet-geactiveerde uren op lopende projecten.

Lasten

Afschrijvingskosten

De lagere afschrijvingskosten zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.

Rentelasten

De daling van de rentelasten wordt verklaard door het later gereed komen van diverse projecten. Deze rentelasten worden, net als de afschrijvingslasten, pas in rekening gebracht na oplevering en activering van afgeronde projecten.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 584.686 0 584.686
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 2.405.236 77.151 2.482.387
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 1.994.122 ‒ 167.059 ‒ 2.161.181
2. Totaal operationele kasstroom 411.114 ‒ 89.908 321.206
Totaal investeringen (-/-) ‒ 599.000 ‒ 372.145 ‒ 971.145
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 11.081 11.081
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 599.000 ‒ 361.064 ‒ 960.064
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) ‒ 2.423 0 ‒ 2.423
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 355.237 0 ‒ 355.237
Beroep op leenfaciliteit (+) 599.000 372.145 971.145
4. Totaal financieringskasstroom 241.340 372.145 613.485
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 638.140 ‒ 78.827 559.313

Toelichting

Operationele kasstroom

De lagere totale operationele kasstromen zijn het gevolg van het later dan verwacht gereed komen van diverse projecten.

Investeringskasstroom

Het totaal aan investeringen is verhoogd, vanwege een gerealiseerde aankoop van een object.

5.5 Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)

Exploitatieoverzicht

Baten
- Omzet 112.388 7.000 119.388
waarvan omzet moederdepartement 45.302 16.000 61.302
waarvan omzet overige departementen 0 4.000 4.000
waarvan omzet derden 67.086 ‒ 13.000 54.086
Rentebaten 0 500 500
Vrijval voorzieningen 26.905 2.112 29.017
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 139.293 9.612 148.905
Lasten
Apparaatskosten 138.149 18.112 156.261
- Personele kosten 34.913 6.000 40.913
waarvan eigen personeel 27.612 0 27.612
waarvan inhuur externen 6.268 6.000 12.268
waarvan overige personele kosten 1.033 0 1.033
- Materiële kosten 103.236 12.112 115.348
waarvan apparaat ICT 375 0 375
waarvan bijdrage aan SSO's 200 0 200
waarvan overige materiële kosten 102.661 12.112 114.773
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 9.936 ‒ 600 9.336
- Materieel 7.996 ‒ 1.600 6.396
waarvan apparaat ICT 100 0 100
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 7.896 ‒ 1.600 6.296
- Immaterieel 1.940 1.000 2.940
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 148.085 17.512 165.597
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 8.792 ‒ 7.900 ‒ 16.692
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 8.792 ‒ 7.900 ‒ 16.692

Toelichting

Baten

Omzet

Omzet moederdepartement

De omzet moederdepartement valt naar verwachting hoger uit doordat diverse, door het moederdepartement gefinancierde, grote projecten niet in de begroting waren meegenomen.

Omzet overige departementen

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van omzet derden naar omzet overige departementen.

Omzet derden

Naast voornoemde verschuiving naar de omzet van overige departementen, is bij de tariefstelling voor het gebruik van de Basisregistratie Personen (BRP) in overleg met de gebruikers rekening gehouden met een tekort van € 18,5 mln. Dit negatieve resultaat wordt verrekend met de schuld aan de gebruikers uit voorgaande jaren. Ultimo 2022 bedroeg deze schuld € 30,8 mln. De afbouw van deze schuld gaat hiermee sneller dan begroot.

Vrijval voorzieningen

Bij het bepalen van de egalisatievoorziening ultimo 2022 is reeds rekening gehouden met gestegen productiekosten voor reisdocumenten. De voorziening valt volledig vrij in 2023.

Lasten

Apparaatskosten

Inhuur externen

Diverse grote projecten waren niet in de begroting meegenomen. Gezien de tijdelijke aard van deze projecten, worden de werkzaamheden hoofdzakelijk uitgevoerd met behulp van externe inhuur.

Materiële kosten

Overige materiële kosten

De overige materiële kosten vallen hoger uit doordat diverse grote projecten niet in de begroting waren meegenomen. Deze kosten worden gefinancierd middels separate opdrachten vanuit het moederdepartement.

Daarnaast zijn de productiekosten voor reisdocumenten, als gevolg van de sterke inflatie in 2022, sterker toegenomen dan begroot. Hier is reeds rekening mee gehouden bij de berekening van de egalisatievoorziening ultimo 2022.

Afschrijvingskosten

Materieel

Doordat beoogde investeringen lager uitvallen dan begroot, zijn de afschrijvingskosten ook lager dan begroot. Daarnaast heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa.

Immaterieel

Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van materiële naar immateriële vaste activa. Dit resulteert in hogere afschrijvingskosten op immateriële vaste activa.

Saldo van baten en lasten

Het negatieve saldo van baten en lasten komt geheel voort uit de niet kostendekkende tariefstelling zoals toegelicht bij de afname van de omzet vanuit derden.

Kasstroomoverzicht

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 43.275 21.797 65.072
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 112.388 7.500 119.888
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 138.149 ‒ 17.200 ‒ 155.349
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 25.761 ‒ 9.700 ‒ 35.461
Totaal investeringen (-/-) ‒ 32.625 12.860 ‒ 19.765
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 32.625 12.860 ‒ 19.765
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 15.200 ‒ 15.200 0
4. Totaal financieringskasstroom 15.200 ‒ 15.200 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 89 9.757 9.846

Toelichting

In de begroting is voor de stand van de rekening courant RHB uitgegaan van het saldo ultimo 2021 en de in 2022 begrote mutaties. De daadwerkelijke stand ultimo 2022 was echter € 21,8 mln. hoger.

Operationele kasstroom

De ontvangsten van de operationele kasstroom zijn toegenomen door financiering van projecten door het moederdepartement. Daartegenover staat echter een lagere kasstroom als gevolg van de lager dan begrote tariefstelling BRP.

De totale uitgaven van de operationele kasstroom zijn toegenomen door hogere uitgaven aan externe inhuur en productiekosten van reisdocumenten.

Investeringskasstroom

Diverse investeringen vallen lager uit dan begroot. Daarnaast heeft een deel van de investeringen reeds eind 2022 plaats gevonden.

Financieringskasstroom

Gezien het saldo rekening courant RHB ultimo 2022 en de afgenomen investeringswaarde, wordt in 2023 geen beroep gedaan op de leenfaciliteit.