[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het Vierlandenoverleg OCW november 2023 (Kamerstuk 36410-IV-48)

Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024

Inbreng verslag schriftelijk overleg

Nummer: 2024D10634, datum: 2024-03-19, bijgewerkt: 2024-03-21 13:44, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D10634).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2024Z02612:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


2024D10634 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen over de brief van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap d.d. 15 februari 2024 inzake Vierlandenoverleg OCW (Kamerstuk 36 410 IV, nr. 48).

De fungerend voorzitter van de commissie,

Michon-Derkzen

Adjunct-griffier van de commissie,

Arends

Inhoud

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

Inbreng van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

Inbreng van de leden van de D66-fractie

Inbreng van de leden van de BBB-fractie

II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

I Vragen en opmerkingen uit de fracties

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de onderhavige brief. Zij hechten eraan dat zowel de inwoners van de BES-eilanden als van Aruba, Curaçao en Sint Maarten (de CAS-eilanden) onderwijs krijgen dat hen zoveel mogelijk gelijke kansen biedt maar zij beseffen dat dit helaas nog geen realiteit is. Daarom willen zij dat het kabinet onderwijs in de Caribische landen financieel en met kennis ondersteunt en studenten uit Caribische landen in Nederland ondersteunt met huisvesting, aanpassing aan taal en cultuur, studiekeuze en begeleiding en bij terugkeer na de studie. In hoeverre deelt de Minister deze visie?

De Minister maakt melding van de werkgroep studiefinanciering die mogelijkheden heeft onderzocht voor geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen de lokale Belastingdienst en de Dienst Uitvoering Onderwijs. De gesprekken over geautomatiseerde gegevensuitwisseling met de betrokken departementen worden bilateraal op ambtelijk niveau voortgezet. Wat betekent dit voor de termijn waarop valt te verwachten dat jongeren uit de CAS-eilanden volledig aanspraak kunnen maken op Nederlandse studiefinanciering? Eerder schreef de Minister dat het nu ook al mogelijk is voor studenten uit de CAS-eilanden, om de draagkracht en de aanvullende beurs automatisch te laten berekenen maar (oud-)studenten dienen daar nu zelf de gegevens voor aan te leveren.1 In hoeverre weten Antilliaanse studenten nu daadwerkelijk de weg te vinden om aanspraak te maken op een aanvullende beurs? De Minister meldt dat dit jaar de eerste studenten gebruik kunnen maken van een Koninkrijksbeurs. Hoeveel studenten studeren nu met gebruik van deze Koninkrijksbeurs? Waarvan hangt de uitbreiding van dit aantal af?

De diploma’s in de landen van het Caribisch deel van het Koninkrijk zijn gelijkwaardig aan die in het Europese deel van het Koninkrijk, ook qua inhoud en niveau en opleidingen mogen bij de toelating geen onderscheid maken tussen diploma’s of leerlingen uit het Caribisch deel en uit Europees Nederland. In hoeverre houdt de Minister er zicht op of opleidingen bij studenten uit het Caribisch deel nadere vooropleidingseisen stellen en hen toelatingstoetsen laten maken die studenten uit het Europese deel van het Koninkrijk niet hoeven te maken?

Bij het beroepsonderwijs in Caribisch Nederland is de connectivity een factor van betekenis, mede doordat sommige eilanden te klein zijn om zelfstandig beroepsonderwijs te kunnen verzorgen. Welke nadere stappen onderneemt de Minister teneinde te waarborgen dat jongeren en ook de beroepsbevolking daar voldoende kansen krijgen om zich beroepsgericht te laten (bij)scholen?

De betrokken partijen hebben overeenstemming bereikt over de accreditatie van juridische opleidingen van de Caribische landen van het Koninkrijk. Wanneer zal in Nederland het wetstraject zijn voltooid, zodat diploma’s van studenten die met succes een rechtenstudie hebben afgerond gelijk worden gesteld aan de Nederlandse diploma’s van vergelijkbare studies?

De Minister maakt melding van het samenwerkingsverband Kibrahacha van opleidingsinstituten en opleidingsscholen op de benedenwindse eilanden ten behoeve van de opleiding van leraren. Komt daarbij tevens een campagne in beeld gericht op omdenken van opvoeding en onderwijs, opdat deze niet worden ervaren als iets wat wordt opgelegd vanuit Europees Nederland, maar als stappen gericht op de eigen toekomst? Zo ja, hoe gaat deze campagne dan gestalte krijgen? Zo nee, waarom niet?

Wat is de stand van zaken bij de ondersteuning van en het onderzoek naar het studiesucces van Surinaamse studenten in Nederland, nu de stichting SuConnect hiervoor een subsidie heeft ontvangen? Wanneer zijn er nadere resultaten te verwachten?

De Ministers gaan gezamenlijk bij de UNESCO een voorstel indienen om Tambú te plaatsen op de lijst van immaterieel erfgoed. Hiermee kan dan een karakteristiek Antilliaans muziek- en dansgenre op deze lijst komen te staan. Hebben de bewindslieden ook al andersoortige Antilliaanse cultuuruitingen in beeld om voor te dragen als immaterieel cultureel erfgoed?

Inbreng van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken. Zij hebben verder geen vragen.

Inbreng van de leden van de NSC-fractie

De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van het vierlandenoverleg en vragen of de Minister een update kan geven over hoe de kleine opleidingen zorg in een samenwerkingsvorm worden gegoten. Dit aangezien er aantoonbare tekorten in de zorg zijn op een aantal van de eilanden. Deze leden maken zich daarom zorgen over de borging van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg.

De leden van de van NSC-fractie lezen in de slotconclusies dat de Ministers zich herkennen in «het beeld van de Caribische leraar van de 21e eeuw» en vragen de lerarenopleidingen deze filosofie in praktijk te brengen. Deze leden vragen wat dat beeld precies behelst en hoe dat precies in praktijk zal moeten worden gebracht. Wat is het uiteindelijke doel?

Ook naar aanleiding van de Kamerbrief van 15 februari 2024 hebben de leden van de NSC-fractie een aantal vragen. Kan de Minister aangeven hoe de gestelde kwaliteitskaders binnen de bestaande mbo-instellingen in Nederland een rol kunnen spelen in de kwaliteitshandhaving en continuering van de onderwijskwaliteit op de eilanden?

Welke specifieke hulp of ondersteuning hebben de eilanden nodig van Nederland om het onderwijs op de eilanden te versterken? Zijn er al evaluaties beschikbaar van de gezamenlijke initiatieven op het gebied van curriculumontwikkeling, anders dan de voorgenomen curriculumontwikkeling voor schoolleiders en -bestuurders, die zijn ondernomen? Welke stappen moeten er nog worden ondernomen?

De leden van de NSC-fractie zouden graag zien dat wij op zo’n manier samenwerken dat wij gelijke onderwijskansen voor alle leerlingen waarborgen. Hoe kan de uitwisseling van kennis en ervaring tussen de eilanden en Nederland worden bevorderd om het onderwijs te verbeteren, in mensen, middelen en producten? En ten slotte, wat kunnen wij als Nederland leren van deze samenwerking en dit overleg?

Inbreng van de leden van de D66-fractie

Intro

De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van het verslag van het Vierlandenoverleg OCW. Deze leden onderstrepen wederom de belangrijke stappen die het kabinet afgelopen periode heeft gezet om de kwaliteit van het onderwijs in het Caribisch deel van het Koninkrijk te verbeteren. Verder constateren deze leden dat de samenwerking tussen de landen op zowel onderwijs en cultuur is verstevigd.

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de tot nu toe behaalde resultaten die zijn behaald sinds de start van het Ministerieel Vierlandenoverleg OCW in 2019. Deze leden hebben nog enkele vragen aan het kabinet.

Besluiten M4LO2 november 2023

De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de prioritering van de Strategic Education Alliance. Deze leden vragen aan het kabinet wat het tijdpad is van de Arbeidsmarktanalyse en in welke fase het onderzoek zich nu bevindt. Deze leden vragen eveneens wanneer het rapport van de arbeidsmarktanalyse naar de Kamer wordt gestuurd.

Behaalde resultaten

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de afspraak omtrent het verbinden van civiel effect aan de juridische opleidingen van de Caribische landen in het Koninkrijk. Deze leden vragen aan het kabinet in welke fase het wetstraject zich bevindt en wat het voorgenomen tijdpad is van het traject.

Inbreng van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister en Staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het jaarlijkse Ministerieel Vierlandenoverleg (M4LO) dat op 6 en 7 november 2023 plaats heeft gevonden. Het verheugt deze leden dat er mooie mijlpalen in gezamenlijkheid zijn bereikt. Wel hebben de leden enige vragen en opmerkingen bij die afspraken die met elkaar zijn gemaakt op het gebied van onderwijs en cultuur en die de komende jaren gezamenlijk gaan worden uitgevoerd. En daarnaast zijn er vragen en opmerkingen over de behaalde resultaten van de afgelopen jaren in het kader van het M4LO.

De leden van de BBB- fractie kunnen zich vinden in het voortzetten van de drie prioriteiten: de Koninkrijksbeurzen, de Caribbean Academic Foundation Year en de arbeidsmarktanalyse. Daarnaast zien deze leden toegevoegde waarde in de aansluiting van het voortgezet onderwijs op SEA3 activiteiten met een nadruk op de rol van decanen en mentoren. Daarnaast zijn de leden van deze fractie enthousiast over het uitbreiden van de MoU's (memorandum van overeenstemming) met buitenlandse instellingen. Hierbij de vraag van de leden met welke instellingen er reeds zo'n memorandum is afgesloten.

De leden van de BBB-fractie benadrukken het belang van een zorgvuldig proces met betrekking tot de geautomatiseerde gegevensuitwisseling tussen de lokale Belastingdienst en de Dienst Uitvoering Onderwijs vanwege de studiefinanciering. Hiervoor dient door de landen een grondslag voor gegevensuitwisseling te worden gemaakt. Bovengenoemde leden zien het belang van het verder continueren van gesprekken tussen de betrokken departementen op ambtelijk niveau om dit doel te bereiken. Tot slot stemmen deze leden in met het voorstel om voor het volgende M4LO een inventarisatie uit te voeren van het aanbod van cultuureducatie in het Koninkrijk.

II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


  1. Verslag van een schriftelijk overleg over het Vierlandenoverleg OCW & Voortgang Caribische Landen (Kamerstuk 36 410 VIII, nr. 14, blz. 16).↩︎

  2. M4LO: Ministerieel Vierlandenoverleg↩︎

  3. SEA: Strategic Education Alliance↩︎