Reactie op de initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (Kamerstuk 36494)
Initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie
Brief regering
Nummer: 2024D12482, datum: 2024-03-28, bijgewerkt: 2024-04-24 16:10, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36494-4).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Mede ondertekenaar: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
Onderdeel van kamerstukdossier 36494 -4 Initiatiefnota van het lid Boswijk over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie.
Onderdeel van zaak 2024Z05394:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Defensie
- Medeindiener: C.A. van der Maat, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2024-04-02 15:45: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-03 14:00: Initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Defensie
- 2024-04-11 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2024-04-24 14:00: Initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Defensie
- 2024-10-14 13:00: Initiatiefnota van het lid Boswijk over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (geannuleerd) (Notaoverleg), vaste commissie voor Defensie
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 494 Initiatiefnota van de leden Boswijk en Tuinman over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie
Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 maart 2024
Op 19 februari 2024 heeft uw Kamer verzocht om een reactie op de initiatiefnota van de leden Boswijk (CDA) en Tuinman (BBB) over het structureel verhogen van de Europese munitieproductie (Kamerstuk 36 494/2024D06245). Met deze brief geven wij invulling aan dat informatieverzoek.
Wij onderschrijven de urgentie en het belang om de Europese munitieproductie structureel te vergroten. Het kabinet werkt daar, in samenwerking met onze partners, op nationaal, Europees en internationaal niveau hard aan. Onder andere door actief vraagbundelingsinitiatieven te ondersteunen, zoals het openen van de Patriot productielijn in Duitsland. Het kabinet blijft de noodzaak voor de snelle opschaling van de Europese defensie-industrie op Europees niveau benadrukken. Dit is essentieel voor zowel de continue steun aan Oekraïne als voor de versterking van de Nederlandse krijgsmacht. Op 5 maart jl. heeft de Europese Commissie maatregelen voorgesteld om de Europese defensie-industrie te versterken (EDIS en EDIP). De voorgestelde maatregelen zien onder andere op het stimuleren van gezamenlijke capaciteitsontwikkeling- en aanschaf, opschaling van de productiecapaciteit en het versterken van de toeleveringsketen. Uw Kamer ontvangt binnenkort een uitgebreide kabinetsappreciatie over EDIP. Daarnaast hebben Nederland en Oekraïne in het Veiligheidsarrangement afspraken gemaakt over hoe met onze hulp de Oekraïense industrie verder kan worden opgeschaald.
De initiatiefnemers schetsen dat de oorlog in Oekraïne en de daarvoor benodigde munitie in veel Europese lidstaten de tekorten aan productiecapaciteit hebben blootgelegd. Zij benadrukken dat de opschaling van de munitieproductie cruciaal is, mede vanwege het niet kunnen waarmaken van door de EU beloofde leveringen van munitie en raketten aan Oekraïne. De urgentie is hoog, ook gelet op de Russische inspanningen om de eigen voorraden aan te vullen en het feit dat het opschalen van industrie tijd kost. Tegen deze achtergrond vragen de leden Boswijk en Tuinman in te stemmen met acht aanbevelingen om de verschillende knelpunten voor het opschalen van munitieproductie op te lossen.
Het kabinet heeft, vanwege deze urgente situatie en de noodzaak voor grotere Europese strategische autonomie, twee taskforces ingesteld. Uw Kamer is eerder geïnformeerd over de interdepartementale Taskforce Strategische Afhankelijkheden (Kamerstuk 30 821, nr. 204). Daarnaast hebben wij uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg personeel en materieel van 29 januari 2024 en de begrotingsbehandeling op 6 en 7 februari 2024 geïnformeerd over de Taskforce Productiezekerheid. Deze taskforces zorgen voor interdepartementale afstemming en focus op concrete resultaten die ook een bijdrage leveren aan het oplossen van de problemen die zijn geschetst door de leden Boswijk en Tuinman.
Taskforce Productiezekerheid
De Taskforce Productiezekerheid is in oktober 2023 gestart in opdracht van de Nationale Veiligheidsraad (NVR). De opdracht voor deze taskforce is om concrete plannen voor de versterking van productie- en leveringszekerheid uit te werken. Het doel van deze inspanningen is om Oekraïne tijdig te blijven voorzien van materieel en munitie en tegelijkertijd de Nederlandse krijgsmacht structureel te versterken. In de taskforce werken het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK), het Ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) en de industrie samen. Daarbij wordt gekeken naar zowel het aansluiten bij initiatieven in samenwerking met NAVO-bondgenoten en Europese partners, als naar mogelijkheden voor structurele opschaling van de Nederlandse militaire (hoog)technologische industrie. De verschillende plannen waar de taskforce aan werkt, komen overeen met de aanbevelingen (1, 2, 3, 4, 5, 6 en 8) van de initiatiefnemers.
De taskforce onderzoekt op dit moment bijvoorbeeld hoe de industriële participatie van Nederlandse (toeleverende) bedrijven kan worden vergroot, zoals genoemd in de aanbevelingen 4 en 5. Ook werkt de taskforce aan concrete oplossingsrichtingen voor de financiële knelpunten die de defensie-industrie ervaart, zoals benoemd in aanbevelingen 2 en 3. Dit doet de taskforce samen met de industrie, andere departementen en de financiële sector zelf, mede in het licht van de uitvoering van de motie Podt c.s. (Kamerstuk 36 410 X, nr. 50 van 7 februari 2024). Daarnaast onderzoekt de taskforce hoe nog beter gebruik kan worden gemaakt van de ruimte in (EU) aanbestedingsregels, waartoe de leden oproepen in aanbeveling 6. Wij hebben uw Kamer tijdens het wetgevingsoverleg personeel en materieel van 29 januari 2024 (Kamerstuk 36 410 X, nr. 78) toegezegd voor de zomer een brief te sturen over het verminderen van interne regeldruk. In lijn met aanbeveling 8, gaat Defensie in elke materieelbrief in op interoperabiliteit. Standaardisatie is daar een belangrijk onderdeel van.
Defensie coördineert via deze taskforce verschillende processen met uiteenlopende looptijden. Uw Kamer zal dan ook op verschillende momenten worden geïnformeerd over de resultaten. Op het gebied van opschaling van munitieproductie heeft uw Kamer op 25 januari jl. een brief ontvangen (Kamerstuk 27 830, nr. 425). Conform eerdere toezeggingen informeren wij uw Kamer voor het meireces over hoe we de Nederlandse en Europese (defensie-) industrie versterken door gericht te investeren in innovaties, waarbij we de industrie betrekken. Tevens informeren wij uw Kamer voor het meireces met een Kamerbrief over aanvullende munitiebestellingen. In juni 2024 informeren wij uw Kamer vervolgens over de werkwijze en voortgang van de Taskforce Productiezekerheid. Deze brief zal onder andere een overzicht bieden van de behaalde resultaten op het gebied van de structurele verhoging van de munitieproductie en een overzicht van oplossingsrichtingen voor de knelpunten van financiering van de defensie-industrie. Daarnaast werkt Defensie momenteel aan een aantal concrete opties voor versterking van de productie- en leveringszekerheid. Zodra hier tussentijds resultaten op worden bereikt, informeren wij uw Kamer.
Taskforce Strategische Afhankelijkheden
De interdepartementale Taskforce Strategische Afhankelijkheden voert sinds mei 2023 nadere kwalitatieve analyses uit op verschillende beleidsterreinen. Defensie onderzocht met deze taskforce onder meer met welke risicovolle strategische afhankelijkheden de krijgsmacht wordt geconfronteerd, bijvoorbeeld op gebied van grondstoffen, en welke mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Dit is in lijn met aanbeveling 7. Als vervolg hierop voert Defensie in samenwerking met EZK een tweetal onderzoeken uit naar kritieke grondstoffen voor de Defensie-industrie (Kamerstuk 30 821, nr. 199). Hierin brengt het kabinet de gevoeligheden van Defensie en de Nederlandse defensie-industrie in kaart ten aanzien van schaarstes in de toeleveringsketens en de invloed van derde landen hierop. Mede op basis van deze twee onderzoeken, ontwikkelt het kabinet een aantal mitigerende strategieën.
Wij danken de leden Boswijk en Tuinman voor de aanbevelingen in hun initiatiefnota. We vertrouwen erop uw Kamer met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd over de wijze waarop Defensie deze aanbevelingen uitvoert en hoe wij uw Kamer hierover blijven informeren.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Defensie,
C.A. van der Maat