Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de verzamelbrief kwaliteit en veiligheid kinderopvang (Kamerstuk 31322-525)
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2024D12896, datum: 2024-04-02, bijgewerkt: 2024-07-08 16:16, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2024D12896).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: L.W.E. (Léon) de Jong, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (PVV)
- Mede ondertekenaar: E.E. van den Broek, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2024Z04610:
- Indiener: C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-03-21 14:06: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-03-26 16:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-02 14:00: Verzamelbrief kwaliteit en veiligheid kinderopvang (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-11 13:00: Kinderopvang (Commissiedebat), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2024-04-18 14:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-04-24 11:30: Procedures en brieven SZW (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
2024D12896 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het op 20 maart 2024 ontvangen Verzamelbrief kwaliteit en veiligheid kinderopvang (Kamerstuk 31 322, nr. 525).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Léon de Jong
Adjunct-griffier van de commissie,
Van den Broek
Inhoudsopgave
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
II Antwoord/Reactie van de Minister
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief. Deze leden hebben echter enkele vragen over de verschillende onderdelen van de brief.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de brief welke aanpassingen het kabinet voornemens is rondom de taaleis. Deze leden vragen wat het kabinet heeft gedaan met de andere aanbevelingen uit het onderzoek, bijvoorbeeld op pagina 24 van het onderzoek «Taaleis IKK in de kinderopvang».1 Deze leden vragen specifiek naar de aanbevelingen om een differentiatiemethode toe te passen. Deze leden vragen naar de overwegingen die het kabinet heeft gemaakt. Ook vragen deze leden specifiek naar de aanbeveling om duidelijk naar kinderopvangorganisaties te communiceren.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben een vraag over de uitzondering op basis van leeftijd. Deze leden vragen hoe het kabinet ervoor gaat zorgen dat mensen die onder deze tijdelijke uitzondering vallen uiteindelijk wel aan de eis voldoen. Deze leden lezen in de brief dat de Minister actie verwacht van het veld, maar deze leden vragen ook naar de rol die de Minister voor zichzelf en de Rijksoverheid ziet.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen dat dat het kabinet een uitzondering wil maken voor pedagogisch professionals die een andere taal spreken met kinderen. Deze leden vragen naar een inschatting van de omvang van deze groep. Deze leden vragen ook naar welke talen dan uitgesloten worden. Deze leden slaan aan op het gebruik van het woord «bijvoorbeeld» in de brief. Zij vragen welke talen worden uitgezonderd en of het hier enkel gaat om de genoemde talen uit de Wet kinderopvang (Wko), artikel 1.56 tweede en derde lid.
Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het kabinet een uitzondering voornemens is voor de groep die door persoonlijke omstandigheden nog niet aan de taaleis voldoet. Deze leden vragen hoe lang de uitzondering geldt en hoe dit er in de praktijk uit ziet.
De leden van de GroenLinks-PvdA fractie vragen wanneer de Tweede Kamer het wetsvoorstel voor het registreren van incidenten kan verwachten.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben enkele vragen over de uitzonderingen voor de gastouderopvang voor de Warenwet en de Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS) 2023. Deze leden vragen naar een overzicht van welke verplichtingen gelden voor de gastouderopvang en welke voor de kinderopvang niet zijnde de gastouderopvang.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie lezen in de brief dat er volgens het kabinet meerdere redenen zijn voor een uitzondering voor de gastouderopvang op de WAS 2023. Een van die redenen is dat de veiligheid gewaarborgd is door toezicht van de GGD. Deze leden zijn niet overtuigd door dit argument, aangezien de GGD ook bij andere vormen van kinderopvang toezicht houdt en het kabinet van mening is dat deze vormen van kinderopvang niet uitgezonderd dienen te worden. Deze leden vragen of het kabinet hier nader op kan reflecteren.
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen uit de brief dat de Warenwetregeling zou betekenen dat kinderen niet in hun eigen bed mogen slapen tijdens opvangtijd. Deze leden vragen hoe dit precies volgt uit de Warenwetregeling.
Ook vragen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie op welke manier het kabinet de uitzonderingen wil vormgeven. Deze leden vragen het kabinet te beargumenteren dat de gekozen reikwijdte van de uitzondering proportioneel en juridisch houdbaar is.
Ten slotte hebben de leden van de GroenLinks-PvdA fractie enkele vragen over de voorgestelde wijziging in het aanwijzen van EHBO-certificaten. Deze leden vragen of is overwogen om een andere instantie de lijst met aangewezen EHBO-certificaten te laten bepalen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voornemen om pedagogisch professionals in de buitenschoolse opvang (bso) uit te zonderen van de taaleis 3F. Deze leden maken zich zorgen over wat deze versoepeling betekent voor de taalontwikkeling van kinderen. Kan de Minister dit toelichten?
De leden van de VVD-fractie lezen dat de Minister ook 60-plussers wil uitzonderen van de taaltoets. Deze leden begrijpen de overweging en vragen daarbij of, indien wenselijk en mogelijk, er wellicht een laagdrempelige methode is om de taaleis te halen dan wel om de taaleis te toetsen. Zou deze ontheffing eventueel tijdelijk geregeld kunnen worden?
De leden van de VVD-fractie vrezen dat de taalvaardigheid van kinderen verder onder druk komt te staan. De leden vragen of de Minister kan onderbouwen waarom de versoepeling nu voor onbepaalde tijd geregeld is.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de tijdelijke maatregel ruimere inzet beroepskrachten in opleiding verlengd is tot juli 2026. Deze leden zijn benieuwd of deze maatregel geëvalueerd is, en zo niet of deze nog geëvalueerd zal worden en wat er met de lessen uit de evaluatie gebeurt of zal gebeuren.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de beoogde instrumenten om incidenten tegen te gaan via een wetswijziging ingevoerd zullen worden en per 1 januari 2026 in werking moeten treden. Deze leden horen graag van de Minister wanneer zij voornemens is het voorstel bij de Kamer in te dienen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief en van het voornemen om de eindtermen van een EHBO-certificatie voortaan in de Regeling Wet kinderopvang op te nemen. Kan het kabinet nader toelichten wat de gevolgen van dit voornemen zijn? In hoeverre wordt met deze wijziging de controle op de kwaliteit van de EHBO geborgd? In hoeverre kan de GGD nog toetsen of het EHBO-diploma is uitgegeven op basis van een daadwerkelijke competentietoets?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de verzamelbrief kwaliteit en veiligheid kinderopvang. Deze leden vinden het van groot belang om te investeren in de kwaliteit en veiligheid van de kinderopvang, om de brede ontwikkeling van kinderen te versterken. Zij hebben op dit moment geen vragen met betrekking tot deze brief.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van de brief. Deze leden hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de SGP-fractie zijn blij met het feit dat het kabinet speeltoestellen in de gastouderopvang uitzondert van de WAS 2025 en de Warenwetregeling vanaf 1 januari 2025. Hoe wordt in de tussenliggende tijd omgegaan met toezicht op gastouderopvang op dit punt? Kan de Minister toezeggen dat richting gastouders op deze punten niet handhavend zal worden opgetreden?
De leden van de SGP-fractie hebben vragen over veiligheid in de kinderopvang. Situaties van onveiligheid van kinderen in de opvang laten zien dat het van belang is dat het vierogenprincipe wordt gehandhaafd. Hoe vindt dat op dit moment plaats? En hoe wordt voorkomen dat het vierogenprincipe (tijdelijk) wordt losgelaten, met risico op onveiligheid en misbruik?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Significant Public, 3 november 2023, «Taaleis IKK in de Kinderopvang».↩︎