[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2024D14401, datum: 2024-04-18, bijgewerkt: 2024-08-27 16:34, versie: 2

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-36550-XIII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 36550 XIII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota).

Onderdeel van zaak 2024Z06214:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2023‒2024
36 550XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 16 februari 2024 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begrotingen zijn opgenomen.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

M.A.M.Adriaansens

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Opbouw 1e suppletoire begroting 2024

Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2024. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:

  1. Leeswijzer met onder andere een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
  2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
  3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel “Budgettaire gevolgen van beleid” opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.
    In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1e suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
  4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
  5. De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.

Ondergrenzen toelichtingen

Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.

Overzicht coronamaatregelen

Hieronder een overzicht van de coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl. 

2 Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) 49 52 100 Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Tegemoetkoming vaste lasten starters 1 1 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2 Bedrijfssteun 42 Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2 Herstructurering winkelgebieden en binnensteden 24 16 Kamerstuk 31 757, nr. 105
2 Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren 33 Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 Evenementenregeling 9 9 Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462
2 Qredits 30 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277
2 Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona) 15 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2 Bijdrage RVO.nl 9 9 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
2 Begrotingsreserve GO-Corona 21 Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16
3 Corona Overbruggingslening (COL) 30 Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
3 Dutch Future Fund 13 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Deep Tech Fund 50 Kamerstuk 33 009, nr. 96
3 Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument) 26 Kamerstuk 33 009, nr. 96
Totaal 92 254 192

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024

Vastgestelde begroting 20241 12.735.901 10.895.395 12.810.700 12.343.820 13.364.933 5.737.312
Belangrijkste suppletoire mutaties
Indirectie Kosten Compensatie ETS 2 186.000
Eindejaarsmarge Klimaatfonds 2+4 420.743
Ontwerp Meerjarenprogramma Klimaat 2025 2+4 60.569 424.331 558.099 395.316 409.216 400.616
Energiemaatregelen 2+4 297.461 5.387 2.703
DEI+ 4 1.525 22.007 52.677 66.526 60.340 128.226
SDE- domein 4 629.945 37.632 ‒ 1.862.620 ‒ 1.673.959 ‒ 1.230.031 ‒ 574.630
ISDE 4 ‒ 55.602 53.102
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) 4 ‒ 222.040 ‒ 1.784 ‒ 3.748 363 42.900 184.043
Norg akkoord 5 ‒ 292.000
Schade afhandeling 5 ‒ 108.634 23.913 284.144 ‒ 155.008 1.893 102.071
Versterkingsoperatie 5 36.838 381.435 196.768 ‒ 26.140 ‒ 88.820
Vulmaatregelen gasopslag 5 ‒ 240.000 0 233.000
Overhevelingen PEGA 4+5 167.235 286.473 156.541 122.989 118.144 58.163
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen 5 293.838 709.850 152.052 ‒ 35.630
Voedingsartikel NGF 6 ‒ 959.141 ‒ 548.002 ‒ 420.861 ‒ 158.927 ‒ 1.269.232 111.661
Loon- en prijsbijstelling 41 233.753 250.076 208.878 195.054 187.386 167.542
Overige mutaties 1.361.513 196.477 417.942 43.465 89.726 5.858.943
Stand 1e suppletoire begroting 2024 14.254.066 11.973.340 12.981.163 11.863.349 11.838.507 12.138.317
  1. Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Indirectie Kosten Compensatie ETS

Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023. Dekking voor deze regeling in 2024 is gevonden binnen de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE).

Eindejaarsmarge Klimaatfonds

Bij de 1e suppletoire begroting zijn klimaatfondsmiddelen toegevoegd die vorig jaar niet tot besteding zijn gekomen. Klimaatfondsmiddelen vallen onder het Investeringsplafond waardoor zij 100% eindejaarsmarge kennen. Hiermee kan klimaatbeleid worden voorgezet.

Ontwerp Meerjarenprogamma Klimaat 2025

Gelijktijdig met de Voorjaarsnota worden via het Meerjarenprogramma Klimaat 2025 toekenningen gedaan vanuit het Klimaatfonds. Voor het Ministerie van Economische zaken en Klimaat wordt totaal € 2,7 mld toegekend onder andere voor vergassingsprojecten (€ 500,0 mln), subsidieregeling warmtenetten (€ 972,5 mln), de ISDE (€ 218,1 mln),  waterstofnetwerk op zee (€ 100,0 mln), voor gebiedsinvestering netten op zee (€ 500,0 mln) en nog meerdere maatregelen. Zie het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 voor meer informatie.

Energiemaatregelen

Deze post bevat drie energiemaatregelen namelijk, Tegemoetkoming Energiekosten (TEK), Prijsplafond en Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB). In 2024 wordt de TEK subsidie vastgesteld op basis van de energieprijzen uit 2023. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van RVO.
Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot.
In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling TTB in 2023. Dit budget wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren.. Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd verwacht.

DEI+

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).

SDE-domein

Het SDE- domein bestaat uit drie onderdelen namelijk, SDE, SDE+ en SDE++. Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.
Voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee worden extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.
Het SDE++ budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales en anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE.
Vanuit de reserve duurzame energie, SDE+ en SDE++ worden middelen ingezet voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE/MOOI. Het grootste deel wordt gedekt uit de beschikbare middelen van de SDE+.Voor de SDE+ en SDE++ geldt dat er middelen worden overgeheveld van de EZK-begroting naar de bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

ISDE

Het budget in 2024 is verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering. Daarnaast wordt de eindejaarsmarge via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn.

Warmtenetten Investeringssubsidie

De middelen van de openstellingen van de WIS 2023 en 2024 zijn in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.

Norg akkoord
Conform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg. De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere CPB gasprijs.

Schadeafhandeling
De raming voor de schadeafhandeling is door de uitvoeringsorganisatie (IMG) bijgesteld, op basis van geactualiseerde verwachtingen over de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstukken II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Op basis van deze raming is de EZK-begroting met t/m 2029 cumulatief € 148 mln bijgesteld.

Versterkingsoperatie
De raming voor de versterkingsoperatie is geactualiseerd aan de hand van het Meerjarenversterkingsplan (MJVP) van uitvoerder Nationaal coördinator Groningen (NCG). De raming loopt tot en met 2028 in verband met de geplande afronding van de versterkingsoperatie in 2028. De NCG is gevraagd een analyse te doen naar de haalbaarheid van de afronding van de versterking in 2028 (Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1227). Op basis van deze raming is de EZK-begroting t/m 2029 cumulatief met ca. € 500 mln bijgesteld.

Vulmaatregel gasopslag

In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.

Overhevelingen PEGA
Voor diverse maatregelen uit Nij Begun (de kabinetsreactie op PEGA) worden middelen opgevraagd van de Aanvullende Post. In de toelichting op artikel 5 is een overzichtstabel opgenomen (tabel 24). De nog resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.

Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen
De kosten voor schade en versterken worden (exclusief btw) doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die namens de Maatschap (NAM en beleidsdeelneming EBN) verantwoordelijk is voor de kosten voor schade en versterken. In lijn met de economische verhoudingen binnen de Maatschap komt 40% van de kosten voor rekening van EBN. Op basis van de actualisatie van de ramingen voor schade en versterken is de bij EBN aanwezige voorziening niet toereikend om het EBN-deel van de geraamde uitgaven voor schade en versterken te voldoen. Om die reden wordt vanaf 2026 in de Rijksbegroting een bijdrage aan EBN opgenomen voor de kosten van schade en versterken Groningen, cumulatief € 1.610 mln tot en met 2029, wat resulteert in een tegenvaller van € 1.120 mln. De omvang van deze bijdrage wordt verklaard doordat de NAM uitgaat van lagere kosten voor NAM voor schade en versterken dan de Staat, en omdat de voorziening bij EBN op de inschatting van NAM is gebaseerd.

Voedingsartikel NGF

Op het voedingsartikel van het Nationaal Groeifonds worden verschillende mutaties doorgevoerd, om aansluiting te behouden met de fondsbegroting. Onderdeel hiervan is de uitname voor investeringen in de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector). Het kabinet heeft in het voorjaar middelen ter beschikking gesteld om in deze sector knelpunten aan te pakken, ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland. De middelen zijn bestemd voor verschillende maatregelen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en onderwijs in de regio Eindhoven. Hiervoor wordt cumulatief € 1,279 mld uit het budget van het Nationaal Groeifonds gehaald. Daarnaast wordt bij 1e suppletoire begroting het amendement Erkens c.s. verwerkt. Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd om de accijns op benzine, diesel en LPG per 1 januari 2024 niet te verhogen. Ter dekking hiervan is € 1,212 mld aan het Nationaal Groeifonds onttrokken in 2028. Tenslotte worden er verschillende omzettingen verwerkt, welke in detail worden toegelicht onder beleidsartikel 6 van de 1e suppletoire begroting van EZK, en in de 1e suppletoire begroting van het NGF.

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2024 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2024 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2024 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen

Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024

Vastgestelde begroting 20241 5.789.765 5.351.333 4.924.322 7.856.346 6.229.519 1.920.000
Belangrijkste suppletoire mutaties
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 4 541.322 70.662
Heffing gasleveringszekerheid 4 ‒ 148.475 ‒ 1.750 ‒ 1.750 ‒ 1.750 146.725
ETS-ontvangsten 4 ‒ 550.000 ‒ 550.000 ‒ 650.000 ‒ 950.000 ‒ 850.000 ‒ 750.000
Terugontvangsten Prijsplafond 4 109.000
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 5 22.749 326.767 129.197
Ontvangsten NAM schadeafhandeling 5 413.063 255.143 416.449 597.289 48.036 101.769
Dividenduitkering EBN 5 ‒ 446.000 ‒ 541.000 ‒ 374.000 ‒ 270.000 ‒ 197.000 ‒ 158.000
Ontvangsten Mijnbouwwet 5 ‒ 280.000 ‒ 330.000 ‒ 220.000 ‒ 90.000 10.000 10.000
Overige mutaties 291.447 94.273 87.135 23.887 ‒ 69.772 3.103.737
Stand 1e suppletoire begroting 2024 5.868.597 4.224.685 4.508.923 7.294.969 5.169.033 4.374.231
  1. Incl. ISB's, NvW en amendementen

Toelichting

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen komen in 2024 tot betaling, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.

ETS-ontvangsten

De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.

Terugontvangsten Prijsplafond

RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
De uitgaven voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten.

Ontvangsten NAM schadeafhandeling
De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De omvang van de totale bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld. Daarnaast komen in 2024 ook ontvangsten binnen die aanvankelijk geraamd waren voor 2023.

Dividenduitkering EBN
De geraamde ontvangsten aan dividend EBN worden bijgesteld voornamelijk vanwege de lagere CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

Ontvangsten Mijnbouwwet
De geraamde ontvangsten Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

3 Beleidsartikelen

3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 365.226 61.000 426.226 59.026 485.252 401 ‒ 1.101 ‒ 2.044 ‒ 1.044 326.084
Uitgaven 365.745 41.000 406.745 10.471 417.216 2.563 1.177 361 3.801 325.678
Subsidies (regelingen) 52.523 41.000 93.523 3.826 97.349 0 0 0 0 8.500
Cyber security 202 202 1.009 1.211
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland 7.800 7.800 7.800 3.500
EU-cofinanciering Digital Europe 9.900 9.900 ‒ 1.890 8.010 5.000
Beter aanbesteden 0 295 295
NGF - project AiNed 28.589 28.589 4.460 33.049
NGF - project Nationaal Onderwijslab 6.032 6.032 ‒ 48 5.984
NGF - project 6G Future Network Services 41.000 41.000 41.000
Opdrachten 48.733 0 48.733 ‒ 9.760 38.973 ‒ 487 ‒ 371 ‒ 139 2.301 50.597
Onderzoek&opdrachten 9.270 9.270 ‒ 1.369 7.901 ‒ 1.163 ‒ 1.163 ‒ 638 ‒ 638 3.610
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties 3.646 3.646 222 3.868 676 792 499 2.939 5.068
Digital trust centre 6.739 6.739 ‒ 982 5.757 7.875
Cyber security 11.500 11.500 ‒ 2.755 8.745 12.901
ICT beleid 7.837 7.837 ‒ 3.193 4.644 8.612
CSIRT - DSP 6.031 6.031 ‒ 84 5.947 12.531
Nationaal Groeifonds 2111 2.111 2.111
Vervolgprogramma beter aanbesteden 1.599 1.599 ‒ 1.599 0
Bijdrage aan agentschappen 61.907 0 61.907 12.160 74.067 0 0 0 0 65.995
Bijdrage RVO.nl 13.656 13.656 12.160 25.816 11.365
Bijdrage RDI 48.251 48.251 48.251 54.630
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 198.035 0 198.035 3.513 201.548 3.050 1.548 500 1.500 196.024
Bijdrage Metrologie 12.330 12.330 12.330 12.330
Raad voor de Accreditatie 1.326 1.326 260 1.586 90 467
Bijdrage ACM 848 848 848 848
Bijdrage aan het CBS 183.531 183.531 3.253 186.784 2.960 1.548 500 1.500 182.379
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 4.547 0 4.547 732 5.279 0 0 0 0 4.562
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut 1.405 1.405 1.405 1.405
Bijdrage aan internationale organisaties 3.142 3.142 732 3.874 3.157
Ontvangsten 74.579 0 74.579 74 74.653 395 500 614 740 48.235
Ontvangsten ACM 162 162 162 162
Ontvangsten High Trust 40.200 40.200 40.200 44.700
Diverse ontvangsten 34.217 34.217 74 34.291 395 500 614 740 3373
Verplichtingen 365.226 61.000 426.226 59.026 485.252 401 ‒ 1.101 ‒ 2.044 ‒ 1.044 326.084
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 365.226 61.000 426.226 59.026 485.252 401 ‒ 1.101 ‒ 2.044 ‒ 1.044 326.084

Budgetflexibiliteit

Het percentage juridisch verplicht en bestuurlijk gebonden is 99,1%. Dit is ongeveer 0,7% hoger dan bij de ontwerpbegroting 2024. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingbudget met € 59,0 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door de opgevraagde eindejaarsmarge van € 38,3 mln voor het NGF-project AiNed en een verplichtingenschuif van € 11,8 mln bij de Bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden. In 2024 wordt de verplichting voor de Bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden meerjarig aangegaan. Hiervoor dient het verplichtingbudget tot en met 2028 naar 2024 geschoven te worden.

Uitgaven

Bijdrage Baten-Lastendiensten

Bijdrage RVO.nl

Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2024 heeft er een overheveling van middelen plaatsgevonden, ter hoogte van € 12,2 mln. Deze middelen bestaan uit uitvoeringskosten van onder meer het Nationaal Groeifonds, het Programmbureau Cybersecurity Dcypher en de subsidieregeling Beter aanbesteden.

3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.912.997 434.000 3.346.997 1.343.367 4.690.364 36.425 79.469 ‒ 46.582 ‒ 4.281 2.335.386
Uitgaven 2.268.712 88.700 2.357.412 795.799 3.153.211 ‒ 17.435 201.419 21.732 52.391 1.279.553
Subsidies (regelingen) 1.097.061 78.700 1.175.761 672.125 1.847.886 ‒ 13.677 85.149 25.324 41.077 241.901
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 23.250 23.250 ‒ 14.749 8.501 ‒ 8.962 ‒ 8.962 42.361
Eurostars 22.269 22.269 22.269 21.736
Bevorderen ondernemerschap 19.395 19.395 ‒ 3.384 16.011 ‒ 15 ‒ 15 ‒ 15 ‒ 35 17.768
Cofinanciering EFRO 31.977 31.977 31.977 24.077
Bijdrage aan ROM's 11.049 4.000 15.049 15.049 11.049
Verduurzaming industrie 79.322 79.322 9.372 88.694 ‒ 200 ‒ 750 ‒ 6.450 ‒ 2.150 83.700
Startup beleid 12.136 12.136 ‒ 4.682 7.454 ‒ 835 1.965 1.155
Urgendamaatregelen Industrie 11.940 11.940 11.940
Invest-Nl 11.625 11.625 150 11.775 11.625
Tegemoetkoming vaste lasten 0 52.000 52.000
Europees Defensie Fonds cofinanciering 5.000 5.000 5.000
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling 0 1.003 1.003
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI) 0 1.150 1.150 4.098
Herstructurering winkelgebieden 16.388 16.388 ‒ 989 15.399 6.038
R&D mobiliteitssectoren 33.100 33.100 33.100
SEG 0 6.900 6.900
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie 84.879 84.879 383.058 467.937
NGF - project Health-RI 12.000 12.000 12.000
NGF - project RegMed XB 10.649 10.649 ‒ 4.950 5.699
NGF - project QuantumDeltaNL 127.818 127.818 ‒ 1 127.817
NGF - project Oncode-PACT 49.963 49.963 20.958 70.921
NGF - project Circulaire Plastics 23.040 23.040 69.167 92.207
NGF - project NXTGEN HIGH TECH 78.220 78.220 14.825 93.045
NGF - project PhotonDelta 67.125 67.125 30.758 97.883 ‒ 13.000 13.000
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs 39.189 39.189 2.994 42.183
NGF - project Biobased Circular 21.700 21.700 21.700
NGF - project Material Independence & Circular Batteries 53.000 53.000 5.359 58.359 6.921 17.968 9.658
Indirecte Kosten Compensatie ETS 0 186.000 186.000
IPCEI Cloudinfrastructuur en services 20.642 20.642 ‒ 9.257 11.385 ‒ 7.017 ‒ 4.768 12.450 10.317 8.035
IPCEI Micro elektronica 143.088 143.088 ‒ 105.072 38.016 ‒ 67.454 85.198 24.606 47.150 15.290
Aanvullende tegemoetkoming evenementen 0 1.900 1.900
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds 134.210 134.210 ‒ 4.200 130.010 ‒ 13.936 ‒ 21.390 ‒ 16.080 ‒ 14.205 ‒ 7.965
EuroHPC 10.193 10.193 10.193
EuroQCI 5.606 5.606 5.606
Tegemoetkoming Energiekosten 0 23.190 23.190 5.387 2.703
Qredits duurzaamheid 0 10.000 10.000
Brexit Adjustment Reserve 0 425 425 81.136
Ruimte voor economie / bedrijventerreinen 2.789 2.789 2.789
Overig 10.199 10.199 200 10.399 200 200 8.187
Leningen 30.000 0 30.000 0 30.000 0 0 0 0 0
Qredits 30.000 30.000 30.000
NGF project PhotonDelta leningen 0 0
Garanties 87.945 10.000 97.945 ‒ 10.000 87.945 ‒ 10.000 ‒ 10.000 0 0 56.345
BMKB 42.228 42.228 42.228 35.628
Groeifaciliteit 8.972 8.972 8.972 8.972
Garantie Ondernemersfinanciering 11.745 11.745 11.745 11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona 25.000 25.000 ‒ 10.000 15.000 ‒ 10.000 ‒ 10.000
MKB Financiering 10.000 10.000 10.000
Opdrachten 23.052 0 23.052 1.329 24.381 22.606 32.281 22.106 11.706 9.338
Onderzoek en opdrachten 6.170 6.170 ‒ 325 5.845 4.432
Caribisch Nederland 847 847 ‒ 57 790 ‒ 47 ‒ 47 ‒ 47 ‒ 47 774
Regeldruk 2.450 2.450 ‒ 114 2.336 ‒ 114 ‒ 114 ‒ 114 ‒ 114 2.450
Budget Samenwerking regio 815 815 400 1.215 665
Small Business Innovation Research 150 150 150
Stikstofaanpask piekbelasters industrie 11.500 11.500 1.725 13.225 21.750 31.425 21.250 10.850
Verduurzaming industrie 1.120 1.120 ‒ 300 820 1.017 1.017 1.017 1.017 1.017
Bijdrage aan agentschappen 122.915 0 122.915 50.939 173.854 1.367 1.170 380 380 101.003
Bijdrage RVO.nl 122.170 122.170 50.939 173.109 1.367 1.170 380 380 100.258
Bijdrage RDI 745 745 745 745
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 380.925 0 380.925 30.218 411.143 18.908 18.159 14.038 11.438 358.877
Bijdrage aan TNO 209.862 209.862 14.962 224.824 5.083 4.121 0 0 191.390
Kamer van Koophandel 142.917 142.917 15.256 158.173 13.825 14.038 14.038 11.438 139.796
Bijdrage aan NWO-TTW 28.146 28.146 28.146 27.691
Bijdrage aan medeoverheden 20.386 0 20.386 11.949 32.335 8.962 8.962 0 0 0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) 20.386 20.386 11.949 32.335 8.962 8.962
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 506.428 0 506.428 39.239 545.667 ‒ 45.601 65.698 ‒ 40.116 ‒ 12.210 512.089
Internationaal Innoveren 55.539 55.539 55.539 75.536
PPS toeslag 200.686 200.686 ‒ 4.775 195.911 187.161
TO2 (excl. TNO) 60.234 60.234 1.530 61.764 58.912
Topsectoren overig 13.796 13.796 ‒ 1.502 12.294 ‒ 670 ‒ 528 ‒ 528 ‒ 80.907 25.204
Ruimtevaart (ESA) 83.719 83.719 ‒ 345 83.374 80.668
Bijdrage NBTC 10.169 10.169 35 10.204 35 35 35 35 9.204
Overige bijdragen aan organisaties 6.061 6.061 371 6.432 6.061
Economische ontwikkeling en technologie 5.514 5.514 5.514 10.868
EU-cofinanciering JTF 17.730 17.730 17.730 156
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI 43.250 43.250 43.925 87.175 ‒ 44.966 66.191 ‒ 39.623 68.662 58.319
NGF project NXTGEN Ruimtevaart 9.730 9.730 9.730
Ontvangsten 258.597 10.000 268.597 36.938 305.535 34.916 32.854 8.042 0 117.489
Luchtvaartkredietfaciliteit 863 863 863
Rijksoctrooiwet 45.966 45.966 45.966 47.666
Eurostars 4.250 4.250 4.250 4.000
F-35 10.576 10.576 10.576 10.576
Diverse ontvangsten 1.242 10.000 11.242 ‒ 10.000 1.242 1.247
Bedrijfssteun 41.700 41.700 41.700
Tegemoetkoming vaste lasten 0 100.000 100.000
BMKB 33.000 33.000 33.000 33.000
BMKB groen 0 0
Groeifaciliteit 8.000 8.000 8.000 8.000
Garantie Ondernemingsfinanciering 13.000 13.000 13.000 13.000
Onttrekking reserve Garantie Ondernemingsfinanciering 0 0 20.750 20.750
Tegemoetkoming Energiekosten 100.000 100.000 ‒ 73.812 26.188 34.916 32.854 8.042
Brexit Adjustment Reserve 0 0
Verplichtingen 2.912.997 434.000 3.346.997 1.343.367 4.690.364 36.425 79.469 ‒ 46.582 ‒ 4.281 2.335.386
waarvan garantieverplichtingen 1.250.000 10.000 1.260.000 25.000 1.285.000 1.250.000
waarvan overige verplichtingen 1.662.997 424.000 2.086.997 1.318.367 3.405.364 36.425 79.469 ‒ 46.582 ‒ 4.281 1.085.386

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 46%. Dit betekent dat 54% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 46% van de flexibele budgetten is 35% bestuurlijk gebonden. Dit betreft onder andere budgetten voor NGF-projecten. De resterende 10% is beleidsmatig gereserveerd.

Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gedaald met 5%. Dit komt onder andere door de toekenning van middelen voor twee nieuwe NGF-projecten via een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 en aanvullende budgetten voor de afwikkeling van coronamaatregelen. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gestegen van 20% bij de Ontwerpbegroting naar 35%. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is met 11% gedaald ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2024 is opgehoogd met 1,34 mld. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  1. Voor de volgende NGF-projecten wordt het verplichtingenbudget dat in 2023 niet is besteed weer beschikbaar gesteld voor dezelfde doelen en uitgaven via de eindejaarsmarge over 2023. Hierdoor is het verplichtingenbudget voor de NGF-projecten Groenvermogen (€ 327,3 mln), Circulaire Plastics (€ 84,2 mln), NXTGEN HIGH TECH (€ 29,7 mln), PhotonDelta (€ 40,8 mln), en Opschaling PPS beroepsonderwijs (€ 17,1 mln) opgehoogd.
  2. Voor de verlenging van de Indirectie Kosten Compensatie ETS is € 186 mln verplichtingen budget toegevoegd. Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023.
  3. Voor de Klimaatfondsmiddelen voor de Verduurzaming Industrie is de Eindejaarsmarge over 2023 toegevoegd aan het budget van 2024 van in totaal € 107,5 mln. Hiernaast wordt er € 30 mln aan verplichtingenbudget afgeboekt ten behoeve van de dekking voor de beschikking aan Yara uit 2023 voor het CCS-project in het kader van de bredere Maatwerkaanpak Industrie. Per saldo wordt het verplichtingenbudget voor dit instrument daarom opgehoogd met € 75,2 mln.
  4. Voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit is er in totaal € 87 mln beschikbaar gesteld vanuit LNV. Specifiek voor de industrie wordt hier invulling aangegeven middels de Stikstofaanpak Piekbelasters Industrie. Een groot gedeelte van deze middelen (€ 67 mln) wordt ingezet voor een bredere en algemene aanpak, namelijk de Aanpak Piekbelasters Industrie (API). Hiermee is de bedoeling dat middels een specifieke biedingsprocedure projecten worden uitgevoerd voor het reduceren van ammoniakemissies. Een ander deel (€ 20 mln) wordt nu al ingezet voor een specifieke bovenwettelijk stikstofreductiemaatregel in de ammoniakemissies.
  5. Het verplichtingenbudget voor de Brexit Adjustment Reserve is in 2025 opgehoogd met per saldo € 81,1 mln. Dit betreft onder andere een overheveling van LNV van niet bestede middelen bij LNV van in totaal € 63 mln, het opvragen van de Eindejaarsmarge over 2023 van € 9,7 mln, en het opvragen van de resterende middelen op de Aanvullende Post bij Financiën voor de uitvoeringskosten omtrent de BAR van € 8,4 mln. In 2025 zal naar verwachting de verrekening met de EU plaatsvinden via EZK als coördinerend departement.
  6. Voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) is het verplichtingenbudget opgehoogd met € 49 mln in 2024 om te kunnen voldoen aan nog lopende bezwaar- en beroepzaken.
  7. Het verplichtingenbudget voor Qredits is met € 25 mln verhoogd binnen het garantie-instrument MKB Financiering. De afgelopen 15 jaar heeft Qredits zich ontwikkeld tot een professionele kredietverstrekker voor starters en kleine ondernemers in Nederland, een doelgroep die minder toegang heeft tot financiering. Om aan de krediet aanvraag van het micro- en kleinbedrijf te blijven voldoen heeft Qredits het voornemen om een nieuwe lening van € 50 mln op te halen bij de Europese Investeringsbank (EIB). De Staat zal voor 50% garant staan voor deze lening nadat het toetsingskader is goedgekeurd door de Ministerraad. Met deze nieuwe garantie blijft het garant gestelde bedrag onder het eerder vastgestelde garantieplafond van € 130 mln.
  8. Voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) is er een ramingsbijstelling geweest. Het verplichtingenbudget is met € 19,8 mln opgehoogd. In 2024 wordt de TEK subsidie vastgesteld op basis van de 2023 energieprijzen. Ondernemers hadden op basis van de TEK, in afwachting van de vaststelling, recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van de RVO.
  9. Het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO is opgehoogd met € 14,5 mln. Dit als gevolg van aanvullende onderzoeksvragen en -opdrachten vanuit verschillende departementen welke TNO uitvoert.
  10. Vanuit het Klimaatfonds is € 10 mln beschikbaar gesteld voor een rentesubsidie voor duurzaamheidsleningen tot max. € 50.000 voor het klein mkb ter stimulering van verduurzaming en energiebesparing. Met deze subsidie kan Qredits duurzaamheidsleningen aanbieden met een lage rente in lijn met het amendement 15 De Jong en Aartsen op de EZK Ontwerpbegroting 2024.

Uitgaven

Subsidies

MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie 'Bijdragen aan medeoverheden'.

Tegemoetkoming vaste lasten

Betreft een bijgestelde raming van € 52 mln voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) om te voldoen aan lopende beroep- en bezwaarzaken die nog gegrond verklaard kunnen worden. De berekening voor deze aanvullende middelen is gebaseerd op de reeds afgewikkelde beroep- en bezwaarzaken, waarvan 46% gegrond is verklaard.

NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie

Voor het NGF-project Groenvermogen zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 284,3 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt. Ook is er een toekenning van € 99 mln uit het Nationaal Groeifonds overgeheveld vanuit de NGF-begroting. Tevens worden de uitvoeringskosten (€ 0,2 mln) voor dit NGF-project naar het RVO-instrument overgeheveld. Per saldo wordt hierdoor het kasbudget voor 2024 opgehoogd met € 383,1 mln.

NGF-project Oncode-PACT

Voor het NGF-project Oncode-PACT zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 20,9 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

NGF-project Circulaire Plastics

Voor het NGF-project Circulaire Plastics zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 69,2 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

NGF-project NXTGEN HIGH TECH

Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 14,8 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

NGF-project PhotonDelta

Voor het NGF-project PhotonDelta zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 30,7 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.

Indirectie Kosten Compensatie ETS

Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023. Dekking voor deze regeling in 2024 is gevonden binnen de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE).

Verduurzaming industrie

Dit betreft het saldo van verschillende begrotingsmutaties op instrumenten voor de Verduurzaming van de Industrie waaronder toevoeging van een bedrag van € 9 mln voor verduurzaming MKB (voortzetting SVM). Een overheveling naar het Provinciefonds voor de uitbreiding van de expertpool vergunningen bij de omgevingsdienst in het kader van de Maatwerkaanpak (€ 5,8 mln), uit het Klimaatfonds zijn middelen vrijgemaakt voor Biobased Bouwen (€ 4,2 mln). Verder betreft het overheveling van budget voor de DEI+ regeling (€ 40 mln) naar artikel 4 van de EZK-begroting en middelen voor de uitvoering van TSE-haalbaarheidsstudies en de overboeking van budget voor uitvoeringskosten RVO (€ 5,1 mln).

IPCEI Cloudinfrastructuur en services

Voor het project IPCEI Cloudinfrastructuur en services (CIS) is het kas- en verplichtingenritme aangepast. De beschikking is in 2023 afgegeven en de uitfinanciering is recent gestart na afronding van het vertraagde (pre-)notificatietraject van de Europese Commissie. Het ritme is aangepast op basis van de verwachte uitfinancieringsperiode, welke langer doorloopt dan initieel geraamd.

IPCEI Micro elektronica

Voor het project IPCEI Micro elektronica (ME2) is het kas- en verplichtingenritme aangepast. De uitfinanciering is recent gestart na afronding van het vertraagde (pre-)notificatietraject van de Europese Commissie. Het ritme is aangepast op basis van de verwachte uitfinancieringsperiode, welke langer doorloopt dan initieel geraamd.

Tegemoetkoming Energiekosten

In 2024 wordt de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) subsidie vastgesteld op basis van de energieprijzen uit 2023. Ondernemers hadden op basis van de TEK, in afwachting van de vaststelling, recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van RVO.

Brexit Adjustment Reserve

Voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) wordt er per saldo € 81,1 mln toegevoegd in 2025. Dit betreft onder andere een overheveling van LNV van niet bestede middelen bij LNV van in totaal € 63 mln, het opvragen van de Eindejaarsmarge over 2023 van € 9,7 mln, en het opvragen van de resterende middelen op de Aanvullende Post bij Financiën voor de uitvoeringskosten omtrent de BAR van € 8,4 mln. Deze middelen zijn benodigd voor de afrekening met de EU welke naar verwachting in 2025 plaats zal vinden, hierom worden deze middelen volgens de begrotingssystematiek opgevraagd in 2024 en vervolgens met een kasschuif doorgeschoven naar 2025.

Qredits duurzaamheid

Vanuit het klimaatfonds is € 10 mln rentesubsidie beschikbaar gesteld voor duurzaamheidsleningen tot max. € 50.000 voor het klein mkb ter stimulering van verduurzaming en energiebesparing. Met deze subsidie kan Qredits duurzaamheidsleningen aanbieden met een lage rente. Bovenstaande is in lijn met het amendement 15 De Jong en Aartsen dat aangenomen is tijdens de begrotingsbehandeling van de Ontwerpbegroting 2024 van EZK.

Garanties

Garantie Ondernemersfinanciering Corona

De Garantie Ondernemersfinancirieng Corona (GO-C) is reeds per 1 juli 2022 gesloten voor nieuwe aanvragen. Het aantal aanvragen was lager dan in eerste instantie verwacht. Hierdoor zijn er minder schade uitbetalingen de komenden jaren en wordt daarom het budget met in totaal € 30 mln verlaagd over de jaren 2024, 2025 en 2026.

Opdrachten

Stikstofaanpak piekbelasters industrie

Voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit is er in totaal € 87 mln beschikbaar gesteld vanuit LNV, verdeeld over de jaren 2024 tot en met 2028. Specifiek voor de industrie wordt hier invulling aangegeven middels de Stikstofaanpak Piekbelasters Industrie. Een groot gedeelte van deze middelen (totaal 67 mln) wordt ingezet voor een bredere en algemene aanpak, namelijk de Aanpak Piekbelasters Industrie (API). Hiermee is de bedoeling dat middels een specifieke biedingsprocedure projecten worden uitgevoerd voor het reduceren van ammoniakemissies. Daarnaast wordt € 20 mln ingezet voor een specifieke bovenwettelijk stikstofreductiemaatregel in de ammoniakemissies. Gezamenlijk maakt dit dat met deze middelen er vanuit de industrie ook een bijdrage wordt geleverd aan de stikstofproblematiek.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO.nl

Dit betreft het ter beschikking stellen van middelen voor de jaarlijkse RVO-opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie in 2024. Zowel beleidsmiddelen, als HGIS-middelen (via NFIA).

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Bijdrage aan TNO

Voor TNO is het kasbudget voor de jaren 2024 tot en met 2029 opgehoogd als gevolg van aanvullende onderzoeksvragen en -projecten welke TNO uitvoert. Hiervoor hebben verschillende departementen budget overgeheveld naar de EZK-begroting. Voor 2024 wordt het kasbudget opgehoogd met € 14,9 mln.

Kamer van Koophandel

Het budget van de Kamer van Koophandel wordt verhoogd met € 15,3 mln in verband met verschillende opdrachten in het kader van Werk aan Uitvoering (WaU), een bijdrage vanuit de VNG voor het gebruik van de gegevens uit het Handelsregister en diverse bijdrages voor het UBO-register, de digitaliseringsrichtlijn, mobiliteitsrichtlijn en kosten van het CBS.

Bijdrage aan medeoverheden

MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT)

De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De overheveling van het budget voor het decentrale deel gebeurt vanaf dit instrument.

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

Topsectoren overig

In de jaren 2028 en 2029 wordt er € 81,3 mln overgeheveld van het instrument Innovatieprogramma's algemeen naar het instrument voor Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO). Deze middelen zijn in 2021 initieel tijdelijk op «Topsectoren overig» gezet en zijn in 2022 overgeheveld naar het FTO instrument. Het restant van de middelen in 2028 en 2029, welke buiten de meerjarenperiode van de begroting 2022 vielen, wordt hiermee op het juiste instrument geplaatst. Hiernaast vinden er een aantal kleinere mutaties plaats voor onder andere de POA-bijdragen aan de Topsectoren.

Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI

Voor de Faciliteiten Toegepast Onderzoek is er in de jaren 2028 en 2029 € 81,3 mln overgeheveld vanaf het instrument Innovatieprogramma's algemeen (zie ook Topsectoren overig). Hiernaast heeft er voor de middelen van de FTO een kas- en verplichtingenschuif plaatsgevonden. De kasmiddelen zijn in het juiste ritme gezet voor de uitfinanciering van de 1e ronde van de FTO, welke eind 2023 bekend is geworden.

Ontvangsten

Diverse ontvangsten

Het ontvangstenbudget wordt met € 10 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van een correctie op een boeking naar aanleiding van Amendement 364140-XIII nr. 15.

Tegemoetkoming vaste lasten

Betreft een bijgestelde ontvangstenraming van € 100 mln voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL). Naar verwachting zal er meer worden ontvangen dan initieel geraamd op basis van nog de lopende bezwaar- en beroepzaken.

Tegemoetkoming Energiekosten

Doordat de energieprijzen lager uitvielen dan verwacht blijkt dat bij veel bedrijven een (deel) van de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) subsidie voorschot terugbetaald dient te worden. De RVO hanteert ruime terugbetalingsmogelijkgheden van twee tot drie jaar, daanaast zijn maatwerkafspraken mogelijk. De ontvangstenraming is hierop aangepast.

Toelichting op de Begrotingsreserves

De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor uitgaven door EZK in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.

Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB, inclusief BMKB-C), de BMKB groen, de Garantie Ondernemings-financiering (GO, inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona (KKC). De GO, GF, KKC en Garanties MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo 2024 wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 234,0

De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB worden vastgesteld.

Stand 1/1/2024 13,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 13,1

De begrotingsreserve van de BMKB groen is in 2022 aangemaakt als aparte reserve voor het groene luik onder de BMKB. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB groen geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB groen worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 20,8
Stand (raming) per 31/12/2024 211,2

De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-C. De regeling is gesloten voor nieuwe aanvragen en de openstaande garanties zijn afgenomen. Daarom is er in 2024 een onttrekking geraamd van € 20,8 mln. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve GO worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 64,1

Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 22,5

Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 15,1

Vooralsnog is geen storting in de reserve Klein Krediet Corona (KKC) geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve KKC worden vastgesteld.

3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 219.039 ‒ 4.000 215.039 272.144 487.183 0 0 0 0 165.689
Uitgaven 282.206 ‒ 4.000 278.206 436.880 715.086 0 0 0 0 153.378
Subsidies (regelingen) 3.169 0 3.169 1.424 4.593 0 0 0 0 0
Smart Industry (subsidie) 0 420 420
Thematisch Technology Transfer 3.169 3.169 1.004 4.173
Leningen 269.485 ‒ 4.000 265.485 424.777 690.262 0 0 0 0 143.864
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund 13.101 13.101 71.763 84.864 23.000
ROM's 0 13.849 13.849
Dutch Future Fund 6.000 6.000 6.584 12.584
Deep Tech Fund 25.000 25.000 25.000 50.000
Fonds Alternatieve Financiering 10.000 10.000 15.907 25.907
Economische Veiligheid Fonds 50.000 50.000 50.000 100.000
European Tech Champions Initiative (ETCI) 0 78.100 78.100
Deels revolverend 0 0
Innovatiekrediet 58.689 58.689 62.045 120.734 57.689
Risicokapitaal SEED 61.253 61.253 42.805 104.058 44.086
Vroege fase / informal investors 31.597 ‒ 4.000 27.597 29.638 57.235 14.597
Start ups / MKB 825 825 825 492
Q4C 0 9.689 9.689
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 0 5.893 5.893
Onco research 630 630 8.096 8.726 2.500
Smart Industry (leningen) 0 279 279
Thematische Technology Transfer 4.390 4.390 5.129 9.519
RegMed XB 8.000 8.000 8.000 1.500
Bijdrage aan agentschappen 9.552 0 9.552 10.679 20.231 0 0 0 0 9.514
Bijdrage RVO.nl 9.552 9.552 10.679 20.231 9.514
Ontvangsten 80.300 0 80.300 69.600 149.900 0 0 0 0 56.300
ROM's 30.000 30.000 30.000
Fund to Fund 15.000 15.000 65.550 80.550 6.000
DVI II 5.000 5.000 4.050 9.050 17.000
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek 0 0
Thematische Technology Transfer 0 0
Innovatiekredieten 20.000 20.000 20.000 23.000
SEED 10.300 10.300 10.300 10.300
Ontvangsten VFF 0 0
Verplichtingen 219.039 ‒ 4.000 215.039 272.144 487.183 0 0 0 0 165.689
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 219.039 ‒ 4.000 215.039 272.144 487.183 165.689

Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 44%. Dit betekent dat 56% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 44% van de flexibele budgetten is 17% bestuurlijk gebonden. De resterende 27% is beleidsmatig gereserveerd.

Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gestegen met 15%. Dit komt onder andere door het volledig aangaan van de verplichtingen voor de Nederlandse bijdrage aan het European Tech Champions Initiative (ETCI) van € 100 mln. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gedaald van 33% bij de Ontwerpbegroting naar 17%. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is met 1% gestegen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.

Toelichting

Verplichtingen

Voor alle instrumenten op het Toekomstfonds is er bij de 1e suppletoire begroting de eindejaarsmarge over 2023 toegevoegd. Voor het Toekomstfonds geldt een 100% eindejaarsmarge, wat betekend dat alle niet-bestede middelen uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het nieuwe begrotingsjaar. Als gevolg hier van wordt het verplichtingenbudget in 2024 met € 272,1 mln verhoogd. Dit betreft onder andere het verplichtingenbudget voor het Innovatiekrediet (€ 133,9 mln), Economische Veiligheidsfonds (€ 50,0 mln), Vroegefasefinanciering (€ 18,4 mln), Fund to Fund (€ 14,0 mln), SEED (€ 13,6 mln), ROM's (€ 10,0 mln), Bijdrage aan RVO (€ 10,7 mln), Q4C (€ 9,7 mln) en Thematische Technology Transfer (€ 6,9 mln).

Ter vermindering van de jaarlijkse onderuitputting, van zowel het kas- als verplichtingenbudget, worden alle ramingen op het Toekomstfonds geactualiseerd in overleg met het Ministerie van Financiën. De begrotingstechnische verwerking hiervan is voorzien bij de Miljoenennota.

Uitgaven

Leningen

Fund to fund

Het budget voor het Dutch Venture Initiative (DVI) en Dutch Venture Initiative II (DVI II) in 2024 is opgehoogd met € 71,7 mln als gevolg van minder capital calls dan geraamd in 2023. Deze middelen zijn toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt.

ROM's

Voor de kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) is het budget met € 13,8 mln opgehoogd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder stortingen aan de ROM's hebben plaatsgevonden dan verwacht. Deze middelen zijn bestuurlijk gebonden middels toezeggingen aan de ROM's en de Provincies en zullen in de komende jaren tot uitbetaling komen.

Dutch Future Fund

Voor het Dutch Future Fund is € 6,6 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.

Deep Tech Fund

Voor het Deep Tech Fund is € 25,0 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.

Fonds Alternatieve Financiering

Voor het Fonds Alternatieve Financiering is € 15,9 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.

Economische Veiligheid Fonds

Voor de middelen die halverwege 2023 beschikbaar zijn gesteld voor de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid (BEV) is de uitwerking van de eerste tranche van € 50,0 mln niet afgerond, waardoor deze nog niet is beschikt aan InvestNL. Deze middelen zijn aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. In 2024 zal het volledig beschikbaar gestelde bedrag voor de BEV van € 100 mln worden beschikt aan InvestNL.

European Tech Champions Initiative (ETCI)

Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall calls, in 2023 heeft de eerste capital call en uitbetaling plaatsgevonden. Het resterende bedrag uit 2023 (€ 78,1 mln) is via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt toegevoegd aan de begroting 2024.

Innovatiekrediet

Op het budget van Innovatiekrediet is via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt € 62,0 mln toegevoegd. Dit onder andere door een meevaller op de ontvangsten van het Innovatiekrediet aan het eind van vorig jaar welke via de revolverende systematiek van het Toekomstfonds wordt toegevoegd aan het budget voor 2024.

Risicokapitaal SEED

Voor de Seed Capital en Seed Business Angels is € 42,8 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Deze niet bestede middelen uit 2023 zijn lastig te ramen doordat de aangegane verplichtingen over een lange tijdsperiode kunnen worden uitbetaald (minimaal 12 jaar).

Vroegefasefinanciering

Voor de regeling Vroegefasefinanciering (VFF) is € 29,6 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Deze niet bestede middelen uit 2023 zijn ontstaan doordat het aantal aanvragen door bedrijven in het nationale luik en provincies in het regionale luik lager uitviellen dan verwacht.

Q4C

Op het budget van Q4C is € 9,7 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting is ontstaan door vertraging in de invulling van het advies van het Comité voor Ondernemerschap over de solvabiliteitspositie van het MKB. In 2024 dient nog de dekking voor het amendement van Strien uit de middelen voor Q4C te worden gehaald á 4 mln welke ten tijde van het indienen van het amendement tijdelijk uit de Vroegefasefinanciering is gedekt omdat de middelen voor Q4C al waren afgeboekt.

Investeringen in Fundamenteel en Toegepast Onderzoek

Op het budget van Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is € 5,9 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt.

Onco Research

Op het budget van Onco Research is € 8,1 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting in 2023 is ontstaan door vertraging in de uitfinanciering van de Oncode-projecten.

Thematische Technology Transfer

Op het budget van Thematische Technology Transfer (TTT) is € 5,1 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting in 2023 is ontstaan door vertraging in de uitfinanciering van de TTT-projecten.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO.nl

Op het budget Bijdrage aan RVO is € 10,7 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de eindejaarsmarge over 2023. De eindejaarsmarge is ontstaan door opgehoopte onderuitputting over de afgelopen jaren. Bij de Miljoenennota worden de ramingen van het Toekomstfonds herzien waarbij de budgetten voor de uitvoeringskosten van RVO ook worden meegenomen.

Ontvangsten

Fund to Fund

Voor de Dutch Venture Initiative (DVI) en Dutch Venture Initiative II (DVI II) zijn in 2023 de geraamde ontvangsten van in totaal € 65,5 mln niet gerealiseerd. Dit omdat de uitvoerder van DVI en DVI II de ontvangsten die bij de uitvoerder binnen komen saldeert met de uitgaven. Doordat deze ontvangsten uiteindelijk nog wel worden verwacht terug te vloeien naar de begroting van EZK wordt het ontvangsten budget opgehoogd met het niet ontvangen bedrag uit 2023.

3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 11.775.356 201.900 11.977.256 13.929.593 25.906.849 8.613.786 5.421.803 5.239.373 227.579 1.626.569
Uitgaven 4.543.049 132.300 4.675.349 891.402 5.566.751 602.320 ‒ 991.802 ‒ 1.201.625 ‒ 674.485 3.370.401
Subsidies (regelingen) 3.605.154 110.000 3.715.154 712.980 4.428.134 462.731 ‒ 1.050.433 ‒ 1.303.957 ‒ 794.586 2.174.572
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) 55.465 55.465 3.069 58.534 18.178 27.561 31.236 27.078 58.328
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) 42.000 42.000 ‒ 15.786 26.214
Energie-efficiency 2.368 2.368 ‒ 1.112 1.256 2.368
Green Deals 500 500 ‒ 457 43 500
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) 90.251 90.251 1.525 91.776 50.107 131.077 173.826 185.740 247.226
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) 1.696 1.696 1.032 2.728
Projecten Klimaat en Energieakkoord 13.452 13.452 ‒ 2.436 11.016 ‒ 184 ‒ 184 ‒ 184 ‒ 184 ‒ 737
SDE 200.000 200.000 69.500 269.500 46.773 185.000
SDE+ 307.428 307.428 366.348 673.776 ‒ 6.842 ‒ 1.812.308 ‒ 1.648.959 ‒ 1.205.031 ‒ 93.585
SDE++ 280.367 280.367 252.598 532.965 ‒ 2.299 ‒ 50.312 ‒ 25.000 ‒ 25.000 1.184.512
Aardwarmte 37.500 37.500 37.500
ISDE-regeling 686.290 20.000 706.290 ‒ 2.500 703.790 271.202 97.700
Carbon Capture Storage (CCS) 4.664 4.664 ‒ 214 4.450 ‒ 214 ‒ 214 ‒ 214 ‒ 214 5.166
Hoge Flux Reactor 6.925 6.925 ‒ 1.485 5.440 6.925
Caribisch Nederland 13.344 13.344 6.278 19.622 4.144
Overige subsidies 62.391 62.391 45.098 107.489 20.000 20.000 20.000 38.000
Opschalingsinstrument waterstof 389.000 389.000 21.250 410.250 148.150 ‒ 7.811 ‒ 34.813 ‒ 11.813 ‒ 11.813
Maatregelen voor CO2-reductie 0 0 615 615
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) 0 0 500 500 ‒ 3.500 1.000 1.000 1.000 23.095
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB 9.000 9.000 ‒ 9.000 0
IPCEI waterstof 396.815 396.815 41.793 438.608 ‒ 50.000 3.000
Vulmaatregelen gasopslag 340.400 340.400 ‒ 240.000 100.400 233.000
MIEK 14.450 14.450 ‒ 7.042 7.408 ‒ 7.449 ‒ 1.192
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg 4.087 5.000 9.087 ‒ 5.559 3.528 505 ‒ 3.000 3.000 3.000 4.000
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) 110.000 110.000 ‒ 92.401 17.599 164.916 162.952 167.063 209.600 350.743
NGF-project NieuweWarmteNu! 37.620 37.620 ‒ 2.069 35.551 5.152 6.478 2.778 ‒ 4.672
Tegemoetkoming energieprijzen 2022 0 0 1.000 1.000
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 100.000 100.000 200.000 300.000
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten 50.000 50.000 10.000 60.000 10.000
Tegemoetkoming blokaansluitingen 178.641 178.641 67.189 245.830 1.050
Investeringen waterstofbackbone 34.500 34.500 ‒ 90 34.410 ‒ 90 ‒ 90 ‒ 90 ‒ 90 70.000
NGF - project Circulaire zonnepanelen 135.000 135.000 135.000
Geothermie (Klimaatfonds) 1.000 1.000 2.000 3.000 ‒ 2.000
Ondersteuning energiehubs 0 55.000 55.000 ‒ 7.364 47.636 3.108 3.108
Kwaliteitsbudget energieprojecten 0 25.000 25.000 ‒ 10.300 14.700 10.300
Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie (SE) 0 5.000 5.000 ‒ 5.000 0 1.070 1.300 1.400
Subsidie project Djewels 0 0 26.000 26.000 26.000 17.000 5.000 6.000
Leningen 24.000 0 24.000 0 24.000 0 0 0 0 0
Lening EBN 24.000 24.000 24.000
Opdrachten 76.433 22.300 98.733 50.471 149.204 16.891 26.801 29.622 24.528 29.809
Onderzoek mijnbouwbodembeweging 1.590 1.590 3.851 5.441 4.638 4.638 4.638 4.638 2.308
SodM onderzoek 2.188 2.188 ‒ 5 2.183 ‒ 6 2.500
Uitvoeringsagenda klimaat 473 473 473 473
Klimaat mondiaal 370 370 910 1.280 420
Onderzoek en opdrachten 47.507 7.300 54.807 31.331 86.138 12.259 22.163 24.984 19.890 24.108
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) 16.805 ‒ 5.000 11.805 14.384 26.189
Energiehulp Oekraïne 7.500 20.000 27.500 27.500
Bijdrage aan agentschappen 131.906 0 131.906 15.067 146.973 947 1.447 2.377 2.370 115.472
Bijdrage RVO.nl 96.476 96.476 12.848 109.324 872 872 ‒ 123 ‒ 330 90.819
Bijdrage RDI 9.041 9.041 9.041 3.885
Bijdrage NEa 18.432 18.432 2.571 21.003 ‒ 170 ‒ 170 12.823
Bijdrage KNMI 2.313 2.313 530 2.843 2.000 2.500 2.500 2.700 2.313
Bijdrage NVWA 968 968 968 968
Bijdrage RIVM 2.763 2.763 ‒ 1.755 1.008 ‒ 1.755 ‒ 1.755 2.755
Bijdrage RWS 1.913 1.913 873 2.786 1.909
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 150.657 0 150.657 11.590 162.247 7.300 7.300 7.300 7.300 147.937
Doorsluis COVA-heffing 111.000 111.000 111.000 111.000
TNO kerndepartement 37.580 37.580 11.590 49.170 7.300 7.300 7.300 7.300 34.860
TNO SodM 2.077 2.077 2.077 2.077
Bijdrage aan medeoverheden 543.993 0 543.993 72.009 616.002 114.451 23.083 63.033 85.903 890.351
Uitkoopregeling 0 0 1.055 1.055
Regeling toezicht energiebesparingsplicht 16.760 16.760 ‒ 400 16.360 14.865 14.865 14.865
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden 527.233 527.233 71.354 598.587 114.451 23.083 48.168 71.038 875.486
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 10.906 0 10.906 29.285 40.191 0 0 0 0 12.260
Nuclear Research Group (NRG) 6.685 6.685 13.319 20.004 8.272
Internationale contributies 1.790 1.790 15.966 17.756 1.790
PBL Rekenmeesterfunctie 2.431 2.431 2.431 2.198
Ontvangsten 1.935.077 160.000 2.095.077 202.399 2.297.476 ‒ 627.813 ‒ 651.750 ‒ 951.750 ‒ 851.750 1.284.052
Ontvangsten COVA 111.000 111.000 111.000 111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE++) 5.000 5.000 0 5.000 ‒ 1.920.000
Ontvangsten zoutwinning 2.511 2.511 0 2.511 2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie 404.186 160.000 564.186 541.322 1.105.508 70.662 4.186
ETS-ontvangsten 1.400.000 1.400.000 ‒ 550.000 850.000 ‒ 550.000 ‒ 650.000 ‒ 950.000 ‒ 850.000 2.900.000
Diverse ontvangsten 12.380 12.380 211.077 223.457 39.630
Heffing gasleveringszekerheid 0 0 0 ‒ 148.475 ‒ 1.750 ‒ 1.750 ‒ 1.750 146.725
Verplichtingen 11.775.356 201.900 11.977.256 13.929.593 25.906.849 8.613.786 5.421.803 5.239.373 227.579 1.626.569
waarvan garantieverplichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
waarvan overige verplichtingen 11.775.356 201.900 11.977.256 13.929.593 25.906.849 8.613.786 5.421.803 5.239.373 227.579 1.626.569

Budgetflexibiliteit

De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2024 was 49%, ofwel 51% van het beschikbare kasbudget (€ 4.543 mln) was al juridisch verplicht. 48% van het budget was bestuurlijk gebonden.

Op basis van diverse amendementen die bij de behandeling van de Ontwerpbegroting 2024 van EZK zijn aangenomen en de suppletoire begroting waarmee het budget voor de energiehulp aan Oekraïne is opgehoogd, is in totaal € 132,3 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Deze middelen zijn nog niet juridisch verplicht, zodat het percentage juridisch verplicht bij aanvang van het begrotingsjaar 2024 is gedaald naar 49,5%.

Met de voorstellen voor de 1e suppletoire begroting wordt in totaal € 891,4 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Omdat deze middelen nog niet juridisch verplicht zijn, daalt het percentage juridisch verplicht verder naar 42%.

Tegelijkertijd zijn in het eerste kwartaal van 2024 al voor € 4.694 mln aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Het overgrote deel van deze verplichtingen heeft echter een kasuitfinanciering naar latere jaren (dit geldt bijvoorbeeld voor de verplichtingen die op basis van de SDE++ zijn aangegaan). De inschatting is dat van deze aangegane verplichtingen circa € 250 mln een kasbeslag op 2024 leggen: hiermee stijgt het percentage juridisch verplicht weer van 42% naar 46% aan het einde van het eerste kwartaal van 2024.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2024 is verhoogd met € 13.930 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  1. SDE++ (€ 9.998,8 mln): het budget wordt met € 9.593 mln opgehoogd om alle resterende beschikkingen op basis van de openstelling 2023 en de nieuwe beschikkingen op basis van de openstelling 2024 te kunnen verlenen. Daarnaast wordt het budget opgehoogd met € 497,1 mln voor de regeling nadeelcompensatie kolencentrales. Hier tegenover staan verlagingen van € 50 mln ter dekking van de additionele opdrachten in het kader van het programma Opwek Energie Rijksvastgoed (OER) en € 50 mln (ook in de jaren 2025, 2026 en 2027) ter dekking van de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE-MOOI.
  2. Opschalingsinstrument waterstof (€ 1.826,6 mln): met diverse verplichtingenschuiven uit de jaren 2025 e.v. naar 2024 wordt het budget 2024 in totaal met € 1.580 mln opgehoogd. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 (€ 250 mln) toegevoegd aan het budget 2024.
  3. IPCEI Waterstof (€ 825,3 mln); de ophoging betreft in 2023 onbestede verplichtingenbudgetten die via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 worden toegevoegd.
  4. Vulmaatregelen gasopslagen (€ 233 mln): dit betreft het toevoegen van verplichtingenbudget voor de vultaak gasopslagen van EBN voor het gasseizoen 2025-2026 (zie ook bij Uitgaven).
  5. Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 200 mln): dit is het bedrag dat volgens de raming van RVO in 2024 nog extra toegekend moet worden aan de energiebedrijven (zie ook bij Uitgaven).
  6. SDE+ (€ 167,8 mln): de ophoging heeft vooral betrekking op het dekken van tekorten op het flankerend beleid SDE+ en het flankerend beleid Wind op Zee. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 toegevoegd aan het budget 2024.
  7. Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 113,7 mln): met een verplichtingenschuif wordt € 63 mln van de jaren 2025, 2026 en 2027 naar het jaar 2024 geschoven. Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2024 € 50 mln toegevoegd aan het budget voor gebiedsinvesteringen door medeoverheden in de gebieden waar aanlandplekken voor netten op zee zijn gepland. In totaal wordt voor de periode 2024-2030 € 500 mln aan de EZK-begroting toegevoegd (zie ook bij Uitgaven).
  8. Onderzoek en opdrachten (€ 84,9 mln): het budget wordt opgehoogd met verplichtingenbudgetten die in 2023 niet zijn besteed en via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd. Ook vindt er een verplichtingenschuif van € 54,6 mln uit latere jaren naar 2024 plaats van Klimaatfondsmiddelen voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's.
  9. Subsidie project Djewels (€ 80 mln): dit budget wordt toegevoegd aan de EZK-begroting om het Djewels-project in Groningen te kunnen financieren (zie ook bij Uitgaven).
  10. Tegemoetkoming blokaansluitingen (€ 67,2 mln): zie bij Uitgaven.
  11. DEI+ (€ 59,0 mln); de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 20 mln. per jaar toegevoegd aan het DEI+-budget. Daarnaast wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting € 40 mln. aan het DEI+-budget toegevoegd en hevelt het Ministerie van BZK voor de DEI+-Aardgasloze wijken € 6 mln. over. Hiertegenover staat een verschuiving van € 5 mln. naar het MOOI-budget voor de openstelling in 2024 van de regeling Energie en Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO).
  12. TSE-MOOI (€ 47,6 mln): de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 30 mln. per jaar toegevoegd aan het TSE/MOOI-budget. Daarnaast hevelt het Ministerie van BZK € 10,5 mln. over naar de EZK-begroting voor de openstelling van de MOOI-Gebouwde Omgeving en wordt vanuit artikel 2 € 3 mln. overgeheveld voor de openstelling van de TSE-Industrie in 2024.
  13. Overige subsidies (€ 45,5 mln): de verhoging heeft vooral betrekking op het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd aan het budgetten voor EBN versnellen onderzoek CCS, de Correctieregeling duurzame warmte en het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET). Zie ook bij Uitgaven.
  14. NGF-project NieuweWarmteNu! (€ 30,2 mln): het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge NGF aan het budget 2024 wordt toegevoegd.
  15. Internationale contributies (€ 16 mln): zie bij Uitgaven.
  16. Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 14,4 mln): zie bij Uitgaven.
  17. Bijdrage RVO (€ 12,8 mln): zie bij Uitgaven.
  18. Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten (€ 10 mln): zie bij Uitgaven.

Uitgaven

Het uitgavenbudget 2024 wordt per saldo met € 891 mln verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door de volgende mutaties (groter dan € 10 mln).

Subsidies

Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het budget voor de TSE/MOOI. De reden hiervoor is dat de HER+ regeling wordt gecontinueerd via de TSE/MOOI en DEI+. De voornaamste reden om de HER+ te continueren via de DEI+ en de TSE/MOOI is dat binnen de HER+ het alleen mogelijk was om projecten gericht op kostprijsreductie te ondersteunen, terwijl het in de DEI+ en de TSE/MOOI ook mogelijk is om projecten zowel op kostprijsreductie als ook op andere maatschappelijk relevante uitdagingen te ondersteunen. Dit sluit beter aan bij de innovatie-uitdagingen om tot een klimaatneutraal energiesysteem te komen.

Hernieuwbare Energietransitie (HER+)

Het budget voor de HER+ wordt met € 16 mln. verlaagd. Deze middelen worden ingezet voor tekorten binnen het SDE+-domein en het Loss and Damage Fund.

Demonstratieregeling energie- en klimaatinnovatie (DEI+)

De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie (zie ook MOOI). Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).

SDE

Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.

SDE+

De ophoging van het SDE+-budget 2024 kent een groot aantal oorzaken. Allereerst worden voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie. Tenslotte worden ook de in 2023 niet-bestede Klimaatfondsmiddelen voor het flankerend beleid Wind op zee toegevoegd aan het budget 2024.

Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in de periode 2026-2029 minder budget benodigd voor de SDE+. De kasraming wordt hierop aangepast en in totaal met € 4.338 mln verlaagd. Deze ruimte komt ten goede van het generale beeld. In de jaren 2027-2029 wordt in totaal € 657 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

SDE++

Het SDE+-budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales, anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE en de SDE+ (zie de toelichting bij deze instrumenten) en wordt € 49 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.

ISDE

Het ISDE-budget wordt opgehoogd vanwege een aantal redenen. Allereerst is via de eindejaarsmarge de onderuitputting (€ 53,1 mln) op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 opgevraagd. Deze middelen worden via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn. Daarnaast wordt er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds in 2026 € 216,7 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) voor de subsidiëring van isolatiemaatregelen via de ISDE. Ook is er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het klimaatfonds in 2026 € 1,4 mln toegevoegd voor de stimulering van biobased isolatiemateriaal. Tenslotte is het budget in 2024 verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering.

Overige subsidies

Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van zowel de subsidie aan EBN voor het onderzoek naar het versnellen van CCS (€ 10,6 mln), de Correctieregeling duurzame warmte (€ 31,1 mln) als het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (€ 0,3 mln) toegevoegd aan het budget 2024. Ter financiering van de batterijverplichting voor zonneparken wordt vanuit het Klimaatfonds voor de periode 2026-2030 in totaal € 100 mln toegevoegd.

Opschalingsinstrument waterstof

Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2026 € 100 mln toegevoegd aan het budget voor het waterstofnetwerk op zee. Daarnaast vindt op dit budget een kasschuif van € 20 mln plaats van 2027 naar 2024 en 2025. Op het budget voor Elektrolyse-offshore (40Mw) vindt een kasschuif plaats van 2026-2029 naar 2024 en 2025. Tenslotte wordt via de eindejaarsmarge de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 op het budget voor het Kennisplatform Elektrolyse-offshore en ketenbrede consortia aan het budget voor 2024 toegevoegd.

IPCEI Waterstof

Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 (€ 49,3 mln) van de IPCEI Waterstof golf 2 en golf 3 aan het budget 2024 toegevoegd. Ter financiering van het waterstofproject Djewels in Groningen (zie onder) wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget.

Vulmaatregelen gasopslagen

In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.

MIEK

Vanuit het MIEK-budget wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget op artikel 40 ter dekking van de formatie van de directie Verduurzaming Industrie, de projectdirectie Delta Rhine Corridor (DRC) en de formatie benodigd bij de directie Realisatie Energietransitie voor werkzaamheden voor de DRC in het kader van de Rijkscoördinatieregeling. Daarnaast wordt budget overgeheveld naar artikel 2 (Bedrijvenbeleid,  Innovatie en duurzaam ondernemen) ter financiering van het beleidsbudget en de RVO-uitvoeringskosten van de directie Verduurzaming Industrie.

Schadeafhandeling mijnbouw Limburg

De openstelling van de regeling voor de schadeafhandeling in Limburg duurt langer dan verwacht vanwege de benodigde afstemming met de regio. Hierdoor zijn de in 2023 beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Aangezien het aantal verwachte schadegevallen gelijk is gebleven, zijn deze middelen wel benodigd en is de onderuitputting aan het budget in latere jaren toegevoegd. Ook wordt hierdoor een deel van de beschikbare middelen in 2024 naar latere jaren verschoven. Tenslotte zijn de uitvoeringskosten van RVO voor de regeling voor de jaren 2024, 2025 en 2026 overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget.

Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)

Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in totaal over de periode 2025-2030 € 972,5 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen voor de WIS. Met deze middelen worden toekomstige openstellingen van de WIS mogelijk gemaakt. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het klimaatfonds de onderuitputting uit 2023 (€ 129,6 mln) aan het budget 2024 toegevoegd. Tenslotte zijn de middelen van deopenstellingen van de WIS 2023 en 2024 in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.

NGF-project NieuweWarmteNu!

Met een kasschuif wordt het kasritme van het budget voor het NGF-project NieuweWarmteNu! geactualiseerd op basis van de meest recente prognose van RVO. Daarnaast is de onderuitputting op het budget 2023 opgevraagd via de eindejaarsmarge van het NGF. 

Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. De raming van RVO is dat er in 2024 nog € 300 mln betaald moet worden aan de energiebedrijven. Er is in 2024 een kasbudget van € 100 mln beschikbaar, daarom wordt het budget met € 200 mln opgehoogd. Daarnaast raamt RVO dat er € 109 mln terugbetaald moet worden door de energiebedrijven aan RVO. Er zijn in 2024 geen ontvangsten geraamd voor het prijsplafond, dus er is een ontvangstenmeevaller van € 109 mln. Per saldo is er dus een tegenvaller van € 91 mln in 2024. Medio 2025 dienen alle subsidies definitief vastgesteld te zijn.

Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten

Voor deze compensatieregeling stond aanvankelijk € 20 mln geraamd in 2023. Omdat de regeling later is opengesteld dan gepland, was het niet langer mogelijk om deze middelen in 2023 te besteden. Om die reden zijn deze middelen opgevraagd voor 2024. De kasschuif van € 10 mln van 2024 naar 2025 is vervolgens doorgevoerd op basis van nieuwe verwachtingen rond de momenten waarop RVO de aanvragen voor deze regeling verwacht te ontvangen

Tegemoetkoming blokaansluitingen

In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) in 2023. Er was in 2024 € 178,6 mln. budget beschikbaar en dit bedrag wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Dit is op basis van een nieuwe raming van de Belastingdienst. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren in het systeem van de Belastingdienst. De Kamer is hier eerder over geïnformeerd met een Kamerbrief op 28 maart (Kamerstuk 29 023, nr. 495). Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd geprognosticeerd.

Kwaliteitsbudget energieprojecten

Op basis van het amendement Kröger-Boucke is bij de behandeling van de EZK-begroting 2024 € 25 mln aan de EZK-begroting toegevoegd als kwaliteitsbudget voor energieprojecten. Omdat een deel van de uitgaven hiervan doorlopen naar 2025, wordt € 10,3 mln (kas)budget verschoven van 2024 naar 2025. 

Subsidie project Djewels

Ter financiering van het innovatieve waterstofproject Djewels in Groningen is € 80 mln beschikbaar gesteld. Djewels past een innovatieve elektrolyse–technologie toe met hoge druk. Dat scheelt in het ruimtegebruik, waardoor elektrolyse op zee dichterbij komt en er op land minder ruimte nodig is voor elektrolyse. Van de toegezegde € 80 mln wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget: € 30 mln komt uit het budget van artikel 5 (PEGA-budget).

Opdrachten

Onderzoek mijnbouw bodembeweging

Het budget voor de onderzoeksprojecten bodembeweging wordt omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (PEGA-budget, maatregelen 49 t/m 50). Hiermee wordt onder andere het programma ‘duurzaam gebruik diepe ondergrond’ opgezet en de onderzoeken in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uitgebreid.

Onderzoek en opdrachten

De mutatie op dit instrument kent een groot aantal oorzaken. De belangrijkste zijn:

  1. Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RCR-budget (€ 3,8 mln), het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 24,2 mln), de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 0,9 mln) en de bedrijfsduurverlenging Borssele (€ 0,7 mln) aan het budget 2024 toegevoegd.
  2. Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt vanaf 2025 jaarlijks budget toegevoegd aan het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 2,5 mln per jaar), aan het budget voor de kennisinfrastructuur kernenergie (totaal € 32 mln in de periode 2025-2029) en aan het budget voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 49,5 mln in de periode 2025-2029).

Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)

Via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds wordt € 14,4 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024. 

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage aan RVO

Aan het uitvoeringsbudget van RVO wordt in 2024 totaal € 12,8 mln toegevoegd. Het RVO-uitvoeringsbudget wordt opgehoogd met bedragen voor het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), de uitvoering van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en de middelen die vanuit de begroting van het Ministerie van BZK en vanuit artikel 2 van de EZK-begroting zijn overgeheveld voor de DEI+-Aardgasvrije wijken, de MOOI-Gebouwde Omgeving  en de TSE-Industrie. Ook is meerjarig budget toegevoegd om de tariefstijging van RVO te compenseren. Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RVO-uitvoeringsbudget toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte is ook het over 2023 te veel aan RVO betaalde voorschot voor de uitvoeringskosten 2023 aan het uitvoeringsbudget 2024 toegevoegd.

Bijdrage KNMI

De bijdrage voor KNMI wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kan de bestaande seismische monitoring van het KNMI worden uitgebreid.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

TNO Kerndepartement

De bijdrage aan TNO wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kunnen de data en kennis van de ondergrond versneld vergroot en ontsloten worden. Daarnaast vinden enkele overhevelingen plaats vanuit de begrotingen van BZK en SZW en wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 0,9 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024.

Bijdrage aan medeoverheden

Regeling toezicht energiebesparingsplicht

Voor de verlenging van de regeling toezicht energiebesparingsplicht na 2026 wordt vanaf 2027 het benodigde budget toegevoegd aan de begroting. De opzet van de nieuwe regeling kan op basis van een in 2024 of 2025 uit te voeren evaluatie van de bestaande regeling nog wijzigen.

Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden

Over de periode 2024-2030 wordt vanuit het Klimaatfonds in totaal € 500 mln toegevoegd ter financiering van gebiedsinvesteringen rond de aanlandplekken van netten op zee. Hiertegenover staat dat er middelen worden overgeheveld naar de IenW-begroting voor de uitvoering van het Programma Nucleaire Veiligheid en de nucleaire ambities van het huidige kabinet. Ook wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget van het Ministerie van EZK ter financiering van de formatie en inhuur van de directie Kernenergie. Ook worden de niet-bestede Klimaatfondsmiddelen 2023 weer toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte vindt een kasschuif plaats van 2026 en 2027 naar 2024 en 2025 om de hogere uitvoeringskosten in deze jaren van gemeenten en provincies voor de aanpak van netcongestie te dekken.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

Nuclear Research Group (NRG)

De ophoging van het budget voor NRG wordt vooral veroorzaakt doordat NRG dit jaar de laatste tranche (€ 12 mln) opvraagt uit de in 2014 verstrekte lening. Deze lening is in algemene zin gericht op de continuïteit van bedrijfsvoering van NRG (voorheen onderdeel van ECN) en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke investeringen voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR) totdat de Pallas Reactor operationeel is.

Internationale contributies

De ophoging van het budget wordt voornamelijk verklaard door het beschikbaar komen van € 15 mln voor de Nederlandse bijdrage aan het Loss and Damage Fund. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 1 mln aan niet-bestede middelen 2023 aan het budget 2024 toegevoegd.

Ontvangsten

Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie

De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen worden in 2024 gedaan, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.  

ETS-ontvangsten

De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.

Diverse ontvangsten

De hogere diverse ontvangsten hebben verschillende oorzaken. RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023 en € 96 mln aan eerder toegekende subsidievoorschotten op de SDE en SDE+ terug te ontvangen. Daarnaast verwacht EZK ruim € 5,3 mln terug te ontvangen aan uitvoeringskosten die in 2023 te veel aan RVO zijn uitbetaald.

Heffing gasleveringszekerheid

De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.

Toelichting op de Begrotingsreserves

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 1.105,5
Stand (raming) per 31/12/2024 4.667,9

De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie.

De onttrekking aan de reserve is in 2024 opgebouwd uit de volgende elementen:

  1. Bij de Startnota van het kabinet Rutte-III is besloten € 1.700 mln verspreid over meerdere jaren aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Voor 2024 gaat het om een bedrag van € 400 mln.
  2. Daarnaast wordt € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen van het amendement-Sienot over de ophoging van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) naar € 100 mln.
  3. Ter financiering van een aantal door de Kamer aangenomen amendementen bij de begrotingsbehandeling 2024 wordt in totaal € 175 mln (onbestede middelen Porthos-lening) aan de reserve onttrokken.
  4. Ter dekking van de kosten van de nadeelcompensatie kolencentrales wordt € 497,1 mln aan eerder in de reserve gestorte middelen weer aan de reserve onttrokken.
  5. Om de hogere bevoorschotting aan TenneT op de subsidie voor de aanleg van het net op zee te dekken wordt in 2024 € 22 mln aan de reserve onttrokken.
  6. Om het tekort op de continuering van de HER+ via de DEI+ te dekken wordt € 7,2 mln aan de reserve onttrokken.
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking ‒ 0,2
Stand (raming) per 31/12/2024 17,8

De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het tekort op de RVO-uitvoeringskosten 2024 wordt onttrokken aan de reserve.

+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024 6,6

De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.

3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 2.579.159 453.000 3.032.159 544.288 3.576.447 662.962 1.105.423 683.874 231.709 456.396
Uitgaven 2.593.594 453.000 3.046.594 ‒ 87.208 2.959.386 701.877 1.143.461 674.705 203.957 541.279
Subsidies (regelingen) 162.480 91.000 253.480 ‒ 42.491 210.989 ‒ 62.133 172.822 23 23 0
Waardevermeerderingsregeling 13.000 91.000 104.000 ‒ 41.876 62.124
Geestelijke bijstand 550 550 550 486
Duurzaam herstel 111.000 111.000 ‒ 71.569 39.431 ‒ 70.264 169.833
Woonbedrijf 1.330 1.330 2.000 815
Diverse subsidies versterken 66.537 66.537 4.560 1.865 200 200
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken 5.000 5.000 2.914 7.914 1.748
Huurderscompensatie 350 350
Nieuwbouwregeling 4.930 4.930 4.930
Economische bedrijvigheid 28.000 28.000 ‒ 177 27.823 ‒ 177 ‒ 177 ‒ 177 ‒ 177
(Schade)vergoeding 406.580 273.000 679.580 128.395 807.975 82.260 279.979 ‒ 103.441 5.663 122.389
Vergoeding fysieke schade 330.446 273.000 603.446 ‒ 178.967 424.479 49.164 274.735 ‒ 102.173 4.431 122.389
Vergoeding waardedaling 10.000 10.000 54.000 64.000 16.000
Vergoeding immateriële schade 35.000 35.000 53.215 88.215 10.037 12 ‒ 5.000 ‒ 2.500
Commissie Bijzondere Situaties 3.000 3.000 3.000
Herbeoordeling waardedaling 0
Vastgelopen dossiers 10.000 10.000 10.949 20.949 3.732 3.732 3.732
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen 2.334 2.334 2.334
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen 0 0 63.755 63.755 5.000
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 0 0 3.234 3.234 1.500 1.500
Versterken industrie 800 800 559 1.359 559
Knelpunten IMG 15.000 15.000 10.000 25.000
Versterken in eigen beheer 0 0 111.650 111.650
Opdrachten 1.620.531 0 1.620.531 ‒ 402.729 1.217.802 474.598 227.459 ‒ 22.940 ‒ 89.020 0
Werkbudgetten 22.691 22.691 5.432 28.123 ‒ 919 ‒ 550 ‒ 550 ‒ 200
Versterkingsoperatie 776.457 776.457 ‒ 139.120 637.337 445.517 218.009 ‒ 26.140 ‒ 88.820
Knelpunten (bestuurlijke afspraken) 20.000 20.000 5.492 25.492 10.000 3.750
Versterken industrie 241 241 0 241
Nieuwbouwregeling 0 0 0
Vergoeding Norg akkoord 786.142 786.142 ‒ 292.000 494.142
Vastgelopen dossiers 3.500 3.500
Verduurzaming bij versterken 15.000 15.000 13.967 28.967 30.000
Vermogensverschaffing/-onttrekking 0 0 0 0 0 0 293.838 709.850 152.052 281.323
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen 0 0 0 293.838 709.850 152.052 281.323
Bijdrage aan agentschappen 211.049 89.000 300.049 ‒ 43.302 256.747 ‒ 55.614 4.821 ‒ 52.411 ‒ 38 78.304
Bijdrage RVO.nl 208.479 89.000 297.479 ‒ 43.302 254.177 ‒ 55.614 4.821 ‒ 52.411 ‒ 38 75.899
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) 2.570 2.570 0 2.570 2.405
Bijdrage aan ZBO's/RWT's 1.400 0 1.400 8.058 9.458 8.058 9.050 9.050 9.050 1.100
TNO publieke SDRA 1.400 1.400 1.400 1.100 1.100 1.100 1.100
Raad voor de Rechtbijstand 8.058 8.058 8.058 7.950 7.950 7.950
Bijdrage aan medeoverheden 185.956 0 185.956 264.167 450.123 253.556 153.824 132.272 126.227 58.163
Mkb-programma 2.200 2.200 5.000 7.200 5.000 5.000 5.000 5.000
Nationaal Programma Groningen 52.290 52.290 44.885 97.175 25.000
Compensatie gemeenten en provincie 8.097 8.097 106.180 114.277 48.300 18.800 18.200 17.700
Clustering en gebiedsfonds 121.369 121.369 46.432 167.801 51.236 51.504 48.552 44.007 12.663
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken) 2.000 2.000 0 2.000
NCG bijdrage aan medeoverheden 6.350 6.350
Knelpunten gemeenten sociaal domein 14.400 14.400 14.400 14.400
Leefbaarheid en wijkontwikkeling 12.500 12.500 37.500 37.500 37.500 37.500 37.500
Sociale agenda 15.100 15.100 56.800 9.800 9.000 8.500 8.000
Erfgoedprogramma 13.320 13.320 15.320 16.820 14.020 13.520
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 5.598 0 5.598 694 6.292 1.152 1.668 2.302 0 0
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) 3.098 3.098 ‒ 3.098 0 1.152 1.668 2.302
Raad voor de Rechtspraak 2.500 2.500 3.792 6.292
Ontvangsten 3.184.287 0 3.184.287 ‒ 283.309 2.900.978 ‒ 589.967 152.357 370.081 ‒ 182.882 867.563
Ontvangsten Mijnbouwwet 480.000 480.000 ‒ 280.000 200.000 ‒ 330.000 ‒ 220.000 ‒ 90.000 10.000 30.000
Dividenduitkering EBN 1.613.000 1.613.000 ‒ 446.000 1.167.000 ‒ 541.000 ‒ 374.000 ‒ 270.000 ‒ 197.000 142.000
Dividenduitkering GasTerra 3.600 3.600 3.600
Ontvangsten NAM fysieke schade 329.091 329.091 121.327 450.418 94.888 346.019 513.590 53.773 145.214
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade 194.152 194.152 204.846 398.998 48.969 40.322 79.616 ‒ 737 80.747
Ontvangsten NAM waardedaling 67.500 67.500 ‒ 6.753 60.747 54.000 16.000
Ontvangsten NAM immateriële schade 70.000 70.000 89.572 159.572 53.215 10.037 12 ‒ 5.000
Ontvangsten NAM publieke SDRA 1.400 1.400 2.106 3.506 1.100 1.100 1.100
Ontvangsten NAM versterken industrie 1.430 1.430 1.643 3.073 559 559
Diverse ontvangsten 0 0 4.145 4.145
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie 394.184 394.184 ‒ 5.001 389.183 22.749 326.767 129.197 ‒ 51.584 461.936
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM) 25.000 25.000 25.000 50.000
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling 4.930 4.930 1.735 6.665
Ontvangsten NAM juridische bijstand 4.071 4.071 6.653 6.653 6.566 6.566 6.566
Verplichtingen 2.579.159 453.000 3.032.159 544.288 3.576.447 662.962 1.105.423 683.874 231.709 456.396
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 2.579.159 453.000 3.032.159 544.288 3.576.447 662.962 1.105.423 683.874 231.709 456.396

Budgetflexibiliteit

Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 in 2024 is circa 96% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden en de overige 4% beleidsmatig gereserveerd. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke of ministeriële regelingen of onderdeel zijn van bestuurlijke afspraken. Daarbij is eveneens een van de de grootste uitgavenposten in 2024, de vergoeding voor het Norg-akkoord (ca. € 494 mln), juridisch verplicht.

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget in 2024 is verhoogd met € 544 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:

  1. Overboekingen vanaf de Aanvullende Post voor diverse maatregelen uit Nij Begun (€ 675 mln). In de toelichtingen op de uitgavenmutaties is nader toegelicht welke maatregelen dit betreft. Voor een groot deel van de maatregelen is in 2024 het volledige verplichtingenbudget geraamd, omdat het voornemen is de maatregelen uit te voeren via een meerjarige regeling voor specifieke uitkeringen. Op het moment van publicatie van de regeling wordt de volledige financiële verplichting aangegaan. In tabel 24 is een overzicht opgenomen van alle opvragen voor de maatregelen uit Nij Begun die bij deze 1e suppletoire begroting zijn overgeboekt naar de EZK-begroting.
  2. Niet bestede middelen 2023 (€ 347 mln): een groot deel van het budget dat in 2023 niet tot besteding is gekomen, is toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024.
  3. Kasschuiven (- € 240 mln): om budgetten in een meer realistisch kasritme te plaatsen, zijn diverse kasschuiven doorgevoerd. Het betreft met name het doorschuiven van de niet bestede middelen uit 2023 naar latere jaren om onderuitputting in 2024 te voorkomen.
  4. Bijstelling uitgaven Norg-akkoord (- € 292 mln): De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.

Uitgaven

Subsidies

Waardevermeerderingsregeling

In 2023 is door de Kamer een amendement op de EZK-begroting voor 2024 aangenomen aangaande de waardevermeerderingsregeling, waardoor op artikel 5 een budget van € 104 mln ontstond, maar op artikel 41 een tekort resteerde van € 104 mln. Met de 1e suppletoire begroting 2024 wordt het tekort op artikel 41 opgelost en wordt tevens budget vrijgemaakt voor de verlenging (totaal ca. € 63 mln waarvan ca. € 22 mln op de EZK-begroting, zie Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1205) en uitbreiding van de waardevermeerderingsregeling (ca. € 40 mln). Hierdoor is voor de regeling in 2024 een budget beschikbaar van ca. € 62 mln op de EZK-begroting.

Duurzaam herstel

Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 948). De uitgaven voor Duurzaam herstel zijn in 2024 per saldo neerwaarts bijgesteld met € 71,6 mln. Dit komt enerzijds door het toevoegen van de middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 28 mln). Anderzijds wordt het budget middels een kasschuif in een ander ritme geplaatst op basis van de door IMG opgestelde meerjarenbegroting (neerwaartse bijstelling van ca. € 100 mln in 2024).

Diverse subsidies versterken

De uitgaven in 2024 voor Diverse subsidies versterken zijn opwaarts bijgesteld met € 66,5 mln. Dit komt met name door een overboeking van € 50 mln van het financiële instrument opdrachten naar het financiële instrument subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dit zijn uitgaven die onder de oude subsidieregeling versterken gebouwen Groningen worden uitgekeerd.

Daarnaast zijn de middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen toegevoegd aan de begroting voor 2024 (€ 10,6 mln) en is er vanuit de aanvullende post € 7,5 mln voor de ombouw grootverbruikers overgeheveld.

Schade(vergoedingen)

Vergoeding fysieke schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de fysieke schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen fysieke schade zijn neerwaarts bijgesteld met € 174 mln. Daarnaast zijn de middelen voor de raming voor juridische bijstand, die eerder onderdeel uitmaakte van de post ‘vergoeding fysieke schade’, apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting (€ 4,9 mln).

Vergoeding waardedaling

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen waardedaling zijn opwaarts bijgesteld met € 54 mln.

Vergoeding immateriële schade

De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de immateriële schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen immateriële schade zijn opwaarts bijgesteld met € 53,2 mln.

Vastgelopen dossiers

In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waardoor het dossier voor de schadeafhandeling of versterkingsoperatie is vastgelopen. De uitgaven in 2024 voor vastgelopen dossiers zijn opwaarts bijgesteld met € 10,9 mln. Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, zijn toegevoegd aan de begroting voor 2024 (€ 25,6 mln). Een deel hiervan is met een kasschuif naar latere jaren geschoven.

Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen

Per 1 juli 2023 is de regeling schade door versterkingsmaatregelen overgegaan in de Tijdelijke Wet Groningen. Omdat dit wordt verantwoord onder het financieel instrument (schade)vergoedingen wordt € 58 mln vanuit het financieel instrument opdrachten overgeheveld. Daarnaast is er voor de uitvoering van PEGA-maatregel 16 (vergoeding eigen tijd van bewoners) € 5 mln in 2024 en 2025 overboekt van de Aanvullende Post.

Knelpunten IMG

In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). De in 2023 niet tot besteding gekomen middelen (€ 10 mln) worden toegevoegd aan het budget voor 2024.

Versterken in eigen beheer

Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet Groningen (TwG) per 1 juli 2023 is er de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking. Hiervoor is € 110 mln overgeboekt vanuit de versterkingsoperatie op het financieel instrument opdrachten.

Opdrachten

Versterkingsoperatie

De meerjarige bijstelling van de versterkingsoperatie op het financieel instrument opdrachten kent verschillende oorzaken.

  1. Ten eerste wordt ieder jaar bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast. De raming loopt tot en met 2028 in verband met de geplande afronding van de versterkingsoperatie in 2028. De uitvoerder (NCG) is gevraagd een analyse te doen naar de haalbaarheid van de afronding van de versterking in 2028 (Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1227).
  2. Ten tweede zijn in 2024 herschikkingen gedaan van het budget van de versterkingsoperatie op het financiële instrument opdrachten naar de financiële instrumenten subsidies (- € 50 mln) en (schade)vergoedingen (- € 110 mln). Deze herschikkingen zijn gedaan omdat een deel van de versterkingsoperatie via subsidies verloopt en er (schade)vergoedingen worden uitgekeerd voor versterken in eigen beheer en voor schade door versterkingsmaatregelen.
  3. Ten derde is een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten (meerjarig € 99 mln) op diverse versterkingsprojecten uit bestuurlijke afspraken gedekt vanuit een vrijval van middelen op de Aanvullende Post en de generale middelen.
  4. Tot slot zijn voor maatwerk in de versterkingsoperatie de in 2023 niet tot besteding gekomen middelen (€ 16 mln) toegevoegd aan de begroting voor 2024 en zijn hiervoor aanvullende middelen opgevraagd van de Aanvullende Post (€ 20 mln in 2024 en € 37,5 mln in 2025).

Vergoeding Norg akkoord

Conform de afspraken in het Norg-akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld (- € 292 mln) als gevolg van de gedaalde gasprijs.

Verduurzaming bij versterken

Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie. Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 14 mln), worden toegevoegd aan de begroting voor 2024. Daarnaast is voor 2025 aanvullend € 30 mln opgevraagd van de Aanvullende Post.

Vermogensverschaffing/-onttrekking

Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen

De kosten voor schade en versterken worden (exclusief btw) doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die namens de Maatschap (NAM en beleidsdeelneming EBN) verantwoordelijk is voor het betalen van de kosten voor schade en versterken. In lijn met de economische verhoudingen binnen de Maatschap komt 40% van de kosten voor rekening van EBN. Op basis van de actualisatie van de ramingen voor schade en versterken is de bij EBN aanwezige voorziening niet toereikend om het EBN-deel van de geraamde uitgaven voor schade en versterken te voldoen. Om die reden wordt vanaf 2026 in de Rijksbegroting een bijdrage aan EBN opgenomen voor de kosten van schade en versterken Groningen, cumulatief € 1.610 mln tot en met 2029 wat resulteert in een tegenvaller van € 1.120 mln. De omvang van deze bijdrage wordt verklaard doordat de NAM uitgaat van lagere kosten voor NAM voor schade en versterken dan de Staat, en omdat de voorziening bij EBN op de inschatting van NAM is gebaseerd.

Bijdrage aan agentschappen

Bijdrage RVO

De uitgaven in 2024 voor Bijdrage aan RVO zijn neerwaarts bijgesteld met € 43,3 mln. RVO levert het personeel en de ondersteuning voor het IMG. De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd, waaronder ook de uitvoeringskosten. Naar aanleiding daarvan wordt ook het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

Raad voor Rechtsbijstand

Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. Bij Voorjaarsnota 2022 is hiervoor een raming opgenomen in de EZK-begroting, destijds onder de post ‘vergoeding fysieke schade’. De raming is geactualiseerd: waar eerder rekening werd gehouden met ca. € 4,9 mln aan kosten per jaar, worden de jaarlijkse kosten inmiddels op ca. € 8,1 mln geschat. De raming wordt vanaf deze suppletoire begroting tevens apart inzichtelijk gemaakt.

Bijdrage aan medeoverheden

MKB-programma

Zoals aangekondigd in Nij Begun wordt het bestaande mkb-programma uitgebreid (maatregel 25). Hiervoor is € 25 mln van de Aanvullende Post overgeheveld naar de EZK-begroting, waarvan € 5 mln in 2024. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de provincie worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Nationaal Programma Groningen

Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. Aan het oorspronkelijke NPG draagt NAM € 500 mln bij en het Rijk meerjarig in totaal € 650 mln. In 2023 is hiervan € 37,8 mln niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024.

Daarnaast is in Nij Begun aangekondigd (maatregel 35) dat het NPG wordt versterkt met een Economische agenda voor ontwikkeling van de regio. Hiervoor is € 65 mln naar de EZK-begroting overgeboekt, waarvan € 35 mln is bestemd voor het opstellen en opstarten van de Economische agenda en € 30 mln wordt overgeboekt ten behoeve van artikel 4.

Compensatie gemeenten en provincie

De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze kosten worden zij gecompenseerd. Vanuit maatregel 18 uit Nij Begun wordt hiervoor aanvullend € 92 mln beschikbaar gesteld. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Tevens worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588. Voor de bijdrage van het Rijk is € 122,8 mln toegevoegd aan de EZK-begroting, waarvan een deel reeds gereserveerd was op de Aanvullende Post. Dit is € 85 mln voor de resterende bijdrage op basis van het convenant uit 2019 (Stcrt. 2019, 18984) en € 37 mln voor het amendement Beckerman) (Kamerstuk II 2020-2021, 35 603, nr. 39). Voor Batch 1588 resteert dan nog € 34 mln op de Aanvullende Post vanuit maatregel 17 Nij Begun. 

Clustering en gebiedsfonds

In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 143 mln), zijn toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024. Deze zijn vervolgens middels een kasschuif verdeeld over de jaren 2024-2028 om beter aan te sluiten bij het tempo van uitvoering.

Aanvullend op de bestuurlijke afspraken uit 2020 is met maatregel 15 uit Nij Begun het beschikbare budget met € 120 mln opgehoogd vanwege toegenomen kosten door inflatie en langer doorlopen van versterkingswerkzaamheden. Dit budget is aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Knelpunten gemeenten en sociaal domein

In opvolging van maatregel 31 uit Nij Begun krijgen gemeenten budget om inwoners die naast de versterking van hun huis te maken hebben met sociaaleconomische, psychosociale of gezondheidsproblemen te helpen. Hiervoor is € 43,2 mln aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Leefbaarheid en wijkontwikkeling

Voor het verbeteren van de leefbaarheid in gebieden waar veel woningen worden versterkt is in Nij Begun € 200 mln beschikbaar gesteld (maatregel 14). Dit wordt vanaf de Aanvullende Post aan de EZK-begroting toegevoegd. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Sociale agenda

In Nij Begun is afgesproken dat Rijk en regio samen een Sociale Agenda opstellen (maatregel 34). De agenda zal bestaan uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Voor het opstellen en opstarten van deze activiteiten is € 60 mln aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post (€ 10 mln in 2024 en € 50 mln in 2025). Tevens wordt er vooruitlopend op de Sociale Agenda meerjarig € 55 mln voor het gemeentelijke programma Sociaal en Gezondheid beschikbaar gesteld. Middels een specifieke uitkering zal dit budget aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Erfgoedprogramma

In het Erfgoedprogramma werken het Rijk, de aardbevingsgemeenten, Steunpunt Libau, het maatschappelijk middenveld en de provincie Groningen sinds 2017 samen aan de instandhouding, versterking en doorontwikkeling van erfgoedpanden in het aardbevingsgebied. Voor het verlengen van het erfgoedprogramma tot en met 2028 is in Nij Begun € 73 mln beschikbaar gesteld (maatregel 26). Dit is vanuit de Aanvullende Post toegevoegd aan de EZK-begroting en zal middels een specifieke uitkering aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding. 

Juridische bijstand

Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. Bij Voorjaarsnota 2022 is hiervoor een raming opgenomen in de EZK-begroting, destijds onder de post ‘vergoeding fysieke schade’. De raming is geactualiseerd: waar eerder rekening werd gehouden met ca. € 4,9 mln aan kosten per jaar, worden de jaarlijkse kosten inmiddels op ca. € 8,1 mln geschat. De raming wordt vanaf deze suppletoire begroting tevens apart inzichtelijk gemaakt.

Ontvangsten

Ontvangsten Mijnbouwwet

De geraamde ontvangsten Mijnbouwwet worden neerwaarts bijgesteld met € 280 mln naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

Dividenduitkering EBN

De geraamde ontvangsten aan dividend EBN worden neerwaarts bijgesteld met € 446 mln voornamelijk vanwege de lagere CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.

Ontvangsten NAM fysieke schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor fysieke schade zijn opwaarts bijgesteld met cumulatief € 1,2 mld tot en met 2029 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming.

De omvang van de totale bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld.

De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 121 mln en wordt deels verklaard doordat in 2024 ook ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot. Daarbij betreft een bedrag van ca. € 4 mln de raming voor juridische bijstand. Deze raming was eerder onderdeel van de post ‘Ontvangsten NAM fysieke schade’, maar wordt vanaf de 1e suppletoire begroting 2024 apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting.

Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade

De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor de uitvoeringskosten voor de schadebetalingen worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 400 mln tot en met 2029 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 204 mln.

De omvang van de bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld. Daarnaast wordt de opwaartse bijstelling ook deels verklaard doordat in 2024 ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.

Ontvangsten NAM immateriële schade

De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor immateriële schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor immateriële schade worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 145 mln naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 90 mln en wordt deels verklaard doordat in 2024 ook ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.

Ontvangsten NAM versterkingsoperatie

De uitgaven voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten. Enkel bij de gerealiseerde ontvangsten over 2023, die begin 2024 binnen gekomen is, is rekening gehouden met de gedeeltelijke betaling van de factuur door NAM. Vanaf 1 juli 2023 is de Tijdelijke wet Groningen onderdeel versterken van kracht. Vanaf dat moment wordt gewerkt met een heffing, die NAM enkel volledig kan betalen. De eerste heffing (over de kosten uit de tweede helft van 2023) wordt in 2024 opgelegd.

Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)

De geraamde ontvangsten voor de jaarlijkse bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen worden opwaarts bijgesteld met € 25 mln. In 2023 is per abuis de factuur niet verzonden aan NAM. Om die reden worden de ontvangsten uit 2023 in 2024 verwacht.

Ontvangsten juridische bijstand

De kosten voor juridische bijstand aan bewoners worden bij NAM in rekening gebracht (excl. btw). De actualisatie van de uitgavenraming leidt daarom eveneens tot een bijstelling op de ontvangsten. De ontvangstenraming was eerder onderdeel van de post ‘Ontvangsten NAM fysieke schade’, maar wordt vanaf de 1e suppletoire begroting 2024 apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting.

Nij Begun-middelen uit de Aanvullende Post

In onderstaande tabel wordt weergegeven voor welke maatregelen bij de voorjaarsnota 2024 middelen zijn opgevraagd van de Aanvullende Post PEGA/Nij Begun. In de ontwerpbegroting 2024 tabel 57 is weergegeven welke middelen eerder naar de EZK-begroting zijn overgeboekt. De resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.

Overlastvergoeding corporatiehuurders EZK-begroting, artikel 5 3,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 3,0
Toezicht, kennis en monitoring EZK-begroting, artikel 4 11,1 13,0 13,5 13,5 13,7 0,0 65,0
MKB-programma EZK-begroting, artikel 5 5,0 5,0 5,0 5,0 5,0 0,0 25,0
Overige maatregelen schade EZK-begroting, artikel 5 21,5 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 21,5
Aanbieden van overig maatwerk versterking EZK-begroting, artikel 5 5,0 10,0 0,0 0,0 0,0 0,0 15,0
Aanbieden van maatwerk sloop/nieuwbouw EZK-begroting, artikel 5 15,0 27,5 0,0 0,0 0,0 0,0 42,5
Leefbaarheid en wijkontwikkeling bij versterking EZK-begroting, artikel 5 12,5 37,5 37,5 37,5 37,5 37,5 200,0
Verruimen financiële middelen gebiedsfonds EZK-begroting, artikel 5 18,7 23,4 23,7 20,7 16,2 12,7 115,4
Vergoeding voor eigen tijd van bewoners EZK-begroting, artikel 5 5,0 5,0 0,0 0,0 0,0 0,0 10,0
Personele kosten decentrale overheden EZK-begroting, artikel 5 18,0 19,3 18,8 18,2 17,7 0,0 92,0
Voortzetting Erfgoedprogramma EZK-begroting, artikel 5 13,3 15,3 16,8 14,0 13,5 0,0 73,0
Verduurzaming bij versterking EZK-begroting, artikel 5 0,0 30,0 0,0 0,0 0,0 0,0 30,0
Knelpuntenbudget gemeente sociaal domein EZK-begroting, artikel 5 14,4 14,4 14,4 0,0 0,0 0,0 43,2
Invulling sociale agenda EZK-begroting, artikel 5 15,1 56,8 9,8 9,0 8,5 8,0 107,2
Aanvullende financiering maatschappelijke organisaties EZK-begroting, artikel 5 0,0 2,2 0,0 0,0 0,0 0,0 2,2
Nationaal Programma Groningen 2.0 EZK-begroting, artikel 5 10 27,0 17 5 6 0 65,0
Totaal 167,7 286,5 156,5 123,0 118,1 58,2 910,0

3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 4.889.040 ‒ 281.000 4.608.040 ‒ 1.961.459 2.646.581 ‒ 647.765 ‒ 1.364.474 58.397 145.220 558.665
Uitgaven 1.572.266 ‒ 115.700 1.456.566 ‒ 959.141 497.425 ‒ 548.002 ‒ 420.861 ‒ 158.927 ‒ 1.269.232 111.661
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken 1.572.266 ‒ 115.700 1.456.566 ‒ 959.141 497.425 ‒ 548.002 ‒ 420.861 ‒ 158.927 ‒ 1.269.232 111.661
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds 1.572.266 ‒ 115.700 1.456.566 ‒ 959.141 497.425 ‒ 548.002 ‒ 420.861 ‒ 158.927 ‒ 1.269.232 111.661
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Verplichtingen 4.889.040 ‒ 281.000 4.608.040 ‒ 1.961.459 2.646.581 ‒ 647.765 ‒ 1.364.474 58.397 145.220 558.665
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen 4.889.040 ‒ 281.000 4.608.040 ‒ 1.961.459 2.646.581 ‒ 647.765 ‒ 1.364.474 58.397 145.220 558.665

Budgetflexibiliteit

De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.

Toelichting

Amendement Erkens en Stoffer

Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer ingestemd met amendement Erkens c.s. waarmee besloten is om de accijns op benzine, diesel en LPG per 1 januari 2024 niet te verhogen. Ter dekking hiervan is € 1,212 mld aan het Nationaal Groeifonds onttrokken in 2028.

Loon- en prijsbijstelling

De tranche 2024 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de begroting van het Nationaal Groeifonds.

Omzettingen

Dertien omzettingen worden door middel van deze 1e suppletoire begroting verwerkt:

  1. de omzetting voor het project Re-Ge-NL werd geadviseerd in de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 L, nr. 4);
  2. de omzettingen voor de projecten Luchtvaart in Transitie en Rail Gent-Terneuzen werden geadviseerd in de Kamerbrief over de tussentijdse evaluatie van het Nationaal Groeifonds (Kamerstuk 36 410 L, nr. 7);
  3. de overige omzettingen werden geadviseerd in de Kamerbrief over aanvullende advisering over projecten uit de eerste, tweede en derde indieningsronde (Kamerstuk 36 410 L, nr. 12).

Project Techkwadraat (OCW)

Een reservering van € 351,6 mln voor dit project uit de derde ronde is omgezet in een definitieve toekenning van € 145,8 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 205,8 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 6,4 mln.

Project Innovatie Onderwijshuisvesting (OCW)

Dit project uit de derde ronde kreeg destijds een voorwaardelijke toekenning van € 275,2 mln en een reservering van € 208,5 mln. De voorwaardelijke toekenning wordt nu deels omgezet in een toekenning van € 124,2 mln. De reservering wordt omgezet in een voorwaardelijke toekenning. Daardoor is nu in totaal € 124,2 mln toegekend en € 359,5 voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 16,6 mln.

Project Impuls Open Leermiddelen (OCW)

Een voorwaardelijke toekenning van € 57,5 mln voor dit project uit de tweede ronde is deels omgezet in een toekenning van € 19,5 mln. Daarmee is nu in totaal € 40,0 mln aan dit project toegekend. Er blijft € 38,0 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor deze toekenning voor 2024 zijn nihil.

Project Meer Uren Werkt! (SZW)

Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 30,0 mln en een reservering van € 45,0 mln. De voorwaardelijke toekenning wordt nu definitief toegekend. Het eerder gereserveerde bedrag wordt een voorwaardelijke toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 4,7 mln.

Project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (OCW)

Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 200,0 mln. Daarvan wordt nu € 102,3 mln definitief toegekend. Het restant blijft voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 0,7 mln.

Project Luchtvaart in Transitie (I&W)

Aan dit project uit de tweede ronde werd destijds € 263,9 mln toegekend en € 119,0 mln voorwaardelijk toegekend. De voorwaardelijke toekenning wordt nu deels omgezet in een toekenning van € 73,3 mln. Dat betekent dat aan dit project nu in totaal € 337,2 mln is toegekend en € 45,7 mln voorwaardelijk is toegekend. De uitgaven voor deze toekenning voor 2024 zijn geraamd op € 10,0 mln.

Project Re-Ge-NL (LNV)

Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 129,0 mln. Deze wordt nu omgezet in een definitieve toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 11,7 mln.

Project POLARIS (DEF)

Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 101,7 mln. Deze wordt nu omgezet in een definitieve toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 9,7 mln.

Project Material Independence & Circular Batteries (EZK)

Dit project uit de derde ronde ontving aanvankelijk een voorwaardelijke toekenning van € 118,0 mln en een reservering van € 178,0 mln. Bij een nota van wijziging op de ontwerpbegroting voor 2024 werd de voorwaardelijke toekenning al omgezet in een definitieve toekenning. Nu wordt ook een deel van de reservering omgezet in een toekenning, namelijk een bedrag van € 39,9 mln. Daarmee is nu in totaal € 157,9 mln toegekend en resteert een reservering van € 138,1 mln. De geraamde uitgaven voor deze omzetting voor 2024 bedragen € 5,4 mln.

Project Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) (LNV)

Voor dit project uit de derde ronde was € 124,5 mln gereserveerd. Deze reservering wordt nu omgezet in een toekenning van € 55,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 69,5 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 180.000.

Project GroenvermogenNL (EZK)

Voor dit project uit de eerste en tweede ronde wordt € 99,0 mln van de voorwaardelijk toegekende middelen van € 396,0 mln omgezet in een toekenning. In totaal is nu aan dit project € 541,0 mln toegekend. De voorwaardelijk toegekende middelen bedragen nu € 297,0 mln. De geraamde uitgaven voor deze omzetting bedragen € 99,0 mln in 2024.

Project Holomicrobioom (LNV)

De reservering van € 200,0 mln voor dit project uit de derde ronde wordt omgezet in een toekenning van € 60,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 140,0 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 3,7 mln.

Project Rail Gent-Terneuzen (I&W)

Dit project uit de eerste ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 105,0 mln. Dit wordt omgezet in een toekenning van € 103,3 mln. Het restant vloeit terug naar de onverdeelde middelen van het Nationaal Groeifonds. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 103,3 mln.

Uitname Nationaal Groeifonds voor investeringen in Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector)

Het kabinet heeft in het voorjaar middelen ter beschikking gesteld om knelpunten aan te pakken in de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector), ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland. De middelen zijn bestemd voor verschillende maatregelen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en onderwijs in de regio Eindhoven. Hiervoor wordt onder meer cumulatief € 1,279 mld uit het budget van het Nationaal Groeifonds gehaald.

Overige mutaties

Dit betreft enkele kasschuiven en een verhoging van de uitvoeringskosten voor het Nationaal Groeifonds voor RVO.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement

Verplichtingen 619.029 0 619.029 92.209 711.238 86.546 28.191 ‒ 11.771 ‒ 30.244 451.513
Uitgaven 619.029 0 619.029 92.209 711.238 86.546 28.191 ‒ 11.771 ‒ 30.244 451.513
Personele uitgaven 462.785 0 462.785 78.423 541.208 79.351 21.403 ‒ 20.943 ‒ 44.979 311.562
eigen personeel 426.839 0 426.839 77.020 503.859 78.856 32.774 ‒ 13.589 ‒ 41.164 284.059
inhuur externen 18.318 0 18.318 4.210 22.528 981 974 986 854 12.582
overige personele uitgaven 17.628 0 17.628 ‒ 2.807 14.821 ‒ 486 ‒ 12.345 ‒ 8.340 ‒ 4.669 14.921
Materiële uitgaven 156.244 0 156.244 13.786 170.030 7.195 6.788 9.172 14.735 139.951
ICT 17.321 0 17.321 ‒ 8.076 9.245 ‒ 2.290 ‒ 2.055 ‒ 563 117 15.303
bijdrage aan SSO's 13.382 0 13.382 13.382 0 0 0 0 13.382
DICTU 19.614 0 19.614 ‒ 26 19.588 0 0 0 0 20.050
overige materiële uitgaven 105.927 0 105.927 21.888 127.815 9.485 8.843 9.735 14.618 91.216
Ontvangsten 86.925 0 86.925 53.130 140.055 55.821 50.640 11.636 ‒ 26.594 80.592
NCG 63.898 0 63.898 53.130 117.028 55.821 50.640 11.636 ‒ 26.594 57.746
Overig 23.027 0 23.027 0 23.027 0 0 0 0 22.846

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven

Er is voor 2024 cumulatief € 78,4 mln toegevoegd aan de personeelsbudgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging heeft voornamelijk te maken met bijstelling van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (€ 54,0 mln), versterking van de capaciteit bij het kerndepartement (€ 13,1 mln) en met de taken van het Centraal Planbureau en van de toezichthouders Autoriteit Consument en Markt en Staatstoezicht op de Mijnen (totaal € 9,6 mln).

Materiële uitgaven

Er is voor 2024 cumulatief € 13,8 mln toegevoegd aan de materiële budgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging betreft voornamelijk bijstelling van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (€ 3,7 mln), Budget voor klimaatcommunicatie (€ 5,7 mln) en taken van de Autoriteit Consument en Markt (€ 1,1 mln).

Ontvangsten

Aan de ontvangstenbudgetten is € 53,1 mln toegevoegd als gevolg van van de bijstelling van de ontvangsten van de Nationaal Coördinator Groningen.

4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld

Verplichtingen 0 ‒ 104.000 ‒ 104.000 337.753 233.753 250.076 208.878 195.054 187.386 167.542
Uitgaven 0 ‒ 104.000 ‒ 104.000 337.753 233.753 250.076 208.878 195.054 187.386 167.542
Loonbijstelling 0 0 0 124.415 124.415 135.082 130.690 125.368 128.453 121.625
Prijsbijstelling 0 0 0 109.338 109.338 114.994 78.188 69.686 58.933 45.917
Onverdeeld 0 ‒ 104.000 ‒ 104.000 104.000 0 0 0 0 0 0
Onvoorzien 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Ontvangsten 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

Toelichting op de verplichtingen en uitgaven

Loon- en prijsbijstelling

Bij Voorjaarsnota 2024 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2024 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2024 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.

Onverdeeld

Bij de behandeling van de EZK-begroting 2024 is er een amendement ingediend voor verlenging en uitbreiding van de Waardevermeerderingsregeling, waardoor een tekort van € 104 mln op artikel 41 is ontstaan. Dit tekort wordt opgelost door € 104 mln toe te voegen aan artikel 41. De verlenging en uitbreiding van de Waardevermeerderingsregeling wordt op een alternatieve wijze gedekt (zie hiervoor de toelichting op artikel 5).

5 Agentschappen

5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)

De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor de uitvoering van en het toezicht op marktinstrumenten die bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. De NEa ondersteunt bedrijven om hun verplichtingen na te leven, maar treedt ook op bij overtredingen. Ook draagt de NEa bij aan de totstandkoming van uitvoerbaar en doelmatige wet- en regelgeving.

Het gaat daarbij om het Europees Emissiehandelsysteem (EU-ETS), de HBE-systematiek (Hernieuwbare brandstofeenheden) voor het behalen van de Europese klimaatdoelen voor transport uit de Europese Richtlijn hernieuwbare energie en om diverse nationale instrumenten, waaronder de CO2-heffing voor de industrie. In de afgelopen jaren heeft de NEa verschillende nieuwe taken opgepakt die voortvloeien uit het Europese Fit for 55 pakket en die binnenkort uitgevoerd gaan worden, zoals het EU-ETS voor de Zeevaart en voor de gebouwde omgeving en wegtransport, de Europese brandstofverordeningen voor luchtvaart en zeevaart en de koolstofgrensheffing (CBAM). Ook nationale instrumenten zoals de inframarginale elektriciteitsheffing (IME) en de bijmengverplichting voor groen gas gaat de NEa uitvoeren.

De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is.

Baten
Omzet 20.824 2.428 23.252
waarvan omzet moederdepartement 15.712 392 16.104
waarvan omzet overige departementen 5.112 2.036 7.148
waarvan omzet derden 0 0 0
Rentebaten 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 20.824 2.428 23.252
Lasten
Apparaatskosten 20.006 2.030 22.036
Personele kosten 14.644 1.790 16.433
waarvan eigen personeel 12.523 1.285 13.808
waarvan inhuur externen 1.367 421 1.788
waarvan overige personele kosten 753 84 837
Materiële kosten 5.363 240 5.603
waarvan apparaat ICT 1.282 640 1.922
waarvan bijdrage aan SSO's 1.571 168 1.739
waarvan overige materiële kosten 2.510 ‒ 568 1.942
Rentelasten 80 ‒ 10 70
Afschrijvingskosten 853 293 1.146
Materieel 0 0 0
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 0 0 0
Immaterieel 853 293 1.146
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 20.939 2.313 23.252
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 115 115 0
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 115 115 0

Toelichting op de baten

Omzet overige departementen

De omzet overige departementen stijgt met € 2,0 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting voor 2024. Deze verhoging heeft te maken met de nieuwe opdracht van het Ministerie van Financiën voor uitvoering van de CBAM.

Toelichting op de lasten

Personele kosten

Voor de uitvoering van CBAM wordt extra personeel aangenomen en wordt meer ingehuurd. Hierdoor stijgen de personele kosten.

Materiële kosten

De ICT-kosten zijn met € 0,6 mln gestegen ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dit komt met name door migratie naar een andere cloudomgeving (€ 0,1 mln), uitgesteld beheer en onderhoud van het Emissiehandel portaal (EHP), het CO2-Heffingsregister (CHeR) (€ 0,2 mln) en de kosten van een ontwikkeltool voor de nieuwe taak IME (€ 0,1 mln).

De kosten van SSO’s stijgen met € 0,2 mln door toename van het aantal fte en als gevolg van de inflatie.

De overige materiële kosten dalen met € 0,6 mln, met name als gevolg van het uitstellen van het project IME met een half jaar. De aangiftedatum is bij de wet gewijzigd van 1 oktober 2024 naar 1 april 2025. De begrote inhuur voor accountants en juristen wordt hierdoor verschoven naar 2025.

Afschrijvingskosten

De afschrijvingskosten op immateriële activa zijn gebaseerd op de activering van kosten voor de bouw van het EHP, het Register Energie voor Vervoer (REV) en het CHeR. De afschrijvingskosten stijgen met € 0,3 mln omdat meer wordt geïnvesteerd in het EHP dan eerder voorzien, onder meer door uitbreiding van het ETS-taak naar Zeevaart en gebouwde omgeving.

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2024 + depositorekeningen 591 4.541 5.132
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 20.824 2.428 23.252
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 20.086 ‒ 2.020 ‒ 22.106
2. Totaal operationele kasstroom 738 408 1.146
Totaal investeringen (-/-) ‒ 2.104 ‒ 426 ‒ 2.530
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 2.104 ‒ 426 ‒ 2.530
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 ‒ 1.067 ‒ 1.067
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 843 ‒ 252 ‒ 1.095
Beroep op leenfaciliteit (+) 2.104 426 2.530
4. Totaal financieringskasstroom 1.261 ‒ 893 368
5. Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4) 486 3.630 4.116

Toelichting op het kasstroomoverzicht

Operationele kasstroom

De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen.

Investeringskasstroom

De investering neemt met name toe door de doorontwikkeling van het EHP.

Financieringskasstroom

Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor hierboven vermelde investeringen.

5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

Baten
Omzet 1.024.888 227.055 1.251.943
waarvan omzet moederdepartement 498.286 132.071 630.357
waarvan omzet overige departementen 489.635 99.830 589.465
waarvan omzet derden 36.967 ‒ 4.846 32.121
Rentebaten 7.000 0 7.000
Vrijval voorzieningen 0 0 0
Bijzondere baten 0 0 0
Totaal baten 1.031.888 227.055 1.258.943
Lasten
Apparaatskosten 1.040.120 227.055 1.267.175
Personele kosten 647.425 87.536 734.961
waarvan eigen personeel 439.756 82.067 521.822
waarvan inhuur externen 186.268 4.822 191.090
waarvan overige personele kosten 21.401 648 22.049
Materiële kosten 392.695 139.518 532.213
waarvan apparaat ICT 3.360 1.962 5.322
waarvan bijdrage aan SSO's 203.930 88.787 292.717
waarvan overige materiële kosten 185.405 48.769 234.174
Rentelasten 0 0 0
Afschrijvingskosten 12.100 0 12.100
Materieel 100 0 100
waarvan apparaat ICT 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 100 0 100
Immaterieel 12.000 0 12.000
Overige lasten 0 0 0
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0
Totaal lasten 1.052.220 227.055 1.279.275
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening ‒ 20.332 0 ‒ 20.332
Agentschapsdeel Vpb-lasten 0 0 0
Saldo van baten en lasten ‒ 20.332 0 ‒ 20.332

Als agentschap werkt RVO met het uitgangspunt van een kostendekkende begroting. Door hogere kosten heeft RVO het tarief 2024 meer verhoogd dan initieel begroot. Daarnaast hebben er ten opzichte van de begroting een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het opdrachtenpakket. 

Toelichting op de baten

Omzet moederdepartement

De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 132,1 mln. Deze mutatie wordt verklaard door mutaties van opdrachten bij de vier DG’s. De opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie stijgt met € 19,4 mln. Dit komt voornamelijk door de tariefverhoging.

De opdracht van de DG Klimaat en Energie stijgt met € 22,9 mln. Deze toename is naast de tariefstijging te verklaren door intensivering bij stimuleringsregelingen voor duurzame energie, Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie, Bureau Energieprojecten en Gebiedsgerichte Aanpak Energie.

De opdracht van de DG Groningen en Ondergrond stijgt met € 81,4 mln. De definitieve opdracht van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is hoger dan voorzien in de ontwerpbegroting, wat leidt tot een stijging van € 64,4 mln. Daarnaast is sprake van intensivering bij ACVG en Ondersteuning Mijnbouwprojecten (OMP).

De overige opdrachten stijgen met € 8,3 mln. Deze stijging komt voornamelijk door de groei van de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum.

Omzet overige departementen

De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 99,8 mln. Deze mutatie is naast de tariefverhoging te verklaren door een aantal aanvullende opdrachten.

De opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stijgt met € 43,6 mln met als oorzaak de tariefverhoging en meerwerk. Bovendien is de definitieve opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken € 30,9 mln hoger dan initieel begroot. De verklaring hiervoor naast de tariefstijging zijn de grote aanvullende opdrachten, waaronder de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Combinatie-aanpak, de Oekraïne faciliteit en ‘Energising Development 5’. De opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 6,1 mln. Tenslotte is de definitieve opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met€ 14,5 mln gestegen. Dit is onder andere te verklaren door meerwerk op de bestaande opdrachten.

Omzet derden

De totale omzet derden valt € 4,8 mln lager uit dan begroot in de ontwerpbegroting. Deze mutatie komt voornamelijk doordat er minder opdrachten vanuit Provincies zijn dan geraamd.

Toelichting op de lasten

De lasten stijgen met € 227,1 mln. Dit is te verklaren door een stijging van de personele lasten met € 87,5 mln ten opzichte van de raming. De kosten voor ambtelijk personeel zijn gestegen met € 82,1 mln. De kosten voor externe inhuur zijn gestegen met € 4,8 mln. Verder nemen de materiële kosten nemen toe met € 139,5 mln. Meer dan de helft van de stijging is te verklaren door de gestegen bijdrage aan ‘Shared Service Organisations’ met € 88,8 mln.

1. Rekening-courant RHB 1 januari 2024 + depositorekeningen 181.948 ‒ 30.872 151.076
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 1.031.888 227.055 1.258.943
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 1.040.120 ‒ 227.055 ‒ 1.267.175
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 8.232 0 ‒ 8.232
Totaal investeringen (-/-) ‒ 27.800 ‒ 5.900 ‒ 33.700
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0
3. Totaal investeringkasstroom ‒ 27.800 ‒ 5.900 ‒ 33.700
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+) 20.332 0 20.332
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 19.620 0 ‒ 19.620
Beroep op leenfaciliteit (+) 27.800 5.900 33.700
4. Totaal financieringskasstroom 28.512 5.900 34.412
5. Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4) 174.428 ‒ 30.872 143.556

Toelichting op het kasstroomoverzicht

In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen en betreft met name de ontwikkeling van software.