Verslag van een werkbezoek van een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan het Global Parliamentary Forum (GPF) te Washington op op 15 en 16 april 2024
Verslag van een werkbezoek aan het Global Parliamentary Forum (GPF) door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Overig
Nummer: 2024D26548, datum: 2024-06-24, bijgewerkt: 2025-03-25 16:34, versie: 4 (versie 1, versie 2, versie 3)
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kst-36413-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid (GroenLinks-PvdA)
- Mede ondertekenaar: R.J. Kamminga, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: M. Prenger, griffier
Onderdeel van kamerstukdossier 36413 -2 Verslag van een werkbezoek aan het Global Parliamentary Forum (GPF) door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Onderdeel van zaak 2024Z11129:
- Indiener: D.H. Hirsch, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: M. Prenger, griffier
- Medeindiener: R.J. Kamminga, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2024-06-27 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2023-2024 |
36 413 Verslag van een werkbezoek aan het Global Parliamentary Forum (GPF) door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Nr. 2 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE UIT DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING AAN HET GLOBAL PARLIAMENTARY FORUM (GPF) TE WASHINGTON OP 15 EN 16 APRIL 2024
Vastgesteld 26Ā juni 2024
Een delegatie uit de vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft op 15 en 16Ā april 2024 deelgenomen aan het Global Parliamentary Forum on the World Bank & International Monetary Fund (IMF) in Washington D.C., de Verenigde Staten. De delegatie bestond uit de leden Hirsch (GroenLinks-PvdA) en Kamminga (VVD).
Een aanzienlijk deel van het Nederlandse budget voor ontwikkelingssamenwerking wordt via de Wereldbank besteed. Parlementaire controle op de Wereldbank, middels debatten met het kabinet, maar ook door deelname aan deze parlementaire conferentie, is daarom van groot belang.
De conferentie wordt jaarlijks georganiseerd door het Parliamentary Network on the World Bank & IMF, in samenwerking met de Wereldbank en het IMF. Dit parlementaire netwerk is een niet gouvernementele organisatie opgericht in 2000 en voorziet in een platform voor parlementariĆ«rs uit Wereldbank- en IMF-lidstaten om gezamenlijk te werken aan het vergroten van transparantie en verantwoording binnen de Wereldbank en het IMF. Tijdens het jaarlijkse Global Parliamentary Forum kunnen deelnemende parlementariĆ«rs met elkaar discussiĆ«ren over onder andere armoedebestrijding en goed bestuur en wordt de kans geboden om in gesprek te gaan met bestuurders en experts van de Wereldbank en het IMF over deze themaās. Het forum van 2024 droeg de titel Multiple Global Challenges: Action for Impact. Gedurende twee dagen hebben in verschillende sessies discussies plaatsgevonden over onderwerpen die wereldwijd spelen, zoals het klimaat, artificial intelligence, transparantie, schulden, (economische) groei en vrouwenparticipatie.
En marge van de plenaire sessie heeft de delegatie tevens ontmoetingen gehad met enkele relevante gesprekspartners bij de Wereldbank en het IMF en op de Nederlandse ambassade.
De delegatie dankt alle gesprekspartners en degenen die betrokken zijn geweest bij het organiseren van dit bezoek.
De delegatie,
Hirsch
Kamminga
De griffier van de delegatie,
Prenger
Maandag 15Ā april
De conferentie werd geopend door de voorzitter van The Parliamentary Network on the World Bank & IMF (hierna: het netwerk), het Britse parlementslid Liam Byrne.
Net als de vorige editie viel de ruime vertegenwoordiging van parlementariƫrs uit Afrika, Zuid-Amerika en Noord-Europa, net als de afwezigheid van parlementariƫrs uit de Verenigde Staten, West-Europa en Aziƫ op.
In zijn inleiding blikte het lid Byrne terug op de werkzaamheden van het netwerk in het afgelopen jaar, waaronder het openen van nieuwe Ā«chaptersĀ» waar parlementariĆ«rs in kleiner verband met elkaar van gedachten kunnen wisselen over specifieke themaās, bijvoorbeeld OekraĆÆne. De heer Byrne vroeg de aanwezigen parlementariĆ«rs om input te geven voor de werkzaamheden van het netwerk voor het komende jaar. Vanuit de Nederlandse delegatie werd gevraagd of parlementen via het netwerk beter geĆÆnformeerd kunnen worden over de uitvoering van de hervormingen die de Wereldbank recentelijk heeft doorgevoerd en welke rol parlementen zelf kunnen spelen in deze hervormingen.
Na de openingssessie startte een vraagsessie met Ajay Banga, president van de Wereldbankgroep, en Kristalina Georgieva, directeur van het IMF. Hoewel de wereldwijde economische groei afgelopen jaar beter was dan verwacht, blijft het herstel in ontwikkelingslanden na de pandemie zwak. Veel ontwikkelingslanden hebben te maken met een veelvoud aan crises zoals klimaatverandering en een hoge schuldenlast, waardoor er beperkte middelen overblijven voor basisvoorzieningen als gezondheid, voedsel en onderwijs. Betoogd werd dat multilaterale financiƫle instellingen een cruciale rol spelen in het ondersteunen van ontwikkelingslanden bij de aanpak van deze crises. President Banga lichtte de recente Wereldbankhervormingen toe, die op schema liggen. In het licht van de lopende onderhandelingen over de 21e middelenaanvulling voor IDA (IDA21), het fonds van de Bank voor de allerarmste landen, markeerde de heer Banga de effectiviteit van IDA: per gedoneerde dollar leent IDA 3 tot 4 dollar uit. De realiteit is dat de noden in de wereld zo hoog zijn dat het vereiste bedrag voor IDA21 nooit gehaald kan worden. Naast een verhoogde inzet om meer donorbijdragen te realiseren, zal ook extra worden ingezet op het aantrekken van meer privaat kapitaal. In de aansluitende vragenronde werd door veel, met name lenende landen, kritiek geuit dat de instellingen te weinig doen aan het beheersbaar houden van schulden en klimaatverandering.
Aansluitend sprak de delegatie, buiten het officiƫle programma, met de heer de Laurentiis, hoofd aanbestedingen en de heer Saum, directeur regionale integratie en partnerschappen Zuid-Aziƫ, van de Wereldbank. Het gesprek had als doel meer inzicht te krijgen in de aanbestedingsprocedures van de Wereldbank en hoe deelname van het Nederlandse bedrijfsleven kan worden vergroot. Door de gesprekspartners werd het beeld dat veel Wereldbankprojecten worden gegund aan de laagste bieder, in het bijzonder China, ontkracht. In 2016 heeft de Wereldbank een nieuw kader voor aanbestedingen ingevoerd, sindsdien worden ook non-pricing factors meegewogen. Het gaat daarbij om criteria zoals kwaliteit, duurzaamheid en innovatieve aspecten, maar ook om waarborgen om bijvoorbeeld seksuele uitbuiting en dwangarbeid tegen te gaan, zoals vastgelegd in het Environmental and Social Framework (ESF) van de Bank. Hierdoor is het volgens de Wereldbank voor lenende landen, die besluiten over de uiteindelijke gunning, makkelijker een gefundeerde keuze te maken en heeft het bedrijfsleven een eerlijker speelveld gekregen. Als lenende landen, waaronder grote spelers als China en India, buiten beschouwing worden gelaten, staat Nederland in de top 5 van landen die door Wereldbank gefinancierde aanbestedingen winnen. Projecten van de Wereldbank vinden vaak plaats onder moeilijke omstandigheden, waardoor veel gekwalificeerde (Nederlandse) bedrijven terughoudend zijn om mee te dingen. De Wereldbank wil dit graag veranderen. In juni organiseert de Wereldbank een outreach bijeenkomst in Nederland voor het Nederlandse bedrijfsleven.
In de middag volgde een paneldiscussie over de kansen en uitdagingen van kunstmatige intelligentie (AI). Het panel bestond uit experts van de Wereldbank, het IMF, het Stimson Center en parlementariƫrs uit Tanzania, Italiƫ en Ghana. Alle experts waren unaniem van mening dat AI de wereldeconomie en het dagelijks leven ingrijpend zal veranderen. Het panel benadrukte de noodzaak van een gebalanceerde en inclusieve aanpak bij het omgaan met AI. Daarbij werden onder meer het belang van technologische interoperabiliteit en wereldwijde standaarden, het trainen van AI-modellen met diverse datasets, het opstellen van internationale regelgeving en het investeren in digitale infrastructuur in ontwikkelingslanden zodat ook zij de ontwikkelingen op AI kunnen bijbenen, genoemd.
Daarna volgde een paneldiscussie over oplossingen om klimaatverandering in fragiele en lage- en middeninkomenslanden het hoofd te bieden. Het panel werd gevormd door experts van de Wereldbank, het IMF, Arizona State University en parlementariƫrs uit Canada, Ivoorkust en Egypte. Betoogd werd dat internationale financiƫle instellingen een cruciale rol spelen bij het ondersteunen van deze landen in hun overgang naar een duurzame economie, niet alleen met financiƫle middelen, maar ook met technische bijstand en kennis. De Wereldbank heeft als doelstelling dat in 2025 45% van de financiering naar klimaatgerelateerde projecten gaat. Aangezien het huidige niveau van klimaatfinanciering verre van toereikend is om de uitdagingen aan te pakken waarmee deze landen worden geconfronteerd, werd breed aangedrongen op meer actie en financiering.
De eerste dag werd afgesloten met een paneldiscussie over de stijgende schuldenlast van ontwikkelingslanden en middelen om deze te adresseren. Naast experts van de Wereldbank en het IMF, werd het panel gevormd door experts van de NGO Action en parlementariƫrs uit Duitsland, Frankrijk en Ghana. De Wereldbank lichtte haar Sustainable Development Finance Policy (SDFP) toe dat de Bank in 2020 heeft ingevoerd en als doel heeft lenende landen te stimuleren om over te stappen op transparante, duurzame financiering en betere coƶrdinatie tussen IDA en andere schuldeisers te bevorderen. De noodzaak van voldoende middelen voor IDA21 om kwetsbare landen van concessionele leningen te kunnen blijven voorzien werd benadrukt.
Dinsdag 16Ā april
De tweede dag van het forum begon met een paneldiscussie over het verbeteren van verantwoording en goed bestuur voor het stimuleren van economische ontwikkeling en duurzame groei in ontwikkelingslanden. Het panel bestond uit experts van de Wereldbank, het IMF, Transparency International en het National Democratic Institute, alsmede parlementariërs uit Ivoorkust, Kosovo, Tanzania, Oekraïne en Frankrijk. De discussie belichtte de cruciale rol die parlementariërs hebben in het waarborgen van verantwoording, transparantie en goed bestuur door middel van toezicht, begrotingscontrole, het aannemen van anti-corruptiewetten en door vertegenwoordiging van de belangen van burgers. Vanuit de Wereldbank werden de verantwoordingsmechanismen toegelicht die Bank heeft ingesteld en die ervoor moeten zorgen dat projecten van de Bank geen schade aanrichten aan mens en milieu, en die mogelijkheden bieden voor getroffenen om hun zorgen te uiten en te vragen om herstelmaatregelen in het geval van schade door projecten.
Voor de lunch had de delegatie een gesprek met de Nederlandse bewindvoerder bij de Wereldbank, de heer Rhuggenaath en twee van zijn adviseurs, mw. Bihari en de heer Wissenburg. Het gesprek ging onder meer over de uitvoering van de recente hervormingen bij de Bank die kort samengevat als doel hebben te komen tot (1) een betere Bank en (2) een grotere Bank in termen van financiering. Deze hervormingen worden breed gesteund door de aandeelhouders, vertegenwoordigd in de Raad van Bestuur, en er wordt dan ook strak toegezien op de uitvoering. Ten aanzien van een betere Bank wordt momenteel gewerkt aan de invoering van een nieuwe Corporate Scorecard die de lange-termijn resultaten van de WBG beter inzichtelijk moet maken en aandeelhouders meer mogelijkheden moet bieden om sturing te geven. Ten aanzien van een grotere Bank is onder meer ingezet op «balance sheet optimalisation» waardoor de Bank minder kapitaal hoeft aan te houden waardoor aanzienlijk meer leningen kunnen worden verstrekt, zonder dat dit additioneel geld van donorlanden vergt. Desalniettemin blijft er gegeven de wereldwijde uitdagingen een enorm financieringstekort. In dit kader werd ook gesproken over de 21e middelenaanvulling voor IDA, waar de onderhandelingen momenteel over lopen. IDA staat onder druk door een groeiende behoefte van de allerarmste landen, hoge rentetarieven op de kapitaalmarkt en toenemende schuldenproblematiek van lenende landen. Naast inspanningen om de bijdragen van donorlanden te vergroten, wordt daarom extra ingezet op het aantrekken van meer private financiering. Ook zullen de prioriteiten van IDA21 meer aansluiten bij het hernieuwde mandaat van de Bank. Andere onderwerpen van gesprek waren de positie van Oekraïne en de inspanningen van de Bank op het terrein van duurzaamheid en klimaat.
Het forum werd afgesloten met een panelsessie over het bevorderen van gendergelijkheid. De panellisten waren experts van de Wereldbank en het IMF en parlementariĆ«rs uit Jamaica, Uruguay, Spanje, Zimbabwe, Denemarken en Egypte. Benadrukt werd dat de huidige wereldwijde crisissen vrouwen en meisjes onevenredig hard raken en genderongelijkheid wereldwijd stijgt. Door de parlementariĆ«rs werden voorbeelden gegeven van succesvolle initiatieven die gendergelijkheid en empowerment van vrouwen hebben bevorderd. De Wereldbank ging in op haar genderstrategie voor de periode 2024ā2030, gericht op het beĆ«indigen van gendergerelateerd geweld, het vergroten van economische kansen voor vrouwen en het bevorderen van vrouwelijk leiderschap. Ook het IMF heeft een genderstrategie, die zich onder andere richt op het verzamelen van gendergespecifeerde data die moeten leiden tot betere beleidsinterventies.
De delegatie sloot de dag af met een receptie bij de residentie van de Nederlandse bewindvoerder bij het IMF, de heer Hilbers. Genodigden waren de Nederlandse delegaties die aan verschillende bijeenkomsten in het kader van de Spring Meetings van de Wereldbank en het IMF deelnamen.
Woensdag 16Ā april
Op woensdagochtend vertrok de delegatie naar de Nederlandse ambassade voor een reeks aan gesprekken. De delegatie werd allereerst ontvangen door mevrouw Schipper, plaatsvervangend hoofd van de economische afdeling. Er werd gesproken over het handelsbeleid van de VS, in het bijzonder de handelsrelatie met de EU, China en de buurlanden Mexico en Canada.
Aansluitend had de delegatie een ontmoeting met de Nederlandse Ambassadeur in Washington, mevrouw Tazelaar, het hoofd van de economische afdeling, de heer Van Bolhuis en de tweede secretaris van de politieke afdeling, mevrouw Ten Brinke. De delegatie werd bijgepraat over de politieke situatie in de Verenigde Staten, in het licht van de aankomende verkiezingen. Ook kwamen ontwikkelingen op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, handel, veiligheid en defensie aan bod.
Daarna sprak de delegatie met de heer dāAnjou, Nederlandse bewindvoerder bij de Inter-American Development Bank (IADB). De IADB is de grootste ontwikkelingsbank voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC). Het aandeel van Nederland bij de IDB is 0,2%. De heer dāAnjou benadrukte het belang om vanuit de EU en Nederland meer strategisch op te trekken met de LAC, een regio die veel kansen biedt op het terrein van handel, voedselzekerheid en kritische grondstoffen. Dit ook tegen de achtergrond van een steeds assertiever optreden van China in de regio en binnen de IADB. Nederland zet zich binnen de IADB onder meer in voor een eerlijker aanbestedingsraamwerk.
Tot slot had de delegatie een ontmoeting met de heer Michel, Senior Fellow bij het Center for Strategic and International Studies (CSIS). De heer Michel werkt bij het Global Food and Water Security Program van CSIS, waar onderzoek wordt gedaan naar manieren om de wereldwijde voedsel- en waterzekerheid te verbeteren. De heer Michel lichtte het onderzoek van CSIS toe en ging in op het Amerikaanse beleid op het terrein van voedsel- en waterzekerheid.
Voorstel aan de commissie
2024 zal voor de Wereldbank voor een belangrijk deel in het teken staan van de onderhandelingen voor IDA21 die naar verwachting in december 2024 zullen worden afgerond. Om tijdig invloed te kunnen uitoefenen op de Nederlandse inzet, beveelt de delegatie de commissie aan om het nieuwe kabinet te verzoeken om een brief waarin de (financiƫle) inzet voor IDA21 wordt uiteengezet, inclusief een tijdlijn met belangrijke beslismomenten, te ontvangen voor de begrotingsbehandelingen BuHa-OS en Financiƫn 2025.