Verwerving Leopard-2A8 gevechtstanks
Brief regering
Nummer: 2024D38392, datum: 2024-10-14, bijgewerkt: 2024-11-19 11:44, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-27830-449).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie (Ooit BBB kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 27830 -449 Materieelprojecten.
Onderdeel van zaak 2024Z15824:
- Indiener: G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2024-10-16 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2024-10-17 10:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2024-10-21 18:30: Personeel/Materieel (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Defensie
- 2024-11-21 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 |
27 830 Materieelprojecten
Nr. 449 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2024
Defensie staat voor grote dreigingen. Het is oorlog in Europa, aan de rand van het NAVO-grondgebied. Daarom richt Defensie zich op de bescherming van het eigen en bondgenootschappelijk grondgebied. De krijgsmacht moet voldoende gevechtskracht hebben om tegenstanders af te schrikken en dus beschikken over robuuste gevechtseenheden met de juiste wapensystemen. Defensie investeert daarom in materieel voor de benodigde capaciteiten, waaronder tankcapaciteit.
De oorlog in Oekraïne laat zien dat gevechtstanks van onverminderd belang zijn in het moderne conflict. Ook in de recent aan de Kamer toegezonden NATO Defence Planning Capability Review 2023/24 (DPCR)1 roept de NAVO Nederland op om met prioriteit te investeren in zwaardere gevechtscapaciteiten voor het landoptreden. Daarom heeft Defensie in de Defensienota 20242 besloten om de gevechtscapaciteit van de zware infanteriebrigade (Heavy Infantry Brigade) met een volwaardig tankbataljon te versterken. Met de herintroductie van een volwaardig tankbataljon geeft Nederland invulling aan de door NAVO opgedragen prioritaire doelstellingen.
Met deze A/D-brief informeer ik uw Kamer over het project «Verwerving Leopard-2A8 gevechtstanks» voor een volwaardig tankbataljon. Dit project realiseert de verwerving van 46 moderne gevechtstanks, met zes gevechtstanks in optieruimte. Daarbij bevat dit project een innovatietraject tot onbemenste systemen ter invulling van de gevechtskracht van zes tanks. Defensie kiest binnen de afspraken van het Defensie Materieelproces (DMP)3 voor een gecombineerde A/D-brief.4 Deze versnelde procesgang creëert de mogelijkheid nog dit jaar de financiële verplichtingen voor de verwerving van deze gevechtstanks aan te gaan na parlementaire behandeling van deze A/D-brief. Voor de verwerving van de gevechtstanks sluit Nederland aan bij het «Leopard 2A8 Procurement Initiative» van de Duitse regering.5 Hiermee geeft Defensie tevens invulling aan de motie-Ceder c.s.6 over de versnelde voorbereiding van het plan voor een tankbataljon, besluitvorming en de kansen van gezamenlijke verwerving, en de motie-Boswijk c.s. over de behoeftestelling voor de oprichting van een tankbataljon.7
Achtergrond
Defensie heeft besloten om op basis van de ervaringen van de recente oorlog in Oekraïne, de strategie- en krijgsmachtontwikkeling binnen Defensie en het militaire advies invulling te geven aan de door NAVO opgedragen prioritaire doelstellingen8 door een volwaardig tankbataljon op te richten. Hiervoor zijn als onderdeel van de Defensienota 2024 de benodigde financiële middelen op de begroting gereserveerd.
Eind 2023 hebben de toenmalige bewindspersonen in reactie op de motie-Valstar c.s.9 uw Kamer geïnformeerd over wat nodig is om binnen de Duits-Nederlandse samenwerking een eigen tankbataljon op te richten.10 Dit voorjaar is uw Kamer in reactie op de motie-Boswijk/Diederik van Dijk11 geïnformeerd dat Defensie alle voorbereidingen treft om – indien financiële middelen beschikbaar zijn – snel besluiten te kunnen nemen voor een tijdige deelname aan materieelprojecten van partners en bondgenoten.12
Duitsland heeft medio 2023 een aantal partnerlanden, waaronder Nederland, uitgenodigd deel te nemen aan de gezamenlijke verwerving van tanks via een vraagbundelingsinitiatief: het Europese Leopard 2A8 Procurement Initiative. Met dit initiatief kunnen deelnemende landen de Leopard-2A8 gevechtstanks en ondersteunende systemen op een Leopard-2 platform aankopen via Duitsland als Lead Nation. Nederland, Litouwen en Tsjechië hebben reeds ingetekend op dit initiatief13 en Defensie heeft inmiddels haar behoefte bij Duitsland ingediend.
Het op deze manier verwerven van deze moderne gevechtstanks is de enige mogelijkheid voor Nederland om op korte termijn over eigen tankcapaciteit te kunnen beschikken. De beschikbaarheid van slots op de recent heropende14 productielijnen is beperkt door de sterk toegenomen vraag naar zware wapensystemen. Dit project focust zich daarom op een snelle materieelverwerving van de gevechtstanks door een gunstig productie slot te verzekeren.
Behoefte
Huidige capaciteit
Defensie beschikt momenteel niet over eigen gevechtstanks. In 2011 moest Defensie structureel bezuinigen en zijn de tankbataljons opgeheven.15 Hoewel de opheffing van de tankbataljons een gevoelig verlies was voor de slagkracht van de krijgsmacht, zijn de laatste 100 operationele Leopard-2A6 gevechtstanks in 2014 aan Finland verkocht.16
Binnen de Duits-Nederlandse samenwerking bemenst Nederland één tankeskadron van 414 Tankbataljon. Dit tankbataljon maakt gebruik van gevechtstanks die Duitsland in eigendom heeft en – ook voor het door Nederland bemenste tankeskadron – beschikbaar stelt. Nederland heeft door deze samenwerking kennis over het optreden met tanks kunnen behouden, in lijn met motie-van der Staaij17. Indien gewenst kan Nederland deze tanks leasen voor soevereine inzet, zonder Duitsland, waarmee deze tijdelijk in Nederlands beheer komen.18 Binnen de context van het NAVO-Defensieplanningsproces (NDPP) wordt 414 Tankbataljon gezien als een Duitse capaciteit.19
Nieuwe capaciteit
Kwalitatieve behoefte
De rol van de gevechtstank in het grondgebonden gevecht is het leveren van superieure vuurkracht met hoge precisie, onder alle weersomstandigheden, op elke gewenste plaats en tijd en in het hoogste geweldsspectrum. De tank kan daarbij zowel rijdend als stilstaand doelen uitschakelen, vooral als het gaat om bewegende en zwaar gepantserde systemen van de tegenstander. Naast gepantserde doelen kan een moderne gevechtstank met programmeerbare kanonmunitie en coaxiaal mitrailleur ook gevechtsopstellingen, vijandelijke uitgestegen militairen en ongepantserde doelen uitschakelen. Daarnaast fungeert de tank als sensorsysteem en informatieknooppunt door moderne verbindingsmiddelen.
Kwantitatieve behoefte
De kwantitatieve behoefte aan tanks berust op de operationele behoefte van een volwaardig tankbataljon, en daarnaast de tanks voor opleiden en trainen en voor de logistieke reserve. De eerder uitgewerkte Nederlandse behoefte voor een volwaardig tankbataljon omvat 52 gevechtstanks.20 Omdat Defensie zoals uiteengezet in de Defensienota 202421, een deel van haar gevechtscapaciteiten in de land-, lucht- en maritieme domeinen met onbemenste systemen wil invullen, bedraagt de initiële behoefte 46 van de 52 gevechtstanks.22 De 46 Leopard-2A8 is het minimale aantal gevechtstanks dat nodig is voor een tankbataljon met voldoende (bemenste en onbemenste) operationele capaciteit, opleidingscapaciteit en logistieke reserve. Ook voorziet dit project in de benodigde reservedelen, het onderhoudscontract, de speciale gereedschappen en uitrusting, de fabrieksopleiding en de documentatie.
Defensie beoogt voor de resterende zes gevechtstanks optieruimte in het contract op te nemen. Afhankelijk van de technologische haalbaarheid en de tijdsduur waarmee de defensie-industrie operationeel inzetbare onbemenste systemen kan ontwikkelen en produceren, zal Defensie wel of niet besluiten deze zes tanks af te roepen. Om uiterlijk 2030 een volwaardig tankbataljon in te kunnen richten, neemt Defensie dit besluit niet later dan 2027. Het budget voor de optieruimte blijft beschikbaar tot dit besluit.
Verwervingsvoorbereiding
Defensie kiest voor de Leopard-2A8 omdat deze moderne gevechtstank voldoet aan alle gestelde operationele eisen en bovendien snel kan worden verworven door het Duitse vraagbundelingsinitiatief.
Defensie kiest omwille van levertijd en Europese samenwerking voor een government-to-government (G2G) verwervingsproces, waarbij Duitsland optreedt als Lead Nation. Defensie maakt hiervoor gebruik van artikel 2.23 lid 1 sub b van de Aanbestedingswet op Defensie- en Veiligheidsgebied (ADV).23 Zoals gebruikelijk bij internationale samenwerking voert de Lead Nation, de contractonderhandelingen met de industrie. Dit gebeurt in afstemming met Nederland.24
De gesloten leveringsovereenkomst tussen Duitsland en de leverancier KNDS25 is de basis voor de levering van de Leopard-2A8 gevechtstanks. Na parlementaire behandeling van deze brief, ondertekent Nederland naar verwachting eind 2024 de aankoopbevestiging met de Duitse overheid. Vervolgens zal Duitsland, als Lead Nation namens Nederland, de gevechtstanks aanschaffen via het door hen met KNDS gesloten contract. Hiermee geeft Defensie mede invulling aan de motie-Dassen om gezamenlijke inkoop van defensiematerieel te intensiveren.26
Uitwerking
Personeel
Voor een volwaardig tankbataljon inclusief de bemensing van de organieke logistieke en gevechtsondersteunende capaciteiten zijn ongeveer 500 militairen nodig. De exacte personeelsomvang wordt vastgesteld in de realisatiefase. Hoewel Defensie nog beschikt over personeel met veel relevante operationele en instandhoudingservaring van het Leopard-2 systeem27, zal het personeel grotendeels moeten worden geworven en opgeleid. Defensie vergroot het personeelsbestand door bij de algemene wervingsinspanning meer militairen aan te nemen. De fabrikant kan in de eerste jaren ondersteuning leveren voor onderhoud, waardoor er meer tijd is om schaars technisch personeel te werven en op te leiden. Daarnaast moet de capaciteit voor rijopleidingen en opleidingen voor bedienaars en voertuigcommandanten worden vergroot.
Innovatie
Het tankbataljon wordt zoveel als mogelijk toekomstgericht, met een voorziene rol voor onbemenste systemen. Dit betreft bij het bataljon ingedeelde systemen, zowel in de lucht als systemen op de grond. Onbemenste systemen kunnen een belangrijke rol spelen bij het verminderen van de kwetsbaarheden van de gevechtssystemen, waaronder tanks. Denk hierbij aan onbemenste systemen die een additionele bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van vijandelijke drones of pantservoertuigen. Daarnaast worden naar verwachting systemen om (kleine) hindernissen te doorbreken en systemen met hoogwaardige sensoren voor detectie en verkenning op de markt gebracht.
De benodigde techniek voor een onbemenste capaciteit die vergelijkbaar is met een moderne bemenste gevechtstank komt naar verwachting na 2035 in beeld. Dit loopt parallel aan de verwachte technologieontwikkeling voor het Duits-Franse Main Ground Combat System (MGCS) waarvan de eerste levering vanaf 2040 wordt verwacht.28 Met de innovatie op het gebied van onbemenste systemen wil Nederland stimuleren deze ontwikkeling te versnellen. Nederland streeft met dit Leopard-2A8 project naar het creëren van eigen onbemenste capaciteit, het benutten en uitbouwen van kennis en technologie op het gebied van onbemenste wapensystemen en de samenwerking van bemenste-onbemenste systemen. Daarmee beoogt Defensie een voorsprong te nemen op haar potentiële tegenstanders en een belangrijke kennispositie in Europa te verkrijgen.
Defensie werkt het ontwerp van deze innovatie uit zodat naar verwachting eind 2025 het Programma van Eisen (PvE) voor de onbemenste capaciteit op de markt kan worden gezet. In de tweede helft 2026 volgt dan een validatie met één of meerdere fabrikanten. Deze validatie is tevens een criterium voor het besluit van Defensie om wel of niet de zes tanks af te roepen. De innovatie in deze onbemenste systemen zal ook doorgaan wanneer Defensie besluit alsnog de zes tanks af te roepen.
Ruimte
Een tankbataljon heeft ruimte nodig om te kunnen trainen, maar ook voor legering, les- en kantoorgebouwen, logistieke magazijnen en technische ruimtes voor instandhouding. De oefen- en schietterreinen bij de Nederlandse kazernes bieden onvoldoende ruimte om realistisch met een tankbataljon te kunnen trainen of – met oog voor de veiligheidsaspecten van de omgeving – de benodigde oefeningen met scherpe munitie te kunnen faciliteren. Specifieke onderdelen van kleinschalige trainingen kunnen wel in Nederland plaatsvinden. Defensie is daarom voornemens om, in overleg met Duitsland, het tankbataljon te stationeren nabij de NATO Training Area (NTA) Bergen-Hohne in Duitsland. Direct aangrenzend aan deze oefenlocatie is kazernecapaciteit beschikbaar met groeiruimte voor nieuwe eenheden.29 Over de haalbaarheid van deze stationering is Defensie met Duitsland in gesprek.
Internationale samenwerking en interoperabiliteit
In lijn met de motie-Paternotte/Van Campen30 laat Defensie standaardisatie zwaarder mee wegen bij de aanschaf van militair materieel. De Leopard-2 gevechtstank heeft een grote Europese gebruikersgroep31 en dit levert voordelen op voor interoperabilitet in training en inzet, instandhouding, reservedelen-voorziening en kennisdeling. Daarnaast heeft het Leopard-2 platform als gevolg van «familievorming» en samenwerking met Duitsland instandhoudingsvoordelen: de krijgsmacht heeft al tientallen genie-, bergings- en brugleggende tanks op basis van het Leopard-onderstel in gebruik. De productie wordt beperkt tot één variant: de Leopard-2A8. Voor de meeste afnemende landen is de tank identiek – dus zonder specifieke eisen per land – met als enige uitzondering de voorzieningen voor nationale middelen voor commandovoering (command & control). De gezamenlijke verwerving met Duitsland, Tsjechië en Litouwen faciliteert tijdige leveringen en drukt de stuksprijs. Ook zorgt deze gezamenlijke verwerving voor een minimaal beslag op de verwervings-capaciteit van de deelnemende landen en wordt de schaarse productiecapaciteit van de Europese industrie effectief gebruikt.
Industriële Participatie
Voor dit project hebben het Ministerie van Economische Zaken en de leverancier gezamenlijk verkend hoe Industriële Participatie (IP) een bijdrage kan leveren aan de versterking van kennis, capaciteiten en ervaring van de Nederlandse industrie bij de prioritaire technologiegebieden van Defensie. De leverancier zal een plan opstellen om op verschillende gebieden samen te werken met de Nederlandse industrie en kennisinstellingen. Over de resultaten van het IP-beleid wordt uw Kamer tweejaarlijks geïnformeerd.32
Duurzaamheid
Intensief gebruik van simulatie om het personeel op te leiden en trainen draagt niet alleen bij aan de operationele gereedheid, maar ook aan duurzaamheid en het beperken van de milieubelasting. Voor de gevechtstanks bestaan reeds simulatiemiddelen met het TACTIS simulatiesysteem. Defensie onderzoekt of de huidige simulatiesystemen dienen te worden aangepast aan het beoogde model Leopard-2A8 gevechtstank. Defensie maakt ook gebruik van bestaande opleiding- en simulatiecapaciteiten van Duitsland. Onze militairen kunnen daarmee realistisch trainen. Daarnaast zijn de actuele eisen ten aanzien van milieu en duurzaamheid opgenomen in het internationale programma van eisen.
Doeltreffendheid en doelmatigheid
Met de uitvoering van dit project geeft Defensie, onder verwijzing naar artikel 3.1 van de Comptabiliteitswet 2016, invulling aan doeltreffendheid en doelmatigheid.
– Doeltreffendheid: de verwerving van de tankcapaciteit past in de doctrine van het landoptreden en is een significante versterking van de gevechtskracht. Het draagt bij aan de invulling van een door NAVO opgedragen prioritaire doelstelling. Met de uitvoering van dit project vergroot Defensie de capaciteit om vijandelijke tanks en andere gevechtsvoertuigen te kunnen bestrijden.
– Doelmatigheid: verwerving van de Leopard-2A8 gevechtstanks is doelmatig omdat Defensie al meerdere soorten platformen met hetzelfde onderstel in gebruik heeft. Gebruik van hetzelfde onderstel bevordert familievorming van materieel binnen Defensie en vereenvoudigt de instandhouding. Daarnaast draagt deze verwerving vanwege de al bestaande gebruikersgroep bij aan Europese standaardisatie.
Defensie voert momenteel de beleidsdoorlichting naar de Landmachtsamenwerking tussen Nederland en Duitsland uit, hierbij wordt «project Taurus» als casus bestudeerd.33 De uitkomsten van deze beleidsdoorlichting worden in overweging genomen bij de verdere inrichting van het tankbataljon. Het eindrapport wordt uiterlijk december 2024 met de Kamer gedeeld.
Gerelateerde projecten
Het project «Verwerving Leopard-2A8 gevechtstanks» heeft een relatie met een aantal lopende projecten:
– Het programma Foxtrot realiseert de modernisering en vervanging van tactische communicatiemiddelen en de daaraan verbonden IT-infrastructuur.34 Foxtrot schaft onder andere radio’s aan die worden gebruikt voor de verbindingen waarmee de eenheden onderling kunnen communiceren.
– Binnen het gemandateerde programma «Aanvulling inzetvoorraad munitie»35 zal Defensie de inzetvoorraad munitie voor de tanks bestellen.
– Een tankbataljon omvat naast gevechtstanks ook gevechtsondersteunende capaciteiten (combat support) en logistieke capaciteiten (combat service support). De inrichting van deze capaciteiten wordt in de realisatiefase van het project uitgewerkt. Dit betreft momenteel onder meer Fennek-voertuigen voor verkenningstaken, 12kN Manticore en Boxer-pantserwielvoertuigen voor command & control en gewondenafvoer, vrachtwagens voor bevoorrading en onderhoudstaken, en gepantserde bergingsvoertuigen. Voor de aanschaf van deze capaciteiten zal Defensie gebruik maken van (opties in) bestaande contracten en van programma’s, zoals bijvoorbeeld «Defensiebrede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW)» en «Vervanging Wissellaadsystemen, Trekker-opleggercombinaties en Wielbergingsvoertuigen (WTB)».
Projectrisico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt en zijn beheersmaatregelen getroffen. Zo is er een risicoreservering binnen de projectbegroting opgenomen. Het voornaamste risico heeft betrekking op de haalbaarheid van de planning. Vertraging in de contractvorming kan leiden tot vertraging in de levering: meerdere landen dingen mee voor een plaats in het leverschema van de leverancier. Om dit risico te mitigeren wil Defensie zo snel mogelijk het contract afsluiten. Een ander risico is vertraging en verhoogde kosten door af te wijken van het Military off the Shelf (MOTS) product. Defensie is voornemens een beperkte hoeveelheid nationale apparatuur op de tanks te laten plaatsen, waaronder middelen voor commandovoering. Deze moeten achteraf worden ingebouwd en zijn opgenomen in het projectbudget. Defensie is terughoudend met overige aanvullende wensen en afwijkingen ten opzichte van het MOTS-product.
Financiën
Voor het verwerven van de gevechtstanks inclusief reservedelen, onderhoudscontract, Special tooling and equipment, fabrieksopleiding en documentatie is een budget geraamd met een financiële bandbreedte tussen de € 1 miljard en € 2,5 miljard (prijspeil 2024). Dit bedrag is inclusief BTW, risicoreservering, materiële exploitatie en 2e en 3e orde effecten. Dit budget komt ten laste van de defensiebegroting. De commercieel vertrouwelijke bijlage (BS2024030544) bevat financiële informatie over de verdeling van het projectbudget36.
Planning
De verwerving, projectrealisatie en levering van de gevechtstanks zijn voorzien tussen eind 2024 en 2030. De eerste levering is gepland drie jaar na contractondertekening. Bij een tijdige sluiting van het contract verwacht Defensie de laatste systemen in 2030 in ontvangst te nemen.
Vooruitblik
Defensie zet voor de verwerving van de Leopard-2A8 gevechtstanks in op een versnelling in het verwervingsproces door deelname aan het Europese «Leopard 2A8 Procurement Initiative». Dit is om zo snel mogelijk te kunnen beschikken over deze essentiële capaciteit, waarvoor geen alternatieven beschikbaar zijn. Hiermee geeft Defensie invulling aan de motie-Ceder c.s. om de mogelijkheid om deel te nemen aan de gezamenlijke verwerving van deze tanks, niet voorbij te laten gaan.
Ik ben voornemens om, vanwege bovengenoemde redenen, in december 2024 de verplichtingen aan te gaan bij de Duitse overheid en verzoek uw Kamer hiermee rekening te houden bij de behandeling van deze A/D-brief. Uw Kamer wordt over de voortgang van dit project geïnformeerd via het Defensie Projectenoverzicht (DPO) en de begroting van het Defensiematerieelbegrotingsfonds (DMF).
De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman
Kamerstuk 28 676, nr. 464 van 5 augustus 2024↩︎
Kamerstuk 36 592, nr. 1 van 5 september 2024↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 431 van 23 april 2024↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 379 van 1 november 2022↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 422 van 19 december 2023↩︎
Kamerstuk 36 410-X, nr. 56 van 7 februari 2024↩︎
Kamerstuk 36 410-X, nr. 76 van 13 februari 2024↩︎
Kamerstuk 28 676, nr. 464 van 5 augustus 2024↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 410 van 6 juli 2023↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 422 van 19 december 2023↩︎
Kamerstuk 36 410-X, nr. 76 van 13 februari 2024↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 428 van 13 maart 2024↩︎
Nederland heeft voor het bestaande 414 Tankbataljon reeds twee driver/trainingsvehicles aangeschaft voor de opleidingen van de chauffeurs.↩︎
Eind 2025 is de eerste levering van nieuwe Leopard-2A8 tanks voor bondgenoten van de heropende productielijn voorzien.↩︎
Beleidsbrief «Defensie na de kredietcrisis», Kamerstuk 32 733, nr. 1 van 8 april 2011↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 122 van 14 februari 2014↩︎
Kamerstuk 32 733, nr. 30 van 6 juni 2011↩︎
Kamerstuk 33 279, nr. 37 van 23 februari 2023↩︎
In 2023 is de nieuwe NDPP-cyclus van start gegaan. De capaciteitsdoelstellingen in deze cyclus vloeien onder andere voort uit de nieuwe militaire verdedigingsplannen van de NAVO (Kamerstuk 28 676, nr. 464 van 5 augustus 2024). Conform de afspraken van het NDPP mogen (delen van) prioritaire doelstellingen niet langer tussen lidstaten uitgeruild worden.↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 422 van 19 december 2023↩︎
Kamerstuk 36 592, nr. 1 van 5 september 2024↩︎
De in 2018–2019 uitgewerkte behoefte omvatte de inrichting van een tankbataljon met 52 gevechtstanks, inclusief de gerelateerde ondersteunende capaciteiten en voertuigen, als onderdeel van een Heavy Infantry Brigade (Kamerstuk 28 676, nr. 421).↩︎
Artikel 2.23 lid 1 sub b is een uitzondering binnen de ADV voor opdrachten vanwege «technische redenen of bescherming van uitsluitende rechten».↩︎
Andersom treedt Nederland op als lead nation voor onder meer de gezamenlijke verwerving van grondgebonden systemen voor Elektronische Oorlogvoering (Kamerstukken 27 830, nrs. 202 en 353).↩︎
Samenwerkingsverband van Krauss-Maffei Wegmann (Duitsland) en Nexter (Frankrijk). KNDS staat voor Krauss Maffei Wegman Nexter Defence Systems.↩︎
Kamerstuk 36 410-X, nr. 68 van 7 februari 2024↩︎
De herstelorganisatie van de landmacht is ingericht op het onderhoud van tientallen genie-, bergings- en brugleggende tanks met hetzelfde onderstel. Dit betreft zowel onderhoud door de organieke herstel-eenheden van Defensie, als componentenherstel en modificaties door de defensie-industrie. Militairen van de landmacht bemensen sinds 2015 één eskadron Leopard-2 gevechtstanks van 414 Tankbataljon.↩︎
Het Frans Duitse project Main Ground Combat System (MGCS) beoogt vanaf 2040 een Europees next generation gevechtssysteem op te leveren, ter vervanging van de Leopard-2 en Leclerc gevechtstanks. In lijn met motie-Stoffer (Kamerstuk 35 570-X, nr. 53) zoekt Nederland aansluiting bij dit programma.↩︎
Voormalig «Camp Hohne» waar tot 2015 de Britse 7e gemechaniseerde brigade als onderdeel van de British Forces Germany gelegerd was, hernoemd naar «Niedersachsen Kaserne».↩︎
Kamerstuk 21 501-20, nr. 2046 van 19 maart 2024↩︎
Onder andere Duitsland, Oostenrijk, Noorwegen, Finland, Zweden, Denemarken, Tsjechië, Slowakije en Polen maken gebruik van de Leopard-2.↩︎
Rapportage Industrieel Participatiebeleid, Kamerstuk 26 231, nr. 36 van 18 december 2023↩︎
Kamerstuk 31 516, nr. 42 van 19 december 2023↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 439 van 22 mei 2024↩︎
Kamerstuk 27 830, nr. 395 van 18 april 2023↩︎
Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer↩︎