Preview document (🔗 origineel)

---

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u, mede namens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur om een reactie op de brief van Georgie Purcell MP over “Zorgen Georgie Purcell MP - Animal Justice Party over kangoeroe handel” van 9 oktober 2024, met kenmerk 2024Z14473/2024D37625. In de brief worden verschillende vragen gesteld waarop ik wil antwoorden.

Allereerst wordt aan Nederland gevraagd zich rekenschap te geven van de rol die Nederland speelt in de handel in vlees en huiden van kangoeroes. Al eerder is mijn voorganger gewezen op misstanden bij de jacht op kangoeroes en gevraagd naar de Nederlandse import van producten van deze dieren. Destijds is daar de op dat moment actuele informatie aan de Kamer over verschaft.¹ Ik ben het Australische Parlementslid namens de Animal Justice Party, Georgie Purcell, erkentelijk dat zij hier wederom aandacht voor vraagt.

Daarnaast wordt Nederland verzocht om actief te lobbyen richting de Europese Commissie voor een verbod op de import van kangoeroeproducten, omdat het eventueel verbieden van de import van bepaalde producten een verantwoordelijkheid van de Europese Commissie is. Naar aanleiding van de motie Wassenberg² is er met de Europese Commissie gesproken over kangoeroeproducten die op de EU markt geplaatst worden vanuit Australië. De Commissie heeft toen aangegeven reeds in gesprek te zijn over de import van kangoeroeproducten uit Australië met organisaties uit het maatschappelijk middenveld. Het kabinet heeft toen gewezen op het belang van hoge dierenwelzijnsnormen. Over de uitvoering van de motie Wassenberg is de Kamer in juni 2022 geïnformeerd.³ Daarbij is aangegeven dat het uiteindelijk aan de Australische overheid is op welke manier kangoeroejacht gereguleerd wordt. Net zoals Europese lidstaten zelfstandig de jacht op wild reguleren met inachtneming van de staat van instandhouding van de soort en dierenwelzijn. Een dergelijk importverbod kan alleen worden ingesteld als het verbod in overeenstemming is met de regels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). Daarbij wijs ik erop dat de Commissie eerder heeft aangegeven geen juridische basis te zien om deze producten op basis van dierenwelzijn te weren.⁴ Het kabinet zal er zorg voor dragen dat de door uw Kamer aangedragen zorgpunten worden overgebracht aan de Europese Commissie.

Vervolgens wordt Nederland in de brief gevraagd om bedrijven die van kangoeroes verkregen producten bewerken en verhandelen te wijzen op de oorsprong van hun producten en deze handel te stoppen. Ten aanzien van dit verzoek wil ik aangeven dat het aan bedrijven zelf is om, binnen de wettelijke kaders, keuzes te maken met betrekking tot hun bedrijfsvoering. Het staat bedrijven daarbij vrij de keuze te maken om bepaalde producten niet (meer) aan te bieden. Dat dierenwelzijn – in algemene zin - een rol speelt bij de keuze van een aantal bedrijven om bepaalde producten niet aan te bieden steun ik. In dat verlengde werkt het kabinet aan de invulling van de motie van voormalig lid Van Esch (PvdD). ⁵ Deze motie vraagt om met een plan te komen om producten waarin bont, dons van levend geplukte dieren, angorawol of kangoeroeleer is verwerkt uit Nederlandse winkels te weren.

Tot slot wordt Nederland opgeroepen om samen te werken met inheemse volkeren en geen handelsovereenkomsten te sluiten die bijdragen aan culturele uitwissing en wrede behandeling van dieren. Hier kan ik melden dat over een mogelijk akkoord tussen de Europese Unie en Australië nog wordt onderhandeld door de Europese Commissie. Op het gebied van duurzaamheid wordt ingezet op afspraken over mensenrechten, waarbij ook aandacht besteed wordt aan rechten van inheemse volkeren. Over de voortgang daarvan wordt uw Kamer op regelmatige basis geïnformeerd via de Voortgangsrapportage handelsakkoorden.

Jean Rummenie

Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur

---

1. Kamerstuk Aanhangsel Handelingen, 2023-2024, nr. 560↩︎

2. Kamerstuk 21 501-32, nr. 1376↩︎

3. Kamerstuk 21 501-32, nr. 1438↩︎

4. PE740.629v01–00, CM_PETI (europa.eu)↩︎

5. Kamerstuk 36254, nr. 16↩︎