Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Marktordening en Consumentenbescherming van 24 april 2024, over de Regeling werkzaamheden derden CBS en de Beleidsregel taakuitoefening CBS
Bedrijfslevenbeleid
Brief regering
Nummer: 2024D50534, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-18 08:59, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Een aanbestedingsrechtelijke analyse van de mogelijke verhoging van het grensbedrag incidentele statistische werkzaamheden door het CBS voor derden
- Beslisnota bij Kamerbrief Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Marktordening en Consumentenbescherming van 24 april 2024, over de Regeling werkzaamheden derden CBS en de Beleidsregel taakuitoefening CBS
Onderdeel van kamerstukdossier 32637 -661 Bedrijfslevenbeleid.
Onderdeel van zaak 2024Z21374:
- Indiener: D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken
- 2024-12-19 14:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2025-01-21 17:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Economische Zaken (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken
Preview document (🔗 origineel)
Geachte Voorzitter,
In het Commissiedebat Marktordening en Consumentenbescherming van 24 april jl. zijn enkele toezeggingen gedaan die raken aan de Regeling werkzaamheden derden CBS (hierna: ministeriële regeling) en de Beleidsregel taakuitoefening CBS (hierna: beleidsregel). Ook de motie van de leden Grinwis (CU) en Flach1 (SGP) uit het tweeminutendebat MKB van 28 februari jl. raakt aan deze ministeriële regeling. In deze brief reageer ik hierop.
In 2020 zijn de ministeriële regeling en beleidsregel (hierna: de regelingen) in werking getreden. Deze regelingen beogen onder andere meer duidelijkheid te scheppen over de rolverdeling tussen marktpartijen en het CBS. In 2023 zijn de regelingen geëvalueerd.2 De evaluatie laat zien dat de regelingen hebben bijgedragen aan duidelijkheid over de rolverdeling tussen marktpartijen en het CBS. De evaluatie is daarnaast positief over de door het CBS bereikte werkwijze. Zoals in de beleidsregel opgenomen, is in 2020 een onafhankelijke klachtencommissie ingesteld waar partijen die klachten hebben over de toepassing van de regelingen terecht kunnen. De commissie heeft sinds inwerkingtreding van de regelingen geen klachten ontvangen wegens marktverstoringen door het CBS.3
Data Insights and Network (DI&N, voorheen MOA), een branchevereniging voor private statistische dienstverleners, is in 2020 een civiele procedure gestart tegen de Staat der Nederlanden (Ministerie van EZ en het CBS). DI&N is onder meer ontevreden over de huidige rolverdeling tussen het CBS en marktpartijen en stelt dat de regelingen onverbindend zijn. In haar uitspraak van 31 augustus 2022 oordeelde de rechtbank Den Haag dat de regelingen niet onverbindend waren en daarmee werd de Staat (EZ/CBS) in het gelijk gesteld. D&IN is hierop in hoger beroep gegaan. In het Commissiedebat van 24 april 2024 heeft lid Van Meetelen (PVV) gevraagd naar de stand van zaken van het hoger beroep. In het arrest van het gerechtshof Den Haag van 3 september 2024 is de uitspraak van de rechtbank bekrachtigd. De Staat (EZ/CBS) is daarmee in het gelijk gesteld en de vorderingen van D&IN zijn afgewezen. Op 26 november jl. bereikte de Staat (EZ/CBS) het bericht dat D&IN cassatie heeft ingesteld bij de Hoge Raad tegen het arrest van het Hof van 3 september 2024.
De leden Grinwis (CU) en Flach (SGP) hebben bij motie4 gevraagd om te onderzoeken of het grensbedrag in de Regeling werkzaamheden derden CBS waaronder het CBS incidentele werkzaamheden voor derden mag verrichten, kan worden verhoogd van € 10.000 naar € 33.000 (grensbedrag enkelvoudig onderhandse gunning volgens het Rijksinkoopbeleid5; hierna: aanbestedingsgrens), om zo brancheorganisaties in de gelegenheid te stellen meer gebruik te maken van de diensten van het CBS. Naar een mogelijke verhoging van het grensbedrag waaronder het CBS incidentele statistische werkzaamheden mag verrichten is een onderzoek verricht (bijlage 1) en er is met verschillende belanghebbende partijen over deze vraag gesproken.
In het onderzoek is gekeken naar de vraag of de aanbestedingsgrens aanknopingspunten biedt voor verhoging van het grensbedrag CBS. Hoewel in bijgevoegde analyse wordt geconstateerd dat er dergelijke aanknopingspunten kunnen zijn, is niet direct duidelijk waar die grens zou moeten liggen. De onderzoeker geeft echter ook aan dat de aanbestedingsgrens is ingesteld in een andere wettelijke en feitelijke context. De aanbestedingsgrens dient onder meer voor het beperken van het risico op ineffectieve besteding van publieke middelen waar het grensbedrag CBS dient om statistische werkzaamheden die het CBS uitvoert voor derden te beperken tot incidentele gevallen uit oogpunt van goede marktwerking.
Belangrijker vind ik echter dat ook op een andere wijze in veel gevallen in de behoefte van brancheorganisaties en andere derden kan worden voorzien. Zij kunnen zich hiervoor wenden tot private aanbieders van statistische diensten die op grond van artikel 41 Wet op het CBS gebruik kunnen maken van de databestanden waar het CBS over beschikt via de zogenoemde remote accessomgeving.
Dit alles gewogen hebbend, zie ik geen noodzaak het grensbedrag te verhogen. Ik laat het grensbedrag dus ongewijzigd. Dit betekent niet dat het CBS geen initiatieven kan ondernemen om binnen de bestaande regelgeving data op nieuwe manieren te ontsluiten. Zo moedig ik het CBS aan om binnen de bestaande regelgeving in het kader van de reductie van de beleefde regeldruk en conform de wens van het bedrijfsleven, met branche-informatie via het CBS-bedrijvenportaal meer inzicht te geven aan bedrijven en bedrijven zo meer te betrekken bij de door hen geleverde data.
Lid Van Meetelen (PVV) vroeg in het Commissiedebat van 24 april jl. tevens naar aangekondigde gesprekken met enkele betrokken brancheverenigingen en marktpartijen. Er is in de kabinetsreactie op de evaluatie van de regelingen6 aangegeven dat de aanbeveling ter harte wordt genomen om gezamenlijk met het CBS in gesprek te gaan met betrokken marktpartijen om tot relatieverbetering te komen. Het advies van het onderzoeksbureau was om daarmee te wachten tot na de uitspraak in het hoger beroep. Aangezien D&IN tegen die uitspraak cassatie heeft ingesteld, wacht ik hiervoor nu eerst het arrest van de Hoge Raad af. Ik heb vernomen dat het CBS reeds het initiatief heeft genomen om met enkele grote statistische marktpartijen in gesprek te gaan om te komen tot verbetering van de relatie – één van de doelen van de beleidsregel. Naar ik heb begrepen verlopen deze gesprekken in een goede en constructieve sfeer. Deze inspanningen van het CBS zijn een basis voor een goede samenwerking met deze partijen, en dit juich ik toe.
Samenvattend concludeer ik het volgende. De regelingen worden goed toegepast, dragen bij aan de beoogde doelen en komen positief uit een recente evaluatie. Het gegeven dat er geen klachten over marktverstoringen door het CBS bij de onafhankelijke klachtencommissie zijn ontvangen is daarvan een extra indicatie. Het CBS zet zich bovendien actief in om tot verbetering van de relatie met marktpartijen te komen. Gelet op het voorgaande zie ik op dit moment geen noodzaak om verdere actie rond deze regelingen te ondernemen. In dat licht neem ik de suggestie van lid Zeedijk (NSC) in het Commissiedebat van 24 april jl. om de beleidsregel in te trekken dan ook niet over.
Dirk Beljaarts
Minister van Economische Zaken
Kamerstukken II 2023/24, 32637, nr. 611↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 36200 XIII, nr. 131↩︎
Naar aanleiding van de motie van de leden Van Den Berg en Wiersma (Kamerstukken II 2019/20, 35300-XIII, nr. 95) is aan uw Kamer toegezegd jaarlijks te rapporteren over het verslag van de Competitive Neutrality Officer (hierna: CNO). Eerder werd hier door de CNO een aparte rapportage voor opgesteld die ik met uw Kamer deelde. Vanaf 2023 is deze rapportage onderdeel geworden van het jaarverslag van het CBS, dat conform artikel 56 van de Wet op het CBS door het CBS openbaar wordt gemaakt en aan uw Kamer wordt aangeboden.↩︎
Kamerstukken II 2023/24, 32637, nr. 611↩︎
Circulaire Grensbedragen voor procedures Aanbestedingswet 2012 onder de drempelwaarde↩︎
Kamerstukken II 2022/23, 36200 XIII, nr. 131↩︎