[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Rectificatie Kamerbrief voortgang verduurzaming industrie

Industriebeleid

Brief regering

Nummer: 2024D50553, datum: 2024-12-17, bijgewerkt: 2024-12-18 09:29, versie: 1

Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29826 -218 Industriebeleid.

Onderdeel van zaak 2024Z21386:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Geachte Voorzitter,

Op 10 oktober jl. is de voortgangsbrief over verduurzaming industrie aan de Tweede Kamer en op 24 oktober jl. aan de Eerste Kamer verzonden1. In de brief worden de ontwikkelingen van de wettelijke kaders voor industriële piekbelasters weergegeven. Op basis van de wet- en regelgeving op het terrein van industriële emissies, dat onder de verantwoordelijk valt van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, kan ik op basis hiervan vaststellen dat er sprake is van een verschrijving.

In de bovengenoemde brief is vermeld dat de aangescherpte emissiegrenswaarden, zoals vermeld in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal), voor bestaande bedrijven vanaf 1 januari 2026 in werking treden. Echter, het overgangsrecht van artikel 5.38b Bal blijft van toepassing, in overeenstemming met de voorpublicatie van het ontwerp van 6 september jl. in de Staatscourant2. Zodoende treden deze aangescherpte normen pas in werking vier jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dat is op 1 januari 2028, en niet per 1 januari 2026. Op pagina 26 en 27 van de Nota van toelichting3 is terug te lezen dat de voorgenomen wijziging is teruggetrokken. Het kabinet wil onduidelijkheid voorkomen, daarom wordt de geactualiseerde versie van de eerder verzonden Kamerbrief met deze brief meegezonden.

Sophie Hermans

Minister van Klimaat en Groene Groei


  1. Kamerstuk 29 826, nr. 214.↩︎

  2. Staatscourant 2024, 29133↩︎

  3. Kamerstuk 36 410 XII, nr. 85↩︎