Uitstel beantwoording vragen van het lid Rajkowski over de brief 'Stand van zaken huisvesting CTIVD'
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2024D51671, datum: 2024-12-20, bijgewerkt: 2025-01-27 09:23, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20242025-917).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.W.M. Schoof, minister-president
Onderdeel van zaak 2024Z20206:
- Gericht aan: R.P. Brekelmans, minister van Defensie
- Gericht aan: H.W.M. Schoof, minister-president
- Gericht aan: J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Indiener: Q.M. Rajkowski, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2024-2025 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
917
Vraag van het lid Rajkowski (VVD) aan de Minister-President en de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie over de brief «Stand van zaken huisvesting CTIVD» (ingezonden 4 december 2024).
Mededeling van Minister-President Schoof (Algemene Zaken) (ontvangen 20 december 2024).
Vraag 1
Bent u het eens met de stelling dat, nu het huisvestingsprobleem rondom de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) (voorlopig) opgelost is, de taken en bevoegdheden van de inlichtingendiensten die tijdelijk zijn stilgelegd, maar volgens de Tweede Kamer wel noodzakelijk zijn voor onze nationale veiligheid, opgepakt kunnen worden?1 Zo ja, vanaf wanneer gaat dit gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Mededeling
Op 4 december stelde het lid Rajkowski vragen (kenmerk: 2024Z20206) naar aanleiding van de brief «stand van zaken huisvesting CTIVD». De vragen zien op de timing van het inzetten van taken en bevoegdheden door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten als gevolg van de invoering van de Tijdelijke Wet, nu de grootste facilitaire vragen rond de tijdelijke huisvesting van de CTIVD opgelost zijn.
De benodigde afstemming met de diverse betrokken partijen vergt meer tijd waardoor het niet mogelijk is gebleken deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
Kamerstuk 36 263, nr. 45.↩︎